Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vedder over het bericht 'Wolven in Europa: Commissie roept lokale overheden op om bestaande uitzonderingen ten volle te gebruiken
Vragen van het lid Vedder (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Wolven in Europa: Commissie roept lokale overheden op om bestaande uitzonderingen ten volle te gebruiken» (ingezonden 20 oktober 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 27 november
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 423.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Wolven in Europa: Commissie roept lokale overheden
op om bestaande uitzonderingen ten volle te gebruiken»?1
Vraag 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven in hoeverre in Nederland op grond van de Habitatrichtlijn wordt afgeweken
van de verbodsbepalingen van de strikte beschermingsregeling, onder meer ter bescherming
van sociaaleconomische belangen?
Antwoord 2
De Habitatrichtlijn voorziet onder meer in een strikte bescherming van dieren en planten
van bedreigde soorten die worden genoemd in bijlage IV bij deze richtlijn, door het
verbieden van schadelijke handelingen ten aanzien van individuen van die soorten.
Artikel 16 onder c van de Habitatrichtlijn geeft aan dat om redenen van sociale of
economische aard afwijken van bepaalde verbodsbepalingen is toegestaan wanneer er
geen andere bevredigende oplossing bestaat en op voorwaarde dat de afwijking geen
afbreuk doet aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke
verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.
Binnen deze juridische kaders zijn de provincies het bevoegde gezag om indien nodig
een ontheffing voor een afwijking met betrekking tot de wolf af te geven. Momenteel
werken provincies aan het actualiseren van het Interprovinciaal wolvenplan, waarin
zij gezamenlijk tot een definitief van een probleemwolf willen komen. Hiermee wordt
invulling gegeven aan de afwijkingsmogelijkheden op basis van sociaaleconomische belangen.
Nederland rapporteert tweejaarlijks over de afwijkingen van de verbodsbepalingen uit
de Habitatrichtlijn. Deze informatie is te vinden op de website van de Wageningen
Universiteit (WOT Informatievoorziening Natuur).2 Er is tot op heden geen sprake geweest van ontheffingen met betrekking tot de wolf
en daarom voor Nederland geen rapportage over afwijkingen met betrekking tot de wolf.
Vraag 3
Kunt u aangeven om welke afwijkingsmogelijkheden het gaat en of Nederland voornemens
is om gehoor te geven aan de oproep van de Europese Commissie wat betreft het benutten
van bestaande uitzonderingen?
Antwoord 3
Wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat en op voorwaarde dat de afwijking
geen afbreuk doet aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke
verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan,
biedt de Habitatrichtlijn de mogelijkheid om af te wijken van de verboden op:
• het opzettelijk vangen of doden van in het wild levende specimens van die soorten;
• het opzettelijk verstoren van die soorten, vooral tijdens de perioden van voortplanting,
afhankelijkheid van de jongen, overwintering en trek;
• het opzettelijk vernielen of rapen van eieren in de natuur;
• de beschadiging of de vernieling van de voortplantings of rustplaatsen;
• het in bezit hebben, vervoeren, verhandelen of ruilen en het te koop of in ruil aanbieden
van aan de natuur onttrokken specimens;
• het opzettelijk plukken en verzamelen, afsnijden, ontwortelen of vernielen van specimens
van de genoemde soorten in de natuur, in hun natuurlijke verspreidingsgebied;
• het in bezit hebben, vervoeren, verhandelen of ruilen en het te koop of in ruil aanbieden
van aan de natuur onttrokken specimens van de genoemde soorten;
• het gebruik van bepaalde middelen voor het vangen en het doden;
• elke vorm van vangen en doden vanuit bepaalde vervoermiddelen.
Toegestane redenen om in (een van) deze gevallen af te wijken van deze verboden zijn:
• het belang van de bescherming van de wilde flora en fauna en van de instandhouding
van de natuurlijke habitats;
• voorkoming van ernstige schade aan met name de gewassen, veehouderijen, bossen, visgronden
en wateren en andere vormen van eigendom;
• het belang van de volksgezondheid en de openbare veiligheid of om andere dwingende
redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische
aard, en voor het milieu wezenlijke gunstige effecten;
• onderzoek en onderwijs, repopulatie en herintroductie van deze soorten, alsmede voor
de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten;
• het onder strikt gecontroleerde omstandigheden mogelijk maken op selectieve wijze
en binnen bepaalde grenzen een beperkt, door de bevoegde nationale instanties vastgesteld
aantal van bepaalde specimens te vangen, te plukken of in bezit te hebben.
Deze bepalingen zijn opgenomen in de Wet natuurbescherming en gelden ook voor de wolf
in Nederland. Zoals ik in de beantwoording van vraag 3 heb aangegeven, zijn de provincies
het bevoegde gezag om indien nodig een dergelijke afwijking (ontheffing) met betrekking
tot de wolf af te geven.
Vraag 4 en 5
Heeft u de door de Europese Commissie aan lidstaten gevraagde data over de wolvenpopulatie
en zijn impact in april aangeleverd? Zo ja, om welke data gaat het en is deze data
openbaar te raadplegen? Zo nee, waarom niet?
Welke data heeft u opgevraagd bij de Provincies/BIJ12 en de Faunabeheereenheden?
Antwoord 4 en 5
Ik heb de gevraagde informatie over de wolvenpopulatie en zijn impact aangeleverd
in september, voor de door de Europese Commissie gestelde deadline. In overleg met
BIJ12 en provincies is de volgende informatie gedeeld met de Europese Commissie:
• Monitoring plan (https://www.bij12.nl/wp-content/uploads/2020/02/Monitoringplan-Wolf-201…)
• Factfinding study (https://research.wur.nl/en/publications/the-return-of-wolves-to-the-net…)
• Legal Analysis (The legal protection of wolves in the Netherlands and in a number of other European
countries (bij12.nl))
• Interprovincial wolf policy (https://www.bij12.nl/wp-content/uploads/2019/01/Interprovinciaal-wolven…
https://www.bij12.nl/wp-content/uploads/2023/04/Interprovinciaal-wolven…
https://www.bij12.nl/wp-content/uploads/2023/04/Interprovinciaal-wolven…)
• Progress report wolf (https://publicaties.bij12.nl/voortgangsrapportage-wolf-28-juni-2023/)
• Species distribution of the wolf in Benelux (https://www.bij12.nl/onderwerpen/faunazaken/diersoorten/wolf/verspreidi…)
• Overview of dead wolves in the Netherlands (https://www.bij12.nl/onderwerpen/faunazaken/diersoorten/wolf/dode-wolve…)
• Overview wolf sightings (https://www.bij12.nl/onderwerpen/faunazaken/diersoorten/wolf/verspreidi…)
• Overview reports of damage by wolves to livestock (https://www.bij12.nl/onderwerpen/faunazaken/diersoorten/wolf/schademeld…)
• Infographic damage caused by wolves 2022 (https://www.bij12.nl/wp-content/uploads/2023/07/BIJ12-Wolvenschade-cijf…)
• Guidelines for compensation of damage by wolves to livestock (https://www.bij12.nl/wp-content/uploads/2023/02/Richtlijn-taxatie-bij-w…–1.pdf)
• Advice on preventing damage (https://www.bij12.nl/onderwerpen/faunazaken/diersoorten/wolf/schade-voo…)
Deze informatie is openbaar toegankelijk.
Vraag 6
Welke data heeft u opgevraagd bij belangenorganisaties?
Antwoord 6
De informatie die samen met provincies en BIJ12 is verzameld biedt een volledig beeld
van de situatie van de wolf in Nederland. Derhalve is er geen informatie opgevraagd
bij belangengroepen. Het stond overigens eenieder, dus ook belangengroepen, vrij om
zelf informatie naar de Europese Commissie toe te sturen.
Vraag 7
Uit welk tijdvak stamt de data die u verzameld en doorgestuurd heeft aan de Europese
Commissie?
Antwoord 7
De informatie betreft de periode van 2015 tot heden, en bevat de meest recente gegevens
die beschikbaar zijn en die door BIJ12 worden bijgehouden en geactualiseerd.
Vraag 8
Heeft u een idee hoeveel wolven er leven in de naburige deelstaten (Nedersaksen, Noordrijn-Westfalen
en overige deelstaten van Duitsland)? Bent u het ermee eens dat deze allemaal behoren
tot de Centraal Europese populatie?
Antwoord 8
Duitsland kende in het monitoringsjaar 2022–2023 184 wolvenroedels, 47 wolvenparen
en 22 solitaire territoriale dieren. Voor nadere informatie en de verspreiding per
deelstaat verwijs ik u naar de website van het Duitse Federale Documentatie en Consultatie
Centrum over Wolven.3
De Factfinding-studie die in 2021 is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research
(Kamerstuk 33 576, nr. 251), geeft aan dat wolvenpopulaties zich de laatste decennia op natuurlijke wijze uitbreiden.4 Daarbij is een Centraal-Europese populatie ontstaan met een origine in Noordoost-Polen.
Deze populatie breidt zich via Duitsland verder uit in westelijke richting, waarbij
zich recentelijk ook achtereenvolgens in Denemarken, Nederland en België wolven uit
deze populatie hebben gevestigd. Genetisch onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat veruit
de meeste van de waargenomen wolven in Nederland afkomstig zijn uit de Centraal-Europese
populatie. Tot nu toe zijn twee individuen waargenomen die afkomstig waren uit een
andere regio, namelijk uit de Alpiene wolvenpopulatie die vanuit Italië, Zwitserland
en Frankrijk groeit.
Vraag 9
Kunt u ingaan op deze conclusie van de Convention on the Conservation of European
Wildlife and Natural Habitats: «De staat van instandhouding op Europese schaal is
onmiskenbaar positief en de soort kan worden geclassificeerd als «minst zorgwekkend»
in het IUCN Red List-systeem wanneer de beoordeling op continentale schaal wordt gemaakt»?5
Antwoord 9
De conclusie die in dit rapport getrokken wordt, is gebaseerd op het uitgangspunt
dat wolven uit verschillende lidstaten tot één populatie gerekend kunnen worden. Volgens
artikel 1, onder i, van de Habitatrichtlijn wordt onder «staat van instandhouding
van een soort» verstaan het effect van de som van de invloeden die op de betrokken
soort inwerken en op lange termijn een verandering kunnen bewerkstelligen in de verspreiding
en de grootte van de populaties van die soort op het grondgebied van de lidstaten.
De staat van instandhouding moet dus per lidstaat worden bepaald. Op dit moment is
de populatie wolven in Nederland niet groot genoeg om van een gunstige staat van instandhouding
te kunnen spreken.
De Richtsnoeren van de Europese Commissie inzake de bescherming van diersoorten van
de Habitatrichtlijn geven aan dat voor sommige migrerende en grensoverschrijdende
soorten het moeilijk kan zijn om binnen lidstaten zelf een gunstige staat van instandhouding
te bereiken.6 Grensoverschrijdende plannen van naburige lidstaten die dezelfde wolvenpopulatie
delen, kunnen gebruikt worden om een gunstige staat van instandhouding voor de wolf
in zijn natuurlijke verspreidingsgebied te bereiken en te behouden en tegelijkertijd
voor de nodige flexibiliteit van beheer te zorgen, binnen de grenzen van de Habitatrichtlijn.
Daarom is mijn ministerie in overleg met de Duitse, Deense, Belgische, Luxemburgse
en Franse overheid om te komen tot een gezamenlijk internationaal wolvenplan. Hierin
kan worden afgesproken dat in het kader van de rapportageverplichtingen uit de Habitatrichtlijn
een gezamenlijke rapportage over de Centraal-Europese wolvenpopulatie gaat plaatsvinden.
Door de diverse nationale populaties als een gezamenlijke grensoverschrijdende groep
te behandelen, is er ook sprake van een grotere populatie waarin een gunstige staat
van instandhouding eerder zou kunnen worden bereikt. Ik kies onze inzet op het gezamenlijk
wolvenplan met buurlanden om juist die flexibiliteit te krijgen in het samenleven
met de wolf.
Vraag 10
Kan hieruit geconcludeerd worden dat de Centraal Europese populatie niet meer als
bedreigd kan worden gekwalificeerd?
Antwoord 10
De Habitatrichtlijn gaat uitsluitend uit van de staat van instandhouding. De eventuele
bedreigde status van een soort speelt hierbij geen rol. Zo lang er geen sprake is
van gezamenlijke internationale rapportage, geldt voor de Nederlandse wolvenpopulatie
dat de staat van instandhouding ongunstig is.
Vraag 11
Bent u het ermee eens dat daarmee de wolf van bijlage 4 van de Habitat-richtlijn,
naar bijlage 5 van de richtlijn kan worden verplaatst en dat hiermee het herstel van
de wolvenpopulatie als een succesverhaal kan worden gezien voor het herstel van de
biodiversiteit in Europa?
Antwoord 11
De wolf is opgenomen in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn en Bijlage II bij het Verdrag
van Bern en is daarmee een strikt beschermde soort. Een aanpassing van de beschermde
status gebeurt door aanpassing van het verdrag en de richtlijn. Hiervoor is instemming
nodig van een meerderheid van de deelnemende landen (verdrag) of lidstaten (richtlijn).
Aanleiding voor het aanpassen van het verdrag en de richtlijn kan bijvoorbeeld zijn
de staat van instandhouding van de soort. Ik wil zorgvuldig omgaan met besluitvorming
rond de strikt beschermde status van de wolf en wil daarom in mijn handelen met betrekking
tot de status van de wolf in het verdrag en de richtlijn niet vooruitlopen op de uitkomst
van de discussie die in Europees verband wordt gevoerd over de beschermde status van
de wolf. De Europese Commissie is bezig met een analyse van alle beschikbare wetenschappelijke
en technische informatie over de situatie van wolven in de EU. Naar verwachting komt
deze analyse begin volgend jaar beschikbaar.
Vraag 12 en 13
Is het standpunt van de Nederlandse overheid omtrent de beschermde status van de wolf
veranderd sinds het Europese parlement zich zo duidelijk uitgesproken heeft in de
resolutie van november 2022?7
Zal de neutrale houding van Nederland in de Europese Raad gaan veranderen, gelet op
de veranderende omstandigheden, de groeiende populatie in de Benelux en het groeiend
aantal conflicten tussen mensen, boerderijdieren en huisdieren met de wolf?
Antwoord 12 en 13
Ik ben me ervan bewust dat er in de samenleving uiteenlopende standpunten bestaan
over de terugkeer van de wolf in Nederland. Om op een goede manier te kunnen omgaan
met de wolf in Nederland vind ik breed gedragen beleidstandpunten van groot belang.
Ter ondersteuning van het beleid heb ik de Raad voor de Dieraangelegenheden gevraagd
de maatschappelijke dialoog over de wolf vorm te geven en ten tweede om op basis daarvan
advies te geven over hoe we in Nederland kunnen samen leven met de wolf en wat daarvoor
nodig is. Ik wil in mijn standpunt en houding jegens de wolf niet vooruitlopen op
dit advies en de uitkomsten van de analyse van de Europese Commissie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.