Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wuite over het bericht 'Toegankelijkheid musea onder druk door achterblijvendeoverheidssubsidies'
Vragen van het lid Wuite (D66) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Toegankelijkheid musea onder druk door achterblijvende overheidssubsidies» (ingezonden 10 oktober 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Uslu (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 24 november
2023)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 391
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Toegankelijkheid musea onder druk door achterblijvende
overheidssubsidies»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van het feit dat veel musea in de coronacrisis flink hebben moeten
interen op reserves en van de financiële problemen die musea ondervinden door stijgende
lasten en oplopende inflatie?2
Antwoord 2
De signalen dat sommige musea financieel kwetsbaar zijn hebben mij bereikt. De museumsector
als geheel toont een divers beeld, waarbij er gelukkig ook musea zijn die er sinds
corona weer heel goed voor staan. De oorzaken en de mate waarin musea te maken krijgen
met financiële tegenslagen, lopen uiteen. Bezoek weet de weg naar musea over het algemeen
weer te vinden, maar bij een deel van de musea zijn de aantallen nog steeds niet terug
op het oude niveau. Dit resulteert in lagere eigen inkomsten. De stijgende lasten
en oplopende inflatie zijn bij alle musea voelbaar. Wel kan het ene museum deze lastenverzwaring
beter opvangen dan het andere museum. De rijkgesubsidieerde musea staan er op dat
gebied gemiddeld beter voor.
Vraag 3
Deelt u de zorg dat de financiële druk zal leiden tot verhoogde toegangsprijzen waardoor
de toegankelijkheid van musea onder druk komt te staan, dit terwijl de maatschappelijke
functie van musea onmisbaar is?
Antwoord 3
Ik ben het met u eens dat de maatschappelijk functie van musea onmisbaar is. Als zelfstandige
instellingen is het aan de musea zelf om de toegangsprijs te bepalen voor entreetickets.
Zij kunnen hierbij voor specifieke doelgroepen in prijs differentiëren om het museum
toegankelijk te houden. De eigen inkomsten uit kaartverkoop zijn belangrijk voor een
gezonde bedrijfsvoering. Uit de Museumcijfers 2022 blijkt dat de bezoekersaantallen
bijna terug zijn op het niveau van voor de coronapandemie.
Vraag 4
Hoe blijft u zich inzetten om de musea voor iedereen toegankelijk te houden, gezien
de financiële druk op toegangsprijzen, zonder dat dit ten koste gaat van vernieuwing
en het innovatievermogen van musea? Bent u hierover in gesprek met zowel grote als
kleine musea?
Antwoord 4
Ik vind het essentieel dat musea toegankelijk zijn en blijven innoveren. Dankzij visitatierapporten,
monitorgesprekken met de rijksgefinancieerde musea en structureel contact met de Museumvereniging
houden we de vinger aan de pols in de museumsector. In de periode 2025–2028 is er
opnieuw ruimte beschikbaar voor regionale musea in de culturele basisinfrastructuur.
Twaalf musea, één per provincie, komen hierdoor in aanmerking voor een aanvullende
subsidie van het Rijk. Daarnaast ondersteunt het Mondriaan Fonds via diverse regelingen
vernieuwing bij musea. Ik denk hierbij aan het stimuleren van aankopen, collectiemobiliteit,
en innovatieve ideeën omtrent de presentatie van collecties en samenwerkingen met
het publiek. De RCE zet zich in voor ondersteunen van kostbare tentoonstellingen door
de uitvoering van de indemniteitsregeling en ondersteunt de collectiebeheerders met
kennis, onderzoek en advies. Deze voorzieningen zijn uiteraard beschikbaar voor alle
musea, van groot tot klein. We hebben daarbij zeker ook oog voor de specifieke situatie
bij kleine musea. Zo organiseert de RCE speciale activiteiten voor kleine en lokale
musea en staan we in contact met het Landelijk Contact Museumconsulenten. Verder werk
ik in mijn cultuurbeleid nauw samen met de andere overheden. In het overleg met IPO,
VNG en de cultuurregio’s evenals in de cultuurconvenanten die ik sluit met andere
overheden, vraag ik aandacht voor toegankelijkheid van cultuur.
Vraag 5
Kunt u gelet op de financiële feiten in gesprek treden met de Minister van Financiën
om verschraling in de museasector te voorkomen en de toegankelijkheid en maatschappelijke
functie te bewaken van zowel grote als kleine musea?
Antwoord 5
Ik zet me op verschillende manieren in voor de sector als geheel. Dit is echter wel
een gedeelde verantwoordelijkheid met spelers in het museumveld en medeoverheden.
De inzet van middelen door gemeenten en provincies is uiteraard aan deze overheden.
Zij zijn voor veel musea de belangrijkste subsidient. Het subsidieplafond van de Rijksmusea
is vastgelegd in de Erfgoedwet. Daarnaast ondersteun ik de cultuurfondsen en zet de
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zich in voor het behoud en beheer van collecties
en de maatschappelijke rol van alle musea.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.