Antwoord schriftelijke vragen : Antwoorden op vragen van het lid Van Baarle over de oproep van de Israëlische regering om 300.000 militaire reservisten deelte laten nemen aan de lopende vijandelijkheden, met name in deGazastrook
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over de oproep van de Israëlische regering om 300.000 militaire reservisten deel te laten nemen aan de lopende vijandelijkheden, met name in de Gazastrook (ingezonden 15 november 2023).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van
Defensie (ontvangen 23 november 2023).
Vraag 1
Klopt het dat de Israëlische regering op 9 oktober 2023 de oproep heeft goedgekeurd
voor 300.000 militaire reservisten om deel te nemen aan de lopende vijandelijkheden,
met name in de Gazastrook?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Klopt het dat ook burgers die zich in Nederland bevinden, zijn opgeroepen om als reservist,
vrijwilliger of anderszins werkzaamheden te verrichten voor de Israëlische strijdkrachten?2,
3,
4,
5
Zijn er burgers met de Nederlandse nationaliteit opgeroepen om als reservist, vrijwilliger
of anderszins werkzaamheden te verrichten voor de Israëlische strijdkrachten?
Antwoord 2 en 3
Nederlandse burgers mogen in een vreemde krijgsdienst treden, tenzij ze militair zijn
in Nederland of wanneer Nederland in gewapend conflict zou zijn met het land in kwestie.
Voor militairen geldt dat een machtiging (formele goedkeuring) van de Minister van
Defensie nodig is om toe te mogen treden tot een vreemde krijgsdienst. Er zijn op
dit moment geen militairen bekend die toestemming hebben gevraagd. Nederlandse burgers
actief in het Israëlische leger blijven onder het Nederlandse strafrecht vallen, alsook
onder de nationale wet- en regelgeving van Israël. Het is het kabinet niet bekend
hoeveel Nederlanders momenteel actief zijn in het Israëlische leger noch hoeveel recentelijk
zijn opgeroepen of afgereisd.
Vraag 4
Hoeveel Nederlandse burgers bevinden zich momenteel in Israël en bezet Palestijns
gebied? Hoeveel van hen bevinden zich in Israël zelf? Hoeveel van hen zijn er op de
Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, en hoeveel van hen hebben daar
hun gebruikelijke verblijfplaats? Hoeveel van hen bevinden zich momenteel in de Gazastrook?
Antwoord 4
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft geen exacte informatie over de aantallen
Nederlanders die zich in het buitenland bevinden. Er is namelijk geen registratieplicht
voor Nederlanders in het buitenland. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken roept Nederlanders
in Israël en de Palestijnse Gebieden – die dat nog niet hebben gedaan – op zich te
registreren bij de Informatieservice van Buitenlandse Zaken. Hierdoor weet het Ministerie
van Buitenlandse Zaken beter hoeveel personen er in deze gebieden zijn en hoe hen
te bereiken indien dat nodig is. Sinds 7 oktober heeft Nederland meerdere repatriëringen
vanuit Israël en Gaza (via Egypte) uitgevoerd. Nederland staat op dit moment vrijwel
dagelijks in contact met nog 15 Nederlanders, inclusief hun kerngezinsleden, en verblijfsvergunninghouders
in Gaza. Het Kabinet blijft zich actief inspannen opdat zij Gaza zo snel mogelijk
kunnen verlaten.
Vraag 5 en 6
Hoeveel Nederlandse burgers dienen momenteel, doen vrijwilligerswerk bij, of zijn
anderszins actief voor de Israëlische strijdkrachten (IDF), inclusief als reservisten?
Heeft de Nederlandse overheid adviezen gegeven aan Nederlandse burgers die mogelijk
dienen of vrijwilligerswerk doen bij de IDF over de mogelijke juridische gevolgen
en individuele strafrechtelijke aansprakelijkheid die zouden voortvloeien uit hun
daden of nalatigheden voortvloeiende uit hun dienst of vrijwilligerswerk, gezien de
aanwijzingen van grootschalige schendingen van het internationaal humanitair recht
(IHL) door Israëlische troepen in de Gazastrook?
Antwoord 5 en 6
Het is het kabinet niet bekend hoeveel Nederlanders momenteel actief zijn voor de
Israëlische strijdkrachten noch hoeveel recentelijk zijn opgeroepen of afgereisd.
Er zijn dus geen adviezen gegeven over mogelijke juridische gevolgen van dienst of
vrijwilligerswerk. Zie antwoord vraag 2 en 3.
Vraag 7 en 8
Is het waar dat het verboden is iemand voor vreemde krijgsdienst of gewapende strijd
te werven?
Kan de Israëlische oproep worden beschouwd als het werven voor vreemde krijgsdienst
of gewapende strijd?
Antwoord 7 en 8
Artikel 205 van het Wetboek van Strafrecht stelt het werven voor vreemde krijgsdienst
of gewapende strijd strafbaar. Van werven is onder andere sprake in geval van benaderen,
bespelen, beïnvloeden of anderszins overreden van personen om in vreemde krijgsdienst
te treden of zich aan te sluiten bij een gewapende groepering. Zie hiervoor ook Kamerstukken
II 2002/03, 28 463, nr. 8, p. 4, en Kamerstukken II 2003/04 28 643, nr. 10, pp. 11–16. Het oproepen van reservisten veronderstelt echter enige voorafgaande
en dus al bestaande vorm van dienstbetrekking of arbeidsrelatie tussen de reservist
en de krijgsmacht in kwestie. Dergelijke oproeping van reservisten is dus geen werving
in de zin van voornoemd delict. Ten aanzien van buitenlandse dienstplicht, voor zover
van toepassing, geldt eveneens dat dit niet onder deze delictsomschrijving valt. Een
dienstplichtige wordt immers niet geworven maar daartoe verplicht.
Vraag 9
Zijn de Ministers bekend met het feit dat de woordvoerder van de Europese Dienst voor
Extern Optreden (EEAS) van de Europese Unie het geweld, gepleegd door kolonisten in
de bezette Palestijnse gebieden, omschrijft als terrorisme?6
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10 en 11
Delen de Ministers de mening van de woordvoerder van de Europese Dienst voor Extern
Optreden (EEAS) van de Europese Unie? Zo nee, waarom niet?
Zijn de Ministers van mening dat het door kolonisten tegen de Palestijnse bevolking
gerichte geweld op basis van de definitie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding
en Veiligheid als terrorisme kan worden aangemerkt? Zo nee, waarom niet?7,
8,
9,
10
Antwoord 10 en 11
Het toenemend kolonistengeweld op de Westelijke Jordaanoever moet stoppen. Daartoe
heeft Nederland tijdens de open sessie van de VN-Veiligheidsraad ook opgeroepen. Ook
heeft het de jaarlijkse VN-resolutie inzake Israëlische nederzettingen gesteund waarin
geweld, vernielingen, provocaties en opruiing door kolonisten wordt veroordeeld. De
aanwezigheid van de nederzettingen en de kolonisten in de bezette Palestijnse gebieden
is een schending van het bezettingsrecht. Op Israël rust de (internationaal-)rechtelijke
plicht om geweldsgebruik door zowel kolonisten als Israëlisch overheidspersoneel zoveel
mogelijk te voorkomen en hiertegen handhavend op te treden. Nederland zal hiertoe
blijven oproepen, zoals het altijd heeft gedaan. In het gesprek met de Israëlische
Minister van Buitenlandse Zaken is dit expliciet naar voren gebracht, tijdens het
bezoek van Minister Bruins Slot aan Israël en de Palestijnse Gebieden.
Vraag 12
Hoeveel burgers met de Nederlandse nationaliteit verblijven in de Israëlische nederzettingen
in bezet Palestijns gebied?
Antwoord 12
Zie antwoord vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Defensie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.