Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over straffeloosheid van Israël
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over straffeloosheid van Israël (ingezonden 30 oktober 2023).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 23 november 2023).
Vraag 1
Deelt u de opvatting van Amnesty International dat Israël zich schuldig maakt aan
oorlogsmisdrijven? Zo nee, waarom niet?1
Antwoord 1
Ieder land is gehouden zijn verplichtingen onder het internationaal recht na te komen.
Het kabinet neemt ook nu de uitspraken van verschillende hoge VN-vertegenwoordigers
onder wie de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, gerenommeerde internationale
non-gouvernementele organisaties en academici over de vraag of het humanitair oorlogsrecht
wordt nageleefd en of aan de vereisten van noodzakelijkheid en proportionaliteit wordt
voldaan uiterst serieus.
Nederland onderstreept met klem dat ook het optreden van Israël in overeenstemming
moet zijn met het internationaal recht, waaronder het humanitair oorlogsrecht, en
roept Israël daarbij op tot aantoonbaar terughoudend handelen. Ook heeft het kabinet
in de vele contacten met Israël sterk benadrukt dat het conform zijn verplichtingen
actief duidelijk moet maken hoe het zeker stelt dat het geweldgebruik ter zelfverdediging
voldoet aan de vereisten van proportionaliteit en noodzakelijkheid. Juist hiermee
toont Israël nog meer het verschil aan tussen een legitieme staat en een terroristische
organisatie als Hamas.
Dit neemt niet weg dat het tegelijkertijd zeer complex is ons een oordeel te vormen
over de naleving van het humanitair oorlogsrecht in relatie tot concrete gevechtshandelingen
zoals bombardementen. De reden is dat de benodigde specifieke informatie over de omstandigheden
en afwegingen daartoe op dit moment ontbreekt. Daarnaast is er in te beperkte mate
informatie over de wijze van oorlogsvoering van Hamas, hun infrastructuur in Gaza,
en de grootte van de dreiging die van Hamas uitgaat; acties en raketbeschietingen
door Hamas vinden nog altijd plaats. Israël en de VS stellen onder meer dat zich juist
onder meerdere ziekenhuizen in Gaza commandocentra en faciliteiten van Hamas bevinden.
Wel zijn de doelbewuste moordpartijen door Hamas en hun niet-onderscheidende raketaanvallen
op Israëlische steden zonder meer te kwalificeren als oorlogsmisdrijven.
Vraag 2
Erkent u dat het recht op zelfverdediging niet mag verworden tot een recht op vergelding?
Vindt u dat Israël het recht op zelfverdediging proportioneel invult?
Antwoord 2
Het recht op zelfverdediging wordt begrensd door noodzakelijkheid en proportionaliteit
om te voorkomen dat het verwordt tot een recht op vergelding.
De geweldsspiraal die op 7 oktober 2023 is ontketend treft zowel onschuldige Palestijnen
als Israëliërs. Israël ziet zichzelf momenteel verwikkeld in een strijd om het voortbestaan
van de eigen staat, waarbij de aanval en dreiging niet alleen vanuit Hamas gevoeld
wordt, maar breder vanuit de regio, onder andere vanuit Hezbollah. Het bestaansrecht
van Israël, en hiermee het recht van Israël op zelfverdediging, is voor ons evident.
Het is van belang dat de uitoefening van het recht op zelfverdediging, in Gaza en
elders, in lijn is met het internationaal recht. Het kabinet roept Israël op om te
handelen met aantoonbare inachtneming van de eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit.
Daarnaast moet Israël zich aan het humanitair oorlogsrecht houden om zo burgerslachtoffers
zoveel mogelijk te voorkomen en zo snel mogelijk en ongehinderd voldoende humanitaire
hulp mogelijk te maken. Zie verder het antwoord op vraag 1.
Vraag 3 en 4
Erkent u dat uw milde opstelling jegens de handelingen van het Israëlische leger kan
worden opgevat als «dubbele standaard»? Bent u het eens dat dit de geloofwaardigheid
van de strijd tegen straffeloosheid ondermijnt?
Erkent u dat Nederland, om geloofwaardig te zijn over straffeloosheid, in publieke
uitingen over het conflict in Gaza het belang moet benadrukken van berechting, verantwoording
en aansprakelijkheid?
Antwoord 3 en 4
Het internationaal recht is een hoeksteen van het Nederlands buitenlands beleid. Het
kabinet zal dit ook in de komende periode centraal blijven stellen, omdat Israëliërs
en Palestijnen in gelijke mate recht hebben op veiligheid en welvaart. Nederland blijft
zijn goede contacten met Israël, de Palestijnse Autoriteit en andere relevante landen
in de regio en daarbuiten ten volle inzetten om partijen op te roepen zich volledig
te houden aan het humanitair oorlogsrecht en meer burgerslachtoffers te voorkomen.
Gedegen en onafhankelijk onderzoek zal nodig zijn om de relevante feiten boven water
te krijgen. Het is in eerste instantie aan partijen zelf om onderzoek te doen naar
vermeende schendingen van het humanitair oorlogsrecht. Daarnaast wordt momenteel onderzoek
verricht naar alle partijen door het Internationaal Strafhof. Nederland onderschrijft
het belang van onafhankelijk onderzoek en maakt daarvoor drie miljoen euro extra vrij
voor het Internationaal Strafhof.
Vraag 5
Deelt u het principe dat beschuldigingen van oorlogsmisdrijven zorgvuldig en onafhankelijk
moeten worden onderzocht? Zo ja, hoe geeft u uitvoering aan dit principe als het gaat
om het optreden van het Israëlische leger in Gaza?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vragen 3 en 4.
Het kabinet wijst er verder op dat er sinds maart 2021 bij het Internationaal Strafhof
een onderzoek loopt naar de (vermeende) internationale misdrijven binnen de rechtsmacht
van het Strafhof die sinds 13 juni 2014 zijn gepleegd in de context van de situatie
in de Palestijnse Gebieden. Op 29 oktober jl. heeft de Aanklager van het Strafhof
tijdens zijn missie naar het Midden-Oosten aangegeven dat zijn Parket ook onderzoek
verricht naar de (vermeende) internationale misdrijven binnen de rechtsmacht van het
Strafhof die op en sinds 7 oktober zijn gepleegd in Israël, Gaza en de Westelijke
Jordaanoever. Het is aan de Aanklager van het Strafhof om te bepalen op welke specifieke
misdrijven het onderzoek van het Strafhof zich verder zal richten.
Vraag 6 en 7
Bent u bereid om het Internationaal Strafhof (ICC) te ondersteunen in zijn onderzoek
naar oorlogsmisdrijven gepleegd door Israël in Gaza na 7 oktober 2023? Zo ja, hoe?
Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid te bepleiten dat onderzoekers van het ICC veilige toegang krijgen tot
plaatsen in Gaza waar mogelijk oorlogsmisdrijven zijn gepleegd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6 en 7
Ja. Zie bovenstaande antwoorden.
Vraag 8
Hoe oordeelt u over de weigering van Israël en Egypte om vluchtelingen uit Gaza bescherming
te laten zoeken? Is dat conform het Vluchtelingenverdrag?
Antwoord 8
Egypte heeft de grenzen tijdelijk geopend voor specifiek Palestijnen die medische
verzorging nodig hebben. Het is nog niet bekend of het de grens later voor grotere
groepen Palestijnen zal openen. Mede vanwege de militaire dreiging vanuit Hamas is
de grens met Israël afgesloten voor Gazaanse burgers.
Israël en Egypte zijn partij bij het Vluchtelingenverdrag en dienen personen die gegronde
vrees voor vervolging hebben bescherming te bieden, ook wanneer zij zich aan de grens
melden. Wel bepaalt het Vluchtelingenverdrag dat vluchtelingen ten aanzien van wie
ernstige redenen bestaan om hen te beschouwen als een gevaar voor de veiligheid van
het land waarin zij zich bevinden, of die, bij veroordeling wegens een bijzonder ernstig
misdrijf, een gevaar oplevert voor de gemeenschap van dat land, geen aanspraak kunnen
maken op de bescherming die het verdrag hen normaliter zou bieden.
Vraag 9 en 10
Hoe verhoudt de blokkade van Gaza sinds 7 oktober 2023 zich tot (de in 2018 mede dankzij
Nederland tot stand gekomen) resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
(VNVR) nr. 2417, die honger als oorlogswapen verbiedt?2
Deelt u de mening dat de blokkade van Gaza neerkomt op een collectieve bestraffing
van de burgerbevolking, wat gelijk staat aan een oorlogsmisdrijf?
Antwoord 9 en 10
In 2018 werd in de VN-Veiligheidsraad op Nederlands initiatief VNVR-resolutie 2417
over de aanpak van de gevolgen van conflict op voedselzekerheid unaniem aangenomen.
Deze resolutie veroordeelt uithongering van de burgerbevolking als methode van oorlogvoering
en wijst op het belang van het naleven van het humanitair oorlogsrecht.
Een algehele blokkade van humanitaire goederen druist evident in tegen de Israëlische
verplichtingen op basis van het humanitair oorlogsrecht, waaronder het bezettingsrecht,
ten opzichte van de burgers en hulpverleners in Gaza. Op dit moment bereikt een beperkte
hoeveelheid humanitaire hulp en essentiële goederen Gaza. De vaststelling of sprake
is van een totale blokkade en daarmee schending van het humanitair oorlogsrecht, kan
alleen als het kabinet beschikt over alle relevante feiten. Gezien de onduidelijke
situatie ter plekke, beschikt het kabinet niet over voldoende feiten om vast te stellen
dat sprake is van een algehele blokkade. Wel is duidelijk dat massief meer hulp nodig
is om in de noden van de ruim twee miljoen inwoners van Gaza te voorzien. Daarnaast
bestaan er grote zorgen over het feit dat hulp slechts mensen in een beperkt gedeelte
van de Gazastrook bereikt. Om die reden dringt het kabinet in contacten met Israël
en in EU-verband voortdurend aan op snelle, veilige en ongehinderde humanitaire toegang
en hulp, en het openen van de verschillende grensovergangen. Nederland onderstreept
met klem dat ook het optreden van Israël in overeenstemming moet zijn met het internationaal
recht, waaronder het humanitair oorlogsrecht, en roept Israël daarbij op tot aantoonbaar
terughoudend handelen. Ook heeft het kabinet in de vele contacten met Israël sterk
benadrukt dat het conform zijn verplichtingen actief duidelijk moet maken hoe het
zeker stelt dat het geweldgebruik ter zelfverdediging voldoet aan de vereisten van
proportionaliteit en noodzakelijkheid.
Vraag 11
Erkent u dat een «evacuatiebevel» neerkomt op gedwongen verplaatsing van de bevolking,
in strijd met het internationaal humanitair oorlogsrecht?
Antwoord 11
De Israëlische oproep aan burgers om Noord Gaza te verlaten lijkt te zijn ingegeven
door de mogelijkheid die het humanitair oorlogsrecht biedt om de burgerbevolking,
bij uitzondering, te verplaatsen indien hun veiligheid of dwingende militaire redenen
dit vereisen. In het geval van evacuatie dienen alle mogelijke maatregelen te worden
genomen om deze burgers in behoorlijke omstandigheden elders op te vangen v.w.b. onderdak,
hygiëne, gezondheid, veiligheid, voedsel en water. Daarnaast zijn er ook berichten
dat Hamas actief de burgerbevolking belet om naar Zuid-Gaza te evacueren.
Het past het kabinet in huidige omstandigheden om terughoudend te zijn bij het geven
van een oordeel over de Israëlische oproep en de inspanningen van Hamas om de evacuatie
te voorkomen, omdat het kabinet niet beschikt over de benodigde informatie om tot
een dergelijk oordeel te komen. Gedegen en onafhankelijk onderzoek zal nodig zijn
om een schending van het humanitair oorlogsrecht vast te stellen.
Vraag 12
Bent u het eens dat Nederland grondwettelijk verplicht is de internationale rechtsorde
te verdedigen? Gaat u schendingen van het internationaal recht veroordelen, ongeacht
of het een bondgenoot betreft?
Antwoord 12
Artikel 90 van de Grondwet bepaalt dat de regering de ontwikkeling van de internationale
rechtsorde bevordert. Nederland neemt actief haar verantwoordelijkheid onder het humanitair
oorlogsrecht om betrokken partijen te wijzen op hun verplichtingen hieronder. Daarnaast
is gedegen onafhankelijk onderzoek nodig om een schending van het internationaal recht
vast te stellen. Hiertoe roept het kabinet dan ook op.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.