Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ceder over geweld tegen Palestijnse bewoners van de westelijke Jordaanoever
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over geweld tegen Palestijnse bewoners van de westelijke Jordaanoever (ingezonden 30 oktober 2023).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 23 november 2023).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de berichten dat Israëlische bewoners van de westelijke Jordaanoever
in enkele weken zeker 90 Palestijnen zouden hebben gedood?1
Antwoord 1
Sinds 7 oktober is ook de situatie op de Westelijke Jordaanoever aanzienlijk verslechterd.
Het Internationale Rode Kruiscomité meldt dat meer dan 150 Palestijnen zijn gedood,
meer dan 2000 gewond en meer dan 2000 gearresteerd. Hele gemeenschappen hebben hun
land, huizen of levensonderhoud verloren (bron: ICRC, 7 november jl.). Het toenemend
kolonistengeweld op de Westelijke Jordaanoever moet stoppen. Daartoe heeft Nederland
tijdens de open sessie van de VN-Veiligheidsraad ook opgeroepen. Ook heeft het de
jaarlijkse VN-resolutie inzake Israëlische nederzettingen gesteund waarin geweld,
vernielingen, provocaties en opruiing door kolonisten wordt veroordeeld. De aanwezigheid
van de nederzettingen en de kolonisten in de bezette Palestijnse gebieden is een schending
van het bezettingsrecht. Op Israël rust de (internationaal-)rechtelijke plicht om
geweldsgebruik door zowel kolonisten als Israëlisch overheidspersoneel zoveel mogelijk
te voorkomen en hiertegen handhavend op te treden. Nederland zal hiertoe blijven oproepen,
zoals het altijd heeft gedaan. Meest recentelijk heeft Minister Bruins Slot dit gedaan
tijdens haar bezoek aan Israël en de Palestijnse Gebieden op 20 november. Eerder riep
zij hier ook toe op tijdens de Open Sessie van de VN Veiligheidsraad. De Minister-President
deed dit onder andere op 23 oktober en 8 november 2023 in zijn gesprekken met Premier
Netanyahu. Bij monde van Hoge Vertegenwoordiger Borrell spreekt de EU zich eveneens
nadrukkelijk uit over illegale nederzettingen en kolonistengeweld.2
Ook anderen, onder wie president Biden van de Verenigde Staten, hebben geweld van
kolonisten afgekeurd.
Vraag 2
Klopt het dat Israëlische militairen daarbij niet ingegrepen hebben en de Palestijnen
geen bescherming hebben geboden en zelfs hebben geparticipeerd in het aanvallen van
bewoners in hun huizen, op straat en in hun olijfgaarden?
Antwoord 2
NGO’s rapporteren dat Israëlische militairen in een groot deel van de voorvallen van
kolonistengeweld niet ingrepen en in sommige gevallen zelfs participeerden in het
geweld. Het kabinet beschikt niet over alle feiten van deze gevallen.
Vraag 3
Bent u van mening dat de Israëlische autoriteiten verantwoordelijkheid dragen voor
de veiligheid van de Palestijnse inwoners, onder wie ook de bedoeïenengemeenschap,
en al hun bezittingen op de westelijke Jordaanoever.
Antwoord 3
De IDF hebben onder het bezettingsrecht een verplichting om Palestijnse burgers actief
te beschermen tegen geweld.
Vraag 4
Welke onderzoeken zijn er inmiddels al ingesteld door de Israëlische autoriteiten
naar de toedracht?3 Indien er nog geen onderzoek bekend is of loopt, bent u bereid om bij de Israëlische
overheid te pleiten voor een onderzoek naar strafbare feiten?
Antwoord 4
De Israëlische autoriteiten geven aan enkele onderzoeken te hebben geopend naar de
toedracht van de geweldsincidenten op de Westelijke Jordaanoever sinds 7 oktober.
Nederland pleit voortdurend voor adequaat optreden tegen kolonistengeweld en benadrukt
daarbij het belang van onderzoek en verantwoording bij de Israëlische autoriteiten.
De lokale rechtsgang is hiervoor leidend. Nederland steunt zowel Israëlische als Palestijnse
maatschappelijk organisaties die onderzoek doen naar kolonistengeweld en juridische
vertegenwoordiging bieden in het rechtsproces.
Vraag 5
Welke andere feitelijke omstandigheden zijn u verder bekend rondom deze gebeurtenissen
op de westelijke Jordaanoever?
Antwoord 5
VN OCHA rapporteert over 254 incidenten van kolonistengeweld op de Westelijke Jordaanoever
sinds 7 oktober. Gezien het grote aantal incidenten beschikt het kabinet niet over
alle feiten van al deze individuele gevallen. De trends en ontwikkelingen zoals omschreven
in de door u gerefereerde artikelen zijn bij ons bekend en geven reden tot grote zorg.
Vraag 6
Wat is er bekend omtrent het doel en streven van de bewapening van inwoners door Minister
Ben Gvir van de Nationale Veiligheid? Klopt het dat er automatische vuurwapens, helmen
en uniformen zijn uitgedeeld? Is bekend of dit materiaal ook is ingezet tijdens de
aanvallen?
Antwoord 6
Het kabinet is geïnformeerd dat het Israëlische ministerie voor Nationale Veiligheid
kolonisten op de Westelijke Jordaanoever bewapent en hen van helmen en scherfvesten
voorziet. Het is het kabinet niet bekend of dit materiaal ook is ingezet tijdens de
aanvallen.
Vraag 7
Is het u bekend of er bij deze aanvallen op Palestijnen ook particuliere grond of
oogst van Palestijnen ingenomen wordt?4
Antwoord 7
Volgens reportages van de VN en NGO’s worden in bepaalde gevallen van kolonistengeweld
ook oogsten van Palestijnen vernield en in beslag genomen.
Vraag 8
Op welke wijze kan Nederland bijdragen aan de korte termijn veiligheid van Palestijnen
en bescherming van eigendom van Palestijnse bewoners van de westelijke Jordaanoever?
Antwoord 8
De mogelijkheden van Nederland om concrete bescherming te bieden aan Palestijnen en
eigendom van Palestijnse bewoners van de Westelijke Jordaanoever zijn beperkt. Politiemissie
EUPOL COPPS en veiligheidsmissie USSC zetten zich in op het voorkomen en adresseren
van kolonistengeweld. Nederland draagt met zes personen bij aan de USSC. Deze missie
is gericht op de professionalisering van de Palestijnse veiligheidssector ter bevordering
van een levensvatbare Palestijnse staat. Zoals op 20 november besproken met Nederlanders
in de USSC missie tijdens het bezoek van Minister Bruins Slot, en eerder door de Minister
van Defensie met de commandant van USSC besproken ziet USSC het kolonistengeweld als
een groot probleem en zeer belangrijke prioriteit, rapporteert hierover en kaart dit
direct aan bij de IDF. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 onderstreept Nederland,
in bilaterale contacten met Israël, en de EU, consequent de noodzaak adequaat op te
treden tegen kolonistengeweld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.