Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 20 november 2023 (Kamerstuk 21501-32-1597) (tweede deel)
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1600 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 23 november 2023
De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen
en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over de brief van 7 november 2023 inzake de geannoteerde agenda van de Landbouw- en
Visserijraad van 20 november 2023 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1597).
De vragen en opmerkingen zijn op 13 november 2023 aan de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit voorgelegd. Bij brief van 16 november 2023 is het eerste deel
van de vragen beantwoord (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1599). Bij brief van 20 november zijn de overige vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Amhaouch
De griffier van de commissie, Jansma
Vragen en opmerkingen van de leden en reactie van de bewindspersoon
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de
Landbouw- en Visserijraad op 20 november (en 12/12 december). Naar aanleiding hiervan
hebben deze leden nog enkele vragen en opmerkingen.
Natuurherstelverordening
De leden van de VVD-fractie hebben gelezen dat de Raad en het Europees Parlement een
akkoord hebben bereikt op het voorstel voor de natuurherstelverordening. Deze leden
hebben zich altijd kritisch uitgelaten over het oorspronkelijke voorstel van de Europese
Commissie; zij steunen de ambitie om biodiversiteitsverlies te stoppen en natuur te
herstellen, maar verdergaande juridificering is wat hen betreft niet de oplossing.
Ook het kabinetsstandpunt was kritisch, met name ten aanzien van het zogeheten verslechteringsverbod.
De leden van de VVD-fractie vragen het kabinet een reflectie op het onderhandelingsresultaat.
Waar zitten de overeenkomsten en de verschillen met de Nederlandse inzet? Wat gaat
nu de vervolginzet van Nederland zijn in aanloop naar de definitieve stemming in de
Raad?
Antwoord
Op het moment van schrijven is de definitieve tekst van het akkoord nog niet beschikbaar,
waardoor het kabinet nog niet kan reageren op deze inhoudelijke vragen. Wanneer de
definitieve tekst ontvangen is door het kabinet zal de Minister voor Natuur en Stikstof
een inhoudelijke appreciatie met uw Kamer delen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 20 november 2023. Zij hebben nog enkele
vragen en opmerkingen. Te beginnen bij de tijdlijn en urgentie omtrent de EU-dierenwelzijnsrichtlijn.
Er is vertraging opgedaan waar het gaat om aanpassingsvoorstellen van EU-dierenwelzijnsregelgeving.
Alleen voorstellen tot wijziging van de dierentransportverordening zullen nog in 2023
opgeleverd worden. Deze leden zijn van mening dat het een uiterst ongewenste zaak
is dat deze voorstellen vertraging oplopen en daarmee dierenwelzijn nog langer in
het geding brengen. Zij verzoeken de Minister in de raad met klem aan te dringen op
versnelling van het proces, zodat er zo spoedig mogelijk een volledig pakket aan voorstellen
komt ter wijziging van de EU-dierenwelzijnswetgeving. Kan de Minister daarnaast aandringen
op het belang van samenhangende beoordeling van de wetgeving omtrent (1) transport,
(2) het houden van dieren voor commerciële doeleinde, (3) slacht en (4) etikettering
rond dierenwelzijnsstandaarden op dierlijke producten, zowel in de bedrijfsvoering
als in het valideren van wetenschappelijke inzichten? Wordt hier afdoende rekening
mee gehouden door de Commissie? Ten slotte vragen zij of de Minister duidelijkheid
kan geven over de tijdlijn van de voorstellen.
Antwoord
Ik betreur dat de publicatie van het gehele pakket aan dierenwelzijnswetgevingsvoorstellen
vertraging heeft opgelopen. De Europese Commissie (hierna: Commissie) heeft, afgezien
van het voorstel over welzijn tijdens transport, nog geen planning gegeven voor de
publicatie van de voorstellen over welzijn bij het doden en houden van dieren en dierenwelzijnsetikettering.
Dit is ook waarom ik tijdens de Raad van 18 september jl. de Commissie heb verzocht
om snelle publicatie van alle eerder aangekondigde voorstellen. Helaas is op dit moment
niet duidelijk wanneer de overige voorstellen zullen worden gepresenteerd. Vooralsnog
worden de voorstellen niet genoemd in het jaarprogramma van de Commissie voor 2024.
Ik ben daarom voornemens om, wanneer de Commissie haar voorstel voor de transportverordening
in de Raad van december 2023 presenteert, aan te geven dat ik ook ten zeerste uitkijk
naar de andere dierenwelzijnswetgevingsvoorstellen. Ook onderzoek ik momenteel of
meer lidstaten bereid zijn een vergelijkbare oproep te doen in de Raad.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de achterliggende stukken voor
dit schriftelijk overleg over de Landbouw- en Visserijraad van 20 november 2023 en
hebben nog enkele vragen.
Natuurherstelverordening
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het nieuws dat de Raad en het
Europees Parlement een akkoord hebben bereikt op de Natuurherstelverordening. Kan
de Minister concreet aangeven wat hij vindt van de voorstellen in het akkoord? Welke
voorstellen vindt hij goed en over welke is hij bezorgd? Zitten er punten in het voorstel
die mogelijk bijdragen aan het bieden van een uitweg in de stikstofproblematiek, zoals
bijvoorbeeld het prioriteren van Natura 2000-gebieden? Welke stappen is de Minister
voornemens om de komende tijd te zetten ten aanzien van dit punt? Kan de Minister
dit in een tijdlijn schetsen?
Antwoord
De definitieve tekst van het akkoord is nog niet beschikbaar. Hierdoor kan ik ook
nog niet ingaan op inhoudelijke punten. Wanneer de definitieve tekst ontvangen is
door het kabinet, zal de Minister voor Natuur en Stikstof een inhoudelijke appreciatie
met de Kamer delen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie nemen kennis van de geannoteerde agenda van de Landbouw-
en Visserijraad van 20 november 2023. Deze leden hebben hierover een aantal vragen
en opmerkingen.
De Minister schrijft dat Nederland streeft naar een leefbaar platteland en er binnen
de EU onder andere voor pleit de sociaaleconomische opgaven op het platteland aan
te pakken. De leden van de BBB-fractie kunnen enkel constateren dat het kabinet daar
de afgelopen jaren averechts beleid op heeft gemaakt. Er zijn in de regio terecht
hele grote zorgen dat het voortbestaan van de agrarische sector op het spel staat
door het huidige stikstofbeleid: agrarische ondernemers die hun bedrijf verplicht
moeten verkopen, verlies van banen in de regio, et cetera.
Boeren zijn toe aan zekerheid, maar krijgen steeds maar onhaalbaar beleid, waarna
vervolgens kabinetspartijen en bewindspersonen daar toch weer van terugdeinzen (zoals
eerder het CDA en de Minister van Buitenlandse Zaken over de 2030/2035 deadline).
Nu doet deze Minister daar ook een eigen schepje bovenop.
Vorige week – circa twee weken voor de verkiezingen – legde de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit een bom onder het stikstofbeleid in de media.1 Hij stelde in een gesprek dat «het huidige beleid in de praktijk niet werkbaar is».
Ook had de Minister kritiek op het stikstofrekenmodel AERIUS. Deze leden benoemden
dezelfde kritiekpunten al veel eerder, maar kregen van het kabinet toen hierover geen
instemming. Denk bijvoorbeeld ook aan het aanhalen van NOS-onderzoek over het piekbelasterbeleid,
het UvA-rapport over stikstofdepositie na vijfhonderd meter, de kritiek van het RIVM
over de AERIUS-calculator en het TNO-onderzoek naar een wetenschappelijk onderbouwde
stikstofondergrens. In alle gevallen negeerde het kabinet de realiteit dat het stikstofbeleid
wetenschappelijk op losse schroeven staat.
Wat is de reden dat de Minister toevallig pas twéé weken voor de verkiezingen tot
besef is gekomen dat het stikstofbeleid failliet is? Waarom was hij daar vele maanden
voor de verkiezingen niet al over op de hoogte? Heeft de Minister niet talloze keren
eerder in debatten vierkant gestaan achter het stikstofbeleid van zijn collega-Minister
voor Natuur en Stikstof? Wat zegt dit over de toekomst van de samenwerking van deze
Minister met de Minister voor Natuur en Stikstof?
Antwoord
De huidige meet- en rekenmethodiek van het stikstofdossier is gebaseerd op de best
beschikbare wetenschappelijke kennis. Zo zijn de toegepaste rekenmodellen (OPS en
SRM-2) onderhevig aan internationale reviewstudies en worden deze uitgebreid gevalideerd.
De methodiek wordt beheerd en continu doorontwikkeld door het RIVM, waarbij meerdere
kennisinstellingen en onderzoeksinstituten een bijdrage leveren.
De uitspraak waaraan deze leden refereren betrof specifiek de garnalenvisserij. Voor
deze sector is het maken van een goede stikstofberekening lastig, omdat vooraf moeilijk
te bepalen is waar de vissers het komende jaar zullen varen. Die gegevens zijn essentiële
input voor het uitvoeren van een depositieberekening in AERIUS, of ieder ander beschikbaar
verspreidingsmodel.
De Minister voor Natuur en Stikstof kijkt daarom naar alternatieven om de locaties
en emissie van de garnalenvissers goed te kunnen vastleggen om daarmee tot een goed
onderbouwde vergunning te komen. Feit blijft dat dit proces helaas meer tijd in beslag
zal nemen dan we allemaal graag zouden willen. Dit doet echter niks af aan de noodzaak
van het door dit kabinet gevoerde stikstofbeleid.
Op 20 november 2023 zit de Minister namens Nederland bij de Landbouw- en Visserijraad.
Hoe wordt er in de Raad gekeken naar het Nederlandse stikstofbeleid en het geruzie
tussen bewindspersonen? Zien de collega-Ministers van landbouw binnen de EU ook niet
het faillissement van het stikstofbeleid en de economische rampspoed die dit voor
de agrarische sector kan betekenen?
Antwoord
De aanpak van de stikstofproblematiek in Nederland is als zodanig geen onderwerp van
gesprek in de Raad. Uit de verschillende bilaterale gesprekken die ik afgelopen maanden
gevoerd heb met collega-Ministers en de Commissie merk ik dat in de Raad de Nederlandse
stikstofaanpak met interesse gevolgd wordt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Amhaouch, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
R.P. Jansma, griffier