Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Krul over de berichten 'Acht maanden' totale ellende' op A7' en 'Zo'n verkeersinfarct kun je gebied echt niet aandoen'' en 'Je kunt brug ook aan onderzijde verstevigen'; verkeer Transportbedrijven in overleg met Rijkswaterstaat over renovatie viaduct A7'
Vragen van het lid Krul (CDA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de berichten «Acht maanden «totale ellende» op A7» en «Zo'n verkeersinfarct kun je gebied echt niet aandoen» en «Je kunt brug ook aan onderzijde verstevigen»; «verkeer Transportbedrijven in overleg met Rijkswaterstaat over renovatie viaduct A7» (ingezonden 26 oktober 2023).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 9 november
2023).
Vraag 1
Zou u willen reageren op alle bevindingen in de nieuwsartikelen van het Noordhollands
Dagblad «Acht maanden «totale ellende» op A7»1, «Zo'n verkeersinfarct kun je gebied echt niet aandoen»2 en «Je kunt brug ook aan onderzijde verstevigen»; «verkeer Transportbedrijven in
overleg met Rijkswaterstaat over renovatie viaduct A7?»3
Antwoord 1
Ja, waar mogelijk wordt in de beantwoording van onderstaande vragen op de bevindingen
van de artikelen in gegaan.
Vraag 2
Hoe beziet u het feit dat er bijna acht maanden non-stop files zullen staan op de
A7?
Antwoord 2
In oktober 2022 is er een gewichtsbeperking van 30 ton ingesteld op de brug. Dit kwam
voort uit doorrekeningen en inspecties ter plekke in de maanden ervoor. De situatie
op de brug was met deze maatregel tijdelijk veiliggesteld maar versterking door middel
van het aanbrengen van extra wapening, een laag nieuw beton en vervolgens nieuw asfalt
is op korte termijn noodzakelijk.
Een snelle aanpak van de brug is noodzakelijk om zo snel mogelijk de gewichtsbeperking
voor het vrachtverkeer van 30 ton op te kunnen heffen. Helaas gaat de noodzakelijke
versterking van de brug gepaard met forse verkeershinder. Rijkswaterstaat doet er
alles aan om deze hinder, samen met alle publieke en private partners in de regio
te beperken. Daarbij dient te worden opgemerkt dat er ook zonder deze werkzaamheden
op dit traject al regelmatig sprake is van files met een gemiddelde duur van circa
11 minuten. Inmiddels is Rijkswaterstaat weer verder in de voorbereiding van de werkzaamheden
en heeft daarbij de uitvoeringsperiode weten in te korten van 7 naar 5 maanden.
Vraag 3
Zou u een brede impactanalyse willen laten maken van het effect van de gewichtsbeperking
voor zwaar vrachtverkeer?
Antwoord 3
De gewichtsbeperking voor vrachtverkeer van 30 ton of meer is sinds oktober 2022 ingesteld.
Samen met de sector wordt gekeken naar de effecten hiervan en hoe deze zoveel mogelijk
beperkt kunnen worden. Dit vormt input voor het bereikbaarheidsplan.
Vraag 4
Welke contacten heeft u over de gevolgen van de genoemde gewichtsbeperking voor zwaar
vrachtverkeer? Zou u daarbij specifiek willen ingaan op de contacten en samenwerking
op het gebied van de doorstroming, economische schade, sluipverkeer, overlast op andere
wegen, invloed op de leefbaarheid en aanrijtijden van de nooddiensten?
Antwoord 4
De genoemde thema’s worden door Rijkswaterstaat besproken met de volgende partijen:
ondernemerscollectieven en transportondernemingen in de regio, Transport Logistiek
Nederland (TLN), EVO/Fenedex (Eigen Vervoerders Organisatie / Federatie van Nederlandse
Exporteurs), veiligheidsregio’s, ambulancediensten, brandweer, politie, (vaar)wegbeheerders
(gemeentes, provincie en hoogheemraadschap) en bewonersorganisaties. Dit gebeurt op
reguliere basis en is sinds instelling van de gewichtsbeperking geïntensiveerd. Samen
met deze organisaties wordt gekeken welke maatregelen in het bereikbaarheidsplan het
meest effectief zijn en op welke wijze Rijkswaterstaat de sector kan helpen.
Vraag 5
Zou u de voorgaande vraag ook specifiek willen beantwoorden met betrekking tot de
aanscherpingen voor vrachtverkeer naar 25 ton in de eerste vier maanden?
Antwoord 5
Zie beantwoording van vraag 3 en 4. Tijdens het eerste deel van de werkzaamheden wordt
het verkeer in beide richtingen met versmalde rijstroken over één helft van de brug
geleid (zogenaamd 4–0-systeem), terwijl de andere helft van de brug versterkt wordt.
Het verkeer wordt daarmee tijdens het eerste deel van de werkzaamheden over een nog
niet versterkt deel van de brug geleid. Hierdoor wordt deze helft van de brug zwaarder
belast en geldt er gedurende deze situatie, op basis van berekeningen van belasting,
een gewichtsbeperking van 25 ton. In de gesprekken over de impact van de gewichtsbeperkingen
komt het effect van deze beperking aan de orde.
Vraag 6
Heeft u in kaart laten brengen welke gevolgen het afsluiten van de oprit Purmerend
Weidevenne richting Hoorn heeft op de doorstroming, economische schade, sluipverkeer,
overlast op andere wegen, invloed op de leefbaarheid en aanrijtijden van de nooddiensten?
Antwoord 6
Rijkswaterstaat brengt dit momenteel in kaart in samenwerking met de gemeenten Purmerend
en Wormerland en de veiligheidsregio’s en hulpdiensten. Het hele verkeersnetwerk van
Rijkswegen, provinciale wegen, gemeentelijke wegen en wegen van waterschappen in Noord-Holland
wordt beschouwd. Daarbij wordt gekeken naar de optimalisatie van de doorstroming en
de capaciteit van het gehele netwerk. Maatregelen om die optimalisatie te bereiken
kunnen helaas lokaal wel een negatief effect hebben.
Vraag 7
Zou u voorgaande vraag ook afzonderlijk en per aspect willen beantwoorden wat betreft
de oprit bij Purmerend Centrum richting Amsterdam en de afrit naar Purmerend Centrum?
Antwoord 7
Zie beantwoording vraag 6. Rijkswaterstaat brengt dit voor het gehele verkeersnetwerk
van Noord-Holland in kaart.
Vraag 8
Welke acties gaat u uitzetten als gevolg van de inschatting van Rijkswaterstaat dat
er een totale overbelasting van de A7 tijdens de renovatie zal volgen? Zou u een tijdpad
aan deze acties willen koppelen?
Antwoord 8
Rijkswaterstaat voert de komende periode de volgende acties uit:
– Theoretische modellering verkeershinder/impactanalyse voor het volledige verkeersnetwerk
van Noord-Holland.
– Bereikbaarheidsplan met verkeersmanagement-, mobiliteitsmanagement-, en incidentmanagementmaatregelen.
Dit gebeurt in overleg met regionale partijen en bedrijfsleven voor volledige het
verkeersnetwerk Noord-Holland. Dit is naar verwachting half november gereed. Daarna
wordt deze uitgevoerd en vindt implementatie van de maatregelen plaats.
– De publiekscommunicatiecampagne start eind dit jaar.
– Het voeren van gesprekken en houden van informatieavonden waarin toelichting wordt
gegeven aan bewoners, bedrijfsleven, regionale overheden worden ingepland.
Vraag 9
In hoeverre vindt u dagelijkse files van twee uur of langer, die vervolgens ook nog
maar beperkt oplossen, verantwoord?
Antwoord 9
In de hinderaanpak die door Rijkswaterstaat gehanteerd wordt is de norm om hinder
tot een maximale vertraging van één uur te beperken. Alle inzet is er op gericht de
vertraging verder te beperken.
De genoemde filebeelden van twee uur of langer volgen uit de modellen waarbij gerekend
is met de werksituatie zonder maatregelen en gedragsaanpassing van de weggebruiker.
Op dit moment wordt onderzocht welke maatregelen (zie beantwoording vraag 8) ervoor
kunnen zorgen dat de extra reistijd beperkt blijft tot maximaal een uur. Gestreefd
wordt de extra reistijd verder te beperken tot 40 minuten. Hiervoor is het nodig dat
met de maatregelen 20% van het wegverkeer van de A7 af gaat. Dit is onderzocht op
basis van de impactanalyse, beschikbare capaciteit weg en de verkeersintensiteiten.
Vraag 10
Zou u inzicht willen geven in de bestaande plannen om, zoals het nieuwsartikel het
noemt, autoreizen te ontmoedigen?
Antwoord 10
Ja, dit gebeurt op diverse manieren, namelijk door een communicatiecampagne, onderzoeken
van een beloningssysteem voor anders reizen, fietsplan, werkgeversaanpak mobiliteit
via BREIKERS als onderdeel van het bereikbaarheidsplan wat in afronding is. BREIKERS
is een onafhankelijke organisatie die werkgevers in Noord-Holland kosteloos en resultaatgericht
helpt bij hun transitie naar slimme & duurzame mobiliteit.
Ook vindt er overleg met de NS plaats over de inzet van langere treinen. Ook zal vanaf
volgend jaar de intercity stoppen op station Purmerend. Dit was al voorzien in de
nieuwe dienstregeling van de NS, maar helpt het project om openbaar vervoer als aantrekkelijk
alternatief te kunnen stimuleren.
Vraag 11
Zijn er scenario’s opgesteld van welke effecten het ontmoedigen van dit autoreizen
heeft en of dit wel voldoende effect heeft?
Antwoord 11
De verwachting is dat eind 2023 de maatregelen die effect hebben helder zijn, evenals
een inschatting van de effecten op het netwerk. Deze maatregelen worden geïnventariseerd,
geanalyseerd en gezamenlijk afgewogen met de stakeholders, wegbeheerders, OV bedrijven
en veiligheidsregio voordat hierover besloten wordt.
Vraag 12
Hoe reageert u in het kader van voorgaande vragen op het feit dat volgens het nieuwsartikel
zelfs als een op de vijf van de automobilisten een andere oplossing vindt, overige
weggebruikers nog altijd zo'n veertig minuten in een spitsfile staan?
Antwoord 12
De inzet is er op gericht de hinder zo veel als mogelijk te beperken. Hinder is helaas
niet te voorkomen met dit soort grote renovaties. Het huidige wegennet ter plaatse
is al zo fors belast dat alle verstoringen (ongeluk, extreem weer of werkzaamheden)
leiden tot forse files.
Vraag 13
Zou u een impactanalyse willen laten maken van de invloed op de omringende wegen,
zoals de N244 en N247?
Antwoord 13
Ja, dat doet Rijkswaterstaat in samenwerking met de betrokken gemeentes en veiligheidsregio’s.
Vraag 14
Op welke manier heeft u contact met projectteam van de gemeente Purmerend dat naar
mogelijke oplossingen kijkt?
Antwoord 14
Het projectteam van Rijkswaterstaat heeft direct en intensief contact met het projectteam
van gemeente Purmerend.
Vraag 15
Welke mogelijkheden zijn er om suggesties die dit projectteam doet, zoals het aanleggen
van (tijdelijk) extra asfalt, te realiseren? Welke steun kunnen zij verwachten vanuit
u en vanuit Rijkswaterstaat?
Antwoord 15
Effectieve maatregelen kunnen door of met behulp van Rijkswaterstaat worden gerealiseerd.
Dat wordt nu zorgvuldig onderzocht. Ook tijdelijke fysieke aanpassingen worden onderzocht.
Het aanleggen van extra/tijdelijk asfalt is niet realistisch in verband met voorbereiding
en vergunningen (o.a. stikstof).
Vraag 16
Hoe beziet u het plan van grote transportbedrijven om transporten beter te verdelen?
Antwoord 16
Het plan van de transportsector betreft twee onderdelen: het ondersteunen van de brug
vanaf de onderzijde (zie beantwoording op vraag 20) en de vraag aan de provincie en
Rijkswaterstaat wat de transportsector zelf kan doen om overlast tot een minimum te
beperken. Rijkswaterstaat en de sector zijn constructief met elkaar in gesprek waarbij
de sector actief mee denkt om de hinder te beperken.
Vraag 17
Zou u uw reactie op het plan van deze bedrijven aan de Kamer willen sturen?
Antwoord 17
Zie beantwoording vraag 16. Op het plan over het ondersteunen vanaf de onderzijde
wordt ingegaan bij de beantwoording van vraag 20.
Vraag 18
Zou u op elk van de in het nieuwsartikel «Zo'n verkeersinfarct kun je gebied echt
niet aandoen»4 genoemde zorg, idee, bezwaar of aanpak van mensen of instanties afzonderlijk willen
reageren (waaronder die van de heer Langedijk uit Medemblik en het Dijklander Ziekenhuis)?
Antwoord 18
Rijkswaterstaat voert gesprekken en houdt van informatieavonden waarin een toelichting
wordt gegeven aan bewoners, bedrijfsleven, regionale overheden. Deze worden ingepland.
Vraag 19
Wat doet u eraan en wat doet Rijkswaterstaat eraan om de harmonie tussen alle betrokken
partijen goed te houden? Welke rol ziet u voor zichzelf hierin?
Antwoord 19
Rijkswaterstaat is in goed overleg met alle partijen. Projectinformatie en effecten
op de doorstroming en beoogde maatregelen om de hinder zo veel als mogelijk te beperken
worden open gedeeld en besproken. Deze maatregelen worden gezamenlijk afgewogen voordat
hierover besloten wordt.
Vraag 20
Waarom is het alternatieve plan over repareren vanaf de onderzijde niet meegenomen?
Welke bezwaren zijn er tegen reparatie vanaf die onderzijde?
Antwoord 20
In een eerder stadium is het versterken vanaf de onderzijde van de brug (het ondersteunen
van de brug middels een tijdelijke constructie) als volwaardig alternatief onderzocht.
Dit alternatief is afgevallen vanwege technische risico’s (o.a. verandering van krachtsverdeling
van de brug door tijdelijke constructie en daarmee samenhangende risico’s), beperkingen
aan onderliggende infrastructuur (de tijdelijke constructie kan ruimte van de weg
en vaarweg onder de brug inperken) en kortere levensduur (maatregel voor maximaal
10–15 jaar).
De gekozen oplossing, maakt de brug weer constructief veilig, heft de gewichtsbeperking
op en zorgt voor een restlevensduur van de brug voor 30 jaar.
Vraag 21
Zou u inzicht willen geven in wat de effecten zijn op de doorstroming, leefbaarheid
en sluipverkeer als er voor repareren vanaf de onderzijde wordt gekozen? Hoe lang
is dan de levensduur?
Antwoord 21
De hinder voor de wegen onder de brug wordt groter, omdat er bij dit alternatieve
plan meer werkzaamheden aan de onderzijde verricht moeten worden. Er is namelijk voldoende
ruimte nodig om onder de brug te kunnen werken. Dit vraagt om een groter werkgebied
waardoor de wegen onder de brug (deels) moeten worden afgezet. De hinder op de A7
ligt wel aanzienlijk lager, omdat er geen lange hinderperiode meer is.
De inschatting van de restlevensduur na versterking via de onderzijde is 10–15 jaar,
waarna de brug alsnog moet worden aangepakt, zie beantwoording vraag 20. Het afsluiten
van de brug wordt daarmee dus niet voorkomen, maar uitgesteld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.