Schriftelijke vragen : De gang van zaken rond de Red Card Holder ten tijde van het bombardement op Hawija
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Defensie over de gang van zaken rond de Red Card Holder ten tijde van het bombardement op Hawija (ingezonden 9 november 2023).
Vraag 1
Kunt u aangeven waarom het beeld over de taken en functionarissen van de Red Card
Holder inzake het bombardement op Hawaija «destijds niet is verduidelijkt»? (Kamerstuk
27 925, nr. 954).
Vraag 2
Deelt u de conclusie in de pers dat de commandant van het detachement in Jordanië,
dat IS-doelen bombardeerde, zijn werk combineerde met toezicht als, in jargon, Red
Card Holder? Zo nee, waarom niet?1
Vraag 3
Wat zijn de gevolgen voor de juridische positie van de Red Card Holder in de rules of engagement in iedere nieuwe missie? Zijn er blijvende veranderingen voorzien? Indien deze positie
niet wijzigt, waarom niet?
Vraag 4
Bent u bereid de stukken, waaruit de dubbelrol van de detachementscommandant in Jordanië
blijkt, aan de Kamer te sturen, gezien het feit dat de stukken immers ook door de
landsadvocaat zijn ingediend bij de rechtbank Den Haag? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Deelt u de conclusie in het NRC-artikel dat Nederland in de aanloop naar de aanval
minder systematisch onderzoek heeft gedaan naar de gevolgen van eerdere aanvallen
op bommenfabrieken dan hoge officieren, zoals de Red Card Holder, hadden gesuggereerd?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Is het juist dat de Red Card Holder tegenover het Openbaar Ministerie verwees naar
minstens vier eerdere vergelijkbare aanvallen op bommenfabrieken waarbij geen problemen
optraden? Klopt het dat dit feitelijk niet juist is? Kunt u dat toelichten?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.J. (Jasper) van Dijk, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.