Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de stand van zaken en vaccinatie blauwtong (Kamerstuk 30669-23)
2023D45328 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben de onderstaande
fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit over zijn brief van 12 oktober 2023 «Stand van zaken en
vaccinatie blauwtong» (Kamerstuk 30 669, nr. 23).
De voorzitter van de commissie,
Amhaouch
De adjunct-griffier van de commissie,
Lips
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de achterliggende stukken. Naar
aanleiding hiervan hebben deze leden nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie betreuren het dat het aantal gemelde bedrijven met blauwtong
inmiddels 4.000 nadert. Met een oversterfte van 1.000 dieren per dag is er sprake
van een groot drama voor boeren en dieren. Deze leden nemen dan ook met genoegen kennis
van het initiatief van het kabinet om aan de slag te gaan om een vaccin tegen blauwtong
te vinden. Hierover hebben deze leden nog wel enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie constateren dat het kabinet aangeeft om met farmaceutische
bedrijven in gesprek te willen. Kan de Minister aangeven welke concrete stappen hiertoe
worden gezet, welke bedrijven hierbij betrokken zijn en op welke termijn het vaccin
mogelijk beschikbaar is?
De leden van de VVD-fractie zien de afgelopen jaren een toename van ziekten in de
veehouderij. Denk bijvoorbeeld aan de vogelgriep-epidemie en signalen over de opkomst
van het Westnijlvirus. Deze leden maken zich zorgen over de toename van deze ziekten.
Herkent de Minister een toename van dergelijke ziekten en zo ja, hoe verklaart de
Minister deze toename? De COVID-pandemie heeft de urgentie van pandemische paraatheid
hoog op de agenda gezet. Deze leden bepleiten eenzelfde proactieve aanpak in het kader
van de aanpak van dierziekten.
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat het kabinet de komst van ziekten niet kan
voorspellen, maar vragen het kabinet desondanks welke maatregelen het kabinet neemt
om op het moment van verspreiding snel te kunnen handelen. Welke preventieve stappen
worden hiertoe gezet, bijvoorbeeld het opzetten van een vaccin-database in Europees
of zelfs mondiaal verband? Hoe kijkt de Minister hiernaar? In het geval van blauwtong
is al een vaccin beschikbaar. Deelt de Minister de opvatting van de leden van de VVD-fractie
dat vroegsignalering veel snellere beschikbaarheid van een vaccin had kunnen bewerkstelligen?
In het verleden had het blauwtongvirus een andere status dan dat het nu heeft, waardoor
op dit moment de verantwoordelijkheid voor schade bij het bedrijfsleven ligt. Deze
leden vragen het kabinet waarom destijds voor een andere status is gekozen dan nu,
en op welk moment de Minister ervoor kiest om blauwtong deze verscherpte status te
geven. Eerder gaf de Minister in antwoord op de vraag van deze leden in het commissiedebat
dierziekten en zoönosen aan dat van schadevergoeding uit het Diergezondheidsfonds
(DGF) geen sprake is, omdat de schapensector er expliciet voor heeft gekozen om niet
te werken met het Diergezondheidsfonds.
De leden van de VVD fractie wijzen erop dat niet alleen schapen, maar ook andere herkauwers
zoals geiten, runderen en kameelachtigen vatbaar zijn voor het virus. Rundveehouders
dragen wel af aan aan het DGF, wat deze leden tot de vraag brengt of schade door blauwtong
aan hen wel wordt vergoed? Tot slot constateren deze leden dat op de website van de
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) staat vermeld dat de volgende dieren
vallen onder het DGF: pluimvee, runderen, schapen en geiten, varkens, broedeieren
en/of vaccinbroedeieren. Betekent dit dat schapen tóch onder het fonds vallen, of
berust dit op foutieve informatie? Indien dit laatste het geval is verzoeken deze
leden deze informatie aan te passen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
De leden van de PdD-fractie hebben kennisgenomen van de achterliggende stukken. Naar
aanleiding hiervan hebben deze leden nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de PdD-fractie constateren dat het blauwtongvirus zich blijft verspreiden
en zorgt voor een ramp onder de dieren die als gevolg daarvan ernstig lijden door
hoge koorts, pijn, ontstekingen en zwellingen. Deze leden vragen de Minister of het
klopt dat er in minder dan twee maanden tijd nu al 30.000 schapen zijn overleden aan
dit virus.1 Hoeveel schapen en hoeveel koeien zijn er in totaal nu besmet? Hoeveel koeien zijn
hier inmiddels aan overleden? Klopt het bericht dat er nu zoveel dieren sterven dat
kadaververwerker Rendac de grote aantallen niet meer aan kan?2 Wat wordt er in dat geval gedaan om het risico op nog snellere of verdere verspreiding
te voorkomen? Hoe staat het met de beschikbaarheid van geschikte pijnstillers nu steeds
meer dieren besmet blijken? Klopt het dat er eerder een tekort dreigde aan pijnstillers
die ook mogen worden gebruikt bij melkveebedrijven zonder dat de melk moet worden
weggegooid?3 Deelt de Minister de mening dat pijnstilling bij zieke koeien altijd boven de verkoopbaarheid
van de melk gaat? Hoe ziet de Minister erop toe dat dit dan ook altijd wordt nageleefd?
De leden van de PvdD-fractie vragen de Minister wat de laatste stand van zaken is
van het onderzoek naar de herkomst van dit virus. Kan de Minister bevestigen dat uit
Italiaans onderzoek blijkt dat de meest algemene knuttensoort die het virus verspreidt,
vooral in agrarische gebieden wordt aangetroffen en dat er eerder een relatie lijkt
te bestaan met agrarische gebieden dan met natuurgebieden?4 Kan de Minister bevestigen dat verschillende wetenschappers wijzen naar klimaatverandering
als oorzaak van de toenemende verspreiding van het blauwtongvirus, doordat knuttensoorten
vanuit het zuiden meer naar het noorden trekken en daar inheemse knuttensoorten besmetten
en doordat de larven beter overleven door mildere winters?5
6
De leden van de PvdD-fractie vragen of de Minister het artikel van Thijs Kuiken, hoogleraar
vergelijkende pathologie bij het Erasmus University Medical Center (MC), heeft gelezen,
waarin hij stelt dat het aannemelijk is dat de hoge dichtheid aan runderen, schapen
en geiten in Nederland ervoor zorgde dat de uitbraak van blauwtong juist in Nederland
is begonnen.7 Klopt het dat ook in 2006 het virus als eerste in Nederland werd vastgesteld, waarna
het zich in de loop van twee jaar verspreidde in vijftien Europese landen met grote
sterfte van niet alleen schapen, maar ook koeien en geiten? Klopt het dat er in Nederland
ongeveer 40 schapen per vierkante kilometer landbouwgrond leven en dat de schapendichtheid
daarmee twee tot acht keer hoger is dan in ons omringende EU-landen? Kan de Minister
hierop reflecteren? Deelt de Minister de constatering dat, naast klimaatverandering
als belangrijke drijvende kracht, ook veranderingen in landgebruik en handel in dieren
een rol spelen in de verspreiding van blauwtong? Zo ja, wat gaat de Minister doen
om deze risico’s te verminderen?
Wat de leden van de PvdD-fractie betreft kan en mag de oplossing niet alleen worden
gezocht in het ontwikkelen van geschikte vaccins. De onderliggende oorzaken moeten
worden aangepakt. Het is in de ogen van deze leden een morele plicht om ook in te
zetten op preventie, op het zoveel mogelijk beperken van de verdere verspreiding van
het virus en op het zoveel mogelijk beperken van het lijden van deze dieren. Wat doet
de Minister hier aan?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de achterliggende stukken en
maken zich grote zorgen over de toekomst van de schapenhouderij als gevolg van de
blauwtonguitbraak. Deze leden hebben in dit verband enkele vragen.
De leden van de SGP-fractie delen de inzet van de Minister op de ontwikkeling van
een vaccin. Deze leden overwegen dat farmaceutische bedrijven gegarandeerde afzet
nodig hebben om investeringen in de ontwikkeling van een vaccin terug te kunnen verdienen.
Die garanties zijn in de ogen van deze leden lastig te geven. Het gaat om een kleine
sector. Is de Minister bereid zo nodig farmaceutische bedrijven hierin tegemoet te
komen door een vorm van financiële garantstelling?
De leden van de SGP-fractie constateren dat de Minister zich welwillend heeft uitgesproken
ten aanzien van het bezien van mogelijkheden voor financiële ondersteuning van schapenbedrijven.
De schapenhouderij heeft een lage ecologische voetafdruk en levert een belangrijke
bijdrage aan onderhoud van natuur en landschap. Kan de Minister aangeven in hoeverre
in andere Europese landen nog sprake is van een graasdierpremie? Welke mogelijkheden
biedt het gemeenschappelijk Europees landbouwbeleid voor gerichte ondersteuning?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van
de Minister over de stand van zaken en vaccinatie blauwtong.
De leden van de BBB-fractie zijn teleurgesteld over het feit dat er voor het Zuid-Afrikaanse
blauwtong vaccin Blu-Vax geen toestemming wordt verleend voor het gebruik ervan in
Nederland. Het is in de ogen van deze leden verschrikkelijk hoeveel dieren ziek worden
en sterven en hoe snel het virus zich door Nederland verspreidt. Daarom is het uiterst
belangrijk dat er snel een veilig en goedwerkend vaccin komt. Kan de Minister uitleggen
waarom het Zuid-Afrikaanse blauwtongvaccin Blu-Vax daar wel wordt toegestaan, maar
hier dus uiteindelijk niet? Wat is het verschil in de afwegingen tussen beide landen
om het vaccin wel of niet toe te staan? Hoe groot acht de Minister de kans dat het
agentschap College ter beoordeling van geneesmiddelen/Bureau diergeneesmiddelen (aCBG/BD)
na het ontvangen en beoordelen van de aanvullende opgevraagde informatie het blauwtongvaccin
Blu-Vax alsnog een positief advies mee geeft?
De leden van de BBB-fractie steunen de Minister met zijn inzet op het zo snel mogelijk
beschikbaar krijgen van een veilig en goedwerkend vaccin. Het is goed dat de Minister
zich hiervoor blijft inzetten en gesprekken hierover voert met farmaceutische bedrijven
die al ervaring hebben met vaccins tegen blauwtongvirussen. Wat doet de Minister om
deze bedrijven te motiveren om een vaccin te ontwikkelen? Waarom kan of wil de Minister
niet zelf de opdracht geven aan een farmaceutisch bedrijf om een vaccin te ontwikkelen?
De leden van de BBB-fractie zijn positief over de toezegging van de Minister om de
klinische verschijnselen beter in beeld te laten brengen. Deze leden kijken uit naar
de eerste resultaten hiervan.
II Antwoord / Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Amhaouch, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
W.A. Lips, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.