Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Rahimi en Rajkowski over het bericht ‘Experts sabelen overheid neer om belangrijke websites als DigiD: ‘Pas nu domeinnaam aan’
Vragen van de leden Rahimi en Rajkowski (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Experts sabelen overheid neer om belangrijke websites als DigiD: «Pas nu domeinnaam aan»» (ingezonden 4 oktober 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
            mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 30 oktober 2023).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Experts sabelen overheid neer om belangrijke websites
               als DigiD: «Pas nu domeinnaam aan»»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2 en 3
            
Deelt u de mening dat het gebruik van topleveldomeinnamen, zoals ook gevraagd tijdens
               het commissiedebat Digitaliserende overheid d.d. 28 juni jl. een goed idee is en wat
               is de status hiervan2?
            
Zo ja, op welke termijn verwacht u dit door te kunnen voeren?
Antwoord 2 en 3
            
Zoals opgenomen in de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren3, heb ik onder de pijler 2: Iedereen kan de digitale wereld vertrouwen, opgenomen
               te komen tot de invoering van een second-level-domein (SLD) voor de overheid. Als
               voorbeeld is in de Werkagenda opgenomen de SLD overheid.nl, daarnaast wordt ook gov.nl
               overwogen.
            
Met de toename van domeinnamen van de overheid is de herkenbaarheid van overheidswebsites
               in het geding gekomen. Een eigen topleveldomeinnaam (TLD) zoals bijvoorbeeld .gov,
               .overheid of .nld is nu niet mogelijk. De TLD .gov is al in bezit van de Amerikaanse
               overheid en kan dus niet gebruikt worden door de Nederlandse overheid.
            
In 2012, tijdens de laatste uitbreiding van TLD’s heeft de Internet Corporation for
               Assigned Names and Numbers (ICANN), de organisatie waar je een TLD moet aanvragen,
               de regel gehandhaafd dat 3 letterige ISO country codes TLD (ccTLD) zoals .nld niet
               uitgegeven worden.4 Nederland gebruikt op dit moment de 2 letterige ccTLD .nl en het huidige .nl domein
               werkt goed [zie Kamerstuk 26 643,  nr. 947]. ICANN zal de regel over niet toekennen van 3 letterige ccTLD zeer waarschijnlijk
               ook handhaven in de volgende uitbreidingsronde van TLD door ICANN. Verwacht wordt
               dat ICANN waarschijnlijk in 2026 de aanmelding voor een volgende uitbreidingsronde
               voor TLD’s opent. Tot die tijd zou Nederland geen aanvraag voor een TLD kunnen indienen.
            
Veel landen hanteren specifiek voor overheidswebsites de SLD extensie .gov zoals het
               Verenigd Koninkrijk (gov.uk), Tsjechië (gov.cz), Polen (gov.pl), Griekenland (gov.gr)
               en Portugal (gov.pt). Het is inmiddels een internationale standaard voor overheidswebsites
               én herkenbaar, korter en daardoor ook veiliger. Uit recent onderzoek5 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) blijkt aantoonbaar
               dat een uniforme extensie burgers helpt te bepalen of een website van de overheid
               is of niet.
            
Momenteel wordt gewerkt aan een implementatie-aanpak voor één extensie. Over de gemaakte
               keuze en aanpak wil ik uw Kamer via de Voortgangsrapportage van de Werkagenda Waardengedreven
               Digitaliseren eind dit jaar nader informeren. Voor de daadwerkelijke implementatie
               zal er vervolgens enige tijd nodig zijn; dit zal nader toegelicht worden in de implementatie-aanpak.
            
Vraag 4
            
Waarom hebben namen van websites als DigiD en andere websites van de overheid (nog)
               geen specifieke domeinnamen?
            
Antwoord 4
            
Overheden zijn nu vrij domeinnamen voor hun websites te kiezen. Voor Rijksoverheden
               wordt deze vrijheid begrensd door de afspraken die zijn vastgelegd in het Domeinnaambeleid
               Rijksoverheid.6 De afspraken bevatten onder meer criteria voor het gebruik van topleveldomeinen door
               de Rijksoverheid zoals .nl, .eu, .com, .aw-, .cw- en .sx. En verder zijn er afspraken
               dat overige TLD’s zoals bijvoorbeeld .nu, .org, .net, .gov, .info, .biz, .mil niet
               gebruikt worden voor Nederlandse Rijksoverheidsdoeleinden.
            
Vraag 5
            
Hoe beoordeelt u dat er wordt gesteld dat de overheid domeinnamen van de eigen websites
               zo snel mogelijk moet aanpassen naar .gov of .overheid om de opmars van cybercriminaliteit
               de pas af te snijden?
            
Antwoord 5
            
De invoering van een uniform domeinnaamachtervoegsel zal de herkenbaarheid van de
               overheid online vergroten, zoals ik ook vermeldde in de «Werkagenda Waardengedreven
               Digitaliseren» die ik eind 2022 met u deelde. Het is echter geen middel om cybercriminaliteit
               met online overheidsdiensten volledig te voorkomen.
            
Zoals toegelicht in vraag 2 is de invoering van een top-level domeinnaam (TLD) voor
               de overheid nu niet mogelijk. De second-level domeinnamen (SLD) overheid.nl en gov.nl
               zijn al in bezit van de Nederlandse overheid. Deze domeinnamen kunnen als uniform
               achtervoegsel (ook wel suffix of extensie genoemd) worden gebruikt voor domeinnamen
               van de overheid. Daaronder kunnen dan domeinnamen voor organisaties worden geregistreerd
               zoals bijv. minbzk.overheid.nl of minbzk.gov.nl. Verschillende andere landen hanteren
               al een vergelijkbare aanpak of werken aan de invoering ervan, zoals Groot-Brittannië
               (gov.uk), Tsjechië (gov.cz), Griekeland (gov.gr), Polen (gov.pl) en Portugal (gov.pt).
               Ik ben voorstander van het invoeren van een SLD-extensie en zal me daarvoor ook blijven
               inzetten, maar een volledige overstap zal tijd kosten.
            
Vraag 6
            
Deelt u de mening dat er spoedig specifieke domeinnamen moeten komen voor de hiervoor
               genoemde websites? Zo neen, waarom niet?
            
Antwoord 6
            
Ik vind het belangrijk dat de digitale overheid herkenbaar en veilig is voor burgers
               en uit recent burgeronderzoek7 is gebleken dat één uniforme domeinnaamextensie zoals bijvoorbeeld overheid.nl of
               gov.nl bijdraagt aan de herkenbaarheid van de overheid. Een dergelijk extensie kan,
               na invoering, ook worden toegepast op websites zoals DigiD.
            
Vraag 7
            
Bent u voornemens de domeinnamen spoedig te veranderen? Zo neen, waarom niet? Zo ja,
               wanneer zou dat gerealiseerd kunnen zijn?
            
Antwoord 7
            
Op dit moment werkt het Ministerie van BZK interdepartementaal de mogelijkheid uit
               om één uniforme domeinnaamextensie voor alle publieksgerichte websites van de overheid
               in te voeren. Dat zal gebaseerd zijn op een SLD zoals overheid.nl of gov.nl. Ook is
               het Nationaal Cyber Security Centrum gevraagd een advies uit te brengen over welk
               extensiegebruik (gov.nl of overheid.nl) vanuit digitale veiligheid de voorkeur geniet.
            
Verder is begin oktober het Register van Overheidsorganisaties (ROO) uitgebreid met
               de bèta-versie van het Register Internetdomeinen Overheid (RIO).8 In het register staan alle publieke domeinen en -registraties van de Rijksoverheid
               opgenomen. Aan de hand van het register kunnen burgers nu al controleren of een domeinnaam
               die men bezoekt bij de overheidsorganisatie hoort die wordt verwacht. Vanaf begin
               2024 worden ook de domeinen van andere overheden in het register vindbaar en zal meer
               bekendheid gegeven worden aan het RIO.
            
Vraag 8
            
Wanneer kan de voortgangsrapportage integrale aanpak onlinefraude worden verwacht,
               die zoals toegezegd tijdens het commissiedebat Cybercrime d.d. 30 maart jl.9, informatie bevat over de pilot gegevensuitwisseling, gezien banken, politie en het
               OM informatie hebben die helaas nog te weinig bij elkaar wordt gebracht, waardoor
               cybercriminelen vrij spel lijken te hebben?
            
Antwoord 8
            
De Minister van Justitie en Veiligheid zendt u uiterlijk begin 2024 de toegezegde
               voortgangsrapportage over 2023.
            
Vraag 9
            
In het debat Online veiligheid en cybersecurity van 29 juni 2023 is toegezegd10  om informatie over terugvalopties en de hele weerbaarheidsanalyse terug te laten
               komen in de update van de versterkte aanpak bescherming vitale infrastructuur: hoe
               staat het met de uitwerking van deze toezegging?
            
Antwoord 9
            
Uw Kamer wordt voor het einde van dit jaar door de Minister van Justitie en Veiligheid
               geïnformeerd over deze toezegging en over de motie Rajkowski en Van Raan over het
               in kaart brengen in hoeverre terugvalopties nodig zijn voor het versterken van de
               digitale weerbaarheid (26 643 nr. 1053).
            
Vraag 10
            
Bent u voornemens het onderzoek van Interpolis, waarnaar verwezen wordt in het artikel,
               mee te nemen in de aanpak tegen phishing en andere vormen van cybercriminaliteit?
               Zo ja, op welke manier zal dit terugkomen en wanneer verwacht het kabinet een update
               over de aanpak te kunnen geven? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 10
            
De in het artikel genoemde noties over online weerbaarheid, en het herkennen en voorkomen
               van cybercriminaliteit zijn bekend. Dat wordt door de Minister van Justitie en Veiligheid
               meegenomen in de aanpak tegen cybercrime, en de aanpak tegen online fraude. Een voorbeeld
               hiervan is de campagne «Laat je niet interneppen», die op 10 oktober is gestart. Er
               wordt rekening gehouden met de verschillende (online) belevingswerelden van verschillende
               leeftijdsgroepen. Daarom is het eerste deel van de campagne met name gericht op jongeren
               tussen 15 en 23 jaar oud. Volgende delen zullen zich op andere doelgroepen richten.
            
In het voorjaar van 2024 zal de Minister van Justitie en Veiligheid een volgende update
               over de integrale aanpak cybercrime naar uw Kamer zenden.
            
Vraag 11
            
De drempel om te starten met cybercrime zoals phishing ligt steeds lager en daders
               worden steeds jonger. De Minister heeft eerder toegezegd programma’s als «Hack_Right»
               meer in te zetten om jongeren op het juiste pad te zetten: hoe staat het hiermee?
               Hoe vaak is een hack_right traject in 2023 tot dus ver opgelegd?
            
Antwoord 11
            
Er zijn verschillende interventies die door de politie en HALT worden ingezet om jongeren
               op het juiste te pad te houden of te zetten. Een voorbeeld hiervan is Re_B00tcmp,
               een terugkerend regionaal evenement voor jongeren met interesse in IT, en die de neiging
               hebben online grenzen op te zoeken. Tijdens het evenement leren zij middels verschillende
               presentaties van publieke en private partijen over online grenzen en positieve kansen
               van IT. Ook is er lesmateriaal ontwikkeld, dat ondersteuning biedt aan ouders, docenten
               en wijkagenten om jongeren met interesse in IT naar diverse positieve alternatieven
               te begeleiden. Ook is een aantal online interventies ontwikkeld, zoals de game Framed,
               en de inkoop van online advertenties om mensen die naar cybercriminele activiteiten
               (zoals DDoS) zoeken een advertentie van de politie te laten zien die informeert over
               de strafbaarheid en mogelijke consequenties. In 2023 zijn er tot dusver twee Hack_Right-trajecten
               opgelegd. Daarnaast is Hack_Right twee keer geadviseerd, eenmaal door de Raad van
               de Kinderbescherming, en eenmaal door de Reclassering. De rechter heeft daarover nog
               geen uitspraak gedaan.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - 
              
                  Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.