Brief Presidium : Brief van het Presidium over toezeggingen gedaan bij de behandeling van de Raming van de Tweede Kamer voor 2024
36 328 Raming der voor de Tweede Kamer in 2024 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Nr. 17
BRIEF VAN HET PRESIDIUM
Aan de Leden
Den Haag, 25 oktober 2023
Tijdens de behandeling van de Raming van 2024 (Kamerstuk 36 328) heb ik verschillende toezeggingen gedaan, mede om die reden zijn enkele moties aangehouden.
Nu de verkiezingen naderen is het een goed moment u te informeren over de uitvoering
van deze toezeggingen. U treft hieronder per toezegging aan welke stappen zijn gezet.
In sommige gevallen zijn de werkzaamheden afgerond, in andere gevallen geef ik een
overzicht van wat tot nu toe is bereikt. De toezeggingen zijn onderverdeeld in parlementaire
werkzaamheden, huisvesting, de Wet open overheid, sociale veiligheid/integriteit en
diversen.
Parlementaire werkzaamheden
– Het onderwerp «interrupties» wordt geagendeerd in de commissie voor de Werkwijze
Tijdens het wetgevingsoverleg inzake de Raming is aangegeven dat opnieuw wordt bekeken
in hoeverre het huidige interruptiestelsel nog volstaat om een levendig debat te voeren.
Sinds het wetgevingsoverleg heeft geen reguliere commissie voor de Werkwijze plaatsgevonden.
Het agendapunt wordt meegegeven aan de nieuwe commissie voor de Werkwijze na de verkiezingen.
Hierbij worden de uitkomsten van de pilot bij de commissie voor Landbouw Natuur en
Voedselkwaliteit betrokken. Deze pilot biedt hopelijk meer inzicht over de positieve
en negatieve consequenties van het beperken van interrupties, zowel in tijd als in
aantal.
– De Kamervoorzitter neemt de vraag over de planning van plenaire debatten in relatie
tot geplande commissiedebatten mee, zoals het zoeken naar afstemming tussen Griffie
plenair en Griffie commissies.
Commissies zijn autonoom en gaan over de eigen agenda. Het adagium «plenair gaat voor
commissies» slaat niet op de situatie dat er op zowel de plenaire agenda als de commissie
een debat over een identiek onderwerp staat, maar op de situatie dat een plenair debat
overlapt met een commissieactiviteit. Uiteraard wordt er zo veel als redelijkerwijs
mogelijk getracht te voorkomen dat een commissieagenda wordt doorkruist, maar het
is dus niet zo dat commissies bepaalde debatten niet mogen of kunnen plannen, omdat
er ook een plenair debat over hetzelfde onderwerp is aangevraagd. Dat zou zelfs onwenselijk
zijn, omdat het dikwijls door de volle plenaire agenda niet mogelijk is een bepaald
debat binnen afzienbare tijd te agenderen, en de betreffende woordvoerders dan ook
prima uit de voeten zouden kunnen met een commissiedebat.
Als de commissie een bepaald debat voert waarover ook een plenair debat is aangevraagd,
dan vervalt laatstgenoemd debat niet automatisch. De standaard vervaltermijn uit het
Reglement van Orde geldt, of de aanvrager kan het debat laten afvoeren. Tot slot;
om plenaire- en commissiedebatten zo goed als mogelijk tijdig op elkaar af te kunnen
stemmen, agenderen commissies standaard voor elke procedurevergadering een overzicht
van de plenaire (30-leden-)debatten die op hun beleidsterrein zijn toegekend of reeds
gepland staan. Bespreking van dit overzicht leidt er regelmatig toe dat overlap en/of
doublures (in onderwerpen) van debatten tijdig kunnen worden aangepast.
– De governance van de Kamerorganisatie wordt besproken met het oog op de ambtelijke
topstructuur, het Presidium, de commissie voor de werkwijze en de Kamer als geheel.
Op 4 september 2023 heeft het Presidium gesproken over de ambtelijke topstructuur.
De situatie voor de Tweede Kamer is ten opzichte van de eerdere bespreking in het
Presidium dusdanig gewijzigd door de val van het kabinet en de daaropvolgende vervroegde
verkiezingen dat voorgesteld wordt de huidige ambtelijke topstructuur op dit moment
niet te wijzigen. De definitieve keuze voor de invulling van de ambtelijke topstructuur
wordt aangehouden tot na de komst van de nieuwe Griffier, het aantreden van een nieuwe
Voorzitter en een nieuw Presidium. De verdere transitie van de topstructuur behoort
tot de taak van de nieuwe Griffier. De wervingsprocedure voor de nieuwe Griffier is
inmiddels gestart. Naar verwachting is het mogelijk de nieuwe Griffier begin 2024
te installeren.
– De historische reflectie bij parlementaire onderwerpen meenemen naar het commissievoorzittersoverleg
en overleg voeren met de DAO.
– Bekijken van het beleid ten aanzien van uitnodigingen aan leden om namens de Kamercommissies
deel te nemen aan externe bijeenkomsten, bijvoorbeeld op departementen.
De bovenstaande toezeggingen worden geagendeerd voor het eerstvolgende formele overleg
tussen de Kamervoorzitter en de commissievoorzitters. Dit kan echter pas plaatsvinden
als de nieuwe commissievoorzitters zijn geïnstalleerd. De onderwerpen worden wel al
ambtelijk voorbereid.
Huisvesting
– Het Rijksvastgoedbedrijf zal worden benaderd om te vragen naar de mogelijkheden
ten aanzien van groene daken en zonnepanelen.
Het Rijksvastgoedbedrijf is door de Tweede Kamer benaderd. Het Rijksvastgoedbedrijf
heeft opdracht gegeven aan een externe adviseur om onderzoek te doen naar de mogelijkheden
van zonnepanelen op en het vergroenen van de daken van B67. Het adviesrapport wordt
eind 2023 overhandigd aan de Tweede Kamer.
– De Kamervoorzitter zal een klein onderzoek gaan doen naar het belregime. Dan gaat
het om de bel die in de commissievergaderingen bij aanvang van plenaire vergaderingen
een minuut lang hard klinkt.
Het belregime is een belangrijk middel voor Kamerleden om in contact te blijven met
de werkzaamheden die zich afspelen in de plenaire zaal in de tijd waarin zij met andere
werkzaamheden bezig zijn1. Als de (stemmings)bel uit wordt gezet of slecht hoorbaar is, bestaat het risico
dat Kamerleden bijvoorbeeld stemmingen missen. In het verleden zijn hier klachten
over geuit. Een alternatief moet dus voor iedereen werkbaar zijn.
Een voorbeeld van zo´n alternatief is het weergeven van een signaal op de aanwezige
mobiele devices en/of een automatische pop-up op iedere desktop en/of tv scherm in
het pand. Dit levert uiteraard weer een andere verstoring van de werkprocessen op.
Een ander alternatief is om het volume van de bel omlaag te brengen. De bel is een
met de ontruimingsinstallatie gecombineerde installatie. Hierdoor is het volume niet
per kamer maar wel per alarmeringszone te regelen. Naar aanleiding van klachten is
het geluidsniveau van de bel in het meireces van 2022 al met 6dB omlaag gebracht.
Om de ervaren overlast door de bel zoveel mogelijk te beperken is het volume van de
bel in de Commissiezalen, Statenpassage en het Statenlokaal (dit is één zone) begin
oktober 2023 met nogmaals 3dB omlaag gebracht. Dit geldt overigens voor het volume
van alle bellen, en dus niet enkel de bel bij de start van een plenaire vergadering.
Het is technisch niet mogelijk om per bel een onderscheid te maken wat betreft het
volume waarop deze te horen is. Op dit moment voert de facilitaire dienst een evaluatie
uit om het tevredenheidsniveau met de huidige regeling te meten. De eerste reacties
zijn positief.
– Er wordt een juridische toets uitgevoerd naar het al dan niet weren van personen
die een contactverbod opgelegd hebben gekregen. De vraag is o.a. of dit kan op basis
van artikel 15.3, lid 1 van het Reglement van Orde.
De juridische toets naar het tijdelijk weren van personen die een contactverbod opgelegd
hebben gekregen, is uitgevoerd en is in het Presidium van 16 oktober 2023 besproken.
Op dit moment kan op basis van artikel 15.4 van het Reglement van Orde de toegang
(voor maximaal drie maanden) worden ontzegd als (a) iemand binnen het Kamergebouw de orde ernstig heeft verstoord en (b) de vrees bestaat voor een
nieuwe orde verstoring door deze persoon. Het hebben van een contactverbod is op zichzelf
geen ordeverstoring binnen het Kamergebouw. Het Reglement van Orde biedt nu geen grondslag
om de toegang te ontzeggen. Een wijziging kan mogelijk soelaas bieden. Naar aanleiding
van de bespreking in het Presidium van 16 oktober 2023 wordt nader juridisch advies
ingewonnen over de reikwijdte van de ontzegging van de toegang, waarna een voorstel
voor een wijziging van het Reglement van Orde zal worden uitgewerkt en vervolgens
in het Presidium wordt besproken.
– In het vierde kwartaal ontvangt de Kamer het plan voor groen in het Kamergebouw.
Dit is breder dan alleen groen bij de liften. De Voorzitter neemt daarbij ook de vraag
over kunst in onze trappenhuizen mee.
Op 13 september 2023 is in het Presidium gesproken over een plan voor meer groen in
de Kamer. Binnen de Kamer bestaat namelijk een breed gedragen wens om meer groen in
het Kamergebouw aan te brengen. Het Presidium heeft ervoor gekozen om meer groen te
laten aanbrengen bij de liftkern en bij de entrees van de kantoorvleugels. Begin 2024
(na afloop van de huidige contracten) kan de groenvoorziening in het nieuwe contract
worden gerealiseerd.
Voor de plekken waar (levend) groen technisch en/of financieel niet haalbaar blijkt,
wordt in overleg met de Kunstcommissie, gekeken naar de mogelijkheden om via kunstobjecten
een «prettige groene sfeer» te creëren. Dit is naar verwachting in het eerste kwartaal
van 2024 aan de orde. De mogelijkheden voor kunst in het trappenhuis zijn inmiddels
verkend. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft echter aangegeven dat in de trappenhuizen
vanwege de brand- en vluchtveiligheid geen kunstwerken mogen worden opgehangen; wel
mogen er op enkele plekken muurschilderingen worden aangebracht.
– De Voorzitter gaat in gesprek met de burgemeester van Den Haag over een passendere
en toegankelijkere locatie voor demonstraties.
De burgemeester, verantwoordelijk voor openbare orde en veiligheid, is verantwoordelijk
voor het demonstratiebeleid rond het Kamergebouw. Dit is ook toegelicht tijdens de
Raming. Het contact tussen de Tweede Kamer en de gemeente op het gebied van openbare
orde is intensief en verloopt goed. Zo wordt er samen op strategisch en operationeel
niveau gesproken over het zo goed mogelijk invulling geven aan het demonstratierecht
in de omgeving van B67. Ook vindt er periodiek overleg plaats waarin de Tweede Kamer
door de gemeente op de hoogte wordt gehouden van lopende processen en evenementen
indien nodig.
– Het personeel van de Rijks Schoonmaak Organisatie (RSO) moeten actief worden geïnformeerd
dat ze gebruik kunnen maken van personeelskorting.
De Tweede Kamer heeft de RSO ingelicht over hoe zij ervoor kunnen zorgen dat het personeel
gebruik kan maken van de personeelskorting in de Tweede Kamer. De afdeling Financieel
economische zaken van de Tweede Kamer heeft hierbij ondersteuning aangeboden indien
nodig. De eerste aanvragen zijn inmiddels succesvol afgehandeld.
Wet open overheid, sociale veiligheid en integriteit
– Toesturen aan de Kamer de jaarverslagen van de Bezwaaradviescommissie Woo en Who
en op website zetten
De jaarverslagen van de bezwaaradviescommissie worden gepubliceerd op de website en
zullen voortaan ook jaarlijks door het Presidium naar de Kamer worden verstuurd.
– Bereid om te kijken wat we kunnen leren uit de huidige ophanging van Woo besluitvorming
structuur.
De huidige besluitvormingsstructuur is dat de Griffier beslist op Woo-verzoeken die
de Kamer ontvangt en de Voorzitter beslist op eventuele bezwaren tegen Woo-besluiten
van de Griffier. Dit is zo geregeld in de artikelen 3.2 en 6.2 van het Reglement van
Orde (mandaten). Dit past in de systematiek van de Wet open overheid (en voorheen
de Wet openbaarheid van bestuur) dat bestuursorganen zelf beslissen over de openbaarmaking
van documenten die onder hen berusten, ook als het documenten zijn van degene die
het besluit neemt (zoals Minister, burgemeester en college van burgemeester en wethouders).
De Kamer heeft voor de behandeling van eventuele bezwaren een onafhankelijke bezwaaradviescommissie
ingesteld. De adviezen van deze commissie worden openbaar gemaakt. Een onafhankelijke
en externe toetsing van de Woo-besluiten is daarmee geborgd. Deze besluitvormingsstructuur
zal komend voorjaar worden geëvalueerd.
Onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) en Koninkrijksrelaties
vindt op dit moment een invoeringstoets plaats. De invoeringstoets is een nieuw evaluatie-instrument,
waarmee eventuele knelpunten van nieuwe wetgeving snel duidelijk worden. Ten behoeve
van het onderzoek zal een overheidsbrede enquête worden gehouden onder instellingen
die de Woo uitvoeren, waaronder de Tweede Kamer. Ter voorbereiding op de invoeringstoets
is de Dienst Analyse en Onderzoek (DAO) van de Tweede Kamer verzocht binnen de ambtelijke
organisatie eventuele knelpunten en eventuele onbedoelde neveneffecten te inventariseren.
De resultaten daarvan kunnen worden betrokken bij een gesprek tussen de Griffier en
een afvaardiging van het Ministerie van BZK over de ervaringen van de Tweede Kamer
met de implementatie van de Woo.
– De Kamervoorzitter en het Presidium zullen na afloop van het onderzoek van Hoffmann
zo maximaal mogelijk transparant zijn over onderliggende adviezen en stukken die lopende
het onderzoek niet verstrekt zijn aan de Kamer.
Aan de Kamer is op 20 oktober 2023 bericht dat het feitenonderzoek is afgerond en
dat het rapport en de bijbehorende samenvatting na een zorgvuldig proces gereed zijn
(Kamerstuk 36 221, nr. 11). Over het verloop van de openbaarmaking wordt u door het Presidium op de hoogte
gehouden. Na afronding van dit proces zal worden bezien hoe aan deze toezegging verdere
invulling wordt gegeven.
– Evaluatie regeling toezicht en handhaving Gedragscode.
De Tweede Kamer heeft op 22 september 2020, op basis van een uitvoerige discussie,
de Gedragscode Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en de Regeling toezicht
en handhaving Gedragscode (Kamerstuk 35 351, nr. 1 en Kamerstuk 35 351, nrs. 5, 8 en 10) vastgesteld. De Gedragscode en de Regeling zijn 1 april 2021 in werking getreden.
De Regeling stelt dat de Kamer twee jaar na inwerkingtreding van deze Regeling een
verslag opstelt over de doeltreffendheid en de effecten van deze Regeling in de praktijk.
Het Presidium heeft hieraan gevolg gegeven. Er is een evaluatieverslag opgesteld.
Dit is besproken in de Presidiumvergadering van 16 oktober 2023. Op basis van deze
evaluatie wordt een wijziging van de Regeling uitgewerkt. Na accordering van de wijzigingsvoorstellen
wordt het evaluatieverslag met het voorstel tot aanpassing van de Regeling doorgeleid
naar de Kamer.
Diversen
– Het restaurantbedrijf onderzoekt en maakt een prioriteit van gezond en gevarieerd
plantaardig eten.
Naar aanleiding van de toezegging is er opnieuw kritisch naar het assortiment gekeken.
Hieruit blijkt dat de Kamer een ruim biologisch en gezond assortiment aanbiedt. Er
zijn wel aanpassingen gedaan in de presentatie, zodat gezonde voeding meer prominent
gepresenteerd wordt. Presentatie speelt een grote rol voor wat betreft het aanbieden
van gezonde voeding. Daarnaast is het zomerreces gebruikt om leveranciers te bevragen
en doen we een nulmeting van het assortiment. Inmiddels zijn er referentiebezoeken
afgelegd bij grote cateraars om te leren en inspiratie op te doen. Bij aanbestedingen
zit een duurzaam en gezond assortiment reeds in het eisenpakket.
– De Griffier gaat op zeer korte termijn in gesprek met het Parlementair documentatiecentrum
inzake parlement.com, samen met de Eerste Kamer en BZK, en komt hier in een brief
op terug, zodat de Kamer hierop tijdig actie kan ondernemen.
De Kamer is op 16 oktober 2023 geïnformeerd over de uitkomst van de gesprekken tussen
de Griffier en het Montesquieu Instituut. Tijdens de vaststelling van de begrotingsstaten
van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar
2024 is de motie van de leden Sneller en Rahimi aangenomen, waarin het Presidium wordt
gevraagd om in overleg met de Eerste Kamer te komen tot structurele financiering van
parlement.com (Kamerstuk 36 410 VII, nr. 61). Het Presidium neemt de uitwerking van deze motie ter hand.
Tenslotte
In deze brief heb ik in grote lijnen beschreven wat in het afgelopen half jaar is
bereikt sinds de toezeggingen zijn gedaan tijdens de Raming. Ik wil de Kamerleden
hartelijk danken voor het constructieve overleg. De prioriteiten en aandachtspunten
voor de nieuwe periode laat ik graag over aan mijn opvolger die u hierover te woord
zal staan tijdens de behandeling van de Raming voor het jaar 2025.
Mede namens het Presidium, De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Vera Bergkamp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.A. Bergkamp, Voorzitter van de Tweede Kamer