Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mohandis over het bericht 'Drugscrimineel was de baas van zorguitzendbureau dat personeel levert aan Jeugdhulp Friesland'
Vragen van het lid Mohandis (PvdA) aan de Staatssecretaris Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het bericht «Drugscrimineel was de baas van zorguitzendbureau dat personeel levert aan Jeugdhulp Friesland» (ingezonden 28 augustus 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede
namens de Ministers voor Langdurige Zorg en Sport en van Justitie en Veiligheid (ontvangen
24 oktober 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3640.
Vraag 1
Bent u bekend met de situatie in jeugdzorginstelling Woodbrookers Friesland?1
Antwoord 1
Ja. De instelling Woodbrookers is de accommodatie voor gesloten jeugdhulp van Jeugdhulp
Friesland. Deze aanbieder heeft in opdracht van de IGJ het onderzoeksrapport laten
opstellen waarover de artikelen gaan. Aanleiding daarvoor was de melding van een calamiteit
bij de IGJ. Jeugdhulp Friesland heeft het rapport toegezonden aan de IGJ. Een dergelijk
onderzoek in opdracht van de IGJ wordt in beginsel nooit openbaar gemaakt. Het rapport
bevat gegevens die herleidbaar zijn naar personen en kan om die reden niet openbaar
verstrekt worden. Inmiddels heeft Jeugdhulp Friesland het rapport geanonimiseerd toch
op de eigen website geplaatst vanwege de ontstane publiciteit. De rechter heeft in
kort geding daarmee ingestemd omdat de ouders zelf de publiciteit hadden gezocht.
Op basis van het onderzoeksrapport heeft Jeugdhulp Friesland een verbeterplan gemaakt.
De IGJ volgt de voortgang van de implementatie van dat verbeterplan. Gelet op de actuele
situatie heeft de IGJ besloten het reeds geplande toezicht naar de ombouw van de gesloten
jeugdhulp vervroegd uit te voeren. Recent heeft Jeugdhulp Friesland besloten om uiterlijk
op 1 juli 2024 te stoppen met gesloten jeugdhulp in zijn huidige vorm. Enerzijds is
dat besluit ingegeven door de kwetsbare omvang van de locatie (acht plaatsen) zoals
die nu nog functioneert. Anderzijds door de omstandigheid dat extern het vertrouwen
afneemt dat Woodbrookers de jongeren in voldoende mate de zorg kan bieden die zij
nodig hebben.
Vraag 2
Vertrouwt u erop dat de aanbieder op dit moment in staat is om verantwoorde jeugdhulp
te bieden? Zo ja, hoe komt u tot deze conclusie? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 2
Jeugdhulp Friesland heeft naar aanleiding van het onderzoeksrapport verbeteringen
doorgevoerd. Die moeten er onder meer aan bijdragen dat de jeugdigen in Woodbrookers
passende behandeling in een veilige omgeving krijgen. De Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ) ziet hierop toe en heeft besloten het geplande toezicht op de ombouw
van de gesloten jeugdhulp bij Woodbrookers vervroegd uit te voeren.
Jeugdhulp Friesland heeft mij laten weten dat zij momenteel met vaste teams werken
en met kleine leefgroepen (vier jeugdigen per groep). Voor iedere jeugdige ligt er
binnen zes weken na opname een behandelplan klaar. Waar nodig zet de instelling therapieën
in zoals de agressie regulatie trainingen en psychiatrisch consult. Door personeelskrapte
lukt het niet altijd de termijn te halen. Recent heeft Jeugdhulp Friesland besloten
om uiterlijk op 1 juli 2024 te stoppen met gesloten jeugdhulp in zijn huidige vorm.
Enerzijds is dat besluit ingegeven door de kwetsbare omvang van de locatie (acht plaatsen)
zoals die nu nog functioneert. Anderzijds door de omstandigheid dat extern het vertrouwen
afneemt dat Woodbrookers de jongeren in voldoende mate de zorg kan bieden die zij
nodig hebben.
Vraag 3
Welke stappen heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) gezet om de kwaliteit
van zorg in Woodbrookers Friesland te garanderen?
Antwoord 3
De IGJ heeft geregeld contact met de jeugdzorginstelling Jeugdhulp
Friesland (locatie Woodbrookers). Dit is onderdeel van het reguliere toezicht. Vanaf
eind september bezoekt de IGJ alle JeugdzorgPlus-instellingen in het kader van haar
toezicht op de ombouw van de JeugdzorgPlus, waaronder Woodbrookers. De IGJ heeft op
verzoek van de zorgaanbieder besloten het geplande toezicht op de ombouw van de gesloten
jeugdhulp bij Woodbrookers vervroegd uit te voeren.
Vraag 4
Hoe kan het dat onderzoek van het OM naar de eigenaar van zorguitzendbureau de IGJ
niet bereikt via het Informatie Knooppunt Zorgfraude?
Antwoord 4
Zoals bekend kan de Minister van Justitie en Veiligheid niet ingaan op individuele
strafzaken.
Wel kan ik toelichten dat het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ) een samenwerkingsverband
is om de fraude in de zorg te bestrijden. De bij het IKZ aangesloten opsporingsdiensten
(Nederlandse Arbeidsinspectie, FIOD en opsporingsambtenaren van de IGJ) kunnen het
IKZ gebruiken bij de uitwisseling van signalen van fraude met andere IKZ-partners
die geen opsporingsdiensten zijn, zoals de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) en zorgverzekeraars.
Het OM is geen deelnemer aan het IKZ en deelt om die reden ook geen informatie met
het IKZ.
Voor de mogelijkheid voor informatie-uitwisseling van het OM met de IGJ verwijs ik
naar het antwoord op vraag 5.
Vraag 5
Op welke manier wisselt het OM informatie uit met de IGJ?
Antwoord 5
Het OM wisselt informatie uit met de IGJ op basis van het Samenwerkingsprotocol tussen
de Inspectie en het OM uit 2021. Hiertoe vindt regulier overleg tussen de IGJ en het
OM plaats. Het delen van informatie door het OM met de IGJ gebeurt op basis van de
Aanwijzing Wet Justitiële en Strafvorderlijke Gegevens.
Vraag 6
Welk instrumentarium heeft u al om fraude en witwaspraktijken aan te pakken? En wat
is er naar uw mening nog meer nodig om dit soort cowboy-bureaus te weren uit het systeem?
Antwoord 6
De IGJ is de toezichthouder op kwalitatief toereikende zorg. Gemeenten hebben de taak
om de uitvoering van jeugdhulp bij aanbieders te controleren. Dit gebeurt onder ander
door het toetsen van de eisen en voorwaarden -voor kwaliteit en kwantiteit van de
jeugdhulp- die de gemeente vooraf gesteld heeft bij de aanbesteding en contractering
van de jeugdhulpaanbieders. Bij aanbestedingen – waaronder aanbestedingen in het zorgdomein
– hebben gemeenten tevens de bevoegdheid om de Wet Bibob toe te passen. De Wet Bibob
biedt gemeenten de mogelijkheid om de integriteit van de gegadigde, opdrachtnemer
of onderaannemer te onderzoeken. Gemeenten kunnen met de Wet Bibob beter beoordelen
of een gegadigde uitgesloten kan worden van de aanbestedingsprocedure, een onderaannemer
geweigerd kan worden dan wel of een reeds gesloten overeenkomst ontbonden kan worden.
Hiermee wordt de integriteit van de gemeente beschermd. De toepassing van de Wet Bibob
is een discretionaire bevoegdheid; gemeenten besluiten zelf of en in welke gevallen
zij de Wet Bibob inzetten. Momenteel wordt ervaring opgedaan met het Bibob-instrument
in het kader van de proeftuinen Aanpak Zorgfraude. Deze proeftuinen in de regio’s
Twente en Hart van Brabant hebben als doel om beproefde werkwijzen en concrete handvatten
op te leveren voor de uitvoeringspraktijk van gemeenten (Wmo en Jeugdwet), waaronder
beproefde werkwijzen betreffende de inzet van de Wet Bibob. Daarnaast hebben gemeenten
de mogelijkheid om bij gerede twijfel een fraudeonderzoek te starten.
Over de aanpak van zorgfraude, in bredere samenhang met de aanpak van niet-integere
zorgaanbieders, heeft de Minister voor Langdurige Zorg en Sport uw Kamer op 29 juni
2022 uitgebreid geïnformeerd. Naast de proeftuinen noem ik de Wet bevorderen samenwerking
en rechtmatige zorg (Wbsrz). De Eerste Kamer heeft deze wet in juli 2023 aangenomen.
Met deze wet worden belangrijke belemmeringen in de huidige gegevensdeling weggenomen.
Instanties worden zo eerder in de gelegenheid gesteld om maatregelen te treffen en
te voorkomen dat fraudeurs zich ongezien van de ene gemeente naar een andere gemeente
of van het ene naar het andere zorgdomein verplaatsen en daar opnieuw fraude plegen.
Voor meer informatie over de maatregelen verwijs ik uw Kamer naar de brief van 29 juni
2022. Binnenkort informeert de Minister voor Langdurige Zorg en Sport uw Kamer over
de voortgang van deze aanpak en de ambities van de betrokken partijen voor 2024 en
verder.
Vraag 7
Deelt u de zorgen over het feit dat zorginstellingen de zorg niet georganiseerd kunnen
krijgen zonder uitzendbureaus? Welke stappen neemt u om zzp’schap te ontmoedigen in
de zorg?
Antwoord 7
Deze zorgen deel ik in die zin dat momenteel de balans tussen personeel in vaste loondienst
en flexpersoneel onvoldoende is. Om die balans meer in evenwicht te brengen heeft
de Minister voor Langdurige Zorg en Sport met het programma «Toekomstbestendige Arbeidsmarkt
Zorg en Welzijn (TAZ)» diverse acties in gang gezet.
Betrokken partijen hebben een kerngroep geformeerd voor het gewenste herstel van de
balans tussen medewerkers in vaste loondienst en flexwerkers, waaronder zzp’ers. Deze
kerngroep is aan de slag met de volgende thema’s:
– De brancheorganisaties in de zorg, de Belastingdienst en de Ministeries van SZW en
VWS hebben op 6 juli 2023 de samenwerkingsverklaring Beheersingsmodel Zorg ondertekend.
Doel is om in gezamenlijkheid te stimuleren dat zorginstellingen handelen conform
de Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) -wetgeving (en daardoor het verlagen
van de schijnzelfstandigheid in de zorg).
– Bewustwordingscampagne om te bevorderen dat het zzp-schap in zorg en welzijn een weloverwogen
en bewuste keuze is voor ondernemerschap.
– Werkafspraken over de gelijke verdeling van verantwoordelijkheden (bv. over Avond
Nacht Weekend- diensten en andere systeemtaken)
Om het aantal zzp’ers in de zorg terug te dringen is aantrekkelijk werkgeverschap
essentieel. Regionale samenwerkingsverbanden kunnen hieraan bijdragen. Binnen het
programma TAZ bestaat hiervoor de kerngroep regionaal werkgeverschap. Via dergelijke
vormen van regionale samenwerking kunnen zorginstellingen meer kansen en mogelijkheden
bieden aan hun medewerkers. Ook kijkt deze kerngroep naar de mogelijkheden om inhuur
te optimaliseren zonder tussenkomst van intermediairs, en naar mogelijkheden om meer
eigen regie te hebben op externe inhuur via intermediairs.
Daarnaast bespreekt mijn ministerie de mogelijkheid van een gedragscode met koepels
van bemiddelings- en uitzendbureaus.
Vraag 8
Bent u bereid in samenspraak met instellingen te bezien of een uittreksel uit DUO
(via de VOG-methode) kan worden gecontroleerd door de instelling die extern inhuurt
zodat kan worden vastgesteld dat het diploma ook daadwerkelijk behaald is om diploma
fraude tegen te gaan?
Antwoord 8
De zorgaanbieder is verantwoordelijk voor de medewerkers die hij inzet. Op de website
van de IGJ kan informatie worden gevonden over de wijze waarop de zorgaanbieder arbeidsverleden
en diploma’s van medewerkers kunnen controleren.2 Een werkgever kan een sollicitant om een digitaal uittreksel vragen uit het diplomaregister
van DUO. DUO geeft op haar website aan hoe de echtheid van het digitale uittreksel
gecontroleerd kan worden. Als er geen uittreksel is van het diploma kan navraag worden
gedaan bij de onderwijsinstelling. Gemeenten kunnen toetsen of zorgaanbieders deze
controles uitvoeren. Normaal gesproken is dit voldoende.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.