Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de rapportagemaatregelen van de NPO voor Ongehoord Nederland
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de rapportagemaatregelen van de NPO voor Ongehoord Nederland (ingezonden 23 augustus 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Uslu (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 24 oktober
2023).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de eisen die de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) onlangs
heeft gesteld aan Ongehoord Nederland?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Onderschrijft u de eisen die de NPO heeft opgesteld voor Ongehoord Nieuws en de sancties
die zijn verbonden aan het niet naleven van deze eisen? Zo ja, kunt u beargumenteerd
onderbouwen waarom deze maatregel wat u betreft geoorloofd is?
Antwoord 2
Het is niet aan mij als Staatssecretaris voor media om daar een oordeel over te vellen.
De NPO is een zelfstandig bestuursorgaan dat onafhankelijk van mij en het ministerie
opereert.
Vraag 3 en 4
Klopt het dat er geen wettelijke grondslag is waarop de eis van de NPO gestoeld is?
Zo ja, hoe is het dan mogelijk dat de NPO dergelijke verplichtingen kan opleggen aan
ON en op welke manier is het wat u betreft geoorloofd dat de NPO zich deze positie
toe-eigent, op basis van welk mandaat?
Bent u er daarnaast van op de hoogte dat de NPO tot op heden weigert om ON van een
wettelijke grondslag te voorzien om deze rapportage-eis te legitimeren en bent u bereid
de NPO te dwingen ON van deze verantwoording te voorzien? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3 en 4
De Raad van Bestuur van de NPO heeft voorschriften verbonden aan de plaatsing van
het programma Ongehoord Nieuws. Dat is zowel gebeurd bij het plaatsingsbesluit van
6 december 2022 dat de periode januari-augustus 2023 betreft en onherroepelijk vaststaat,
als bij het plaatsingsbesluit van 13 juni 2023 dat de periode september-december 2023
betreft en onderwerp van het bezwaar van Ongehoord Nederland is. De Raad van Bestuur
van de NPO heeft in het besluit van juni 2023 bepaald dat ON! in de uitzendingen moet
voldoen aan de Journalistieke Code, dat ON! wordt geacht de aanbevelingen van de Ombudsman
op te volgen en dat ON! dient te voldoen aan de algemeen geldende criteria zoals vastgelegd
in het genrebeleidsplan Journalistiek. Het plaatsingsbesluit dat ziet op de huidige
uitzendingen kent geen rapportageplichting. De bevoegdheid om voorschriften te stellen
vloeit volgens de Raad van Bestuur van de NPO voort uit de wettelijke taken en verantwoordelijkheden
die aan Ongehoord Nederland zijn opgedragen.
Vraag 5 en 6
Bent u van mening dat de NPO een dergelijke maatregel kan opleggen voordat het onderzoek
naar en een beslissing is genomen over het al dan niet intrekken van de uitzendlicentie
van ON, waartoe de NPO een verzoek bij u heeft ingediend? Bent u voornemens om de
NPO terug te fluiten, aangezien dit onderzoek nog niet is afgerond?
Klopt het dat de NPO met deze maatregel de Mediawet overschrijdt, aangezien deze voorschrijft
dat de NPO zich niet inhoudelijk met de programma’s van ON mag bemoeien, zolang ON
zelf de wet niet overtreedt en de journalistieke code niet schendt, waarvoor vooralsnog
geen bewijs is geleverd? Zo ja, wat bent u voornemens hieraan te doen?
Antwoord 5 en 6
Het is niet aan mij om een politiek oordeel te hebben over bestuurlijke besluiten
van een zelfstandig bestuursorgaan zoals de Raad van Bestuur van de NPO. Als Ongehoord
Nederland het met een besluit niet eens is staat de weg van bezwaar, beroep en hoger
beroep bij de bestuursrechter open. Ik heb intussen begrepen dat ON! bezwaar heeft
gemaakt tegen het plaatsingsbesluit en ook een voorlopige voorziening bij de bestuursrechter
is gestart. Het is aan de rechter om een oordeel te vellen over het besluit van de
NPO.
Vraag 7
Weet u aan welke door de NPO opgestelde criteria de programma’s van ON moeten voldoen
op basis waarvan de geëiste tweemaandelijkse rapportages worden gemaakt en beoordeeld
en door wie en op basis waarvan zijn deze criteria opgesteld en hoe worden deze getoetst?
Antwoord 7
In het plaatsingsbesluit van 6 december 2022 was opgenomen dat Ongehoord Nieuws moet
voldoen aan de specifieke genrecriteria voor Opinie uit het genrebeleidsplan journalistiek
en dat Ongehoord Nederland aantoonbaar de aanbevelingen van de Ombudsman uit het rapport
van 7 juni 2022 nakomt en daartoe elke twee maanden schriftelijk rapporteert over
de opvolging van de aanbevelingen. In het plaatsingsbesluit van 23 juni 2023 is opgenomen
dat Ongehoord Nederland moet voldoen aan de journalistieke code en uitvoering dient
te geven aan de aanbevelingen van de NPO Ombudsman en dat Ongehoord Nederland moet
voldoen aan de criteria van het genrebeleidsplan journalistiek.
Vraag 8 en 9
Vindt u niet dat de NPO met deze maatregel eigenlijk censuur uitoefent op ON, aangezien
zij hierdoor bepaalt welke informatie en programma’s wel en niet verspreid, gemaakt
en uitgezonden mogen worden en zich het recht voorbehoudt om ON op non-actief te zetten
als de informatie en de programma’s van ON de NPO onwelgevallig zijn?
Kunt u – nogmaals – uitleggen waarom het wat u betreft geoorloofd is dat de NPO eenzijdige
en met enige regelmaat gekleurde en aantoonbaar onjuiste informatie en programma’s
verspreidt, waarmee zij bovendien niet voldoet aan de eigen pluriformiteitseis die
aan de (informatievoorziening van de) Publieke Omroep wordt gesteld, maar hiervan
geen consequenties en/of sancties ondervindt, maar ON tegelijkertijd wel stelselmatig
wordt bekritiseerd en gesanctioneerd voor het vertolken van het geluid en gedachtegoed
dat bij de NPO structureel wordt genegeerd en gedemoniseerd, terwijl een aanzienlijk
en groeiend aantal mensen in Nederland zich niet meer vertegenwoordigd voelt door
de NPO, maar wel door ON en ON hiermee dus een belangrijke rol vervult in het voldoen
aan de pluriformiteit- en diversiteitseisen van de NPO zelf?
Antwoord 8 en 9
Het is niet aan mij als Staatssecretaris voor media om het handelen van de NPO te
beoordelen. De NPO is een zelfstandig bestuursorgaan. De NPO is in zijn handelen gebonden
aan de kaders uit de Mediawet.
Vraag 10 en 11
Indien u van mening bent dat deze nieuwe rapportage-eis van de NPO geoorloofd is en
dientengevolge niet voornemens bent ertegen op te treden, bent u dan wel bereid om
de NPO te verplichten transparante, duidelijk gedefinieerde objectieve, onafhankelijke
en wettelijk toetsbare normen en voorwaarden op te stellen waaraan de (inhoud van
de programma’s) van ON waarover gerapporteerd moet worden, moet voldoen en op basis
waarvan het oordeel van de NPO over deze informatievoorziening ook juridisch en onafhankelijk
getoetst wordt? Zo ja, wie en/of welke organisatie moet volgens u dit juridische toetsingskader
opstellen en controleren?
Kunt u reflecteren op het feit dat de NPO tot op heden weigert om om concreet te maken
op welke manier ON precies de wet, de voorschriften van de NPO en de journalistieke
codes en kwaliteitseisen overschrijdt en daarnaast ook verzaakt om ON te voorzien
van een duidelijk gedefinieerd normen- en eisenkader waaraan de programma’s en de
samenstelling van de mensen daarbij/daarin moet voldoen en structureel geen antwoord
geeft op vragen van ON hierover, wat zorgt voor obstructie in het gewenste en geëiste
verbeteringsproces? Waarom mag de NPO wel bepaalde eisen stellen, een handhavingsfunctie
uitvoeren en verregaande consequenties en sancties opleggen, maar is zij kennelijk
niet verplicht om haar eigen beleid te legitimeren, te verantwoorden en te definiëren?
Antwoord 10 en 11
Ik kan als Staatssecretaris voor media geen verplichtingen opleggen aan de NPO. De
NPO opereert zelfstandig, op afstand van het ministerie. Tegen een plaatsingsbesluit
staat bezwaar en beroep bij de bestuursrechter open.
Vraag 12
Was u, of waren er andere (bewinds)personen binnen het Ministerie van OCW en/of het
kabinet en/of de overheid betrokken bij (het invoeren van) deze rapportage-eis van
de NPO en zo ja, welke personen waren dat, op welke manier waren zij hierbij betrokken
en waarom en was dit op initiatief van de NPO, of van de overheid zelf?
Antwoord 12
Nee, er is geen betrokkenheid geweest vanuit mij, het ministerie of andere bewindspersonen
bij (het invoeren van) de rapportage-eis door de NPO.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.