Nota van wijziging (initiatiefvoorstel) : Tweede nota van wijziging
35 980 Voorstel van de leden Omtzigt, Eerdmans en Dassen tot wijziging van het Reglement van Orde in verband met het invoeren van termijnen voor de opdrachten van (in)formateur(s)
Nr. 8
                   TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
            
Ontvangen 24 oktober 2023
Het voorstel wordt als volgt gewijzigd:
In onderdeel 1 vervalt in het voorgestelde tweede lid in de tweede zin «bedraagt ten
                  hoogste zes weken, en».
               
Toelichting
               
Tijdens het plenaire debat op 18-10-2023 over het voorstel van de indieners is uitvoerig
                     gesproken over de wenselijkheid van het opnemen van de maximale termijn in het Reglement
                     van Orde. Meerdere partijen maakten tijdens het debat duidelijk dat zij het wenselijk
                     achten dat er een termijn wordt opgenomen in de opdracht die de Kamer meegeeft aan
                     een (in)formateur, maar gaven tegelijkertijd aan dat ze huiverig waren voor het opnemen
                     van een vaste maximale termijn in het Reglement van Orde. Het initiële voorstel van
                     de indieners voorzag erin om ook een maximale termijn van specifiek zes weken in het
                     Reglement van Orde op te nemen.
                  
Naar aanleiding van het debat hebben de indieners de bezwaren en wensen van de Kamer
                     meegewogen in de huidige wijziging van het voorstel. Hierbij is gekozen om in het
                     Reglement van Orde op te nemen dat de opdracht die de Kamer aan de (in)formateur geeft
                     een maximale termijn moet bevatten. Deze maximale termijn zal door de Kamer geformuleerd
                     moeten worden in de opdracht aan de (in)formateur. De door de indieners eerder gestelde
                     maximale termijn van zes weken, zal niet in het aangepaste voorstel meegenomen worden.
                     Desondanks willen de indieners benadrukken dat zij deze termijn nog steeds wenselijk
                     achten. Het niet concretiseren van een maximale termijn in het Reglement van Orde
                     geeft de Kamer de mogelijkheid om zelf een termijn te bepalen die op dat moment wenselijk
                     wordt geacht. Het opnemen van een maximale termijn geeft de minderheid de mogelijkheid
                     zich te beroepen op het Reglement van Orde. Zo komt er meer rust voor zowel de onderhandelende
                     partijen als de partijen die niet onderhandelen.
                  
Na het verstrijken van de door de Kamer bepaalde termijn, zal de Kamer opnieuw debatteren
                     en een nieuwe opdracht formuleren. Deze nieuwe opdracht kan zowel een vervolg zijn
                     op de vorige opdracht, met dezelfde (in)formateur en deelnemende partijen, als een
                     nieuwe samenstelling.
                  
Omtzigt Eerdmans Dassen
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid - 
              
                  Mede ondertekenaar
Joost Eerdmans, Tweede Kamerlid - 
              
                  Mede ondertekenaar
Laurens Dassen, Tweede Kamerlid