Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Dekker-Abdulaziz, Temmink, Van Raan en Van Baarle over het bericht 'Tien camera’s per vierkante kilometer in database politie: ‘Onbespied over straat kan bijna niet meer’' en de uitzending van Radar
Vragen van de leden Dekker-Abdulaziz (D66), Temmink (SP), Van Raan (PvdD) en Van Baarle (DENK) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Tien camera’s per vierkante kilometer in database politie: «Onbespied over straat kan bijna niet meer»» en de uitzending van Radar op 25 september 2023 (ingezonden 28 september 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 24 oktober
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 261.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het gegeven dat privacywaakhonden zich zorgen maken over de groei
van het aantal particuliere camera’s die bij de politie zijn geregistreerd?1
Antwoord 1
Camerabeelden zijn van groot belang voor het opsporingsonderzoek en voor de rechtspraak.
De afgelopen drie jaar waren er 5.500 strafzaken waarin camerabeelden een rol hebben
gespeeld.2 Om die reden ben ik blij met de groei van het aantal particuliere camera’s dat bij
de politie is geregistreerd.
Het grote aantal verkeerd afgestelde camera’s baart mij wel zorgen. Ik waardeer het
dat privacywaakhonden zoals de Autoriteit Persoonsgegevens en Bits of Freedom hier
aandacht voor vragen.
Vraag 2
Kunt u toelichten hoe het proces werkt rondom het politieproject Camera in Beeld?
Antwoord 2
Camera in Beeld is een systeem van de politie waar burgers en bedrijven vrijwillig
hun beveiligingscamera(’s) kunnen aanmelden. Dankzij deze informatie weet de politie
per straat welke beveiligingscamera’s beschikbaar zijn. Als er een misdrijf is gepleegd,
kan de politie camerabeelden gericht vorderen bij de eigenaren om de daders op te
sporen.
Iedereen die een beveiligingscamera heeft, kan vrijwillig deelnemen aan het systeem
Camera in Beeld. De politie stuurt een brief met de regels voor het juist afstellen
van de camera. De politie stuurt jaarlijks een mail met de vraag of de gegevens die
de camera-eigenaar heeft verstrekt nog kloppen. De registratie van de camera wordt
verwijderd indien de camera-eigenaar niet reageert op de herinneringsmails van de
politie.
Vraag 3, 5 en 6
In hoeverre kunnen beelden van particuliere camera’s worden opgevraagd die niet zelfstandig
zijn aangemeld bij het project Camera in Beeld?
Kunt u toelichten onder welke voorwaarden en bij welke delicten beelden van particuliere
camera’s mogen worden opgevraagd?
Kan een particulier weigeren om de beelden te verschaffen? Zo nee, welke wettelijke
bepaling ligt daaraan ten grondslag?
Antwoord 3, 5 en 6
Een opsporingsambtenaar heeft op grond van artikel 126nda van het Wetboek van Strafvordering
de bevoegdheid om camerabeelden te vorderen. Voorwaarde is dat het een verdenking
van een misdrijf betreft waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf
van vier jaren of meer is gesteld. Voorbeelden daarvan zijn straatroof en seksueel
geweld. Ook beelden van particuliere camera’s die niet zijn aangemeld bij het systeem
Camera in Beeld, kunnen door een opsporingsambtenaar worden gevorderd.
Bij vordering dient de camera-eigenaar mee te werken aan het verstrekken van de camerabeelden.
Het opzettelijk niet voldoen aan een vordering is strafbaar.3 Artikel 126nda, tweede lid Sv noemt een aantal uitzonderingen. Een voorbeeld daarvan
is een vordering die is gericht tegen de verdachte. Dat is niet toegestaan.4
Vraag 4
In hoeverre klopt volgens u de bewering dat er een landelijk dekkend cameranetwerk
ontstaat en hoe wenselijk is dat volgens u?
Antwoord 4
Een landelijk dekkend cameranetwerk suggereert dat de gehele openbare ruimte in beeld
wordt gebracht en dat je nergens in Nederland over straat kan zonder te worden gefilmd.
Dit is nu niet het geval en ik ben van mening dat het een onwenselijk toekomstbeeld
is. Ik acht het derhalve van belang dat camera-eigenaren er blijvend op worden gewezen
dat zij hun camera moeten afstellen volgens de regels van de Algemene verordening
gegevensbescherming, dan zal zo’n situatie ook niet ontstaan.
De Autoriteit Persoonsgegevens legt dat als volgt uit: de belangrijkste regel uit
de Algemene verordening gegevensbescherming is dat de camera alleen de eigen bezittingen
mag filmen. Het is dus niet toegestaan om eigendommen van anderen, zoals het huis
of de tuin van de buren, of de openbare weg, zoals de stoep of parkeerplaatsen, te
filmen.5
Het goed afstellen van een camera is daarom belangrijk. Zoals ik al meldde in mijn
antwoord op vraag 2, wijst de politie alle deelnemers aan het systeem Camera in Beeld
op de regels voor het juist afstellen van de camera.
Alleen in uitzonderlijke gevallen mag een camera doelbewust worden gericht op een
gedeelte van het terrein van de buren of de openbare ruimte. De camera-eigenaar moet
dan een beroep doen op één van zes grondslagen die de Algemene verordening gegevensbescherming
noemt.6
Vraag 7
Kunt u uitleggen in hoeverre de politie met de database «de regels omzeilt» wat betreft
de benodigde toestemming van de burgemeester?
Antwoord 7
Een woordvoerder van Bits of Freedom beweert in het artikel in het Algemeen Dagblad
dat de politie de regels omzeilt door beelden te gebruiken van camera’s die zijn opgehangen
zonder toestemming van de burgemeester.7 Hier worden verschillende vormen van cameratoezicht door elkaar gehaald. Er is geen
sprake van omzeiling van de regels.
Er bestaan verschillende vormen van cameratoezicht. De camera’s die staan geregistreerd
in het systeem Camera in Beeld zijn camera’s die zijn geplaatst door particulieren
of particuliere organisaties. Voor het plaatsen van dit soort camera’s is geen toestemming
nodig van een overheidsinstantie. Wel moet een camera-eigenaar zich houden aan de
regels van de Algemene verordening gegevensbescherming. Voorbeelden hiervan zijn particulieren
die een camera hebben gericht op hun eigen voortuin of een bedrijf dat zijn eigen
terrein in beeld brengt. In mijn antwoord op de vragen 3, 5 en 6 gaf ik aan dat een
opsporingsambtenaar beelden van die camera’s mag vorderen.
Bij gemeentelijk cameratoezicht op grond van artikel 151c van de Gemeentewet speelt
de burgemeester wel een rol. De gemeenteraad kan een burgemeester de bevoegdheid verlenen
om voor een bepaalde duur camera’s in te zetten ten behoeve van het toezicht op een
openbare plaats. Een voorbeeld hiervan is een camera in een uitgaansgebied. Wanneer
er concrete aanleiding bestaat dat die camerabeelden noodzakelijk zijn, kunnen deze
beelden ten behoeve van de opsporing van dat strafbare feit worden verwerkt.
De politie kan voor de uitvoering van de politietaak (op grond van artikel 3 Politiewet)
camera’s inzetten. Afhankelijk van het doel valt die inzet onder het gezag van de
burgemeester of de officier van justitie. Zo valt de inzet van camera’s ten behoeve
van ordehandhaving onder het gezag van de burgemeester. Inzet van camera’s ten behoeve
van de strafrechtelijke handhaving valt onder het gezag van de officier van justitie.
Deze vorm van camera-inzet is altijd tijdelijk; zo lang als er aanleiding is voor
cameratoezicht. Ook de inzet van camera’s in een specifiek opsporingsonderzoek valt
onder het gezag van de officier van justitie (op grond van artikel 126g Wetboek van
Strafvordering).
Vraag 8
Hoe schat u de risico’s in dat particuliere camera’s worden gehackt en hoe rijmt u
dat met het groeiende aantal camera’s?
Antwoord 8
Ik kan daar geen inschatting van maken. Zoals in het artikel in het Algemeen Dagblad
wordt gesteld, zijn er geen precieze cijfers bekend. Een camera-eigenaar is zelf verantwoordelijk
voor het aanpassen van wachtwoorden of het treffen van andere beveiligingsmaatregelen.
Ik waardeer het dat de Autoriteit Persoonsgegevens en Bits of Freedom aandacht vragen
voor dit risico.
Vraag 9
In hoeverre klopt het dat particuliere camera’s eigenlijk de openbare weg niet mogen
filmen, en dat dit dus in feite onrechtmatig materiaal is?
Antwoord 9
De Algemene verordening gegevensbescherming is van toepassing als iemand delen van
de openbare ruimte filmt voor beveiligingsdoeleinden. Dit kan een onrechtmatige verwerking
in de zin van de Algemene verordening gegevensbescherming opleveren. De officier van
justitie bepaalt vervolgens of het bewijsmateriaal wel of niet wordt ingebracht in
de strafzaak. De rechter oordeelt uiteindelijk welk belang het zwaarst weegt: het
belang van waarheidsvinding of het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Vraag 10
Kan de Minister in deze context ook reflecteren op de 1,2 huishoudens met een deurbel
met camera?8 In hoeverre mag er bijvoorbeeld door de politie gebruik worden gemaakt van beelden
die zijn gemaakt met deze camera’s?
Antwoord 10
Voor een deurbel met camera gelden dezelfde regels als voor een beveiligingscamera.
Ook deze moeten juist worden afgesteld volgens de regels van de Algemene verordening
gegevensbescherming. Op grond van artikel 126nda van het Wetboek van Strafvordering
mag een opsporingsambtenaar de camerabeelden die zijn gemaakt met een deurbel vorderen.
Vraag 11
Kunt u reflecteren op hetgeen het programma Radar vermeldt hierover, dat een camera gericht op de openbare weg in strijd is met de
Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)?
Antwoord 11
Ik verwijs u hiervoor naar mijn antwoord op vraag 9.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.