Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag schriftelijk overleg over versterking internationale neerlandistiek (Kamerstuk 31288-1063)
31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid
Nr. 1081
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 23 oktober 2023
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen en
opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de
brief van 28 juni 2023 over versterking internationale neerlandistiek (Kamerstuk 31 288, nr. 1063).
De vragen en opmerkingen zijn op 12 september 2023 aan de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap voorgelegd. Bij brief van 19 oktober 2023 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Michon-Derkzen
Adjunct-griffier van de commissie, Huls
Inhoud
I
Vragen en opmerkingen uit de fracties
2
•
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie
3
•
Inbreng van de leden van de BBB-fractie
4
II
Reactie van de Minister
4
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over de
versterking internationale neerlandistiek van 28 juni 2023. Deze leden zijn tevreden
met de verdere uitwerking van het amendement van de leden Van der Molen en Van der
Woude voor extra structurele middelen voor de versterking van internationale neerlandistiek1. Zij hebben hierover geen verdere vragen.
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de uitwerking
van het amendement versterking internationale neerlandistiek van de leden Van der
Molen en Van der Woude, waarmee extra structurele inzet van € 1 miljoen beschikbaar
komt2. Deze leden zijn verheugd over deze extra middelen en de invulling hiervan, waardoor
ervoor gezorgd kan worden dat het Nederlands aangeboden kan blijven worden in andere
landen. Zij hebben tevens nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Minister voornemens is om de uitvoering van
het investeren in menskracht, onderzoek en kennisdeling via de IVN3 te laten verlopen. Kan de Minister aangeven wat de stand van zaken hiervan is?
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister kan aangeven wat de hoogte van de
beurs wordt voor studenten internationale neerlandistiek die een deel van hun studie
aan een afdeling Nederlands van een Nederlandse universiteit gaan volgen. Kan de Minister
hierbij tevens aangeven welke rol de universiteiten hebben bij deze studenten om ook
studentenhuisvestiging te regelen?
De leden van de CDA-fractie vragen in welke landen de Minister voornemens is om via
de netwerken van de attaches voor onderwijs en wetenschap initiatieven te stimuleren.
Op welke wijze wordt IVN hierbij betrokken om de internationale neerlandistiek echt
te versterken?
De leden van de CDA-fractie constateren dat met dit voorstel een deel van de vragen
in het actieplan voor de neerlandistiek wordt gerealiseerd. Bestaat de intentie om
ook voor de andere actiepunten beleid te ontwikkelen?
Tot slot vragen de leden van de CDA-fractie of de Vlaamse collega’s van de Minister
ook van plan zijn om beleid te ontwikkelen voor de verdere ondersteuning van de internationale
neerlandistiek.
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie
De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen
van de onderhavige brief. Deze leden onderschrijven het belang van aanbod van neerlandistiek
in andere landen en hebben dan ook in 2022 voor het amendement van de leden Van der
Molen en Van der Woude gestemd dat een structurele investering in de internationale
neerlandistiek infrastructuur mogelijk maakte4.
De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie zijn benieuwd hoe de Minister
zich inspant om in bredere zin het vakgebied Nederlands te versterken en de instroom
bij opleidingen Nederlands te vergroten. In de Kamer is daarvoor van verschillende
kanten gepleit (zie daarvoor bijvoorbeeld de moties van de leden Van der Molen en
Westerveld voor het inventariseren van wat financieel mogelijk is om de vijf opleidingen
Nederlands te handhaven5 en van de leden Van der Molen en Westerveld over een plan om de instroom in opleidingen
Nederlands te vergroten6).
De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie lezen dat de middelen voor de
versterking van internationale neerlandistiek gaan naar ondersteuners taalverwerving,
uitzending van universitaire docenten, fellowships, gastleerstoelen, beurzen voor
buitenlandse studenten neerlandistiek om ook aan een Nederlandse universiteit een
deel van hun studie te laten doen en netwerken in het buitenland. Nu de Minister over
deze besteding heeft besloten na overleg met betrokken organisaties, heeft dit de
steun van deze leden.
De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie zijn wel benieuwd naar de precieze
invulling van de door de Minister geschetste actielijnen. Welke concrete acties zijn
bij de drie actielijnen met de daarvoor gereserveerde middelen te verwachten? Geven
de genoemde actielijnen betrokken universiteiten, organisaties en betrokkenen naar
het oordeel van de Minister voldoende richting? Deze leden vragen bovendien waarop
genoemde personen en organisaties uiteindelijk in de voorgenomen evaluatie worden
beoordeeld.
De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie constateren dat na twee jaar
een evaluatie van de behaalde resultaten plaatsvindt. Nu wordt er bij wetsvoorstellen
meestal een langere evaluatietermijn gehanteerd. Kan de Minister toelichten op grond
van welke overwegingen hij in dit geval heeft gekozen voor deze evaluatietermijn?
Wordt deze structurele investering wellicht minder structureel dan men anders bedoelt
met het begrip structureel? Deze leden vragen tot slot of bij de evaluatie expliciet
zal worden onderzocht in hoeverre het beschikbare budget past bij het in de brief
geschetste ambitieniveau via de drie actielijnen voor de beoogde versterking van internationale
neerlandistiek.
Inbreng van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie nemen met instemming kennis van de extra structurele inzet
van € 1 miljoen voor de versterking van internationale neerlandistiek. De Minister
motiveert dat internationale neerlandistiek bijdraagt aan het behoud van de Nederlandse
taal en cultuur wereldwijd. Uitstekend volgens deze leden, want ook als het gaat om
de Nederlandse taal is er geen enkele reden voor een weg-met-ons mentaliteit.
De leden van de BBB-fractie vragen de Minister of hij erop wil toezien dat de uitvoerende
partijen met het investeringsbedrag daadwerkelijk inhoudelijk de neerlandistiek bevorderen.
Dit om te voorkomen dat het geld ongemerkt weglekt naar activiteiten die organisatorisch
en anderszins best nuttig zullen zijn, maar die slechts beperkt bijdragen aan de doelstelling.
Om het ronduit te zeggen, met inachtneming van de Nederlandse cultuur: de leden van
de BBB-fractie willen ook in internationaal verband een nuttige besteding van door
Nederlanders betaald belastinggeld.
II Antwoord/reactie van de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap
Met interesse heb ik kennisgenomen van de vragen van de CDA-, PvdA en de GroenLinks,-
en BBB-fracties. Ik dank de fracties voor hun inbreng. De antwoorden houden dezelfde
volgorde aan zoals in de inbreng van de fracties. De antwoorden zijn cursief gedrukt.
Door de antwoorden hopen wij tevens de Kamer voldoende te hebben geïnformeerd over
de stand van zaken, zoals toegezegd in de Kamerbrief.
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de uitwerking
van het amendement versterking internationale neerlandistiek van de leden Van der
Molen en Van der Woude, waarmee extra structurele inzet van € 1 miljoen beschikbaar
komt7. Deze leden zijn verheugd over deze extra middelen en de invulling hiervan, waardoor
ervoor gezorgd kan worden dat het Nederlands aangeboden kan blijven worden in andere
landen. Zij hebben tevens nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat de Minister voornemens is om de uitvoering van
het investeren in menskracht, onderzoek en kennisdeling via de IVN8 te laten verlopen. Kan de Minister aangeven wat de stand van zaken hiervan is?
Het voorstel in de Kamerbrief over de versterking internationale neerlandistiek bevat
drie actielijnen, te weten: investeren in menskracht, investeren in studenten en het
versterken van initiatieven in het buitenland.
Investeren in menskracht – € 600.000
De Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (IVN) heeft van OCW informatie ontvangen
over het indienen van de subsidieaanvraag en zal voor 1 oktober aanstaande een instellingssubsidieaanvraag
doen bij OCW. Daarnaast zal IVN te maken hebben met aanloopkosten om de activiteiten
te ondernemen die voortvloeien uit de subsidie.
Hiervoor zal IVN een eenmalige projectsubsidie aanvragen bij OCW. Dit zal parallel
lopen aan de aanvraag voor de instellingssubsidie voor 2024. Beide aanvragen moeten
voor 1 oktober zijn ingediend.
Het is niet mogelijk om in 2023 al geld uit te geven aan het uitzenden van docenten
of ander personeel. De procedures voor aanmelden, selectie en uitzenden moeten zorgvuldig
ontworpen worden en rekening houden met juridische en arbeidsrechtelijke aspecten.
Vanaf 2024 zal IVN elk jaar een nieuwe aanvraag doen voor de instellingssubsidie voor
het opvolgende jaar.
Investeren in studenten – € 300.000
Met beurzen krijgen buitenlandse studenten neerlandistiek de mogelijkheid om een deel
van hun studie aan een afdeling Nederlands van een Nederlandse universiteit te volgen.
Het bedrag kan in 2023 niet worden uitgegeven, omdat er nog geen beurzenprogramma
hiervoor is. Er wordt onderzocht hoe dit beurzenprogramma kan worden opgenomen in
het integrale OCW-beurzenprogramma, waar nu de verkenning voor plaatsvindt. Het beoogde
integrale beurzenprogramma wil antwoord geven op de behoefte aan meer gebalanceerde
mobiliteit, door middel van een gericht programma gebaseerd op een aantal prioritaire
thema’s en domeinen, voor studenten en onderzoekers. De bedoeling is een integrale
systematiek voor beurzen vanuit OCW en een efficiënte uitvoering hiervan. Het is mijn
streven om, afhankelijk van het verdere verloop van het opzetten van een integraal
OCW-beurzenprogramma, het mogelijk te maken dat er in 2024 aanspraak kan worden gemaakt
op deze beurzen.
Versterken van initiatieven in het buitenland – € 100.000
Dit geld is bedoeld voor netwerken in het buitenland van de attachés voor onderwijs
en wetenschap (OWA’s)9 op de Nederlandse ambassades. In verband met het korte tijdspad om nog activiteiten
uit te voeren in 2023 zullen niet alle OWA’s dit jaar een activiteit kunnen organiseren,
dan wel bijdragen aan een activiteit ter versterking van de internationale neerlandistiek.
Het bedrag zal in 2023 dus niet geheel worden uitgegeven, al zijn er voorstellen gedaan
door OWA’s voor ongeveer 70% van het beschikbare geld voor 2023. Hier zal een gebalanceerde
keuze in worden gemaakt. De IVN heeft laten weten aan OCW dat deze voorgestelde activiteiten
door de OWA’s bijdragen aan internationale neerlandistiek.
Het extra budget zal in 2024 en verder naast het regulier budget meelopen in de werkplannen
van de OWA’s en specifiek beschikbaar zijn voor de versterking van internationale
neerlandistiek.
De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister kan aangeven wat de hoogte van de
beurs wordt voor studenten internationale neerlandistiek die een deel van hun studie
aan een afdeling Nederlands van een Nederlandse universiteit gaan volgen. Kan de Minister
hierbij tevens aangeven welke rol de universiteiten hebben bij deze studenten om ook
studentenhuisvestiging te regelen?
De hoogte van de beurs evenals de rol van de universiteiten in het beurzenprogramma
zijn onderdeel van de verdere uitwerking die volgt na de verkenning. De uitwerking
gaat verder in op hoe dit beurzenprogramma kan worden opgenomen in het integrale OCW-beurzenprogramma.
Daarnaast committeren universiteiten zich aan de afspraken omtrent huisvesting die
zijn gemaakt in het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022–2030, de Gedragscode
Internationale Student Hoger Onderwijs en het Bestuursakkoord 2022 hoger onderwijs
en wetenschap. Deze afspraken gaan onder meer over informatievoorziening en voorlichting
vanuit de universiteiten aan internationale studenten.
De leden van de CDA-fractie vragen in welke landen de Minister voornemens is om via
de netwerken van de attaches voor onderwijs en wetenschap initiatieven te stimuleren.
Op welke wijze wordt IVN hierbij betrokken om de internationale neerlandistiek echt
te versterken?
De OWA’s stimuleren initiatieven in de landen waar de OWA’s gestationeerd zijn. OCW
bespreekt de initiatieven met de IVN om te beoordelen of deze initiatieven daadwerkelijk
ten goede komen aan internationale neerlandistiek. IVN kan ook zelf voorstellen doen
voor initiatieven bij de OWA’s.
De leden van de CDA-fractie constateren dat met dit voorstel een deel van de vragen
in het actieplan voor de neerlandistiek wordt gerealiseerd. Bestaat de intentie om
ook voor de andere actiepunten beleid te ontwikkelen?
De acties zoals geformuleerd in het actieplan voor de neerlandistiek zijn bedoeld
om in brede zin en gezamenlijk met alle relevante partijen te werken aan een toekomstgerichte
neerlandistiek. De samenwerking in het Nederlandse taalgebied met Vlaamse en Surinaamse
overheden, de Taalunie, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en organisaties zoals
de IVN is daarbij belangrijk, evenals de inzet van het veld, zoals Neerlandici, leraren
Nederlands, journalisten, schrijvers en kunstenaars.
Ik onderschrijf het grote belang van de neerlandistiek voor de maatschappij, economie
en wetenschap en span me daar dan ook in brede zin voor in. Denk bijvoorbeeld aan
de recente investeringen die ik met de sectorplannen in de Talen en Culturen doe en
daarmee in de neerlandistiek, of hoe ik met het wetsvoorstel Internationalisering
in Balans onder andere beoog de taalvaardigheid in het Nederlands te bevorderen bij
zowel Nederlandse als internationale studenten. Met dergelijke maatregelen en inspanningen
door het veld zelf wordt een waardevolle bijdrage geleverd aan versterking van de
neerlandistiek in den brede. Ik heb daarom geen intentie om voor alle separate actiepunten
uit het actieplan nieuw beleid te ontwikkelen.
Tot slot vragen de leden van de CDA-fractie of de Vlaamse collega’s van de Minister
ook van plan zijn om beleid te ontwikkelen voor de verdere ondersteuning van de internationale
neerlandistiek.
Het Comité van Ministers van de Taalunie onderstreept in gezamenlijkheid het belang
van de internationale neerlandistiek. Om die reden dragen de Vlaamse collega’s ook
bij aan het Impulstraject voor de Internationale Neerlandistiek. Nieuwe plannen zijn
mij niet bekend.
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie
De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen
van de onderhavige brief. Deze leden onderschrijven het belang van aanbod van neerlandistiek
in andere landen en hebben dan ook in 2022 voor het amendement van de leden Van der
Molen en Van der Woude gestemd dat een structurele investering in de internationale
neerlandistiek infrastructuur mogelijk maakte10.
De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie zijn benieuwd hoe de Minister
zich inspant om in bredere zin het vakgebied Nederlands te versterken en de instroom
bij opleidingen Nederlands te vergroten. In de Kamer is daarvoor van verschillende
kanten gepleit (zie daarvoor bijvoorbeeld de moties van de leden Van der Molen en
Westerveld voor het inventariseren van wat financieel mogelijk is om de vijf opleidingen
Nederlands te handhaven11 en van de leden Van der Molen en Westerveld over een plan om de instroom in opleidingen
Nederlands te vergroten12).
In de afgelopen jaren zijn door diverse partijen acties ondernomen om de geesteswetenschappen,
waar de talen onderdeel van zijn, aantrekkelijker te maken. Zo profiteert de neerlandistiek
van de landelijke programma’s die worden georganiseerd in het kader van het sectorplan
Duurzame Geesteswetenschappen, waarvoor sinds 2009 (structurele) middelen beschikbaar
zijn gesteld via de rijksbijdrage van de betrokken universiteiten (in 2023 € 20 miljoen).
Voorbeelden hiervan zijn het programma Masterlanguage, waarin gezamenlijk masteronderwijs
wordt gegeven aan studenten in de talenopleidingen, en georganiseerde campagnes om
aankomende studenten te enthousiasmeren voor de talenopleidingen.
Daarnaast wordt sinds 2021 voor een periode van vier jaar € 1,5 miljoen per jaar beschikbaar
gesteld ten behoeve van versterking en het toekomstbestendiger maken van de bachelor-
en masteropleidingen gericht op de neerlandistiek. Dit naar aanleiding van het amendement
van Westerveld en Van der Molen. Dit bedrag wordt verdeeld over de vijf bestaande,
volwaardige vestigingen neerlandistiek met een bachelor en een of meer op de neerlandistiek
gerichte masters. De middelen worden door de betreffende instellingen ingezet voor
versterking op lokaal niveau en samenwerking tussen de instellingen om de opleidingen
gezamenlijk te versterken. Denk daarbij aan versterking van het Nederlands in het
middelbaar onderwijs door de inzet van de zogeheten Teachers in Residence en het organiseren
van landelijke «Neerlandistiekdagen» voor werkveld en academische Neerlandici.
Verder investeer ik € 200 miljoen per jaar in de sectorplannen in het wo, waarmee
onder andere een gerichte investering in de Talen & Culturen wordt gedaan, ten behoeve
van meer samenwerking en profilering binnen deze opleidingen. De vijf vestigingen
neerlandistiek werken in dit kader momenteel gezamenlijk verder aan hun langetermijnvisie
voor de neerlandistiek, gericht op het toekomstbestendig maken van de opleidingen
en disciplines. Dit doen zij in nauw contact met de twee instellingen die een (educatieve)
masteropleiding neerlandistiek aanbieden. Ook wordt door de instellingen middels de
sectorplannen ingezet op inbedding van talige expertise in andere, groeiende brede
opleidingen en verbreding van de toegang tot de lerarenopleiding, waarmee een substantieel
groter potentieel aan leraren Nederlands kan worden gecreëerd. Zo wordt eveneens geborgd
dat er voldoende taalspecifiek aanbod beschikbaar blijft en bouwen de instellingen
gezamenlijk voort op de inzet van de eerder toegekende middelen.
De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie lezen dat de middelen voor de
versterking van internationale neerlandistiek gaan naar ondersteuners taalverwerving,
uitzending van universitaire docenten, fellowships, gastleerstoelen, beurzen voor
buitenlandse studenten neerlandistiek om ook aan een Nederlandse universiteit een
deel van hun studie te laten doen en netwerken in het buitenland. Nu de Minister over
deze besteding heeft besloten na overleg met betrokken organisaties, heeft dit de
steun van deze leden.
De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie zijn wel benieuwd naar de precieze
invulling van de door de Minister geschetste actielijnen. Welke concrete acties zijn
bij de drie actielijnen met de daarvoor gereserveerde middelen te verwachten? Geven
de genoemde actielijnen betrokken universiteiten, organisaties en betrokkenen naar
het oordeel van de Minister voldoende richting? Deze leden vragen bovendien waarop
genoemde personen en organisaties uiteindelijk in de voorgenomen evaluatie worden
beoordeeld.
De exacte acties voor de lijn investeren in menskracht zijn: ondersteuners taalverwerving,
uitzending van universitaire docenten, fellowships, gastleerstoelen. De details voor
de uitvoering worden op dit moment door de IVN ontwikkeld. De hoogte van de beurs
evenals de rol van de universiteiten in het beurzenprogramma zijn onderdeel van de
verdere uitwerking. Bij de uitwerking past ook de vraag hoe dit beurzenprogramma wordt
opgenomen in het integrale OCW-beurzenprogramma. De derde actielijn betreft initiatieven
en activiteiten (of bijdragen aan een activiteit) ter versterking van de internationale
neerlandistiek. Voorbeelden van activiteiten vanuit de OWA’s:
– Dag van het Nederlands, met activiteiten zoals filmvertoningen, creatieve workshops
en voorlezen
– Nederlandse taal filmfestival
– Lezingen van Nederlandse schrijvers
– Studentdebatten over internationale neerlandistiek
De invulling van de evaluatie moet nog vorm krijgen maar van belang is de vraag of
voorgenomen activiteiten daadwerkelijk bijdragen en effectief zijn.
De leden van de PvdA-fractie en de GroenLinks-fractie constateren dat na twee jaar
een evaluatie van de behaalde resultaten plaatsvindt. Nu wordt er bij wetsvoorstellen
meestal een langere evaluatietermijn gehanteerd. Kan de Minister toelichten op grond
van welke overwegingen hij in dit geval heeft gekozen voor deze evaluatietermijn?
Wordt deze structurele investering wellicht minder structureel dan men anders bedoelt
met het begrip structureel? Deze leden vragen tot slot of bij de evaluatie expliciet
zal worden onderzocht in hoeverre het beschikbare budget past bij het in de brief
geschetste ambitieniveau via de drie actielijnen voor de beoogde versterking van internationale
neerlandistiek.
De evaluatie is nodig om tijdig bij te sturen indien nodig in de voorgenomen activiteiten.
Het bedrag zelf is geen onderdeel van de evaluatie. Van belang is de vraag of voorgenomen
activiteiten daadwerkelijk bijdragen en effectief zijn. De investering is structureel
en het bedrag niet afhankelijk van de evaluatie.
Inbreng van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie nemen met instemming kennis van de extra structurele inzet
van € 1 miljoen voor de versterking van internationale neerlandistiek. De Minister
motiveert dat internationale neerlandistiek bijdraagt aan het behoud van de Nederlandse
taal en cultuur wereldwijd. Uitstekend volgens deze leden, want ook als het gaat om
de Nederlandse taal is er geen enkele reden voor een weg-met-ons mentaliteit.
De leden van de BBB-fractie vragen de Minister of hij erop wil toezien dat de uitvoerende
partijen met het investeringsbedrag daadwerkelijk inhoudelijk de neerlandistiek bevorderen.
Dit om te voorkomen dat het geld ongemerkt weglekt naar activiteiten die organisatorisch
en anderszins best nuttig zullen zijn, maar die slechts beperkt bijdragen aan de doelstelling.
Om het ronduit te zeggen, met inachtneming van de Nederlandse cultuur: de leden van
de BBB-fractie willen ook in internationaal verband een nuttige besteding van door
Nederlanders betaald belastinggeld.
Ik zal inderdaad scherp toezien dat de uitvoerende partijen met het investeringsbedrag
daadwerkelijk inhoudelijk de neerlandistiek bevorderen. De eerder genoemde evaluatie
zal zeker scherp letten op nuttige besteding en het voorkomen van lekken van geld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M.H.M. Huls, adjunct-griffier