Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Ginneken over het rapport 'Parkeerbeleid als stuurmiddel voor woon-werkverkeer'
Vragen van het lid Van Ginneken (D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het rapport «Parkeerbeleid als stuurmiddel voor woon-werkverkeer» (ingezonden 29 september 2023).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 17 oktober
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «Parkeerbeleid als stuurmiddel voor woon-werkverkeer»
dat is uitgevoerd in opdracht van IenW?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Waarom is dit rapport niet met de Kamer gedeeld?
Antwoord 2
Het eindrapport is in 2019 gepubliceerd op de website van de rijksoverheid. Er was
toen geen aanleiding om dit onderzoeksrapport ook actief naar de Kamer te sturen.
Vanwege de veelheid aan onderzoeken wordt immers niet elk gepubliceerd rapport actief
naar de Kamer verstuurd. Hiervoor moet een concrete aanleiding zijn, bijvoorbeeld
in verband met correspondentie met de Kamer of het belang om de Kamer actief te informeren.
Vraag 3
Wat is er op het ministerie gedaan met dit rapport sinds het is opgeleverd?
Antwoord 3
De publicatie is actief gedeeld met gemeenten. Ook is via vakliteratuur voor gemeenten
(zoals verkeerskunde, parkeer24) destijds het rapport onder de aandacht gebracht.
Vraag 4
Is dit rapport verstuurd aan gemeenten zodat zij hun parkeerbeleid geïnformeerd kunnen
vormgeven?
Antwoord 4
Ja. Sinds de publicatie is dit rapport regelmatig opgestuurd naar gemeenten. Daarbij
is in gesprekken met zowel individuele gemeenten als met koepels gesproken over de
bevindingen in het rapport.
Vraag 5
Hoe reageert u op de conclusie dat het toepassen van normerend en beprijzend parkeerbeleid
in steden het autogebruik van en naar die steden met 30% kan verlagen?
Antwoord 5
Het is aan gemeenten en bedrijven om te bepalen welke keuzes worden gemaakt in het
parkeerbeleid. Het rapport laat zien dat parkeerbeleid door gemeenten en bedrijven
veel invloed heeft op de reiskeuzes van mensen. Vanzelfsprekend is dat effect bij
frequente reizen zoals woon-werkverkeer groter. Zoals uit recent onderzoek van het
Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid2 blijkt, wordt dit middel door veel gemeenten al veelvuldig ingezet.
Vraag 6
Hoe reageert u op de conclusie dat normerend en beprijzend parkeerbeleid landelijk
kosten kan besparen op aanleg van infrastructuur?
Antwoord 6
Een toekomstbestendige aanpak op het gebied van mobiliteit vraagt om een effectieve
mix van maatregelen met samenhangende inzet vanuit het Rijk en de partners: in de
infrastructuur, in het voertuig, in de ruimtelijke ontwikkeling en in (keuze)gedrag.
Gemeenten en bedrijven zijn verantwoordelijk voor het parkeerbeleid. Zij kennen de
specifieke omstandigheden en kunnen zo het parkeerbeleid inrichten op de wensen van
de bewoners, werknemers en duurzame verstedelijking.
Vraag 7
Bent u van plan om vanwege die potentiële besparing en/of andere doelen gemeenten
actief te stimuleren om normerend en beprijzend parkeerbeleid in te zetten?
Antwoord 7
Nee, het is de beleidsverantwoordelijkheid van gemeenten om op het gebied van parkeerbeleid
eigenstandige keuzes te maken. Ook is het belangrijk dat reizigers die afhankelijk
zijn van de auto hiertoe de mogelijkheid behouden. Nabijheid van werk, onderwijs en
voorzieningen en het beschikbare aanbod aan mobiliteitsopties varieert immers per
gebied en reiziger. Dit vraagt om gedifferentieerd parkeerbeleid dat naast gemeentelijke
doelstellingen ook is afgestemd op de kenmerken van de wijk en de behoefte van de
bewoners.
Daarbij breng ik graag in herinnering dat de Kamer de regering heeft verzocht om juist
zorg te dragen voor het realiseren van voldoende parkeerplaatsen bij het realiseren
van woningen3.
Vraag 8
Kunt u vervolgonderzoek laten doen naar de openstaande beleidsvragen zoals die geformuleerd
staan, waaronder de rol van parkeerbeleid op de doelstelling om 200.000 mensen uit
de auto te krijgen?
Antwoord 8
In 2022 heeft reeds onderzoek plaatsgevonden naar de kwantitatieve impact van gedragsmaatregelen,
waaronder parkeerbeleid bij gemeenten en werkgevers, op mobiliteit en Brede Welvaart4.
Verdere kennisontwikkeling op het gebied van parkeren vindt tevens plaats via het
kennisinstituut CROW, waar IenW een actieve bijdrage aan levert. Een concreet voorbeeld
van deze invulling is het kennisprogramma hubs en parkeren van het CROW waarmee gemeenten
met gerichte adviezen worden ondersteund.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.