Verslag van een schriftelijk overleg : Antwoorden op vragen commissie over het fiche: Verordening tariefbehandeling en afschaffing vrijstelling douanerechten (Kamerstuk 22112-3727)
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3806
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 18 oktober 2023
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Staatssecretaris van Financiën over de brief van 30 juni 2023 over het Fiche:
Verordening tariefbehandeling en afschaffing vrijstelling douanerechten (Kamerstuk
22 112, nr. 3727).
De vragen en opmerkingen zijn op 6 september 2023 aan de Staatssecretaris van Financiën
voorgelegd. Bij brief van 16 oktober 2023 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Tielen
De griffier van de commissie, Weeber
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het fiche over de Verordening
tariefbehandeling en afschaffing vrijstelling douanerechten en hebben enkele vragen
en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie vragen wat de nationale beleidsruimte is in het voorliggend
voorstel. Op welke wijze is het kabinet van plan hier eventueel invulling aan te geven
en verder te gaan dan vanuit het voorstel nodig is?
De leden van de VVD-fractie vragen of is getoetst op welke wijze het voorliggende
voorstel uitvoerbaar is voor ondernemers. Is overleg gevoerd met de belanghebbenden?
Wat waren de conclusies uit die gesprekken? Indien er nog geen overleg geweest, is
het kabinet dan nog van plan in overleg te treden?
De leden van de VVD-fractie vragen of het kabinet de impact op het gelijke speelveld
tussen traditionele handel en e-commerce nader kan toelichten. Kan een lijst worden
gegeven van waar vandaag de meeste zendingen komen die nu nog vallen onder de vrijstelling?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige fiche en hebben
hier enkele vragen over.
De leden van de PVV-fractie verzoeken het kabinet om aan te geven of er inmiddels
duidelijkheid is of het voorstel daadwerkelijk leidt tot het terugdringen van fraudegevallen
en het verlagen van administratieve lasten. Voorts vernemen deze leden graag of de
Europese Commissie inmiddels heeft toegelicht wat de concrete toegevoegde waarde is
van de forfaitaire tarieven ten opzichte van de gecombineerde nomenclatuur en hoe
omgegaan wordt met goederen die vrij zijn van rechten.
De leden van de PVV-fractie constateren dat het kabinet in het fiche aangeeft dat
het voorstel, in samenhang met het voorstel van de Commissie voor een nieuw Douanewetboek
van de Unie, een grote impact heeft op de uitvoering waaronder het ontwerp en de inrichting
van de processen en de IT-systemen. Kan het kabinet specifieker de impact op de (prioritering)
van de huidige IV-portefeuille uitwerken, al dan niet in de door het kabinet aangehaalde
zogenoemde quickscan?
II. Reactie van de bewindspersoon
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vragen wat de nationale beleidsruimte is in het voorliggend
voorstel. Op welke wijze is het kabinet van plan hier eventueel invulling aan te geven
en verder te gaan dan vanuit het voorstel nodig is?
Zowel het schrappen van de vrijstelling van douanerechten voor zendingen onder de
150 euro, als de mogelijkheid om forfaitaire tarieven te hanteren bij afstandsverkopen,
zijn gebaseerd op artikel 31 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie (VWEU). In dit artikel is bepaald dat de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief
door de Raad worden vastgesteld op voorstel van de Commissie. Dit is een exclusieve
bevoegdheid van de Raad. Er is hier dus geen sprake van nationale beleidsruimte. De
lidstaten beslissen gezamenlijk voor de gehele EU.
De leden van de VVD-fractie vragen of is getoetst op welke wijze het voorliggende
voorstel uitvoerbaar is voor ondernemers. Is overleg gevoerd met de belanghebbenden?
Wat waren de conclusies uit die gesprekken? Indien er nog geen overleg geweest, is
het kabinet dan nog van plan in overleg te treden?
In een daartoe speciaal opgerichte werkgroep van het Overleg Douane Bedrijfsleven
(ODB) wordt periodiek met het bedrijfsleven gesproken over het complete pakket omtrent
de herziening van het douanewetboek voor de Unie. In deze werkgroep wordt onder andere
gesproken over de standpunten van het bedrijfsleven omtrent de uitvoerbaarheid van
de voorstellen van de Commissie. Omdat de herziening van het douanewetboek van de
Unie een omvangrijk pakket betreft en de voornaamste wijzigingen voor het bedrijfsleven
in het voorstel tot herziening van het Douanewetboek van de Unie staan, is dit Commissievoorstel
als eerst in de werkgroep besproken. Het voorstel met betrekking tot het wijzigen
van tariefbehandeling en het afschaffen van de vrijstelling douanerechten is nog niet
besproken in de werkgroep van het ODB. Dit zal binnenkort gebeuren.
De leden van de VVD-fractie vragen of het kabinet de impact op het gelijke speelveld
tussen traditionele handel en e-commerce nader kan toelichten. Kan een lijst worden
gegeven van waar vandaag de meeste zendingen komen die nu nog vallen onder de vrijstelling?
Zendingen met een intrinsieke waarde onder 150 euro betreffen in vrijwel alle gevallen
e-commercezendingen. Deze zendingen zijn nu vrijgesteld van invoerrechten als deze
rechtstreeks door een bedrijf in een derde land aan een geadresseerde in de EU worden
gezonden. Dit betekent dat deze e-commerce-aankopen een voordeel genieten ten opzichte
van producten die in bulk worden geïmporteerd (deze zijn niet vrijgesteld van invoerrechten),
en via detailhandelaren worden aangekocht en in de EU verkocht. Met de afschaffing
van deze vrijstelling vervalt dit voordeel en wordt bijgedragen aan een gelijker speelveld
tussen de e-commerce handel en de meer traditionele handel.
Het overgrote deel van de zendingen die nu onder de vrijstelling vallen komt uit China.
Daarnaast komen relatief veel zendingen onder de vrijstelling uit het Verenigd Koninkrijk.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie verzoeken het kabinet om aan te geven of er inmiddels
duidelijkheid is of het voorstel daadwerkelijk leidt tot het terugdringen van fraudegevallen
en het verlagen van administratieve lasten. Voorts vernemen deze leden graag of de
Europese Commissie inmiddels heeft toegelicht wat de concrete toegevoegde waarde is
van de forfaitaire tarieven ten opzichte van de gecombineerde nomenclatuur en hoe
omgegaan wordt met goederen die vrij zijn van rechten.
De Commissie is van mening dat de vrijstelling van douanerechten voor goederen tot
150 euro heeft geleid tot systematisch misbruik door zendingen te onderwaarderen en
te splitsen. Volgens een in 2016 door Copenhagen Economics uitgevoerde studie is ongeveer
65% van de e-commercezendingen ondergewaardeerd. Met dit voorstel kan slechts deels
worden bijgedragen aan het terugdringen van fraudegevallen met te lage waardebepalingen
en het kunstmatig opknippen van zendingen. Een lagere waardebepaling van een zending
blijft immers leiden tot lagere invoerrechten, de prikkel om te frauderen neemt alleen
af om voor zendingen de waardebepalingen net onder de 150 euro te brengen.
De controle door de douane op de aangegeven waarde blijft dan ook belangrijk.
Het kabinet heeft vragen aan de Commissie gesteld over de wijze waarop het voorstel
moet leiden tot lagere administratieve lasten voor het bedrijfsleven, wat de concrete
toegevoegde waarde is van de forfaitaire tarieven ten opzichte van de gecombineerde
nomenclatuur en hoe wordt omgegaan met goederen die vrij zijn van rechten. Het kabinet
is nog in afwachting van de schriftelijke beantwoording door de Commissie.
De leden van de PVV-fractie constateren dat het kabinet in het fiche aangeeft dat het
voorstel, in samenhang met het voorstel van de Commissie voor een nieuw Douanewetboek
van de Unie, een grote impact heeft op de uitvoering waaronder het ontwerp en de inrichting
van de processen en de IT-systemen. Kan het kabinet specifieker de impact op de (prioritering)
van de huidige IV-portefeuille uitwerken, al dan niet in de door het kabinet aangehaalde
zogenoemde quickscan?
De vormgeving van de hervorming van de douane-unie is met betrekking tot sommige onderwerpen
nog op een zodanig abstract niveau dat de impact nog niet goed kan worden ingeschat.
Onderdeel van de voorstellen voor de herziening van het Douanewetboek voor de Unie
is bijvoorbeeld de oprichting van een Datahub. Hoe deze technisch zal worden vormgegeven,
en wat dat betekent voor de ontwikkeling van de Nederlandse IT-systemen, is nog niet
bekend. De Commissie stelt voor dat IT-ontwikkeling meer gezamenlijk door de lidstaten
en de Commissie wordt gedaan, zodat de afzonderlijke lidstaten hier minder werk aan
hebben. Op dit moment kan echter nog geen goede inschatting worden gemaakt van de
impact die dit zal hebben op de IV-portofolio. Het kabinet zet zich ervoor in om hier
meer duidelijkheid over te krijgen en zal bij de verdere uitwerking van de verordening
telkens de uitvoerbaarheid in ogenschouw houden en sturen op realistische implementatietermijnen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
A.H.M. Weeber, griffier