Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op Vragen van de leden De Kort en Koerhuis over het artikel 'Utrecht wil parkeerkosten voor lage inkomens vergoeden, ook als ze geen auto hebben'
Vragen van de leden De Kort en Koerhuis (beiden VVD) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Infrastructuur en Waterstaat over het artikel «Utrecht wil parkeerkosten voor lage inkomens vergoeden, ook als ze geen auto hebben» (ingezonden 29 juni 2023).
Antwoord van Minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) (ontvangen
16 oktober 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3417.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Utrecht wil parkeerkosten voor lage inkomens vergoeden,
ook als ze geen auto hebben»?1
Antwoord 1
Ja, hiermee en ik bekend.
Vraag 2
Bent u van mening dat minimabeleid gericht moet zijn op participatie en het vergemakkelijken
van de stap naar werk? Zo ja, hoe beoordeelt u dan het toekomstige beleid van de gemeente
Utrecht met betrekking tot de houders van de zogeheten U-pas in relatie tot het nieuwe
parkeerbeleid, de verschillen tussen niet-werken en werken worden zo namelijk groter?
Kunt u verklaren hoe het geven van «gratis geld» een duurzame oplossing is om mensen
uit armoede te laten komen?
Antwoord 2
Ik ben van mening dat minimabeleid zich zowel dient te richten op inkomensbescherming
als op participatie en het stimuleren en begeleiden in de stap naar werk. Daarnaast
is het lokale minimabeleid er op gericht om ervoor te zorgen dat huishoudens in de
gemeente in hun levensonderhoud kunnen voorzien, en om te voorkomen dat huishoudens
door het ijs zakken. Via het mobiliteitsbudget op de U-pas is de gemeente Utrecht
van mening dat zij binnen haar bevoegdheid en verantwoordelijkheid een voorziening
biedt om dit doel te bereiken.
Vraag 3
Vindt u het proportioneel dat houders van een zogeheten U-pas een vergoeding krijgen
om de nieuwe regels voor betaald parkeren te kunnen betalen, wetende dat 70% van de
mensen die dit bedrag ontvangen helemaal geen auto hebben?
Antwoord 3
Met het duurder worden van het betaald parkeren in Utrecht, is besloten om de aanschaf
van een parkeervergunning betaalbaar te houden voor minima met een auto. De gemeente
Utrecht heeft geconstateerd dat het wettelijk niet mogelijk is om binnen het minimabeleid
onderscheid te maken tussen mensen met, en mensen zonder een parkeervergunning. Het
mobiliteitsbudget op de U-pas is dus verhoogd voor alle houders van deze pas. Het
betreft hier gemeentelijk beleid dat past binnen de bevoegdheid en verantwoordelijkheid
van de gemeente. Uw vraag of ik het beleid van de gemeente Utrecht proportioneel vind
is daarom niet aan mij om te beantwoorden maar aan de gemeenteraad.
Vraag 4
Vindt u dat het generiek verzwaren van de lasten voor autobezitters en tegelijkertijd
150 euro uitkeren aan minima zonder auto een vorm van herverdeling is? Zo ja, gaat
u hier op handhaven? Zo nee, waarom vindt u dit niet?
Antwoord 4
In het Coalitieakkoord 2021–2025 Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst
heeft het inmiddels demissionaire kabinet nog afgesproken om de mogelijkheid voor
een groter eigen belastinggebied voor medeoverheden te betrekken bij het realiseren
van een stabielere financiering en het vergroten van hun autonomie. Daarbij behoort
zowel het parkeerbeleid als het minimabeleid van de gemeente Utrecht tot de bevoegdheid
en verantwoordelijkheid van de gemeente, dus van handhaving vanuit het kabinet zal
geen sprake zijn.
Vraag 5
Vindt u dat het invoeren van betaald parkeren voor alle Utrechters en tegelijkertijd
bijstandsgerechtigden en andere minima zonder auto «compenseren» met een uitkering
een verkapte vorm van inkomenspolitiek is? Zo ja, wat gaat u eraan doen om dit tegen
te gaan? Zo niet, kunt u dat nader verklaren?
Antwoord 5
De gemeente Utrecht heeft haar milieu- en parkeerbeleid vorm willen geven door betaald
parkeren in de hele stad in te voeren. Dat past binnen de bevoegdheid en verantwoordelijkheid
van de gemeente. Tegelijkertijd heeft de gemeente Utrecht haar inwoners de optie willen
bieden om voor deze hogere kosten middels het verhoogde mobiliteitsbudget op de U-pas
gecompenseerd te worden. Het is voor de gemeente Utrecht juridisch niet mogelijk geweest
om hierbij een onderscheid te maken tussen mensen met en mensen zonder een parkeervergunning
en een minimuminkomen. Om deze groep toch te kunnen bereiken heeft men het mobiliteitsbudget
op de U-pas verhoogd. Dit zie ik niet als inkomenspolitiek, maar als compensatie voor
op een ander beleidsterrein ingevoerd beleid met ongewenste effecten voor kwetsbare
mensen in de gemeente.
Kwijtschelding van lokale belastingen, waarbij gemeenten inkomens- en vermogensgrenzen
hanteren, wordt evenmin beschouwd als inkomenspolitiek.
Vraag 6
Telt het bedrag van 150 euro dat de autoloze bijstandsgerechtigden van de gemeente
Utrecht ontvangen mee met het maximale bedrag dat men aan giften mag ontvangen? Zo
ja, bent u in gesprek met de gemeente Utrecht om toe te bezien dat deze limiet gehandhaafd
wordt indien deze door de uitkering overschreden wordt?
Antwoord 6
De gemonetariseerde waarde van lokale voorzieningen zoals de Individuele Inkomenstoeslag,
een collectieve zorgverzekering, of het saldo op een stadspas bestemd voor mensen
met een inkomen op het sociaal minimum telt niet mee als belastbaar inkomen en beschouwt
de wetgever niet als een «gift» in de definitie van de Participatiewet. Het is aan
de gemeente om de inkomensgrens te bepalen tot wanneer mensen met een inkomen op het
sociaal minimum voor deze lokale voorziening in aanmerking komen.
Vraag 7
Vreest u voor een groeiende precedentwerking van gemeenten die herverdelende maatregelen
treffen? Vindt u dit een correcte invulling van de gemeentelijke bevoegdheden van
de huidige participatiewet? Zo niet, kunt u dat nader verklaren?
Antwoord 7
Nee, daar vrees ik niet voor. Veel gemeenten hebben al regelingen die de bestaanszekerheid
van minima moeten bevorderen en zij hebben bij de bepaling daarvan veel vrijheid.
Daarnaast is de U-pas een reeds bestaande regeling van de gemeente Utrecht. Het betreft
hier slechts een aanpassing in de hoogte van het mobiliteitsbudget. De maatregelen
zijn niet in strijd met de Participatiewet. Voor zowel het parkeerbeleid als voor
het minimabeleid van de gemeente Utrecht geldt dat beide tot de bevoegdheid en verantwoordelijkheid
vallen van de gemeente Utrecht.
Vraag 8
Hoe beoordeelt u het besluit van de gemeente Utrecht om in heel de stad betaald parkeren
in te voeren?
Antwoord 8
Het valt binnen de bevoegdheid van gemeenten om op het gebied van parkeerbeleid eigenstandige
afwegingen en keuzes te maken.
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat het invoeren van betaald parkeren ook negatieve gevolgen
kan hebben op de bewegingsvrijheid van inwoners?
Antwoord 9
Ik deel uw zienswijze. Omdat het invoeren van betaald parkeren invloed kan hebben
op de bewegingsvrijheid van bewoners, heeft de gemeente Utrecht ervoor gekozen om
het mobiliteitsbudget van de U-pas te verhogen, en betaald parkeren daarmee ook voor
sociale minima betaalbaar te houden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.