Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuik en Slootweg over het bericht 'Telegram treedt niet effectief op tegen op grote schaal delen van contactgegevens en naaktfoto’s van vrouwen'
Vragen van de leden Kuik en Slootweg (beiden CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Telegram treedt niet effectief op tegen op grote schaal delen van contactgegevens en naaktfoto’s van vrouwen» (ingezonden 5 september 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 11 oktober
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 74.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Telegram treedt niet effectief op tegen op grote schaal
delen van contactgegevens en naaktfoto’s van vrouwen»?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik bekend mee.
Vraag 2
Hoe ernstig neemt u het feit dat per dag meer dan 10.000 berichten verschijnen op
het platform Telegram waarin met name sprake is van vrouwenhaat?
Antwoord 2
Dit feit neem ik heel serieus. Het ongevraagd delen van naaktbeelden en privégegevens
via deze groepen, waarbij vaak jongeren betrokken zijn, is onaanvaardbaar. Uit slachtofferverhalen,
zoals van vrouwen die hierover in de media hun verhaal durven te vertellen, is bekend
dat de impact van dit «exposen» enorm kan zijn. Slachtoffers ondervinden gevoelens
van schaamte en machteloosheid, komen in sociaal isolement terecht en ontwikkelen
in het ergste geval suïcidale gedachten.2 De doorwerking van online gebeurtenissen op de offline leefwereld dient daarom niet
te worden onderschat. Het baart mij dan ook zorgen welke sociale omgangsvormen en
opvattingen deelnemers aan deze groepen kennelijk voorstaan. De schaal en snelheid
waarop gelijkgestemden elkaar via Telegram weten te vinden in het delen van dit soort
privacyschendingen, is verontrustend.
Vraag 3
Hoe duidt u het fenomeen van «exposegroepen», waar met name meisjes en vrouwen met
een migratieachtergrond slachtoffer van zijn?
Antwoord 3
Sociale media bieden een middel voor mensen om zich te laten zien aan anderen. «Exposegroepen»
zijn een uitwas van deze ontwikkeling: het gaat in deze groepen om het in brede kring
verspreiden van naaktfoto’s die ofwel in vertrouwen zijn gedeeld of heimelijk vervaardigd
zijn. Zoals gezegd, kunnen dergelijke acties een grote weerslag hebben op degene wiens
foto, video, of andere privégegevens gedeeld worden. Hierbij is het van belang om
extra aandacht te hebben voor personen in extra kwetsbare situaties. Denk bijvoorbeeld
aan meisjes en vrouwen met een migratieachtergrond, personen uit religieuze gemeenschappen,
LHBTIQ+-personen en hulpverleners die gedoxed worden in het kader van de uitoefening
van hun beroep of andere personen waarbij exposen ernstige gevolgen kan hebben voor de (sociale) veiligheid.
Vraag 4
Wat is uw reactie en actie op de lakse houding van Telegram?
Antwoord 4
Het bestaan van exposegroepen op Telegram vind ik uiteraard kwalijk, met name wanneer
deze bij melding niet offline worden gehaald door de betreffende aanbieder. De internetsector
speelt namelijk een belangrijke rol in het veilig houden van de online omgeving en
in het bestrijden van de verspreiding van content die de veiligheid van burgers en
instituties ondermijnt. Omwille van dit belang zet ik in op een goede samenwerking
met de internetsector. Dat neemt niet weg dat er partijen zijn zoals Telegram of X,
waarmee het contact minimaal is en waarbij medewerking in het kader van de zelfregulering
of opsporingsonderzoeken ook te wensen overlaat. Het kabinet verhoogt de inspanningen
om deze partijen op hun verantwoordelijkheden te wijzen, deels met behulp van nieuwe
wetgevende instrumenten, zoals de Verordening Terroristische Online Inhoud3 en de Digital Services Act (DSA).4 Over de ontwerp Verordening ter voorkoming en bestrijding van seksueel kindermisbruik
wordt nog onderhandeld. Deze drie verordeningen dienen ertoe om tussenhandeldiensten
meer verplichtingen op te leggen als het gaat om online content moderatie en zijn
dus belangrijke instrumenten in de aanpak van dit soort inhoud. Daarnaast treed ik
in constante dialoog met verschillende departementen, Openbaar Ministerie, politie
en de verschillende soorten aanbieders in de internetsector. Bijvoorbeeld via de «publiek-private
samenwerking online content moderatie». Juist door de constructieve samenwerking met
de aldaar aanwezige platforms (zoals Meta, TikTok en Snapchat) is de afwezigheid van
partijen als X (voorheen Twitter) en Telegram te betreuren.
Vraag 5
Welke acties kunnen met de huidige wet- en regelgeving worden ondernomen tegen (anonieme)
accounts die deze haat plaatsen?
Antwoord 5
Er zijn voor opsporing en vervolging mogelijkheden om personen die strafbare feiten
plegen te herleiden, bijvoorbeeld door het doen van een vordering tot informatie bij
een tussenhandeldienst of online platform.5 Maar hoewel het mogelijk is om strafrechtelijke vervolging in te zetten, stuit dat
in veel gevallen op technische of juridische bezwaren. De identiteit van een plaatser
bij online strafbare feiten kan in theorie achterhaald worden, maar dit is sterk afhankelijk
van de mate van medewerking van de online aanbieder op wiens service het strafbare
feit zich heeft voorgedaan, en of deze op Nederlands grondgebied gevestigd is. Voor
buitenlandse providers dient gebruik te worden gemaakt van een rechtshulpverzoek,
wat vaak een tijdrovende exercitie is. Nadat iemand geïdentificeerd is, kan deze vervolgens
in sommige gevallen strafrechtelijk vervolgd worden, bijvoorbeeld voor het versturen
van wraakporno of kinderpornografisch materiaal, doxing of afpersing. Het civiele
recht bevat daarnaast mogelijkheden om identificerende gegevens van gebruikers op
te vragen bij tussenpersonen als aannemelijk is dat sprake is van onrechtmatig handelen,
de verzoeker een reëel belang heeft bij verkrijging van de gegevens, er geen minder
ingrijpende mogelijkheid voorhanden is om de gegevens te achterhalen en een belangenafweging
zich hier niet tegen verzet.6
Vraag 6
Welke mogelijkheden hebben de politie en het OM op dit moment om exposegroepen te
blokkeren? Is het volgens u noodzakelijk dat zij meer mogelijkheden krijgen om de
personen achter deze exposegroepen op te sporen? Zo ja, op welke punten zou dat kunnen?
Antwoord 6
Op basis van artikel 125p van het Wetboek van Strafvordering kan de officier van justitie,
na toestemming van de rechter-commissaris, een aanbieder van een communicatiedienst
bevelen om content ontoegankelijk te maken wanneer deze strafbare inhoud bevat. In
2021 is dit gebeurd nadat bedreigingen en opruiingen tegen publieke personen werden
gedeeld via de Telegram-kanalen van De Bataafse Republiek en Bataafse Nieuws.7 Op grond van 125p Sv jo 181 Sv was politie bevoegd, na toestemming van de rechter-commissaris,
om via de telefoon van verdachte de gegevens in drie Telegram-groepen ontoegankelijk
te maken.8
Afgezien van deze uitzonderlijke casus is de politie vaak niet in de positie om Telegramkanalen
te blokkeren. Telegram is een platform dat niet tot slecht in verbinding staat met
de Nederlandse politie. Het indienen van vorderingen in het kader van opsporingsonderzoeken
heeft weinig meerwaarde; Telegram reageert niet op dergelijke vorderingen of bevelen.
Andere Europese landen hebben overeenkomstige ervaringen. De onlangs verdwenen exposegroepen
op Telegram lijken het gevolg van handelen van het platform zelf, of de beheerders
van de exposegroepen.9
Ten aanzien van de opsporing van personen achter accounts bestaan de mogelijkheden
voor politie en openbaar ministerie zoals beschreven bij de beantwoording op vraag
5.
Vraag 7
Kent u het bericht «Telegram haalt Looijkartel offline na haatcampagne tegen Hilversummer»10? Zo ja, welke consistentie is er bij dit en andere platforms om op te treden tegen
onder andere doxing, haat, oproepen tot geweld, wraakporno en kinderporno? Welke consequenties
volgen er als zij niet hun verantwoordelijkheid nemen?
Antwoord 7
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Online platforms zijn vrij om hun eigen gebruikersvoorwaarden op te stellen op basis
van de vrijheid van onderneming en contractsvrijheid, mits deze uiteraard niet in
strijd zijn met wet- en regelgeving. Gebruikersvoorwaarden gaan vaak verder in het
verbieden van online inhoud dan wet- en regelgeving op dit terrein. In de gebruikersvoorwaarden
van zowel YouTube, Snap Inc., TikTok als Meta zijn regels te vinden die doxing, haat,
oproepen tot geweld, wraakporno en kinderporno, intimidatie en cyberpesten verbieden
op het platform. Voor de meeste platforms geldt dat er een lijn te vinden is in de
snelheid en consistentie waarmee zij illegale content verwijderen.
De gebruikersvoorwaarden van Telegram zijn daarentegen veel minder uitgebreid. Wanneer
een gebruiker zich aanmeldt voor Telegram stemt de gebruiker ermee in om de gehele
dienst niet te gebruiken voor het verzenden van spam of om andere gebruikers op te
lichten. Verder is het verboden om geweld te promoten of illegale pornografische inhoud
te plaatsen op openbaar toegankelijke Telegram-kanalen.
Daar waar strafbaar of onrechtmatig materiaal wordt gepubliceerd op platforms richt
mijn aanpak zich op de snelle verwijdering van dit materiaal van het internet.
Vraag 8
Op welke manier kunt en wilt u minderjarige slachtoffers van doxing, haatberichten
en smaadberichten bijstaan en beschermen?
Antwoord 8
Voor alle slachtoffers van online illegaal materiaal staat de mogelijkheid open om
zelfstandig een verwijderverzoek in te dienen bij het betrokken platform. Het platform
is op basis van de DSA verplicht om hierop tijdig en met tekst en uitleg te reageren.11 Daarnaast kunnen slachtoffers uiteraard aangifte doen bij de politie wanneer het
een strafbare uiting betreft.
Naast de inzet van politie en Openbaar Ministerie werk ik aan handelingsperspectieven
voor slachtoffers die te maken krijgen met dit soort online gedragingen. Op dit moment
faciliteert de overheid Meld.Online Discriminatie (MOD), het Meldpunt Kinderporno
en Helpwanted. Bij MOD kunnen slachtoffers van online strafbare discriminatoire content
terecht. Indien hiervan sprake is, wordt door MOD naar de internettussenpersoon bij
wie deze content staat een verwijderverzoek gestuurd. Via het Meldpunt Kinderporno
kan melding worden gedaan van materiaal van online seksueel misbruik van minderjarigen.
Ook dit meldpunt stuurt verwijderverzoeken in het geval van strafbaar materiaal. Helpwanted.nl
is een hulplijn voor online grensoverschrijdend gedrag. Minderjarige slachtoffers
die hiermee te maken hebben, maar ook bijvoorbeeld ouders en docenten, kunnen bij
deze voorziening terecht voor informatie en advies. In het geval van illegale content
kan Helpwanted dit onder de aandacht brengen bij internettussenpersonen met wie zij
goede contacten onderhouden. In samenwerking met Helpwanted wordt momenteel een pilot
uitgevoerd als onderdeel van het voornemen om een laagdrempelige meldvoorziening in
te richten om melders te ondersteunen met informatie, hulp om een verwijderverzoek
in te dienen of doorverwijzing naar een andere partij te faciliteren (zoals 113, politie
of slachtofferhulp bijvoorbeeld). Mocht een internettussenpersoon na ontvangst van
dergelijke meldingen niet overgaan tot ontoegankelijk maken of verwijderen van de
gewraakte content, dan kan het slachtoffer er uiteraard alsnog voor kiezen de zaak
voor te leggen aan een civiele rechter, eventueel ook via een kortgedingprocedure.
Ook zet Helpwanted in op preventie en educatie middels de campagne «Het stopt bij
jou».12 Aanvullend
kunnen slachtoffers terecht bij Slachtofferhulp Nederland. Zij bieden mensen praktische
en juridische hulp en emotionele ondersteuning, maar kunnen ook doorverwijzen naar
andere organisaties. In 2022 heeft Slachtofferhulp Nederland een specifieke campagne
voor shame sexting gedraaid om voor dit onderwerp aandacht te vragen en slachtoffers de helpende hand
te bieden.13
Verder investeer ik in een publiek-private samenwerking waarbinnen de internetsector
en de overheid afspraken maken om samen actief en effectief te kunnen handelen bij
(onder ander seksueel getint) online materiaal dat strafbaar is, schade toebrengt
of maatschappelijke ongewenste effecten met zich meebrengt (zie ook het antwoord op
vraag 4).14
Zoals aangegeven verhoogt het kabinet tevens de inspanningen om deze partijen op hun
verantwoordelijkheden te wijzen, deels met behulp van nieuwe wetgevende instrumenten,
zoals de Verordening Terroristische Online Inhoud15 en de Digital Services Act (DSA).16 Over de ontwerp Verordening ter voorkoming en bestrijding van seksueel kindermisbruik
wordt nog onderhandeld. Deze drie verordeningen dienen ertoe om tussenhandeldiensten
meer verplichtingen op te leggen als het gaat om online content moderatie en zijn
dus belangrijke instrumenten in de aanpak van dit soort inhoud.
Vraag 9
Bent u het met het CDA eens dat ten minste forse boetes moeten volgen als platforms
haat, geweld en strafbare zaken de ruimte geven, zoals bijvoorbeeld eerder Duitsland
en Brazilië hebben gedaan?
Antwoord 9
De huidige regelgeving in Duitsland, de NetzDG, verplicht sociale mediaplatforms met
meer dan 2 miljoen gebruikers om «duidelijk illegale» inhoud binnen 24 uur na melding
te verwijderen en alle illegale inhoud binnen 7 dagen nadat het is geplaatst. Indien
hieraan geen opvolging wordt gegeven, lopen platforms het risico van een boete van
maximaal 50 miljoen euro. Hierbij moet wel aangetekend worden dat deze wetgeving zeer
omstreden is: de wet is zowel nationaal als internationaal bekritiseerd door politici,
mensenrechtengroeperingen, journalisten en academici omdat de wet sociale mediaplatforms
stimuleert om online uitingen snel te verwijderen door strenge deadlines en hoge boetes.17 Ook stimuleert de wet geprivatiseerde handhaving van de vrijheid van meningsuiting
online. De NetzDG zal binnenkort ingetrokken worden omdat de DSA daarvoor in de plaats
treedt. De DSA is namelijk maximumharmonisatie voor wat betreft de verplichtingen
voor tussenhandeldiensten door de EU, waardoor dergelijke nationale wetgeving niet
langer is toegestaan.
Het Braziliaanse wetsvoorstel, Bill 2630, bepaalt dat sociale media, messaging-apps
en zoekplatforms proactiefmoeten optreden om online illegale inhoud tegen te gaan. Bedrijven kunnen een boete
krijgen als ze een rechterlijke beslissing om criminele inhoud te verwijderen niet
opvolgen en kunnen voor de rechter aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt
door inhoud die de wet overtreedt. Ook over dit wetsvoorstel bestaan zorgen over de
implicaties op de vrijheid van meningsuiting, en het is nog onzeker of dit wetsvoorstel
uiteindelijk zal worden aangenomen.18
Ik ben het eens met het CDA dat passende handhaving en boetes moeten volgen wanneer
online platforms haat, geweld en andere strafbare zaken de ruimte geven en hier weet
van hebben. Hiervoor biedt de Digital Services Act straks de mogelijkheid aan nationale
toezichthouders en de Europese Commissie om boetes uit te delen.
Vraag 10
Welke samenwerking op internationaal niveau wordt er nu ingezet om mensenrechten en
fatsoensnormen richting elkaar ook in de digitale wereld als basisvoorwaarden te eisen
voor platforms?
Antwoord 10
Op het niveau van de Raad van Europa en de Verenigde Naties wordt ingezet op het uitdragen
van de principes uit onder andere de DSA in internationale afspraken en gezamenlijke
verklaringen. Een voorbeeld hiervan is de door Nederland geïnitieerde Global Declaration on Information Integrity Online, die onlangs tijdens de Algemene vergadering van de Verenigde Naties is gepresenteerd.
Deze verklaring, ondertekend door een brede coalitie van 28 landen, onderstreept dat
bij het tegengaan van desinformatie en het bevorderen van integere informatie, internationale
mensenrechten de norm moeten zijn. Daarnaast is Nederland een aanjager van de Freedom Online Coalition (FOC). In 2024 zal Nederland voorzitter zijn van deze coalitie van 38 landen. Als voorzitter
heeft Nederland de ambitie om het lidmaatschap van de FOC te verbreden, alsook een
verdiepingsslag te maken in de thematiek die deze coalitie op de internationale agenda
zet. Hieronder valt ook de relatie tussen het respecteren van mensenrechten en (grote)
aanbieders van online diensten.
Vraag 11
In hoeverre biedt de Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal
aanknopingspunten om tegen deze praktijken op te treden? Zou het feit dat het vaak
gaat om besloten groepen een belemmering vormen om een beroep te kunnen doen op deze
wet?
Antwoord 11
De Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal maakt handhaving
door de Autoriteit online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal (ATKM) op
het verwijderen van kinderpornografisch materiaal mogelijk. De ATKM kan aan een binnen
Nederland gevestigde aanbieder van een communicatiedienst een bindende aanwijzing
uitvaardigen om online materiaal van seksueel kindermisbruik binnen korte termijn
ontoegankelijk te maken. Mocht de aanwijzing niet worden opgevolgd, dan kan de aanwijzing
worden afgedwongen door middel van een last onder dwangsom of bestuurlijke boete.
Het moet hierbij dan dus wel gaan om kinderpornografisch beeldmateriaal (artikel 240b
Wetboek van Strafrecht); het wetsvoorstel biedt geen grondslag om op te treden in
het geval van andersoortig materiaal. Mocht een exposegroep bijvoorbeeld naaktbeelden
van een minderjarige gebruiken, dan kan de ATKM handhaven als die beelden niet ontoegankelijk
worden gemaakt. De besloten groepen kunnen een belemmering vormen omdat er doorgaans
geen melding over beeldmateriaal van online seksueel kindermisbruik zal worden gedaan.
Indien die melding er wel is, dan kan de ATKM op basis daarvan optreden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.