Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over schuldhulpverleningsaanbod voor jongeren onder de kindregeling (Kamerstuk 24515-718)
24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting
31 066 Belastingdienst
Nr. 725 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 12 oktober 2023
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Staatssecretaris van Financiën over de brief van 4 juli 2023 over schuldhulpverleningsaanbod
voor jongeren onder de kindregeling (Kamerstukken 24 515 en 31 066, nr. 718).
De vragen en opmerkingen zijn op 26 september 2023 aan de Staatssecretaris van Financiën
voorgelegd. Bij brief van 10 oktober 2023 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Kruithof
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
over het schuldhulpverleningsaanbod voor jongeren onder de kindregeling. Zij danken
de Staatssecretaris voor deze belangrijke stap in de richting van een schuldenvrije
toekomst voor alle jongeren die getekend zijn door het toeslagenschandaal.
De leden van de D66-fractie lezen dat problematische schulden gedefinieerd worden
als saneerbare schulden die niet binnen 36 maanden afbetaald kunnen worden. Zij vinden
dat deze definitie slecht aansluit bij de Wet schuldsanering natuurlijke personen
(WSNP) en de Minnelijke schuldregeling natuurlijke personen (MSNP), waarin de aflostermijn
verkort is naar achttien maanden. Wat zijn de redenen dat de Staatssecretaris deze
definitie hanteert en niet die van achttien maanden? Wat zouden de gevolgen zijn van
aansluiten bij een definitie van achttien maanden?
De leden van de D66-fractie constateren dat gemeenten bij de brede ondersteuning al
aanlopen tegen grote capaciteitsproblemen. Hoe gaat de Staatssecretaris hen helpen
om capaciteit vrij te maken voor een perspectiefaanpak voor jongeren? Deze leden begrijpen
de keuze van de Staatssecretaris om gemeenten te laten kiezen tussen een eigen aanpak
of doorverwijzing naar het Jongeren Perspectief Fonds. Hoe zorgt de Staatssecretaris
ervoor dat het hulpverleningsaanbod in verschillende gemeenten niet te ver uit elkaar
loopt?
De leden van de D66-fractie lezen dat in uitzonderlijke gevallen maatwerk geboden
kan worden voor niet-saneerbare schulden zoals DUO-schulden. Kan de Staatssecretaris
toelichten in welke gevallen zij deze uitzondering bereid is te maken, of hier een
voorbeeld van geven? Is een hardheidsclausule hier gepast? Hoe ziet de verbeterde
ondersteuning en voorlichting van getroffen jongeren over DUO-schulden eruit?
De leden van de D66-fractie vragen de Staatssecretaris of in uitzonderlijke gevallen
ruimte is om een pauzeknop in te stellen.
De leden van de D66-fractie vragen de Staatssecretaris te bevestigen dat de middelen
van de kindregeling buiten de boedel zouden moeten vallen.
De leden van de D66-fractie vragen om een tijdlijn van de verdere uitwerking en implementatie
van het voorstel samen met jongeren, gemeenten en het Jongeren Perspectief Fonds.
II Reactie van de Staatssecretaris van Financiën
1.
De leden van de D66-fractie vragen vinden dat de gehanteerde definitie slecht aansluit
bij de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) en de Minnelijke schuldregeling
natuurlijke personen (Msnp), waarin de aflostermijn verkort is naar achttien maanden.
De leden vragen wat de redenen zijn dat de Staatssecretaris deze definitie hanteert
en niet die van achttien maanden? Wat zouden de gevolgen zijn van aansluiten bij een
definitie van achttien maanden?
Om de toegang tot het schuldhulpverleningsaanbod zo goed mogelijk aan te laten sluiten
bij de huidige uitvoeringspraktijk en geen grote verschillende tussen (groepen) financieel
kwetsbare mensen te laten ontstaan, is door het kabinet gekozen om aan te sluiten
bij de in de praktijk gehanteerde definitie van een problematische schuldensituatie.
De aflosperiode bij de wettelijke schuldsanering en minnelijke schuldregelingen is
inderdaad verkort van 36 naar in principe 18 maanden. De definitie van een problematische
schuld is niet aangepast. Voor het bepalen of de schuldsituatie problematisch is,
wordt zowel bij de Wsnp als de Msnp de termijn van 36 maanden gehanteerd. Het aanvullend
aanbod sluit hiermee aan bij de reguliere schuldhulpverlening. De tegemoetkoming die
de jongere heeft ontvangen in het kader van de kindregeling wordt niet meegerekend
bij de beoordeling of er sprake is van een situatie waarin niet te voorzien is dat
de schulden binnen 36 maanden afbetaald worden. Dit betekent dat de jongere die de
tegemoetkoming nog op de rekening heeft staan, niet wordt uitgesloten van het aanvullende
aanbod.
Als wordt gekozen om af te wijken van de in het armoedebeleid gehanteerde periode
van 36 maanden in de definitie van problematische schulden en uitgegaan zou worden
van 18 maanden, dan zou een veel grotere groep getroffen jongeren voor het aanvullend
aanbod in aanmerking komen. Voor de budgettaire consequenties hiervan is geen dekking.
2.
De leden van de D66-fractie vragen hoe de Staatssecretaris gemeenten gaat helpen om
capaciteit vrij te maken voor een perspectiefaanpak voor jongeren? Deze leden begrijpen
de keuze van de Staatssecretaris om gemeenten te laten kiezen tussen een eigen aanpak
of doorverwijzing naar het Jongeren Perspectief Fonds. De leden vragen hoe de Staatssecretaris
ervoor gaat zorgen dat het hulpverleningsaanbod in verschillende gemeenten niet te
ver uit elkaar loopt?
Met het aanvullende aanbod wordt aangesloten bij de bestaande processen van schuldhulpverlening
zodat gemeenten geen aparte nieuwe processen hoeven in te regelen. In het kader van
brede ondersteuning is bij gemeenten al capaciteit voor specifieke ondersteuning en
begeleiding voor (gedupeerde) ouders en hun kinderen aanwezig. Het is een randvoorwaarde
voor het aanvullende aanbod dat de gemeente met de jongere een plan van aanpak opstelt.
Als een perspectiefaanpak nodig is vanuit de doelstellingen van het plan van aanpak
geeft dit gemeenten vervolgens de mogelijkheid om externe ondersteuning te declareren
op grond van de Spuk. De VNG heeft handreikingen ter ondersteuning van de uitvoering
gepubliceerd. De brede ondersteuning is gebaseerd op maatwerk, wat betekent dat elk
individu passende ondersteuning krijgt op basis van specifieke behoeften en omstandigheden.
Per jongere wordt gekeken wat de jongere in zijn of haar specifieke situatie nodig
heeft om een zijn leven op de rit te krijgen.
3.
De leden van de D66-fractie vragen om een toelichting in welke uitzonderlijke gevallen
maatwerk geboden kan worden voor niet-saneerbare schulden zoals DUO-schulden en hiervan
een voorbeeld te geven. Voorts vragen zij of een hardheidsclausule hier gepast is.
Daarnaast vragen de leden hoe de verbeterde ondersteuning en voorlichting van getroffen
jongeren over DUO-schulden eruit ziet.
In zijn algemeenheid maken niet-saneerbare schulden geen onderdeel uit van het aanvullende
schuldhulpverleningsaanbod.
Specifiek voor DUO-schulden geldt dat voor het terugbetalen rekening wordt gehouden
met het inkomen van de oud-student. Als het inkomen laag is, hoeft de oud-student
minder of soms helemaal niet terug te betalen. Ook is er de mogelijkheid om een aflosvrije
periode in te zetten. Mocht dit niet voldoende zijn, dan kan in zeer uitzonderlijke
situaties verder maatwerk worden toegepast op basis van de hardheidsclausule in de
Wet studiefinanciering 2000.
VNG ontwikkelt momenteel een factsheet met OCW over de vele regelingen bij DUO, zodat
medewerkers bij de gemeenten beter geëquipeerd zijn om jongeren hierbij te helpen.
4.
De leden van de D66-fractie vragen of in uitzonderlijke gevallen ruimte is om een
pauzeknop in te stellen.
De gemeente kan vanuit de (reguliere) schuldhulpverlening inwoners helpen om – in
voorbereiding op een minnelijk traject – afspraken met schuldeisers te maken, zodat
de incassoactiviteiten tijdelijk worden gestopt. Dat geldt bijvoorbeeld voor schuldeisers
waarmee de NVVK een convenant heeft afgesloten. Daarnaast kan de schuldhulpverlener
vanuit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) de rechtbank verzoeken een moratorium
in te stellen. Schuldhulpverleners kunnen dit middel ook voor jongeren met problematische
schulden inzetten omdat er is gekozen aan te sluiten bij de reguliere werkwijze.
Een pauzeknop is wettelijk geregeld bij de generieke schuldenregeling voor gedupeerde
aanvragers kinderopvangtoeslag en geldt niet voor de kindregeling. Het is een uitzonderlijk
zwaar middel om in te zetten omdat dit ingrijpt in de rechten van schuldeisers. Voor
de kinderen onder de kindregeling is er geen sprake van een generieke schuldenregeling.
5.
De leden van de D66-fractie vragen te bevestigen dat de middelen van de kindregeling
buiten de boedel zouden moeten vallen.
De financiële tegemoetkoming die de kinderen als steun in de rug ontvangen, valt in
principe binnen de boedel. Deze is niet wettelijk vrijgesteld in de Wht. Om te voorkomen
dat deze tegemoetkoming betrokken wordt bij de afloscapaciteit, wordt in het aanvullende
schuldhulpverleningsaanbod bij het bepalen of er sprake is van problematische schulden
niet gerekend met de financiële tegemoetkoming uit de kindregeling. Het kabinet is
voornemens gemeenten via de Spuk zodanig ruimte te geven dat de financiële tegemoetkoming
uit de kindregeling – of wat er van resteert – niet hoeft ingezet te worden voor het
aflossen van het saneringskrediet.
6.
De leden van de D66-fractie vragen om een tijdlijn van de verdere uitwerking en implementatie
van het voorstel samen met jongeren, gemeenten en het Jongeren Perspectief Fonds.
Samen met SZW, OCW, VNG, gemeenten, NVVK en Jongeren Perspectief Fonds wordt hard
gewerkt om het aanvullende aanbod zo snel mogelijk operationeel te maken. Daarvoor
wordt een handreiking opgesteld en worden verschillende communicatiekanalen, waaronder
www.kindregelingvoorjou.nl, ingezet om het aanvullende aanbod onder de aandacht van jongeren en gemeenten te
brengen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
L.N. Kruithof, adjunct-griffier