Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over het bericht dat het ziekenhuis HMC in financiële problemen verkeert
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat het ziekenhuis HMC in financiële problemen verkeert (ingezonden 22 september 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 10 oktober
2023).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat het ziekenhuis HMC in financiële problemen verkeert?1
Antwoord 1
Het is altijd vervelend om te horen dat een ziekenhuis het financieel lastig heeft.
Tegelijk zijn zorgaanbieders zelf verantwoordelijk voor hun financiële bedrijfsvoering
en de inkopende partijen hebben zorgplicht. Als een zorgaanbieder financiële problemen
heeft moet hij samen met de zorgverzekeraar en andere betrokkenen een passende oplossing
zoeken. In het bericht geeft het ziekenhuis HMC aan dat zij een actieplan hebben opgesteld
om de financiën op orde te krijgen en dat is heel goed.
Ik vind het van belang dat patiënten zo min mogelijk hinder ondervinden van de financiële
problemen bij het HMC en dat zij de zorg ontvangen die zij nodig hebben. Tot op heden
zijn er bij de NZa geen signalen bekend over discontinuïteit van zorg bij het HMC
ziekenhuis.
Vraag 2
In hoeverre spelen de budgetplafonds die door de zorgverzekeraars zijn ingesteld hierbij
een rol?
Antwoord 2
Ik ben niet op de hoogte van de afspraken die individuele zorgverzekeraars en individuele
zorgaanbieders in contracten met elkaar maken. Ook heb ik geen signalen dat budgetplafonds
een rol spelen bij de financiële problemen van het ziekenhuis HMC.
Vraag 3
Welke stappen zet u om de winsten te beperken die externe leveranciers maken ten koste
van de ziekenhuizen, zoals uitzendbureaus en ICT-leveranciers?
Antwoord 3
Ziekenhuizen zijn zelf aan zet bij het inkopen van goederen en diensten of de inhuur
van (tijdelijk) personeel bij externe leveranciers. Zij kunnen daarbij hun leveranciers
kiezen, waarbij de afweging tussen de kwaliteit en de prijs van de in te kopen goederen
of diensten aan hen is. Het is in dat licht niet mijn rol, en ik heb overigens ook
geen bevoegdheden, om winsten van externe leveranciers te beperken.
Vraag 4
Worden de lange ligtijden in het ziekenhuis niet ook deels veroorzaakt door tekorten
in andere delen van de zorg, zoals de thuiszorg, de geestelijke gezondheidszorg (ggz)
en de verpleeghuizen, die mede zijn ontstaan door de bezuinigingen van de afgelopen
jaren?
Antwoord 4
De druk op de zorg is in alle zorgsectoren hoog door de toenemende zorgvraag en krapte
op de arbeidsmarkt. In algemene zin kunnen de langere ligtijden in het ziekenhuis
deels worden veroorzaakt door knelpunten in de doorstroommogelijkheden naar vervolgzorg
in bijvoorbeeld wijkverpleging, het tijdelijk verblijf, de geestelijke gezondheidszorg
en de verpleeghuiszorg.
Als geen medisch specialistische zorg in het ziekenhuis meer nodig is, is het passend
om patiënten naar de juiste plek te verplaatsen. Voor het plaatsen van patiënten op
een tijdelijk bed vervullen de regionale coördinatiefuncties eerstelijnsverblijf een
belangrijke rol in de keten, zoals het ondersteunen bij triage, inzicht geven in beschikbare
bedden en ondersteuning richting opname. In de wijkverpleging wordt gestimuleerd dat
herkenbare en aanspreekbare teams ervoor zorgen dat ook ziekenhuizen weten waar patiënten
terecht kunnen. Ook komt het voor dat patiënten in het ziekenhuis verblijven totdat
er een plek is in het verpleeghuis, waarbij wordt gekeken naar de mogelijkheden van
overbruggingszorg vanuit de Wlz in de thuissituatie. De afgelopen jaren is geïnvesteerd
in onder andere de wijkverpleging en tijdelijk verblijf voor herstel- en revalidatiezorg.
In het Integraal Zorgakkoord (IZA) zijn er wederom afspraken gemaakt over investeringen.
Ik heb het HMC gevraagd om een reactie ten aanzien van de specifieke situatie in het
HMC. Zij geven aan dat het HMC in toenemende mate wordt geconfronteerd met een forse
groei in het aantal «verkeerde bed-dagen» doordat patiënten die in het ziekenhuis
zijn behandeld of geopereerd, niet naar huis of naar vervolgzorg kunnen uitstromen
omdat de voorzieningen die daarvoor nodig zijn, niet voorhanden zijn. Het aantal verkeerde
bed-dagen in januari 2023 is verdubbeld in vergelijking met het aantal in januari
2021 (tot pieken van wel 60 «verkeerde bedden» per dag). Deze patiënten bezetten daardoor
een bed dat zij graag zouden uitgeven aan patiënten die geopereerd en behandeld moeten
worden (danwel op de wachtlijst staan).
Het HMC geeft aan de inzet van het HMC is dat patiënten die curatieve zorg in het
ziekenhuis nodig hebben, ook zo snel mogelijk in hun eigen setting kunnen herstellen,
danwel in de VVT-sector instromen. Zo kan HMC de beschikbare bedden bestemmen voor
patiënten die de zorg nodig hebben en daarop wachten. Uiteraard staat voor HMC, net
als voor mij, in het vraagstuk «uitstroom» het patiëntperspectief centraal: de kwaliteitsnormen
staan te allen tijde voorop.
Vraag 5
Wat zouden de gevolgen zijn als mensen sneller uit het ziekenhuis zouden moeten vertrekken?
Antwoord 5
Patiënten zouden eerder het ziekenhuis kunnen verlaten als zij geen medisch specialistische
zorg specifiek in het ziekenhuis nodig hebben. Deze beweging stimuleren wij ook: bijvoorbeeld
door medisch specialistische zorg thuis te bieden, tijdig ontslag naar een herstel-
of revalidatieplek te realiseren of door te kijken naar mogelijkheden van opschaling
van wijkverpleging. Dit zou als gevolg hebben dat patiënten sneller op de juiste plek
de meest passende zorg ontvangen, en dat het ziekenhuis toegankelijk blijft voor patiënten
die medisch specialistische zorg nodig hebben.
Vraag 6
Wat vindt u ervan dat het ziekenhuis nu uit financiële overwegingen meer operaties
moet gaan uitvoeren? Zou de vraag of een operatie moet worden uitgevoerd niet moeten
worden gebaseerd op de vraag of mensen een operatie nodig hebben?
Antwoord 6
Het uitvoeren van een operatie moet altijd gebaseerd worden op de vraag of mensen
een operatie nodig hebben en mag niet gebaseerd zijn op financiële overwegingen. De
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt toezicht op de kwaliteit van geleverde
zorg door het ziekenhuis op basis van professionele standaarden en veldnormen.
Overigens kan het ziekenhuis zelf bepalen om in de planning van de behandelfaciliteiten
(bijvoorbeeld de OK’s) bijvoorbeeld prioriteit te geven aan bepaalde behandelingen
of operaties indien daar wachttijden voor zijn.
Vraag 7
In hoeverre zouden deze problemen kunnen worden voorkomen door ziekenhuizen meer te
financieren op basis van populatiebekostiging?
Antwoord 7
Allereerst dient te worden opgemerkt dat wijzigingen in de bekostiging vaak niet de
oplossing zijn voor financiële problemen van zorgaanbieders. Hieraan kunnen namelijk
andere oorzaken ten grondslag liggen, zoals bijvoorbeeld een tekort aan personeel
of door gemaakte afspraken over de inkoop van zorg.
Populatiebekostiging heeft in het algemeen vooral tot doel om bij te dragen aan betaalbare
kwalitatief goede zorg. Dit geldt echter voor alle bekostigingssystemen, of dat nu
op basis van populatiebekostiging of anderszins is. Deze manier van bekostigen heeft
dus niet als doel om financiële problemen bij zorgaanbieders te voorkomen of op te
lossen. In de situatie rond HMC is het nu allereerst aan de zorgverzekeraars en eventueel
de Nza om te komen tot een oplossing voor de financiële problemen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.