Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Hoop over het bericht 'Schoolkosten onbetaalbaar, ouders vragen vaker financiële hulp'
Vragen van het lid De Hoop (PvdA) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over het bericht «Schoolkosten onbetaalbaar, ouders vragen vaker financiële hulp» (ingezonden 22 augustus 2023).
Antwoord van Minister Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) mede namens de Minister
voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (ontvangen 9 oktober 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Schoolkosten onbetaalbaar, ouders vragen vaker financiële
hulp»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het een zorgelijke ontwikkeling is dat Stichting Leergeld in
de eerste helft van 2023 30 procent meer aanvragen heeft gekregen? Hoe gaat u ervoor
zorgen dat kinderen uit minder kapitaalkrachtige gezinnen nog steeds dezelfde onderwijskansen
krijgen?
Antwoord 2
Het kabinet deelt deze zorg. Structureel is vanuit SZW voor participatie van kinderen
in armoede € 10 miljoen per jaar beschikbaar voor de Sam& partijen (samenwerkingsverband
van Leergeld Nederland, Jeugdfonds Sport & Cultuur, Nationaal Fonds Kinderhulp en
Stichting Jarige Job). Vanwege de huidige problematiek (inflatie en hoge energieprijzen)
is in 2023 incidenteel een aanvullend bedrag van € 4,5 miljoen beschikbaar gesteld
voor het vergroten en bestendigen van hun bereik van kinderen met bijvoorbeeld sport-
of muziekles of een verjaardagspakket. Ook ondersteuning bij kosten die samenhangen
met onderwijs valt hieronder, bijvoorbeeld als het gaat om de aanschaf van een laptop.
Deze partijen gaan ook aan de slag met het uitbreiden van hun voorzieningenpakketten
naar activiteiten die bijdragen aan het duurzaam versterken van het ontwikkelingsperspectief
van kinderen. Denk daarbij aan activiteiten gericht op het versterken van veerkracht
of vaardigheden.
Verder ondersteunt het Ministerie van SZW het Jeugdeducatiefonds om kinderen in armoede
via scholen te bereiken door hen toegang te bieden tot vele producten en diensten
die bijdragen aan de ontwikkeling van het kind. Zo benutten we de scholen zoveel mogelijk
als vindplaats en hebben ook scholen handvatten om kind en ouder te ondersteunen.
Ook loopt in het jaar 2023 het programma Schoolmaaltijden. Het bieden van een gezonde
maaltijd op school draagt positief bij aan het welzijn van kinderen en hun leervermogen
op school. Scholen in het primair en voortgezet onderwijs kunnen een maaltijd aan
hun leerlingen aanbieden. Dit programma wordt uitgevoerd door het Jeugdeducatiefonds
en het Rode Kruis in opdracht van het Ministerie van OCW.
Daarnaast zorgen we ervoor dat onderwijskansen zo min mogelijk samenhangen met de
sociaaleconomische status van een leerlingen. Hierbij kunnen een stimulerende omgeving,
de kwaliteit van de school en selectie en vooroordelen een rol spelen. We werken daarom
aan het programma School & Omgeving en aan de verbetering van de doorstroom en differentiatie
door het stimuleren van de samenwerking tussen po- en vo-scholen en met maatregelen
die zich richten op het tegengaan van onderadvisering.
Ook werken we aan het wegnemen van financiële drempels zodat gelijke onderwijskansen
worden bevorderd. Dat doen we bijvoorbeeld door het vrijwillige karakter van de ouderbijdrage
te versterken, maar ook de bredere inkomens- en steunmaatregelen van het kabinet voor
gezinnen spelen daarbij een belangrijke rol.
Vraag 3
Deelt u de mening dat zulke cijfers laten zien dat maatregelen om armoede te bestrijden
nodig zijn en dat de overheid iets moet doen om het tij te keren? Zo ja, wat voor
maatregelen gaat u de komende tijd nemen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De bestrijding van armoede is een speerpunt van dit kabinet. Het kabinet heeft bij
zijn start direct de ambitie uitgesproken om de bestaande armoede- en schuldenproblematiek
in Nederland stevig aan te pakken, vormgegeven in de Aanpak Geldzorgen, Armoede en
Schulden.2 Met deze Aanpak wil het kabinet door middel van een veertigtal acties drie ambitieuze
doelstellingen realiseren: een halvering van het aantal mensen in armoede in 2030
(t.o.v. 2015), een halvering van het aantal kinderen dat in armoede opgroeit in 2025
(t.o.v. 2015) en een halvering van het aantal huishoudens met problematische schulden
in 2030.
Om de bestaanszekerheid, in een tijd van ongekend hoge inflatie, te verbeteren is
het kabinet vorig jaar met een koopkrachtpakket gekomen.
Met het oog op de aanbevelingen uit het eerste rapport van de Commissie sociaal minimum
stelt het kabinet in de Miljoenennota voor 2024 een pakket aan maatregelen voor dat
is gericht op grote gezinnen, gezinnen met oudere kinderen en reductie van armoede
en kinderarmoede.3 Dit realiseren we door de verhoging van het kindgebonden budget met € 750 voor het
eerste kind en € 883 voor het tweede kind en verder. De opslag voor 12–15 jarigen
en 16–17 jarigen in het kindgebonden budget wordt verhoogd met € 400.
Daarnaast wordt de huurtoeslag verhoogd met € 416 en wordt de afbouw van de dubbele
algemene heffingskorting in het referentie-minimumloon in de bijstand in 2024 bevroren.
Het kabinet stelt daarnaast opnieuw een subsidie beschikbaar voor het Tijdelijk Noodfonds
Energie.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de bevinding dat er nog steeds scholen zijn die de «vrijwillige ouderbijdrage»
verplicht stellen aan ouders, ondanks de aanscherping van de wet in 2021? Treedt de
Inspectie van het Onderwijs hier nog hard tegen op, zoals uw voorganger Minister Wiersma
schreef?4
Antwoord 4
Scholen moeten zich aan de wet houden. Dit communiceert het ministerie regelmatig
naar scholen.
De Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) blijft tegelijkertijd toezien op
de naleving van de wet door scholen. Als scholen zich niet houden aan de wet dan wordt
het bestuur hier door de inspectie op aangesproken en kan een herstelopdracht gegeven
worden.
Daarnaast heb ik in overleg met de inspectie specifieker toegelicht waar een vrijwillige
ouderbijdrage wel en niet voor mag worden gevraagd. Op die manier wordt onduidelijkheid
die bij besturen en scholen over bepaalde kosten bestaat weggenomen. Regelmatig komt
het voor dat een bijdrage wordt gevraagd voor zaken waar de school bekostiging voor
krijgt. Recent heb ik middels een Kamerbrief met u gedeeld dat dit niet is toegestaan.5 De brochure met deze nadere toelichting wordt ook met scholen gedeeld. De inspectie
zal besturen en scholen aanspreken wanneer zij zich niet aan de regels houden.
Vraag 5
Bent u bereid om over te gaan naar een limiet op de vrijwillige ouderbijdrage, zoals
wordt voorgesteld in de aangenomen motie van het lid De Hoop?6
Antwoord 5
Het rapport over Schoolkostenmonitor heb ik onlangs met uw Kamer gedeeld. Voor de
begrotingsbehandeling stuur ik u een verdere duiding van dit rapport en informeer
ik u over de vervolgstappen rondom de ouderbijdrage.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs -
Mede namens
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.