Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bisschop over biostimulanten
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over biostimulanten (ingezonden 26 juni 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 9 oktober
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3279.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de opmerkingen over biostimulanten in het advies vervolg
Fonds kleine toepassingen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe waardeert u de mogelijkheden die biostimulanten bieden om de weerbaarheid van
planten te vergroten en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te beperken?
Antwoord 2
Het toepassen van biostimulanten kan een goede manier zijn om de behoefte aan gewasbeschermingsmiddelen
te verminderen. Om die reden zijn daarvoor ook acties opgenomen in het Uitvoeringsprogramma
Toekomstvisie gewasbescherming. Biostimulanten kunnen de groei van planten stimuleren,
de nutriëntenopname bevorderen en de weerbaarheid van planten verhogen waardoor deze
beter bestand zijn tegen abiotische stressfactoren.
Vraag 3
Op welke wijze gaat u ervoor zorgen dat onduidelijkheden in wetgeving en eventuele
onnodige belemmeringen voor introductie van biostimulanten op de markt worden aangepakt?
Antwoord 3
Met de aanpassing van de Europese Meststoffenverordening (EU 2019/1009) zijn onduidelijkheden
weggenomen en is bijvoorbeeld duidelijkheid gecreëerd over de afbakening met gewasbeschermingsmiddelen.
Biostimulanten zijn momenteel niet gedefinieerd in de Nederlandse meststoffenregelgeving.
Het is alleen mogelijk om producten als biostimulant op de markt te brengen onder
de Europese Meststoffenverordening2. Inmiddels zijn diverse biostimulanten goedgekeurd en worden ze met een CE-label
op de markt gebracht. Het is mijn inzet om de mogelijkheden voor biostimulanten onder
Europese Meststoffenverordening (EU 2019/1009) te vergroten, en de groep van micro-organismen,
die worden benoemd onder bijlage II van deze verordening uit te breiden.
Vraag 4 en 5
Wat is de stand van zaken van het toegezegde overleg met de sector over het proces
om te zorgen voor uitbreiding van de Europese lijst van micro-organismen die kunnen
worden gebruikt bij de productie van biostimulanten (CD Gewasbescherming, 20 oktober
2022)?3
Is de veronderstelling juist dat uitbreiding van de genoemde Europese lijst van micro-organismen
waarschijnlijke enige jaren zal duren en derhalve geen oplossing is voor de korte
termijn?
Antwoord 4 en 5
De Europese Commissie heeft in juni 2023 een oproep tot inschrijving gedaan voor een
technische studie naar mogelijk nieuwe micro-organismen in bijlage II van de Europese
Meststoffenverordening. Micro-organismen in deze bijlage kunnen gebruikt worden om
microbiële plant biostimulanten te produceren. Het zal inderdaad enige tijd duren,
voordat de in de studie benoemde micro-organismen kunnen worden opgenomen in de Europese
Meststoffenverordening. Wanneer meer duidelijk wordt over de mogelijkheden van de
opname van nieuwe micro-organismen in de Europese meststoffenwetgeving, ga ik in gesprek
met de sector over de verdere stappen om de micro-organismen ook daadwerkelijk beschikbaar
krijgen.
Vraag 6 en 7
Deelt u de mening dat een toetsingskader in enige vorm voor biostimulanten, die geen
CE-markering hebben, kan bijdragen aan het verkrijgen van vertrouwen in biostimulanten?
Hoe kijkt u aan tegen de Vlaamse werkwijze waarbij onder voorwaarden ontheffingen
worden afgegeven voor biostimulanten die (nog) geen CE-markering hebben, die aansluit
bij optie 3c uit het onderzoek van de Wageningen University & Research en die door
sectorpartijen wordt gewaardeerd? Neemt u deze aanpak in overweging?4, 5
Antwoord 6 en 7
Er is op dit moment geen nationaal toetsingskader, noch een uitvoerende instantie
die biostimulanten kan toetsen. Bij een toekomstige aanpassing van de meststoffenregelgeving
zal worden bekeken of en op welke wijze hiervoor kaders kunnen worden gesteld. Tot
die tijd blijft de huidige situatie gehandhaafd, waarbij producten op de Nederlandse
markt gebracht kunnen worden zonder nationale toetsing vooraf, tenzij het betreffende
product als gewasbeschermingsmiddel wordt ingezet en hiervoor een nationale toelating
nodig is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.