Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eerdmans over het artikel ‘Wat weegt zwaarder: demonstratierecht of leerplicht? ‘Niet de bedoeling iedere vrijdag vrij te geven’ en het artikel ‘Wegblijven van school om deel te nemen aan klimaatactie? Zo gaan scholen ermee om: ‘Moet geen ‘fun uitje’ zijn’
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Ministers voor Primair en Voortgezet Onderwijs en van Justitie en Veiligheid over het artikel «Wat weegt zwaarder: demonstratierecht of leerplicht? «Niet de bedoeling iedere vrijdag vrij te geven»» en het artikel «Wegblijven van school om deel te nemen aan klimaatactie? Zo gaan scholen ermee om: «Moet geen «funuitje» zijn»» (ingezonden 14 september 2023).
Antwoord van Minister Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 9 oktober
            2023).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «Wat weegt zwaarder: demonstratierecht of leerplicht?
               «Niet de bedoeling iedere vrijdag vrij te geven»»1 en het artikel «Wegblijven van school om deel te nemen aan klimaatactie? Zo gaan
               scholen ermee om: «Moet geen «funuitje» zijn»»?2
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Kunt u aangeven in hoeverre het geoorloofd zou zijn wanneer leerlingen «spijbelen»
               om te demonstreren voor een ander ideaal, bijvoorbeeld tegen het falende asielbeleid
               of de dalende koopkracht?
            
Antwoord 2
            
Spijbelen, om wat voor reden dan ook, is niet geoorloofd. Het staat leerlingen vrij
               om buiten schooltijd deel te nemen aan of aanwezig te zijn bij een demonstratie. Het
               demonstratiedoel doet daarbij niet ter zake. Het is in principe wel mogelijk dat aanwezigheid
               bij demonstraties deel uitmaakt van het onderwijsprogramma (bijvoorbeeld als onderdeel
               van het (neutrale) burgerschapsonderwijs van de school) en dus de onderwijstijd. In
               dat geval is er geen sprake van spijbelen. Zie ook het antwoord op vraag 3.
            
Vraag 3
            
Het officiële standpunt van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap was
               en is: leerplicht gaat voor demonstratierecht; in hoeverre vindt u het een probleem
               dat minderjarige leerlingen mogen spijbelen van school terwijl dit indruist tegen
               de leerplicht?
            
Antwoord 3
            
Het OCW standpunt is: spijbelen, om wat voor reden dan ook, mag niet. Als een scholier
               onder schooltijd zonder toestemming van school naar een demonstratie gaat, is er sprake
               van spijbelen. Het is evenwel mogelijk dat aanwezigheid bij demonstraties deel uitmaakt
               van het onderwijsprogramma (bijvoorbeeld als onderdeel van het (neutrale) burgerschapsonderwijs
               van de school) en dus de onderwijstijd. Daarmee is er dan geen sprake van spijbelen.
               De schoolleiding moet zich hierover kunnen verantwoorden aan zowel de medezeggenschapsraad,
               die met het onderwijsprogramma heeft ingestemd, als aan de Inspectie van het Onderwijs.
               Leerlingen mogen echter niet worden verplicht deel te nemen aan een demonstratie,
               aangezien leerlingen dan verplicht zouden worden zich expliciet te conformeren aan
               die demonstratie. Bijwonen is wel mogelijk, mits je als school geen oordeel uitspreekt
               over het doel van de demonstratie die wordt bijgewoond.
            
Vraag 4
            
Op welke manier bent u voornemens op treden tegen scholen als het Kandinsky College
               die deze richtlijn van het ministerie niet naleven?
            
Antwoord 4
            
Het is aan scholen om aanwezigheid bij demonstraties eventueel een plek te geven in
               het onderwijsprogramma, waarmee de medezeggenschapsraad moet instemmen, of om zich
               anderszins naar de medezeggenschap te verantwoorden over de keuzes die ten aanzien
               van het meedoen aan demonstraties gemaakt worden. Specifiek in dit geval is hierover
               door het Ministerie van OCW contact geweest met Kandinsky. In algemene zin is het
               zo dat als de Inspectie van het Onderwijs signalen krijgt dat een school zich niet
               kan verantwoorden voor het verlenen van toestemming aan leerlingen om deel te nemen
               aan een demonstratie de Inspectie van het Onderwijs het bestuur van de betreffende
               school daarop aan kan spreken en zo nodig wijzen op de geldende wet- en regelgeving.
            
Vraag 5
            
De Rijksoverheid geeft aan dat openbaar onderwijs niet uitgaat van een godsdienst
               of levensovertuiging3; in hoeverre vindt u dat de neutraliteit van het onderwijs in het geding komt wanneer
               een rector van een school aangeeft «als school sympathie te hebben voor de doelstelling
               van de manifestatie: een beter en duurzamer klimaatbeleid»?
            
Antwoord 5
            
Door sympathie uit te spreken voor de doelstelling van een manifestatie is de neutraliteit
               van het (openbaar) onderwijs niet noodzakelijkerwijs in het geding. De schoolleiding
               moet zich hierbij bewust zijn van haar rol en positie, en ervoor zorgen dat ruimte
               is voor verschillende opvattingen over in dit geval het klimaatbeleid en voor het
               gesprek daarover.
            
Vraag 6
            
In hoeverre ondermijnt het actief organiseren om naar een demonstratie te gaan, zoals
               het Kandinsky College in Nijmegen doet met een voorlichtingsbijeenkomst over de klimaatdemonstratie,
               de leerplicht?
            
Antwoord 6
            
Zie mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 7
            
Wat gebeurt er met leerlingen die een toets missen omdat ze toestemming van school
               hebben gekregen om te demonstreren?
            
Antwoord 7
            
Indien leerlingen geoorloofd tijdens schooltijd aanwezig zijn bij een demonstratie
               is het in beginsel aan de school om te bepalen of en zo ja: hoe deze leerlingen in
               de gelegenheid worden gesteld om gemiste lessen en toetsen op een ander moment in
               te halen. Het is ook de eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen om hier rekening
               mee te houden. Navraag leert ons dat in dit specifieke geval er geen sprake is geweest
               van het missen van toetsen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
