Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Werf over het toenemend wantrouwen in de overheid onder jongeren
Vragen van het lid Van der Werf (D66) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over toenemend wantrouwen in de overheid onder jongeren (ingezonden 16 augustus 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Ministers
            van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
            (ontvangen 9 oktober 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023,
            nr. 3566.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Radicaal-rechtse ideeën en complottheorieën: jongeren
               wantrouwen overheid»1 n.a.v. de onderzoeken «Aansluiting jongerenwerk in preventieve wijkaanpak polarisatie
               en radicalisering»2 en «Polarisatie onder jongeren door de ogen van jeugdprofessionals»?3
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Herkent u het beeld uit de onderzoeken dat ook onder jongeren het wantrouwen in de
               overheid groeit? Welke signalen waren hierover al bekend?
            
Antwoord 2
            
Bij de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS) van het Ministerie van Sociale Zaken
               & Werkgelegenheid zijn verschillende signalen van gemeenten en jeugdprofessionals
               binnengekomen die aanleiding gaven voor het onderzoek «Polarisatie onder jongeren
               door de ogen van jeugdprofessionals». Dit betrof bijvoorbeeld een aantal signalen
               van jeugdprofessionals die worstelden met hun rol en positie als gevolg van discussies
               en polarisatie rondom vaccinatiekeuze en coronabeleid van de overheid. Zij merkten
               op dat zij niet voldoende geëquipeerd waren om daar op depolariserende wijze op in
               te spelen. Het doel van het onderzoek was om beter zicht te krijgen op de behoeften,
               zorgen, kansen en dilemma’s van uitvoerende jeugdprofessionals op het gebied van preventie
               en aanpak van ongewenste polarisatie, waaronder verticale polarisatie. Het onderzoek
               «Aansluiten jongerenwerk in preventieve wijkaanpak polarisatie en radicalisering»
               brengt deze zorgen vanuit jongerenwerkers ook naar voren. Vervolgens gaat het in op
               manieren om jongerenwerkers beter te equiperen bij de preventie van ongewenste polarisatie
               en radicalisering in de wijkaanpak.4
De conclusies van de onderzoeken zijn zorgelijk en verkend kan worden hoe kan worden
               aangesloten bij de behoeften die uit de onderzoeken naar voren komen. Het Sociaal
               en Cultureel Planbureau laat zien dat jongere leeftijdsgroepen niet minder vertrouwen
               hebben in de democratie of overheid dan oudere leeftijdsgroepen. Andere achtergrondkenmerken,
               zoals opleiding, zijn bepalender voor het vertrouwen in de overheid.5
Vraag 3
            
Hoe duidt u het gegeven dat dit wantrouwen en het geloof in complottheorieën niet
               zijn verdwenen na de coronapandemie maar schijnbaar een meer permanent karakter hebben?
            
Antwoord 3
            
Het hoort bij een gezonde democratie dat mensen kritiek kunnen uiten op de overheid.
               Achter het uiten van en geloven in complottheorieën zitten niet automatisch kwade
               intenties, maar vaak zorgen en vragen. Het staat eenieder vrij zorgen en vragen te
               uiten. Kritiek, protest en demonstraties tegen het optreden van de overheid dragen
               bij aan het functioneren van de democratische rechtsstaat.
            
Dat ligt anders bij de ontwikkelingen die worden beschreven in het Dreigingsbeeld
               Terrorisme Nederland 58. Daarin staat beschreven hoe de coronapandemie een katalysator
               bleek voor de verspreiding van complottheorieën en een impuls gaf aan negatieve en
               zelfs extremistische sentimenten gericht tegen de overheid, het rechtssysteem, de
               media, de wetenschap en andere instituten. Inmiddels zijn de coronamaatregelen afgebouwd
               en speelt het virus geen aanzienlijke rol meer in het dagelijks leven. Anti-institutioneel
               extremisten blijven echter vasthouden aan deze complottheorieën, nu vermengd met allerlei
               oude en nieuwe thema’s. De complottheorieën zijn momenteel zo algemeen en alomvattend
               dat er telkens weer nieuwe thema’s en gebeurtenissen ingepast kunnen worden. Dit maakt
               deze theorieën zeer duurzaam en naar verwachting zullen zij dan ook niet snel verdwijnen.6
Ik heb herhaaldelijk gewezen op de risico’s van bepaalde complottheorieën, die niet
               zo onschuldig zijn als ze lijken en kwalijke gevolgen kunnen hebben. Rechters, wetenschappers,
               journalisten of politici zonder enig valide bewijs beschuldigen van het onderdrukken
               of vermoorden van burgers, zelfs baby’s, gaat bijvoorbeeld echt veel te ver. Het verspreiden
               van kwalijke complotten kunnen verregaande gevolgen hebben. Het kan het publieke vertrouwen
               in de instituties aantasten, aanzetten tot bedreigingen, intimideren of gebruik van
               geweld, aanwetten tot extremistisch handelen en de voedingsbodem voor radicalisering
               richting terrorisme vergroten.7
Vraag 4
            
Herkent u het beeld dat polarisatie voorheen voornamelijk ging over wantrouwen en
               tegenstellingen tussen groepen mensen («horizontale polarisatie»), maar sinds de coronapandemie
               veel meer over wantrouwen en onbegrip richting de overheid («verticale polarisatie»)?
               Wat betekent dit het voor uw beleid om polarisatie tegen te gaan?
            
Antwoord 4
            
Ik constateer dat polarisatie zichtbaarder is in het publieke debat en dat Nederlanders
               zich over polarisatie zorgen maken. Uit recent onderzoek van het Sociaal en Cultureel
               Planbureau blijkt dat een ruime meerderheid van de Nederlanders denkt dat polarisatie
               in Nederland toeneemt en maakt zich hierover zorgen, ondanks dat de inhoudelijke verschillen
               niet zijn toegenomen.8 Deze meerderheid denkt daarbij aan verslechterde omgangsvormen en verharding in het
               politieke en publieke debat. Ook ergert men zich aan uitingen die zij als extreem
               of radicaal ervaren. Spanningen tussen bevolkingsgroepen is ook bij de laatste Risico
               en Crisisbarometer als een van de drie thema’s benoemd, waar Nederlanders zich het
               meeste zorgen over maken als het gaat om risico’s voor de nationale veiligheid.9
Daarnaast herkennen we het beeld dat het wantrouwen en onbegrip richting de overheid
               de afgelopen jaren zichtbaarder is. Zie ook het antwoord op vraag 3. Dit wantrouwen
               en onbegrip vragen naast duiding ook om reflectie.
            
De Adviescommissie Versterken Weerbaarheid democratische rechtsorde is naar aanleiding
               van de motie van lid Segers in juli 2022 gevraagd om onderzoek te doen naar o.a. de
               afname van vertrouwen en polarisatie en hoe dat de weerbaarheid van de democratische
               rechtsorde beïnvloedt. Het rapport van de Adviescommissie wordt dit najaar verwacht.
            
Vraag 5
            
Welke gevaren ziet u in toenemend wantrouwen in de overheid onder jongeren?
Antwoord 5
            
In algemene zin kan toenemend wantrouwen in de overheid, zeker in combinatie met kwalijke
               complottheorieën, extremisme in de kaart spelen en op den duur de democratische rechtsorde
               op den duur ernstig ondermijnen.10 Vooral bij jongeren, in een gevoelige fase van hun ontwikkeling, acht ik het van
               belang dat zij zich blijvend onderdeel voelen van de samenleving en zich daarin gerepresenteerd
               voelen, om te voorkomen dat zij zich op den duur afkeren van de samenleving.
            
Vraag 6
            
Wat is er bekend over de rol van jongeren binnen de (korte-en lange termijn) dreiging(en)
               van het anti-institutioneelextremisme, waar de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
               (AIVD) en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) recent
               al voor waarschuwde?
            
Antwoord 6
            
In de publicaties van de AIVD11 en de NCTV12 wordt niet specifiek geschreven over jongeren binnen het anti-institutioneel extremisme.
               In algemene zin wordt gesteld dat het aantal aanhangers van het narratief over een
               «kwaadaardige elite» momenteel niet met zekerheid is vast te stellen. Tegelijkertijd
               merkt de AIVD in haar publicatie op dat de aanhang van het narratief groeipotentieel
               heeft. Deels omdat het goed samengaat met andere extremistische boodschappen en deels
               omdat het narratief via een aantal personen met een groot bereik veel verschillende
               mensen bereikt13.
            
Vraag 7
            
Welke preventieve maatregelen kunt u nemen om te voorkomen dat jongeren zich langdurig
               afkeren van de overheid? Hoe groot acht u dat gevaar in het licht van de groeiende
               groep zogenaamde «soevereinen», die zich volgens de AIVD afscheidt van de maatschappij
               en stelt dat de Nederlandse wet- en regelgeving niet meer op hen van toepassing is?
            
Antwoord 7
            
Toenemend wantrouwen in de overheid kan de democratische rechtsorde, zeker in combinatie
               met kwalijke complottheorieën, extremisme in de kaart spelen en op den duur ernstig
               ondermijnen.14 Het «versterken van een overheidsbrede en maatschappijbrede aanpak ter bevordering
               van maatschappelijke stabiliteit, het herstellen van vertrouwen in de overheid en
               het tegengaan van maatschappelijk ongenoegen en ongewenste polarisatie» is in de Veiligheidsstrategie
               voor het Koninkrijk der Nederlanden dan ook als prioriteit benoemd voor de komende
               vijf jaar. Daarbij wordt verwezen naar het belang van brede preventie.15
Wat betreft jongeren is het daarnaast van belang dat zij zich erkend en vertegenwoordigd
               voelen als volwaardig onderdeel van de samenleving. Het kabinet spant zich daarom
               in om jongeren een perspectief op een baan en een inkomen te geven. Ook rolmodellen
               kunnen jongeren helpen om hun plek in de maatschappij te vinden. In preventieve zin
               is het belangrijk om in contact te zijn en nieuwe verbindingen te leggen met diverse
               groepen jongeren. Het kabinet werkt daarbij nauw samen met verschillende (jongeren)organisaties
               en professionals die met jongeren werken. Het kabinet rust professionals, gemeenten
               en gemeenschappen die met jongeren werken toe met kennis, advisering en ondersteuning
               op maat. Zo heeft het kabinet een divers leeraanbod voor jeugdprofessionals waarin
               kennis overgedragen wordt over ongewenste polarisatie en onderwerpen die daarmee samenhangen.
               Dat gaat onder meer over het versterken van de veerkracht van jongeren en hoe men
               samenwerking kan initiëren en/of versterken in het sociale domein, in het bijzonder
               tussen welzijnsorganisaties en onderwijsinstellingen. In deze context subsidieert
               het kabinet verschillende interventies die bijdragen aan het versterken van veerkracht
               en weerbaarheid, zoals opvoedingsondersteuning en interventies gericht op coaching
               van jongeren. In juli is de Agenda Veerkrachtige & Weerbare Samenleving met uw Kamer
               gedeeld, waar de inzet van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is
               toegelicht.16
Hoewel in de publicatie van de AIVD en in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland
               58 niet specifiek over jongeren wordt geschreven, wordt in algemene zin over anti-institutioneel
               extremisme gewaarschuwd dat, indien personen zich in groten getale soeverein zouden
               verklaren van de overheid en de legitimiteit van de overheid en de democratische instituties
               afwijzen, dit de democratische rechtsorde ondermijnt.
            
Vraag 8
            
Op welke manier is de preventie van polarisatie en radicalisering op dit moment landelijk
               vormgegeven? Hoe is daarbij de rolverdeling tussen uw ministeries en wie coördineert
               het beleid?
            
Antwoord 8
            
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid in de vorm van de NCTV richt zich op het
               duiden van fenomenen die de nationale veiligheid kunnen raken, waaronder ongewenste
               polarisatie. De NCTV faciliteert daarnaast gemeenten door middel van financiële ondersteuning
               vanuit de Versterkingsgelden voor de lokale integrale aanpak van radicalisering, extremisme
               en terrorisme. Daarnaast ondersteunt de NCTV partners met kennis, expertise en een
               netwerk. Complementair aan het bestrijden van de extremistische uitwassen, is het
               van belang dat ook wordt ingezet op de preventie van ongewenste polarisatie, voedingsbodems
               van extremisme en het versterken van vertrouwen in de overheid. Hiervoor stemt de
               NCTV af met verantwoordelijke departementen. Zie ook het antwoord op vraag 11.
            
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid richt zich, onder meer via de
               Expertise-unit Sociale Stabiliteit, op het bevorderen van de sociale stabiliteit en
               daarmee het tegengaan van maatschappelijke spanningen en radicalisering bij vraagstukken
               gerelateerd aan de superdiversiteit van de samenleving. Zie ook het antwoord op vraag
               10. Deze inzet richt zich onder andere op het toerusten van gemeenten en jeugdprofessionals,
               het versterken van beschermende factoren en het verminderen van risicofactoren en
               voedingsbodems die kunnen leiden tot ongewenste polarisatie en radicalisering en zodanig
               de sociale stabiliteit kunnen aantasten. De eerder genoemde Agenda Veerkrachtige &
               Weerbare Samenleving licht de inzet van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
               is toegelicht.17
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is de hoeder van de democratische
               rechtsstaat. Vanuit die rol wordt gewerkt aan het beschermen en vernieuwen van de
               democratie. Het kabinet zet er vanuit die verantwoordelijkheid op in om jongeren goed
               te betrekken bij belangrijke maatschappelijke vragen die hen raken, zoals het klimaat,
               de woningmarkt en het onderwijs. Daarnaast wordt er vanuit BZK o.a. met Prodemos samengewerkt
               om jongeren laagdrempelig kennis te laten maken met de democratie, zodat ze leren
               hoe ze daar zelf aan mee kunnen doen. Daarnaast ondersteunt het ministerie het lokaal
               bestuur bij het omgaan met maatschappelijk ongenoegen en het tegengaan van desinformatie.
            
Het kabinet ondersteunt gemeenten en professionals met kennis en mogelijke handelingsperspectieven
               om met radicalisering om te gaan. Dit gebeurt door informatiebijeenkomsten te organiseren
               en kennisproducten, onder meer via het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering,
               te ontwikkelen.
            
Vraag 9
            
Deelt u de conclusie van een van de onderzoeken dat polarisatie te veel als veiligheidsissue
               wordt gezien, waarbij de rol van sociaal werkers juist onderbelicht is?
            
Antwoord 9
            
Ik ben van mening dat het belangrijk blijft op een preventieve wijze te werken aan
               de voedingsbodems van ongewenste polarisatie. Deze preventieve kant ligt vaak niet
               in het veiligheidsdomein. In de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden
               is dit één van de actielijnen.18 Dit vereist een goede samenwerking en balans in de inzet tussen het sociaal domein,
               zorgdomein en het veiligheidsdomein. Zowel in het beleid dat wordt uitgevoerd als
               in de samenwerking in de wijken. Om zorgen en behoeften tijdig te herkennen en escalatie
               richting ongewenste polarisatie te voorkomen, moeten sociaal werkers getraind worden
               om polarisatie te herkennen en daarop te kunnen interveniëren. Ook is het daarbij
               belangrijk om te weten hoe ze hun zorgen met andere professionals kunnen delen waar
               nodig, met in achtneming van geldende wet- en regelgeving met betrekking tot privacy
               en gegevensdeling.
            
Vraag 10
            
Welke verantwoordelijkheid heeft de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS) van het
               Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in de preventie van radicalisering
               en polarisatie? Welke rol speelt de ESS specifiek bij het tegengaan van anti-institutioneel
               extremisme?
            
Antwoord 10
            
De Expertise-unit Sociale Stabiliteit werkt aan sociale stabiliteit door te investeren
               in haar netwerken met gemeenten, (jeugd)professionals en gemeenschappen. Zo heeft
               de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (vroeg)tijdig zicht op spanningen in de samenleving,
               spanningen en polarisatie tussen burgers onderling en tussen overheid en burgers.
               Deze inzichten en praktijkkennis worden vertaald in adviezen en handelingsperspectieven
               over hoe veerkrachtig om te gaan met maatschappelijke spanningen, polarisatie en radicalisering.
               Overheden (gemeenten en Rijk), (jeugd)professionals en netwerkpartners kunnen dit
               duurzaam vertalen naar hun beleid en/of interventies. Zo kunnen zij maatschappelijke
               spanningen en radicalisering voorkomen en sociale stabiliteit beschermen en versterken.
            
Gezien de toename in verticale polarisatie en de impact hiervan op de sociale cohesie
               in de samenleving legt de ESS in haar inzet en projecten nu meer nadruk op deze vorm
               van polarisatie. Die gebeurt, bijvoorbeeld door het stimuleren van verbindingen tussen
               overheid en samenleving en meer aandacht te geven aan inclusieve communicatie.
            
Bij het voorkomen en tegengaan van anti-institutioneel extremisme trekt de ESS samen
               op met het Ministerie van Justitie en Veiligheid, Ministerie en Binnenlandse Zaken
               en Koninkrijksrelaties. Zo zijn onlangs gezamenlijk informatiebijeenkomsten georganiseerd
               en kennisproducten ontwikkeld voor gemeenten en professionals.
            
Vraag 11
            
Welke verantwoordelijkheid heeft de NCTV van het Ministerie van Justitie en Veiligheid
               in de preventie van radicalisering en polarisatie? Welke rol speelt de NCTV specifiek
               bij het tegengaan van anti-institutioneel extremisme?
            
Antwoord 11
            
De NCTV richt zich specifiek op de aanpak van extremistische aanjagers en zij die
               anderen aanzetten tot geweld, evenals de gewelddadige extremistische gedragingen (daders)
               waarbij de (nationale) veiligheid wordt geraakt. De NCTV faciliteert gemeenten door
               middel van financiële ondersteuning vanuit de Versterkingsgelden voor de lokale integrale
               aanpak van radicalisering, extremisme en terrorisme onder verantwoordelijkheid van
               gemeenten. Hiermee krijgen Nederlandse gemeenten impulsen voor de persoonsgerichte
               aanpak (PGA) extremisme en terrorisme, waarmee in een zo vroeg mogelijk stadium preventief
               ingegrepen kan worden. Daarnaast ondersteunt de NCTV het lokaal bestuur en partners
               en maakt periodieke dreigingsbeelden. Tot slot werkt de NCTV aan het vergroten en
               versterken van kennis en bewustwording van partnerorganisaties en professionals. Onder
               meer via het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering (ROR) wordt hieraan
               gewerkt. Zie ook het antwoord op vraag 8 en 16.
            
Vraag 12
            
In hoeverre werken de NCTV en de ESS samen?
Antwoord 12
            
De NCTV en de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS) werken vanaf de oprichting
               van de ESS nauw samen. Er is regelmatig overleg voor afstemming, (gezamenlijke) activiteiten
               en (beleids)ontwikkeling om elkaar te versterken en aan te vullen.
            
Vraag 13
            
Op welke manier is sinds 2021 uitvoering gegeven aan de motie-Van der Werf c.s. over
               bewustzijn bij gemeenten over de dreiging vanuit jihadistische en rechts-extremistische
               hoek (Kamerstuk 35 925 VI, nr. 69)?
            
Antwoord 13
            
Gemeenten worden jaarlijks in de gelegenheid gesteld om financiële ondersteuning,
               in de vorm van Versterkingsgelden, aan te vragen bij het Rijk om lokaal alle vormen
               van radicalisering, (gewelddadig) extremisme en terrorisme (zowel jihadisme als rechtsterrorisme)
               tegen te gaan.19
Gezien de ontwikkeling in het dreigingsbeeld zijn gemeenten en lokale partners de
               afgelopen jaren specifiek ondersteund bij kennisversterking op het gebied van rechts-extremisme
               en terrorisme. In mijn brief van 22 februari jl. ben ik ingegaan op de inzet van mijn
               ministerie op de groeiende dreiging van rechts-extremisme in Nederland. 20 In deze brief heb ik ook expliciet aandacht geschonken aan de gewelddreiging die
               voortkomt uit het accelerationisme en hoe het bewustzijn van gemeenten en andere lokale
               professionals is versterkt. Zo zijn middels de Versterkingsgelden in 2022 enkele honderden
               lokale professionals getraind door het Rijksopleidingsinstituut Tegengaan Radicalisering
               (ROR), onder andere in het herkennen van rechts-extremisme en hoe daarmee om te gaan.
            
Zoals ik ook schreef in mijn brief van 31 mei 202221 en in mijn brief van 6 juli 202222, kan de NCTV gemeenten wijzen op de Versterkingsgelden en waarvoor deze kunnen worden
               ingezet, maar kan de NCTV vanwege het ontbreken van een wettelijke grondslag nagenoeg
               niet aansluiten bij een casusoverleg en is daarmee beperkt in zijn gerichte ondersteuning
               van gemeenten bij de casus.
            
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in 2021 en in 2022 onderzoek
               laten doen naar ontwikkelingen bij online rechts-extremisme23 en heeft hier een aantal kennissessies met gemeenten over georganiseerd. Vanaf dit
               najaar start de Expertise-Unit Sociale Stabiliteit met het traject regionale advisering
               voor gemeenten, waarbij de preventie van radicalisering richting extremisme centraal
               staat.
            
Vraag 14
            
Hoe worden sociaal werkers op dit moment betrokken bij preventie van polarisatie en
               radicalisering?
            
Antwoord 14
            
Het is aan het lokaal niveau om uitvoering te geven aan de precieze invulling van
               de rol van sociaal werkers in de preventie van polarisatie en radicalisering. Desalniettemin
               is de Expertise-unit Sociale Stabiliteit aanspreekpunt bij vragen of zorgen rondom
               radicalisering en polarisatie voor gemeenten, gemeenschappen en (jeugd-) professionals,
               waaronder sociaal werkers. De Expertise-unit Sociale Stabiliteit heeft een kennis-
               en adviesfunctie voor jeugdprofessionals. Ook worden er onderzoeken gepubliceerd voor
               deze doelgroep, is er leeraanbod ontwikkeld en is er een advieslijn waar professionals
               (anoniem) naar kunnen bellen als ze vragen hebben rondom deze thema’s of zorgen rondom
               jongeren. Hierin wordt nauw samengewerkt met diverse ministeries en maatschappelijke
               organisaties. Daarnaast wordt vanuit het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
               de samenwerking tussen het veiligheidsdomein en het sociaal domein én binnen het sociaal
               domein op lokaal niveau gestimuleerd door ambtenaren en professionals uit het sociaal
               domein proactief te betrekken bij beleid en uitvoering in preventie van polarisatie
               en radicalisering. Hierbij wordt gesproken met zowel brancheorganisaties als Sociaal
               Werk Nederland (SWN) en het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) als met professionals
               zelf.
            
Vanuit haar (advies)rol ondersteunt het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
               professionals met raad en daad. Dat gebeurt onder andere door strategische sessies
               waarin professionals, gemeenten en maatschappelijk betrokken inwoners begeleid worden
               om (mogelijk) polariserende ontwikkelingen te voorkomen en te de-escaleren.
            
Vraag 15
            
Zijn er trainingen die zich specifiek richten op anti-institutioneel extremisme en
               het narratief over een «kwaadaardige elite», waar volgens de AIVD ruim 100.000 mensen
               in meer of mindere mate in geloven? Zo ja, welke trainingen zijn dat en hoe kunnen
               professionals daar gebruik van maken?
            
Antwoord 15
            
In de afgelopen maanden is door het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering
               een nieuwe training ontwikkeld op anti-institutioneel extremisme. Het ROR heeft hierbij
               samengewerkt met diverse partners zoals de NCTV, het Landelijk Steunpunt Extremisme
               en verschillende universiteiten. Vanaf oktober 2023 is de training anti-institutioneel
               extremisme beschikbaar voor lokale professionals. De animo voor het trainingsaanbod
               van het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering is hoog en de verwachting
               is dit najaar zo’n 150 professionals te bereiken.
            
Vraag 16
            
Wordt er in het trainen van professionals onderscheid gemaakt tussen professionals
               met een signalerende functie en professionals die polarisatie en radicalisering actief
               dienen tegen te gaan?
            
Antwoord 16
            
De trainingen worden uitgevoerd in gemêleerde en interdisciplinaire groepen. Dit zorgt
               voor betere leeropbrengsten door de uitwisseling van ervaring. Ook zorgt het voor
               de versterking en vergroting van het netwerk van de professionals. Tegelijkertijd
               zijn er ook trainingen gericht voor specifieke groepen professionals, zowel in de
               signalerende als actief dienende rol.
            
Het thema polarisatie valt niet binnen de scope van het Rijksopleidingsinstituut tegengaan
               Radicalisering. Uiteraard komt het thema polarisatie wel terug in het merendeel van
               de trainingen, maar de focus ligt op de preventie van radicalisering tot (gewelddadig)
               extremisme.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - 
              
                  Mede namens
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.