Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over internationaal spoor (Kamerstuk 29984-1093)
2023D40783 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat over haar brief inzake de Intentieverklaring Drielandentrein (Kamerstuk
29 984, nr. 1093), haar brief over de treinverbinding Eindhoven-Heerlen-Aken (Kamerstuk 29 984, nr. 1098), haar brief inzake ontwikkelingen ten aanzien van internationaal personenvervoer
per spoor (Kamerstuk 29 984, nr. 1124), haar brief Voortgang ontwikkelingen HSL-Zuid (Kamerstuk 22 026, nr. 522) en haar reactie op het verzoek van de commissie over de berichtgeving in het Financieele
Dagblad over de oproep van reizigersvereniging Rover om snel duidelijkheid te geven
over de toekomst van het beveiligd vertrek van de Eurostar vanaf Amsterdam Centraal
in 2024 (Kamerstuk 29 984, nr. 1131).
De voorzitter van de commissie,
Tjeerd de Groot
De adjunct-griffier van de commissie,
Wiendels
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
Inleiding
VVD-fractie
D66-fractie
CDA-fractie
SP-fractie
PvdA- en GroenLinks-fractie
ChristenUnie-fractie
BBB-fractie
Inleiding
De leden van de VVD-fractie danken de Staatssecretaris voor het toezenden van de stukken
en hebben hier met veel interesse kennis van genomen. Deze leden hebben hierover nog
enkele vragen.
De leden van de D66-fractie vinden dat de trein een volwaardig alternatief moet zijn
voor het vliegtuig. Een snel en betrouwbaar netwerk van hogesnelheidstreinen en nachttreinen
binnen de Europese Unie (EU) is nodig om de trein een serieuze concurrent te maken
van het vliegtuig. Voor deze leden is het belangrijk dat het boeken van een treinticket
net zo eenvoudig werkt als het boeken van een vliegticket. Over het gemak van het
boeken van internationale reizen met de trein en over de ontwikkelingen op het gebied
van internationaal spoor in het algemeen hebben deze leden een aantal vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de agenda
voor het schriftelijk overleg Internationaal spoor. Deze lezen hebben hierbij nog
enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de agenda voor
het schriftelijk overleg Internationaal spoor. Deze leden hebben hierbij nog enkele
vragen en opmerkingen.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie zijn van mening dat het huidige internationale
spoor nog grote verbeteringen behoeft. Zij zijn blij dat de Staatssecretaris zegt
dat goede internationale treinverbindingen een prioriteit zijn, maar helaas zien deze
leden nog weinig concrete resultaten van haar ambities. Zij hebben dan ook nog behoorlijk
wat vragen die zij graag aan de Staatssecretaris voorleggen.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben grote verwachtingen van het internationaal
spoor. Zij zijn van mening dat reizen per trein binnen Europa een concurrerend alternatief
moet worden voor vliegreizen tot minstens 1.000 kilometer. Om dit te bereiken moeten
Europese fondsen, zoals het TEN-T-programma gebruikt worden voor het verbeteren van
grensoverschrijdende treinverbindingen. Zij constateren dat, om dit doel te bereiken,
extra inzet van de Staatssecretaris nodig is. Zij roepen de Staatssecretaris daar
ook toe op. Zij vragen daarom of Nederland zich voor het nieuwe Europese Meerjarig
Financieel Kader (MFK) inzet voor meer middelen voor een ambitieuzer Europees HSL-netwerk.
De leden van de BBB-fractie hebben een aantal vragen aangaande het internationale
spoor.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie constateren dat de bestaande terminal voor de Eurostar
wordt afgebroken als onderdeel van een grote verbouwing van station Amsterdam Centraal.
Deze leden zijn benieuwd welke mogelijke oplossingen er momenteel concreet worden
besproken, teneinde uitval van honderden treinen per juni 2024 te voorkomen. Deze
leden stellen vast dat er snel een oplossing moet komen voor de problemen bij opstapplaats
Amsterdam. Deze leden zijn benieuwd in hoeverre het mogelijk is om de bestaande terminal
van Eurostar langer open te houden en tegelijkertijd de vereiste werkzaamheden te
verrichten.
De leden van de VVD-fractie constateren dat door het tijdelijk uitvallen van de Eurostar
honderdduizenden treinreizigers in 2024 niet van en naar Londen kunnen reizen en zijn
aangewezen op het vliegtuig of de auto. Deze leden zijn benieuwd hoe de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat dit rijmt met haar ambities voor een «modal shift»-transitie,
waarbij er wordt ingezet op meer vervoer over spoor in plaats van vervoer over de
weg of door de lucht. Deze leden constateren dat het spoedoverleg over de problemen
met Eurostar in Amsterdam nog niets heeft opgeleverd en dat er hierdoor zorgen zijn
ontstaan binnen de sector en bij reizigersorganisaties en belanghebbenden. Deze leden
zijn benieuwd hoe het komt dat er pas in een zeer laat stadium is geconstateerd dat
de continuïteit van de Eurostar onder druk kwam te staan en waarom de Staatssecretaris
tot op heden nog niet met oplossingen is gekomen. Deze leden lezen dat er een externe
consultant is ingeschakeld voor het zoeken naar een oplossing met betrekking tot de
capaciteitsproblemen op station Amsterdam Centraal en dat er een onderzoek wordt uitgevoerd
door een onafhankelijk Zwitsers bureau. Deze leden vragen ook waarom er nog steeds
geen onderzoeksresultaten zijn gecommuniceerd, aangezien het al enige tijd geleden
is dat deze onderzoeken zijn ingesteld. Deze leden zijn benieuwd wanneer deze onderzoeksresultaten
verwacht kunnen worden en welke stappen hierna zullen worden gezet om deze uit te
voeren.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Eurostar wordt gezien als een duurzaam alternatief
voor het vliegen naar Londen. Deze leden stellen vast dat al sinds 2017 bekend is
dat er een capaciteitsprobleem zou zijn tijdens de verbouwing van station Amsterdam
Centraal. Deze leden zijn benieuwd wat de Staatssecretaris heeft gedaan om te voorkomen
dat de Eurostar-verbinding onderbroken zou worden. In hoeverre kijkt de Staatssecretaris
samen met haar collega-bewindspersoon, die over Klimaat gaat, naar wat de negatieve
effecten voor het milieu kunnen zijn van de shift van trein naar vliegtuig voor de
route Amsterdam-Londen en vice versa? Ook zijn deze leden benieuwd in hoeverre Schiphol
ruimte heeft om mogelijke extra vluchten te kunnen aanbieden.
De leden van de VVD-fractie stellen vast dat de Staatssecretaris op 7 juli 2023 heeft
aangekondigd dat het onderzoek naar de reactivering van de spoorlijn tussen Weert
en Hamont zich in een laatste afrondende fase bevindt. Deze leden zijn benieuwd wanneer
de resultaten van dit onderzoek met de Kamer zullen worden gedeeld, aangezien er inmiddels
drie maanden zijn verstreken. Deze leden hebben kennisgenomen van de Rebel-studie
Personenvervoer Weert-Hamont, meest kansrijke optie. Deze leden vragen hoe het staat
met de studieresultaten, wat de huidige stand van zaken is en welke vervolgstappen
de Staatssecretaris in gedachten heeft.
De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd welk gevolg de Staatssecretaris heeft gegeven
aan de aangenomen moties en wens van de Kamer voor één Europees ticketingsysteem voor
internationaal treinreizen. Deze leden vragen ook welke maatregelen er in samenwerking
met Brussel zijn getroffen om dit te realiseren.
De leden van de VVD-fractie constateren dat het internationale spoorvervoer gaat groeien
richting de toekomst. Deze leden vragen hoe de Staatssecretaris deze groei in goede
banen gaat leiden, aangezien de huidige spoorcapaciteit beperkt is, evenals de Europese
samenwerking op infrabeleid. Deze leden hebben kennisgenomen van het bericht dat de
spoorgoederentafel van start is gegaan en steunen dit initiatief van harte. Deze leden
zijn benieuwd in hoeverre er op internationaal niveau overleg wordt gevoerd over het
spoorgoederenvervoer en in welke mate de spoorgoederentafel daarbij betrokken is.
De leden van de VVD-fractie stellen vast dat het Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat in samenwerking met ProRail een verkenning uitvoert voor decentralisatie
van de spoorverbinding Heerlen-Aken. Deze leden zijn benieuwd wanneer de Staatssecretaris
de uitkomsten hiervan zal delen met de Kamer. Kan de Staatssecretaris tevens garanderen
dat deze route te zijner tijd mogelijk door de regionale vervoersautoriteit kan worden
opgenomen in de regionale concessie?
De leden van de VVD-fractie stellen vast dat veel nationale spoorwegmaatschappijen
nog te veel gericht zijn op hun eigen markt, waardoor een echt Europees treinnetwerk
maar niet van de grond komt. Deze leden vragen hoe de Staatssecretaris, al dan niet
in samenwerking met haar Europese collega’s, gaat komen tot meer integrale en internationale
samenwerking. Deze leden vragen ook welke prikkel zij voor ogen heeft om de interesse
van de huidige nationale spoorwegmaatschappijen ook te wekken voor andere Europese
markten.
De leden van de VVD-fractie constateren dat de verkenningsfase van het doortrekken
van de Noord/Zuidlijn naar verwachting in 2025 wordt afgerond. Deze leden stellen
ook vast dat er kort na deze afronding in potentie een acuut tekort op de begroting
zal ontstaan en zijn benieuwd op welke termijn het budget weer dient te worden aangevuld
om vertraging van het doortrekken van de Noord/Zuidlijn te voorkomen. Deze leden vragen
hoe de Staatssecretaris aankijkt tegen de cohesie tussen het doortrekken van de Noord/Zuidlijn
en de groei van het internationale treinvervoer. Deze leden stellen vast dat het Noord/Zuidlijn-project
deel uitmaakt van een samenhangend pakket met het project Zuidasdok en zijn benieuwd
welke gevolgen de mogelijke vertraging van het doortrekken van de Noord/Zuidlijn zal
hebben op het project Zuidasdok voor een capaciteitsuitbreiding van het internationale
spoor in zowel zuidelijke richting (Brussel, Parijs, Londen) en oostelijke richting
(Berlijn). Deze leden zijn tevens benieuwd of het internationale treinvervoer nog
verdere groei kan doormaken, als er voor een belangrijk knelpunt, zoals de ruimte
in de Schipholspoortunnel, een financieringstekort op het doortrekken van de Noord/Zuidlijn
ontstaat.
De leden van de VVD-fractie stellen vast dat internationale personentreinen in de
netwerkontwikkelingsstudies voor de Landelijke ov- en spoortafel worden geprogrammeerd
ten koste van nationaal openbaar vervoer. Deze leden vragen welke afwegingen hiervoor
zijn gemaakt en hoe de al beperkte spoorcapaciteit niet nog verder in het geding komt.
De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris met haar Duitse counterpart
concrete plannen aan het maken is om zowel het internationale personenvervoer als
het internationaal goederenvervoer per spoor te faciliteren. Ook zijn deze leden benieuwd
of er een concurrerend vervoersproduct aan reizigers en verladers kan worden aangeboden
en of er een gezamenlijk gedeeld beeld is.
D66-fractie
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat het belangrijk is dat de wetgeving
over Multimodale Digitale Mobiliteitsdiensten (MDMS) snel wordt geïnitieerd vanuit
de Europese Commissie (EC) en dat dit meer moet behelzen dan alleen het vrijgeven
van data rond dienstregelingen en tickets. Is de Staatssecretaris het eens met deze
leden dat dit snel geïnitieerd moet worden? Deze leden zien ook graag dat een betere
uitwisseling van toegankelijkheidsinformatie en realtime-informatie over ritten en
vertragingen op stations, haltes en parkeerplaatsen. Is de Staatssecretaris het met
deze leden eens dat deze rijkheid aan data belangrijk is voor het succes van multimodaal
reizen? Zo ja, op welke manier gaat de Staatssecretaris zich hiervoor inzetten? Deze
ledenvragen aan de Staatssecretaris of het mogelijk is om, vooruitlopend op Europese
wetgeving, te zorgen dat Nederlandse vervoerders al conform handelen. Is de Staatssecretaris
bereid om hierover het gesprek aan te gaan met het Nationaal Openbaar Vervoer Beraad
(NOVB)?
De leden van de D66-fractie vragen of de Staatssecretaris kan aangeven hoe het kan
dat identieke treinreizen door verschillende aanbieders (NS, NMBS, DB et cetera) voor
verschillende prijzen worden aangeboden. Welke acties is de Staatssecretaris van plan
te ondernemen om dit soort onwenselijke prijsverschillen in de toekomst te voorkomen?
Deze leden zien eveneens dat verschillende Europese spoorbedrijven wisselende mogelijkheden
aanbieden voor het flexibel maken van een treinticket. Is de Staatssecretaris het
met deze leden eens dat deze mogelijkheid door alle spoorbedrijven op dezelfde manier
moet worden aangeboden? Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat het onwenselijk
is dat ook hier prijsverschillen ontstaan tussen de verschillende Europese aanbieders?
Zo ja, welke stappen gaat de Staatssecretaris ondernemen om toe te werken naar een
Europese standaard?
De leden van de D66-fractie zien dat in Nederland partijen al succesvol werken met
de technische uitwisselingsstandaard «Transport Operator to Mobility Provider-Application
Programming Interface» (TOMP). Hoe gaat de Staatssecretaris deze voorsprong bewaken
en bestendigen in het Europese proces?
De leden van de D66-fractie lezen in de Miljoenennota dat de Staatssecretaris 1,6
miljard aan eerder toegezegde reserveringen voor het doortrekken van de Noord/Zuidlijn
(tijdelijk) schrapt. Dit project is niet alleen van groot belang voor de ontsluiting
van Schiphol, maar ook voor het creëren van ruimte voor landelijke en internationale
treinen op het spoor rondom Amsterdam. Over de gevolgen van deze keuze hebben deze
leden een aantal vragen. Wanneer verwacht de Staatssecretaris het budget weer aan
te vullen en wanneer moet dit gebeurd zijn om vertraging van de uiteindelijke realisatie
van het doortrekken van de Noord/Zuidlijn te voorkomen? Welke consequenties heeft
deze keuze voor de beoogde en gewenste groei van het internationaal treinverkeer?
Kan de Staatssecretaris hierbij specifiek aangeven wat dit zou betekenen voor het
knooppunt rondom de Schipholtunnel? Kan de Staatssecretaris aangeven in hoeverre dit
de groei van nationale intercity’s langs Schiphol en Amsterdam beperkt of daar risico’s
voor oplevert? Deze leden zijn benieuwd welke gevolgen een mogelijke vertraging heeft
op het project Zuidasdok voor een capaciteitsuitbreiding van het internationale spoor,
zowel richting het Zuiden (Brussel, London, Parijs) als ook het Oosten (Amsterdam-Berlijn)?
Hoe is er op uw beslissing gereageerd vanuit de bestuurlijke partners waar het ministerie
eerder de afspraak voor deze reservering mee gemaakt had? Wat is nu hun handelingsperspectief?
De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de voortgang rond het Eurostar-dossier.
Voor de zomer gaf de Staatssecretaris aan dat er nog een ultieme poging gedaan wordt
de terminal in Amsterdam open te houden gedurende de verbouwing van Amsterdam Centraal
en daarmee deze internationale treinverbinding voor Nederland te behouden. Deelt de
Staatssecretaris de mening van deze leden dat reizigers zo snel mogelijk duidelijkheid
verdienen over de mogelijkheid om een reis naar Londen met de Eurostar voor de periode
na juni 2024 te kunnen gaan boeken? Kan de Staatssecretaris daarom aangegeven waar
de belemmeringen zitten rond de Eurostar-terminal, wat zij heeft gedaan om de nieuwe
terminal te versnellen en wat er nodig is om de huidige terminal langer open te houden?
Wat is de laatste stand van zaken rondom het onderzoek naar mogelijkheden om een gat
in de dienstregeling van de Eurostar vanuit Amsterdam te voorkomen/beperken? Deze
leden krijgen signalen dat er reeds adviezen gegeven zouden zijn in het onderzoek
naar de mogelijkheden van beveiligd vertrek van de Eurostar vanuit Amsterdam. Klopt
dit? Zo ja, kan de Staatssecretaris deze adviezen delen met de Kamer en omvatten deze
adviezen ook opties zonder gat in de dienstverlening van Eurostar vanuit Amsterdam?
Hoe ziet het vervolgproces eruit? Wanneer verwacht de Staatssecretaris de Kamer en
Eurostar te kunnen informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar de mogelijkheden
van beveiligd vertrek vanuit Amsterdam? Voor welke datum moet er een beslissing genomen
zijn teneinde alle betrokkenen voldoende tijd te geven om deze te implementeren? Op
welke manier wordt er in het onderzoek en het vervolg daarop rekening gehouden met
de uitvoerbaarheid voor Eurostar?
De leden van de D66-fractie constateren dat op vakantie gaan met een interrailticket
zich de afgelopen jaren bewezen heeft als een groot succes. Deze leden zijn zeer positief
over het grote animo voor het interrailticket en het gebruik van de internationale
treinen voor het bereiken van een vakantiebestemming. Vorig jaar besloot de Nederlandse
Spoorwegen (NS) echter om reserveren in internationale treinen verplicht te stellen
voor interrailers, wat een grote beperking betekent van deze populaire manier van
reizen. Kan de Staatssecretaris inmiddels uitsluiten dat NS opnieuw reserveren verplicht
stelt voor internationale treinen in de zomer van 2024? Zo nee, welke actie is zij
van plan te ondernemen om dit richting de zomer van 2024 alsnog uit te kunnen sluiten?
En kan de Staatssecretaris er bij NS op aandringen dat hier zo snel mogelijk duidelijkheid
over komt?
Daarnaast hebben de leden van de D66-fractie nog een aantal losse vragen naar aanleiding
van het lezen van de stukken en de recente ontwikkelingen op het gebied van internationaal
spoor. Wanneer kunnen deze leden de strategie internationaal spoor verwachten en zal
de Staatssecretaris hierin ook een duidelijke ambitie opnemen over welke internationale
verbindingen er in de komende jaren opgezet moeten worden en op welke manier er inpassing
gevonden zal worden in steden met reeds drukke stations, zoals Amsterdam? Kan de Staatssecretaris
al meer duidelijkheid geven over nieuw materieel voor de internationale treinen tussen
Amsterdam-Frankfurt en Amsterdam-Berlijn? Wat is de stand van zaken van het onderzoek
naar het eventueel laten doorrijden van de ICE naar Frankfurt richting München? En
tot slot vragen deze leden wat de stand van zaken is rondom het doortrekken van de
Eurostar van Marne de La Valle naar Bordeaux. Kan de Staatssecretaris aangeven of
er uit de gesprekken die zij hierover heeft gevoerd, voldoende animo is gebleken voor
het opstarten van een EU-pilot?
CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie horen graag een stand van zaken over de actuele Duits-Nederlandse
onderhandelingen voor TEN-T. Ook horen deze leden graag meer over hoe de Lelylijn
deel gaat uitmaken van het Toekomstbeeld OV. Graag horen deze leden tevens de voortgang
op het traject Coevorden-Bad Bentheim als onderdeel van de Nedersaksenlijn. Deze leden
horen graag van de Staatssecretaris of er al een concrete Nederlandse inzet is. De
leden van de CDA-fractie vernemen daarnaast graag hoe alles op alles wordt gezet om
de Eurostar te laten rijden vanaf Amsterdam Centraal.
SP-fractie
Treinverbinding Eindhoven-Heerlen-Aken
De leden van de SP-fractie zijn groot voorstander van de komst van een volwaardige
intercityverbinding naar Aken vanaf Eindhoven via Heerlen. Inwoners van Limburg hebben
het qua ov-voorzieningen bepaald niet getroffen met de voortdurende vertraging en
kostenoverschrijdingen voor de verbetering van de Maaslijn. Een inhaalslag voor deze
regio is op het gebied van treinvoorzieningen wat deze leden betreft hard nodig, evenals
een compensatie vanuit de Rijksoverheid voor de voltooiing van het project Maaslijn.
Hoe kijkt de Staatssecretaris hiernaar? Uitgangspunt voor deze leden is dat een volwaardige
intercityverbinding, zodra deze gerealiseerd kan worden, ook deel dient uit te maken
van het hoofdrailnet. Deelt de Staatssecretaris deze mening en welke mogelijkheden
ziet zij hiertoe gedurende de looptijd van de nieuwe concessie?
Ontwikkelingen internationaal personenvervoer per spoor
De leden van de SP-fractie zijn blij met het toenemende draagvlak voor het verbeteren
van de internationale spoorverbindingen. Steeds meer reizigers en overheden zien de
trein voor reizen binnen Europa als een noodzakelijk alternatief voor het vliegtuig.
Naast het verbeteren van de grensoverschrijdende infrastructuur en de betaalbaarheid
van treintickets moet er nog forse verbetering worden geboekt op het gebied van uniformering
van reisinformatie en boekingsmogelijkheden. Deze leden vragen de Staatssecretaris
om te reageren op de zorgen die zijn geuit door Rover, de ANVR en de Consumentenbond
omtrent de weigering van marktpartijen om mee te werken aan het verbeteren van multimodale
zoek- en boekingssystemen. Herkent zij de kritiek van deze organisaties en, zo ja,
is zij bereid om aan te dringen op bindende wetgeving op dit gebied?
PvdA- en GroenLinks-fractie
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie vragen aandacht voor de sturing van de
overheid op het internationale spoor. Op dit moment zijn een aantal belangrijke internationale
lijnen opgenomen in de concessie. De Staatssecretaris heeft besloten dat dit vanaf
2025 niet meer het geval is. Alleen de intercity naar Brussel maakt dan nog deel uit
van de hoofdrailnetconcessie. Deze leden hebben zorgen hierover. Deze leden vinden
dat de overheid voldoende sturingsmogelijkheden moet hebben om het internationale
spoorvervoer niet alleen te stimuleren, maar zij zijn van mening dat de overheid ook
moet kunnen sturen op frequenties en tarieven. Met de volledige open toegang lijkt
dit lastig. Kan de Staatssecretaris zowel praktisch als juridisch uiteenzetten hoe
vanaf 2025 precies de dienstregeling voor de lijnen naar Berlijn, Frankfurt, Parijs
en Londen tot stand zal komen. En kan zij hierbij ook specifiek ingaan op de vraag
hoe de Staatssecretaris denkt te voorkomen dat wanneer vervoerders in de open toegang
zouden besluiten om, bijvoorbeeld in relatief rustige perioden het aantal treinen
te verlagen, dit niet betekent dat het aantal treinen dusdanig afneemt dat er geen
sprake meer is van een goede dienstregeling en reizigers hierdoor andere vervoersmiddelen
moeten zoeken? En wat zijn voor de Staatssecretaris de criteria wanneer zij van plan
is om in dergelijke gevallen in te grijpen? Tevens maken deze leden zich hierbij zorgen
om de betaalbaarheid. In volledige open toegang zijn er weinig middelen om reizigers
zekerheid van betaalbare tickets te geven. Hoe waarborgt de Staatssecretaris, zo vragen
deze leden, dat internationale treinen ook vanaf 2025 voor iedereen betaalbaar blijven?
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie vinden dat het plannen, boeken en betalen
van internationale treinreizen eenvoudiger moet én kan. Te vaak lopen reizigers nu
nog vast in een woud aan websites en tarieven. Reizigers betalen daardoor vaak te
veel, kunnen niet de snelste route boeken of zijn helemaal niet in staat om een reis
te boeken. Terwijl we vanwege onze klimaatdoelstellingen reizen per internationale
trein juist makkelijker moeten maken. Kan de Staatssecretaris aangeven of zij de EC
al op het hart heeft gedrukt het ambitieniveau van de zogenaamde MDMS-wetgeving niet
te verlagen? En deelt zij de mening dat het van belang is dat de wetgeving voor de
Europese verkiezingen wordt vastgesteld, zodat reizigers snel kunnen profiteren van
de verbeteringen? Heeft de Staatssecretaris bij de Commissie hierop aangedrongen?
Zo nee, gaat zij dit alsnog spoedig doen? Deze leden vinden het teleurstellend dat
de vervoerders hier niet zelf initiatief toe hebben genomen. Deelt de Staatssecretaris
de mening dat er sprake is van marktfalen en dat daarom wetgeving snel nodig is?
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie hebben over het huidige internationale
aanbod nog aantal specifiekere vragen. Zij maken zich zorgen over de betrouwbaarheid
hiervan. Deze leden constateren bijvoorbeeld dat de Nightjet van Amsterdam naar Zürich
sinds deze zomer regelmatig rijtuigen mist, ondanks dat er meerdere reserverijtuigen
zouden moeten zijn. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe vaak dit de afgelopen tijd
is voorgekomen, wat hiervan de oorzaak is en hoe dit op korte termijn opgelost gaat
worden?
Deze leden constateren ook dat het vaak nog lastig is voor reizigers om tickets te
reserveren voor internationale treinen (o.a. de Nightjets naar Zürich en Wenen) voor
perioden waarin werkzaamheden plaatsvinden. Soms zijn ook voor de zeer korte termijn
data geblokkeerd. Dit betekent dat reizigers – terwijl de treinen wel rijden – alternatieve
reismogelijkheden moeten zoeken. Herkent de Staatssecretaris deze problematiek en
wat gaat zij doen om in samenspraak met de vervoerders dit op te lossen?
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie krijgen signalen dat de stiptheid en de
capaciteit op de ICE-lijn Amsterdam-Frankfurt vaak nog te wensen overlaat. Zo vallen
er regelmatig ICE-treinen uit, zitten de treinen soms overvol en zijn er regelmatig
grote vertragingen. Waarom, zo vragen deze leden, worden er geen reservetreinen ingezet?
En wanneer zijn de nieuwe ICE-treinen beschikbaar? Kunnen deze direct volledig worden
ingezet, zodra ze toegelaten worden? Wat gaat de Staatssecretaris concreet doen om
de situatie op deze lijn te verbeteren? Op het traject tussen Arnhem en Düsseldorf
worden, vanwege het derde spoor, regelmatig werkzaamheden uitgevoerd. De stoptrein
wordt dan vervangen door bussen en de ICE wordt dan omgeleid via Den Bosch, doet er
langer over én rijdt minder vaak. Dit baart deze leden zorgen. Zeker ook omdat volgend
jaar (november) de langdurige werkzaamheden aan het derde spoor starten. Deze duren
tot zeker mei 2026. Kan de Staatssecretaris, zo vragen deze leden, erop toezien dat
ondanks de omleiding het aantal ritten niet wordt verminderd? Hoe wordt de hinder
tijdens de werkzaamheden verkleind? Welke concrete afspraken worden er met de vervoerders
gemaakt? En hoe worden reizigers tijdig en proactief geïnformeerd? Kan de Staatssecretaris
toezeggen dat de Kamer hierover regelmatig op de hoogte wordt gehouden, zodat voorkomen
wordt dat gedurende deze lange periode van werkzaamheden het treinverkeer naar Duitsland
verslechtert? In het verlengde hiervan vragen deze leden of het klopt dat het aantal
treinreizigers tussen Nederland en Duitsland de afgelopen jaren fors is toegenomen,
maar dat het aantal ICE’s niet is uitgebreid. Welke ambities zijn er bij de vervoerders
om het aantal ICE’s uit te breiden? Hoe beoordeelt de Staatssecretaris het feit dat
de ICE’s regelmatig zijn volgeboekt? Welke ambities zijn er bij de vervoerders om
het aantal ICE’s uit te breiden?
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie krijgen ook signalen over te beperkte
capaciteit bij de Thalys naar Parijs en de Eurostar naar Londen. Beide treinen zijn
regelmatig volgeboekt en reizigers zijn dan gedwongen om op andere manieren te reizen.
Dit is niet goed voor het vertrouwen in het internationale spoor. Reizigers denken
immers steeds vaker: de treinen zullen wel vol zitten, dus we gaan maar een andere
manier zoeken. Met name in en rond de weekenden is het vaak heel lastig om aan een
reservering te komen. Herkent de Staatssecretaris deze zorgen? En wat gaat zij concreet
doen om het aanbod te vergroten?
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie merken op dat in de Kamer en bij reizigers
al geruime tijd zorgen zijn over de werkzaamheden rondom Amsterdam Centraal en de
gevolgen hiervan voor de Eurostar naar Londen. Deze leden vinden het zeer ongewenst
dat er nog steeds geen oplossing lijkt te zijn en zij zouden het onacceptabel vinden
als de uitkomst is dat de Eurostar langere tijd niet van en naar Nederland kan rijden.
Hoe staat het, zo vragen zij, met het vinden van een oplossing en wanneer verwacht
de Staatssecretaris de Kamer te informeren over de uitkomsten van de zoektocht?
Tot slot hebben de leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie nog een vraag over de
zomermaatregelen op de Benelux-trein. Vanwege de drukte in de zomer is besloten om
zogenoemde treinbinding in te voeren, zodat het aantal reizigers per trein beter gereguleerd
kon worden. Klopt het dat deze treinbinding na de zomer niet is losgelaten? Zo ja,
waarom is de treinbinding nu nog steeds van toepassing? Hoe beoordeelt de Staatssecretaris
het feit dat treinbinding nog steeds geen garantie geeft op een zitplaats? Deelt de
Staatssecretaris dat het niet wenselijk is dat voor de standaardtickets – de zogenaamde
early birdtickets – de beperkende voorwaarden van treinbinding van toepassing zijn?
Zo nee, waarom niet?
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie zien op het prestatiedashboard van ProRail
dat de afgelopen twaalf maanden maar liefst 9.2% van de IC-treinen vanuit Brussel
is uitgevallen en Amsterdam daarom nooit bereikt hebben. Daarbovenop lezen deze leden
op het dashboard dat de trein van Amsterdam naar Brussel de afgelopen twaalf maanden
slechts in 31% (het dashboard laat ook 66% zien, in beide gevallen is de punctualiteit
te laag) van de gevallen met minder dan 3 minuten vertraging in Breda arriveerde.
Kloppen deze cijfers en maakt de Staatssecretaris zich ook zorgen om de betrouwbaarheid
van deze verbinding? Zeker nu reizigers vaker op de dure flexibele tickets zijn aangewezen?
Heeft de Staatssecretaris als concessieverlener hierover gesproken met NS en welke
maatregelen heeft NS toegezegd om de betrouwbaarheid te vergroten? En welke maatregelen
neemt de Staatssecretaris als concessieverlener zelf?
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie hebben al vaker hun zorgen geuit over
de slechte bereikbaarheid van Duitsland vanuit het noorden van Nederland. De lijn
tussen Groningen en Leer is door de aanvaring met de brug over de Eems al vele jaren
niet volledig in gebruik en het gaat nog enige tijd duren voor de brug hersteld is.
Hoe beoordeelt de Staatssecretaris de gang van zaken tot nu toe? En welke lessen trekt
zij hieruit voor de toekomst? Deze leden zijn van mening dat deze lijn in de nabije
toekomst stevig versterkt moet worden. Zij vragen de Staatssecretaris daarom hoe het
staat met de onderhandelingen om de route Amsterdam-Groningen-Hamburg in een hogere,
en bij voorkeur de hoogste, TEN-T-categorie te krijgen. Aan welke Europese corridor
zou deze worden toegevoegd? Deze leden begrijpen dat de Staatssecretaris verschillende
contacten heeft met Duitse collega's en er ambtelijk contact is geweest met Denemarken
over de Lelylijn in internationaal verband. Echter wordt weinig beschreven wat tot
op heden de inhoudelijke reacties zijn in deze landen. Kan de Staatssecretaris hier
meer over zeggen? Wordt met Duitsland bijvoorbeeld ook besproken om de middelen voor
de Kustautobahn A20, waar veel weerstand tegen is (deels) om te zetten in spoorinvesteringen
die beter kunnen bijdragen aan het oplossen van de knelpunten? En is de Staatssecretaris
ook van plan om met Zweden in gesprek te gaan over het in de toekomst versterken van
de verbinding tussen West-Europa en Scandinavië via Noord-Nederland?
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie maken zich voor de korte termijn zorgen
over het feit dat op de lijn tussen Groningen en Leer de Friesenbrücke na opening
slechts 20 minuten per uur beschikbaar is voor treinen en 40 minuten voor scheepvaart.
Kan de Staatssecretaris toelichten waarom dit het geval is en welke beperkingen dit
voor het toekomstig uitbreiden van het treinverkeer mogelijk met zich meebrengt?
ChristenUnie-fractie
Lelylijn
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen allereerst naar de stand van zaken rond
de triloog-onderhandelingen over het TEN-T-netwerk. Deze onderhandelingen lopen op
dit moment en zijn van het allergrootste belang om meer middelen beschikbaar te krijgen
voor realisatie van de Lelylijn. Zij vragen de Staatssecretaris uitvoerig in te gaan
op de Lelylijn in het geheel van deze onderhandelingen. Zij vragen op welke wijze
de Staatssecretaris zich inspant om deze lijn opgenomen te krijgen in het TEN-T-netwerk.
Ook vragen deze leden de Staatssecretaris een stand van zaken te delen over het MIRT-onderzoek
naar de Lelylijn. Zij vragen haar met name op welk moment er meer duidelijkheid te
geven is over potentiële tracés.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen naar de uitvoering van de motie-Van der
Graaf c.s. (Kamerstuk 29 984, nr. 1115). Deze leden vragen de Staatssecretaris naar de wijze waarop zij invulling geeft
aan de acties op bonds- en deelstaatniveau om de Duitse bondsregering te overtuigen
van nut en noodzaak van instemming met het opnemen van de verbinding Amsterdam-Groningen-Bremen
in het kernnetwerk van TEN-T. Zij vragen naar de invulling van de contacten met ProRail
en Deutsche Bahn om de Duitse bondsregering te overtuigen van nut en noodzaak van
instemming met het opnemen van de verbinding Amsterdam-Groningen-Bremen in het kernnetwerk
van TEN-T.
De leden van de ChristenUnie-fractie verzoeken de Staatssecretaris te bevestigen dat
de Lelylijn als onderdeel van de verbinding Amsterdam-Groningen-Hamburg in alle relevante
Nederlandse toekomstvisies is opgenomen, zoals de lopende herziening van het Toekomstbeeld
OV, de strategie Internationaal Spoor en de Nota Ruimte.
Eurostar
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn geschrokken van de berichtgeving, voor de
zomer, over een eventueel verdwijnen van de Eurostar-treinverbinding tussen Londen
en Amsterdam. Zij roepen de Staatssecretaris opnieuw op alles op alles te zetten om
deze verbinding te behouden. Zij vragen haar zo spoedig mogelijk duidelijkheid te
geven over de vertrekmogelijkheden van de Eurostar op Amsterdam Centraal. Zij vragen
of het ingeschakelde onafhankelijke onderzoeksbureau SMA inmiddels een rapport heeft
opgeleverd. Deze leden vragen dit de Kamer zo spoedig mogelijk toe te zenden. Zij
vragen de Staatssecretaris te bevestigen dat er varianten zijn waarbij de Eurostar
inderdaad ook na juni 2024 vanaf Amsterdam Centraal kan vertrekken. Zij vragen haar
welke bezwaren hierover nog bestaan en op welke wijze deze weg te nemen zijn. Zij
vragen de Staatssecretaris ook te expliciteren voor welke dilemma’s zij zich in deze
kwestie gesteld weet. Zij vragen haar alle relevante partijen, waaronder de gemeente
Amsterdam, NS en ProRail, te doordringen van het allergrootste belang van het behouden
van deze verbinding op Amsterdam Centraal. Zij vragen de Staatssecretaris te bevestigen
dat het hervatten van de verbinding Amsterdam-Londen op Amsterdam Centraal niet zomaar
te verwezenlijken is. Zij vragen hoe zij hierover het gesprek voert met Eurostar.
Verbinding Amsterdam-Groningen-Bremen
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen naar de uitvoering van de motie-Van der
Graaf (Kamerstuk 29 984, nr. 1116). Zij vragen of de verbinding Amsterdam-Groningen-Bremen-Hamburg inmiddels is toegevoegd
aan de Actieagenda Trein en luchtvaart. Zij vragen wanneer deze geactualiseerde actieagenda
zal worden gepubliceerd. Zij vragen de Staatssecretaris op dat moment de gehele actieagenda
te actualiseren.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de Staatssecretaris de overleggen over
mobiliteit met Nedersaksen en Sleeswijk-Holstein (en eventueel Scandinavië) structureel
kan borgen in reguliere overleggen door het ministerie, net zoals dat voor de Duitse
deelstaten als Noordrijn-Westfalen en Midden- en Zuid-Nederland gebeurt.
Verbinding Coevorden-Bad Bentheim
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen naar de verbinding Coevorden-Bad Bentheim,
waarvoor Nederland en Duitsland in 2022 een intentieverklaring hebben getekend om
één trein per uur tussen beide plaatsen te laten rijden. Deze leden vragen de Staatssecretaris
te bevestigen dat de planning aan de Duitse zijde voorziet in de aanbesteding van
de realisatiewerkzaamheden aan Duitse zijde in 2023 en start van de realisatie in
het voorjaar van 2024. Deze leden vragen te bevestigen dat een belangrijke voorwaarde
voor deze planning is dat er zeer binnenkort zekerheid komt over de bekostiging van
de werkzaamheden aan Nederlandse zijde. Zij vragen de Staatssecretaris of het klopt
dat haar ministerie in het bestuurlijk overleg (BO) MIRT van 2020 een bijdrage van
10 miljoen euro heeft toegezegd, waardoor nog een tekort resteert van ca. 5 miljoen.
Zij vragen de Staatssecretaris toe te zeggen zo spoedig mogelijk een oplossing te
vinden om de resterende benodigde dekking voor aanpassing van de hoofdspoorweginfrastructuur
van ProRail in Coevorden te realiseren, zodat het project hierdoor geen vertraging
ondervindt.
Verbinding Eindhoven-Aken
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen naar de intercitydienst tussen Eindhoven
en Aken, die is opgenomen in de hoofdrailnetconcessie. Zij constateren dat de voorgestelde
verbinding stopt bij Eindhoven en geen rechtstreekse verbinding met de Randstad vormt.
Zij vragen waarom hiervoor is gekozen. Zij vragen op welke termijn deze verbinding
zonder overstap gerealiseerd kan worden en wat daarvoor nodig is. Tevens constateren
deze leden dat in de hoofdrailnetconcessie randvoorwaarden zijn opgenomen die een
ontsnappingsmogelijkheid zouden kunnen bieden om niet tot realisatie over te gaan.
Zij vragen of het mogelijk is om een realisatiedatum met verplichting op te nemen
of hierover afspraken met de NS te maken.
Overig
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen naar de stand van zaken rond de Strategie
Internationaal Spoor en verzoeken de Staatssecretaris deze zo spoedig mogelijk met
de Kamer te delen.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen welke partijen en Europese lidstaten deelgenomen
hebben aan de workshop over nachttreinen, georganiseerd in het kader van het Platform
International Rail Passenger Transport (IRP). Zij vragen het verslag van deze bijeenkomst
met de Kamer te delen. Zij vragen de Staatssecretaris of zij zich wil inzetten als
trekker op dit thema binnen de Europese Unie. Zij vragen welke vervolgacties hieraan
gegeven worden.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen naar de werkzaamheden van ProRail aan
een aantal infrastructurele verbeteringen voor de IC Berlijn, onder meer rond station
Oldenzaal. Zij vragen of de krappe planning is behaald.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen naar de tijdelijke snelheidsbeperking
op de HSL-Zuid ter hoogte van het viaduct Zuidweg in Rijpwetering. Zij vernemen dat
dit heeft geleid tot een score onder de bodemwaarde voor de KPI’s op dit traject.
Zij vragen welk perspectief er is op opschorting van deze snelheidsbeperking, welke
maatregelen hiervoor nodig zijn, en hoe de Staatssecretaris de infrastructuurbeheerder
hiertoe aanzet. Zij vragen haar de benodigde ingrijpende herstelmaatregelen aan het
viaduct in kaart te brengen en de Kamer hierover te informeren.
BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie merken op dat de personenspoorlijn Antwerpen-Hamont-Weert
door elektrificatie van het traject Weert-Hamont op de agenda had moeten staan van
het schriftelijk overleg Internationaal spoor. Blijkens de brief Ontwikkelingen internationaal
personenvervoer (Kamerstuk 29 984, nr. 1124) zou de Staatssecretaris de Kamer informeren, zodra de definitieve resultaten bekend
zijn.
De leden van de BBB-fractie merken op dat er momenteel een studie voorligt waarin
de Belgische personentrein door kan rijden naar Weert met een geringere investering.
Het bestuurlijk overleg van het ministerie met de provincie Limburg en de gemeente
Weert heeft geresulteerd in instemming met het studieresultaat en het ambtelijk streven
was om de resultaten voor 5 oktober aan te bieden. Echter is dit niet gebeurd en is
er in de convocatie niets terug te lezen hierover. Daarmee dreigt stilstand voor wat
betreft de Kamer, hoewel er, naar deze leden hebben begrepen, wel vervolgacties zijn
voorzien teneinde dit project klaar te leggen voor een volgend kabinet. Wanneer kan
de Kamer beschikken over de MKO-studie en welke vervolgstappen volgen er op basis
van de studieresultaten en het bestuurlijk overleg?
II Reactie van de bewindspersoon
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.C. (Tjeerd) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
N. Wiendels, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.