Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over het verpatsen van NAM
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het verpatsen van NAM (ingezonden 12 september 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
            4 oktober 2023).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met de artikelen «Shell in overleg over verkoop NAM» en «Gesprekken
               met kandidaat voor NAM»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Wat vindt u ervan dat de aandeelhouders Shell en Exxon af willen van de Nederlandse
               Aardolie Maatschappij (NAM)?
            
Antwoord 2
            
De NAM heeft aangegeven dat alle kleine gas- en olievelden op land en zee waar de
               NAM een belang in heeft worden ondergebracht in vier nieuwe bv’s. De aandelen in deze
               bv’s zullen vervolgens worden verkocht. Het Groningenveld en de ondergrondse gasopslagen
               Norg en Grijpskerk vormen geen onderdeel van de herstructurering en blijven integraal
               onderdeel van NAM BV. Dit is duidelijk gemaakt in het persbericht van de NAM van 26 oktober
               20212 waarin NAM aankondigt dat haar operationele structuur wijzigt en nader toegelicht
               in de Kamerbrief over de consequenties van de gedeeltelijke verkoop van de olie- en
               gasproductie door de NAM (Kamerstuk 33 529, nr. 909).
            
De structuur van de NAM is een interne bedrijfsaangelegenheid van de NAM. Ik heb in
               beginsel geen invloed op dit besluit van de NAM, aangezien de NAM een private onderneming
               is. Zie hiervoor ook de beantwoording op eerdere vragen over de voorgenomen structuurwijziging/gedeeltelijke
               verkoop van de NAM van het lid Nijboer (PvdA) (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
               2021–2022, nr. 874), het lid Bromet (GroenLinks) (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 875), het lid Mulder (CDA) (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 78) en het lid Boulakjar (D66) (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 79).
            
In de bovengenoemde antwoorden is onder andere aangegeven dat het Groningenveld en
               de ondergrondse gasopslagen in Norg en Grijpskerk niet worden verkocht. Ook is aangegeven
               dat bewoners in Groningen niks zullen merken van de herstructurering van NAM, omdat
               NAM geen rol speelt bij de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie. De mogelijke
               verkoop van de kleine velden heeft dan ook geen gevolgen voor de verplichtingen van
               de NAM ten aanzien van de betalingen voor de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie.
               Tijdens de hoorzitting met NAM, Shell en ExxonMobil die op 28 oktober 2021 in uw Kamer
               plaatsvond, heeft de (toenmalige) president-directeur van Shell Nederland aangegeven
               dat de opbrengsten van de eventuele verkoop van kleine velden ten goede komen aan
               NAM, en dus niet aan de aandeelhouders (zie ook Kamerstuk 33 529, nr. 909). Dit moet er onder meer aan bijdragen dat er voldoende geld bij NAM beschikbaar
               is om de rekeningen voor het schadeherstel en de versterkingsoperatie te betalen.
            
Ook als NAM niet aan haar betalingsverplichtingen zou kunnen voldoen, geldt dat de
               Staat hierover met Shell en ExxonMobil afspraken heeft gemaakt waardoor
            
Shell en ExxonMobil garant staan. Shell en ExxonMobil zijn op grond van het Akkoord
               op Hoofdlijnen verplicht om – voorafgaand aan het vervallen van de bestaande garanties
               – (vervangende) passende zekerheden te stellen voor eventuele kosten met betrekking
               tot de schadeafhandeling en versterkingsoperatie voor de periode na de beëindiging
               van de gaswinning (zie ook de beantwoording op vragen van het lid Bromet (Aanhangsel
               Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 875).
            
Vraag 3
            
Bent u het eens dat Shell en Exxon decennia miljarden verdienden aan Groningen en
               nu de bodem in zicht is ze de hielen dreigen te lichten?
            
Antwoord 3
            
Nee. De NAM heeft aangegeven dat het Groningenveld en de ondergrondse opslagen in
               Norg en Grijpskerk geen onderdeel vormen van de herstructurering en integraal onderdeel
               blijven van NAM BV. De gedeeltelijke verkoop van NAM door Shell en ExxonMobil heeft
               daardoor geen consequenties voor de wijze waarop de kosten van het IMG voor schadeherstel
               en de NCG voor de uitvoering van de versterkingsoperatie bij de NAM in rekening worden
               gebracht. Zie in dat kader ook de Kamerbrief over de juridische consequenties van
               de voorgenomen gedeeltelijke verkoop (Kamerstuk 33 529, nr. 1066) en de beantwoording op Kamervragen van het lid Boulakjar (D66) (Aanhangsel Handelingen,
               vergaderjaar 2022–2023, nr. 79).
            
Vraag 4
            
Hoe zorgt u ervoor dat niet alleen NAM maar ook aandeelhouders Shell een Exxon tot
               in lengte van jaren aansprakelijk blijven voor de schade en versterking in Groningen?
            
Antwoord 4
            
NAM is als exploitant van het Groningenveld en de gasopslagen Norg en Grijpskerk,
               conform artikel 6:177 Burgerlijk Wetboek, aansprakelijk voor schade die ontstaat door
               bodembeweging. Die situatie blijft ongewijzigd, omdat het Groningenveld en de ondergrondse
               gasopslagen Norg en Grijpskerk integraal onderdeel blijven van NAM BV.
            
Op grond van het Akkoord op Hoofdlijnen (2018) hebben Shell en ExxonMobil garanties
               verstrekt voor het aandeel van de NAM in de verplichtingen ten aanzien van betalingen
               voor de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie. Deze garanties gelden in het
               geval dat NAM niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen. Shell en ExxonMobil geven
               deze garanties tot de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld. Shell en
               ExxonMobil zijn op grond van het Akkoord op Hoofdlijnen verplicht om voorafgaand aan
               het vervallen van de garanties (vervangende) passende zekerheden te stellen voor kosten
               met betrekking tot de schadeafhandeling en versterkingsoperatie voor de periode na
               de beëindiging van de gaswinning (zie ook de beantwoording op vragen van het lid Bromet
               (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 875). Begin oktober ontvangt uw Kamer een wetsvoorstel waarmee de definitieve en onomkeerbare
               sluiting van het Groningenveld per 1 oktober 2024 wordt vastgelegd, zoals ik heb aangekondigd
               in de Kamerbrief over de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld van 22 september
               jl. (kenmerk 2023Z15770). Ik zal uw Kamer voor de definitieve beëindiging van de gaswinning informeren over
               de (vervangende) passende zekerheden. De herstructurering van NAM BV heeft geen gevolgen
               voor de bovengenoemde contractuele afspraken (zie ook Kamerstuk 33 529, nr. 909).
            
Vraag 5
            
Hoe voorkomt u het risico dat NAM wordt opgeknipt in stukken en daarmee de toekomstige
               verantwoordelijkheid voor Groningen ook?
            
Antwoord 5
            
NAM heeft aangegeven dat het Groningenveld en de gasopslagen Norg en Grijpskerk integraal
               onderdeel blijven van de NAM. Het verkopen van de kleine velden heeft geen gevolgen
               voor het nakomen van NAM’s verplichtingen voor de kosten van de schadeafhandeling
               en de versterkingsoperatie in Groningen. Bovendien is NAM als exploitant van het Groningenveld
               en de gasopslagen Norg en Grijpskerk aansprakelijk voor schade die ontstaat door bodembeweging.
               Die situatie blijft ongewijzigd. Zie ook het antwoord op vraag 2 en de beantwoording
               op Kamervragen van het lid Mulder (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023,
               nr. 78). Daarnaast staan Shell en ExxonMobil voor NAM in, zoals aangegeven in het antwoord
               op vraag 4.
            
Vraag 6
            
Het lijkt erop dat Shell en Exxon NAM laten afzinken en zo proberen onder hun verantwoordelijkheid
               uit te komen; wat kunt u doen om verkoop en opsplitsing te verhinderen?
            
Antwoord 6
            
Voor het antwoord hierop verwijs ik u naar de beantwoording van vraag 2 en vraag 4.
Vraag 7
            
Bent u bereid alles in het werk te stellen om niet alleen NAM maar ook haar aandeelhouders
               aansprakelijk te houden?
            
Antwoord 7
            
Ik ben bereid alles in het werk te stellen om ervoor te zorgen dat NAM alle kosten
               die ik bij NAM in rekening breng volledig betaalt en de aandeelhouders daar zo nodig
               op aan te spreken.
            
Vraag 8
            
Bent u bereid om eventueel een zaak te starten bij de Ondernemingskamer wegens wanbestuur
               van de bestuurders van NAM, Shell en Exxon als blijkt dat zij Groningen en het Rijk
               met de financiele ellende laten zitten?
            
Antwoord 8
            
De berichtgeving over een mogelijke gedeeltelijke verkoop van NAM vormt geen aanleiding
               om te veronderstellen dat NAM, Shell en ExxonMobil zich aan hun verplichtingen onttrekken.
               De verkoop van NAM’s kleine velden heeft geen gevolgen voor het nakomen van NAM’s
               verplichtingen voor de kosten van de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie
               in Groningen.
            
Vraag 9
            
Bent u bereid Shell en Exxon op het matje te roepen en juridisch aard- en nagelvast
               te leggen dat zij hun financiële verantwoordelijkheid niet kunnen ontlopen, nu niet
               en over tientallen jaren nog niet? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 9
            
In het Akkoord op Hoofdlijnen (2018) zijn reeds afspraken gemaakt waardoor Shell en
               ExxonMobil hun financiële verantwoordelijkheid niet kunnen ontlopen ten aanzien van
               de kosten voor het schadeherstel en de versterkingsoperatie. Voor het antwoord op
               deze vraag verwijs ik u ook naar de beantwoording van vraag 4.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.