Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Amhaouch en Dekker-Abdulaziz over het bericht 'Minister gooit satellietbedrijf Inmarsat van 5G-frequentie'
Vragen van de leden Amhaouch (CDA) en Dekker-Abdulaziz (D66) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Minister gooit satellietbedrijf Inmarsat van 5G-frequentie» (ingezonden 25 augustus 2023).
Antwoord van Minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 2 oktober
            2023).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Minister gooit satellietbedrijf Inmarsat van 5G-frequentie»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Kunt u toelichten waarom de huidige wet- en regelgeving in Griekenland het niet toelaat
               om de duur van de vergunning voor Inmarsat te verlengen?
            
Antwoord 2
            
De Griekse overheid kan in de specifieke situatie van Inmarsat op basis van de Griekse
               wet- en regelgeving slechts vergunningen verlenen voor de duur van 5 jaar. Een vergunning
               voor een tweede 5-jaars termijn is daarbij mogelijk; dat is expliciet bepaald in deze
               vergunning. De aanvraag voor de tweede termijn kan al relatief vroeg worden ingediend
               en niet pas tegen het einde van de eerste 5-jaars termijn.
            
Vraag 3
            
Acht u de eis van Inmarsat om zekerheid voor minimaal tien jaar te krijgen realistisch
               en proportioneel?
            
Antwoord 3
            
Uit mijn antwoord op vraag 2 blijkt waarom de eis van Inmarsat om de duur van de door
               de Griekse autoriteiten verleende vergunning te verlengen niet realistisch is. Daarnaast
               acht ik deze eis ook niet proportioneel. Inmarsat heeft nu al voldoende zekerheid.
               De Griekse autoriteiten hebben Inmarsat immers al een vergunning verleend met een
               looptijd van 5 jaar en het uitgangspunt (van de Griekse autoriteiten) is dat zij ook
               een nieuwe vergunning zullen verlenen voor nogmaals een periode van 5 jaar. Dat uitgangspunt
               is expliciet opgenomen in de vergunning van Inmarsat. Er is slechts een uiterst kleine
               kans dat dit niet zal gebeuren of dat de Griekse autoriteiten een gewijzigde vergunning zouden verlenen (zie ook mijn antwoord op vraag 4). Dat leidt er dan niet
               toe dat de dienstverlening t.a.v. het nood-, spoed- en veiligheidsverkeer zou moeten
               worden beëindigd. In dat geval zou namelijk eerst naar (technische) aanpassingen worden
               gekeken om storing door mobiele telecommunicatienetwerken – die gebruik maken van
               de 3,5 GHz-band in Griekenland – op het grondstation van Inmarsat te voorkomen. Deze
               aanpassingen kunnen zien op technische maatregelen die genomen moeten worden aan de
               kant van mobiele telecommunicatienetwerken dan wel aan de kant van het grondstation
               van Inmarsat. EETT, de Griekse telecomtoezichthouder, heeft aangegeven zich actief
               op te stellen richting betrokken partijen in het geval zich storing zou voordoen.
               Gezien al deze waarborgen is het niet proportioneel om hiervoor de uitrol van 5G in
               Nederland langer uit te stellen of om hiervoor andere voorzieningen te treffen.
            
Vraag 4
            
Waaruit blijkt volgens u het door de Griekse autoriteiten getoonde commitment om de
               dienstverlening ten aanzien van nood-, spoed- en veiligheidsverkeer (NSV-verkeer)
               door Inmarsat te verwelkomen en te beschermen?
            
Antwoord 4
            
Ambtenaren van mijn ministerie hebben – deels in afstemming met Inmarsat – de afgelopen
               tijd verschillende overleggen gevoerd met het Griekse Ministerie van Digitale Zaken,
               EETT en het Ministerie van Transport. Uit de gevoerde gesprekken, waarin herhaaldelijk
               de verwelkoming van Inmarsat werd uitgesproken, blijkt dat het in de vergunning beschreven
               scenario waarin de licentie niet (ongewijzigd) zou worden verlengd, vooral ziet op
               de situatie dat Griekenland vanuit de Europese Unie wordt verplicht om met 5G-telecommunicatie
               zelfrijdende voertuigen voor goederentransport en personenvervoer op een nabijgelegen
               snelweg te faciliteren. Griekenland kan dit scenario niet uitsluiten, maar acht de
               kans op verwezenlijking daarvan binnen de relevante periode uiterst klein. Het door
               Inmarsat gevreesde risico wordt dan ook door EETT slechts als theoretisch beschouwd.
            
Vraag 5
            
Welke extra diplomatieke inspanning kunt u nog leveren richting de Griekse autoriteiten
               om extra waarborgen af te spreken die kunnen leiden tot een definitieve verhuizing?
            
Antwoord 5
            
Op 15 september jl. heb ik met de Griekse Minister van Digitale Zaken online overleg
               gevoerd over de verhuizing van Inmarsat. Het overleg verliep constructief.
            
Vraag 6
            
Was er in de onderhandelingen tussen u en Inmarsat al overeenstemming over een schadevergoeding
               of nadeelcompensatie voor Inmarsat?
            
Antwoord 6
            
Nee, er is met Inmarsat geen overeenstemming bereikt over schadevergoeding of nadeelcompensatie
               voor Inmarsat.
            
Vraag 7
            
Klopt het dat u in uw brief van 3 juli jl. heeft aangegeven dat in de situatie die
               nu is ontstaan de veilingprocedure op zijn vroegst in het eerste kwartaal van 2024
               zal kunnen starten?2
Antwoord 7
            
Dat is inderdaad correct. De migratie naar Griekenland biedt in mijn ogen Inmarsat
               nu voldoende zekerheden om een wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2014 (NFP)
               voor te bereiden waarin de bescherming van Inmarsat vanaf 1 februari 2024 wordt opgeheven.
               Ik vind dit nodig gelet op het belang voor Nederlandse bedrijven en consumenten van
               het zo snel mogelijk beschikbaar stellen van de 3,5 GHz-band voor mobiele communicatie
               ten behoeve van de uitrol van 5G. Zoals ik in mijn brief van 3 juli jl. uiteen heb
               gezet, zal voor deze wijziging de Uniforme Openbare Voorbereidingsprocedure conform
               de Algemene wet bestuursrecht moeten worden doorlopen waarbij een ontwerpbesluit zes
               weken in consultatie wordt gebracht. Na afloop van de consultatiefase worden de reacties
               verwerkt en zal ik het definitieve besluit nemen. Ook in dit scenario acht ik het
               verstandig de uitspraak van de rechter in de beroepszaak van eerste helft oktober
               af te wachten voor de start van de veilingprocedure. Dit gehele proces neemt op zijn
               minst een aantal maanden in beslag. Ik heb aangegeven te verwachten dat in dit scenario
               de veilingprocedure op zijn vroegst in het eerste kwartaal van 2024 zal kunnen starten.
            
Vraag 8
            
Bent u naar aanleiding hiervan voornemens om de 3,5Ghz-veilling uit te stellen naar
               2024 en, zo ja, wat wordt het precieze nieuwe tijdpad?
            
Antwoord 8
            
De veiling van de 3,5 GHz-band zal inderdaad niet meer in 2023 plaatsvinden, maar
               in 2024. Het exacte tijdpad is echter afhankelijk van de uitkomst van de lopende gerechtelijke
               procedure tegen het NFP-wijzigingsbesluit m.b.t de 3,5 GHz-band. Ik kan om die reden
               op dit moment niet aangeven hoe het precieze tijdpad voor de veiling in 2024 er uit
               komt te zien.
            
Vraag 9
            
Is al duidelijk of de geplande zitting bij de rechtbank op 11 oktober a.s. wordt gehandhaafd
               of uitgesteld, zoals u in uw brief van 3 juli jl. suggereert?
            
Antwoord 9
            
De rechtbank Rotterdam heeft mij laten weten dat de geplande zitting op 11 oktober
               a.s. wordt gehandhaafd.
            
Vraag 10
            
Waarom heeft u ervoor gekozen om de deadline voor het vervallen van de vergunning
               van Inmarsat op 1 februari 2024 te stellen? Is deze deadline voldoende in lijn met
               een aangepaste tijdlijn voor de veiling?
            
Antwoord 10
            
Allereerst merk ik op dat Inmarsat in Nederland geen vergunning heeft, maar de bescherming
               van de verzorging van het NSV-verkeer ontleent aan het NFP. Deze bescherming komt
               per 1 februari 2024 te vervallen. Daarbij heeft Inmarsat voor de verzorging van het
               NSV-verkeer ten minste twee locaties nodig in Europa. Naast het grondstation in Burum,
               beschikte Inmarsat al over een tweede station in Fucino, Italië. De situatie in Italië
               is onveranderd; Inmarsat beschikt daar nog steeds over een grondstation. Inmarsat
               beschikt inmiddels ook over een grondstation in Griekenland. Na het uitkomen van het
               advies van de adviescommissie is door mijn ministerie ieder kwartaal overleg gevoerd
               met Inmarsat over de voortgang van de werkzaamheden die nodig waren voor verhuizing
               naar Griekenland. De afronding van de werkzaamheden voor de verhuizing naar Griekenland
               is concreet in zicht. De bouw van het satellietgrondstation is afgerond en op dit
               moment vinden in Griekenland de laatste configuratietesten plaats. Op basis van de
               laatste informatie zie ik geen beletsel voor Inmarsat om de migratie per 1 januari
               2024 te kunnen afronden. Hoewel Inmarsat geacht wordt de migratie vóór 1 januari 2024
               te voltooien, hanteer ik één maand speling tussen de migratie van het door Inmarsat
               verzorgde NSV-verkeer en de wijziging van het NFP. Dit betekent dat de (tijdelijke)
               bescherming die Inmarsat aan het huidige NFP kan ontlenen, per 1 februari 2024 vervalt.
               De continuïteit van de afwikkeling van het NSV-verkeer door Inmarsat is hiermee geborgd.
               Zo spoedig als mogelijk na 1 februari 2024 kan dan de veilingprocedure in gang worden
               gezet, waarbij ik voor het precieze tijdpad wel afhankelijk ben van de uitkomst van
               de gerechtelijke procedure zoals ik heb aangegeven in het antwoord op vraag 8.
            
Vraag 11
            
Hoe zorgt u ervoor dat de overheid als betrouwbare partner optreedt richting betrokken
               partijen zonder dat we nog verder achter gaan lopen in Europa door een trage uitrol
               van 5G?
            
Antwoord 11
            
Ik probeer zo transparant mogelijk te zijn in de stappen die nodig zijn om tot de
               daadwerkelijke ingebruikname van de 3,5 GHz-band over te kunnen gaan. Ik heb daarbij
               echter niet in de hand dat belanghebbende partijen juridische procedures aanspannen
               tegen de besluiten die ik neem. Er loopt nu een beroepsprocedure tegen het NFP-wijzigingsbesluit
               m.b.t. de 3,5 GHz-band uit 2023. De procedure en de uitkomst ervan kunnen effect hebben
               op de planning van de veiling van de 3,5 GHz-band en daarmee op de ingebruikname van
               deze frequentieband. Overigens kunnen voor de frequentieruimte die in de 3,5 GHz-band
               is bestemd voor perceelgebonden netten (de zgn. 2x50 MHz, lopend van 3400–3450 MHz
               en 3750–3800 MHz) vanaf 1 december 2023 vergunningen worden aangevraagd.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.