Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kwint (SP) over het bericht 'Mbo’er loopt vaak lang en onbetaald stage'
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Mbo’er loopt vaak lang en onbetaald stage» (ingezonden 25 september 2023).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 2 oktober
2023).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «Mbo’er loopt vaak lang en onbetaald stage»?1
Antwoord 1
Ik vind het niet uit te leggen dat mbo-studenten onbetaald stage lopen of dat studenten
oneigenlijk worden ingezet als werknemers. Ik wil dan ook alle leerbedrijven oproepen
om dit talent een goede stageplek met passende stagevergoeding te bieden. Dat verdienen
de studenten.
Vraag 2 en 3
Deelt u de mening dat het onaanvaardbaar is dat werkgevers stagiaires inzetten als
onbetaalde of slecht betaalde arbeidskrachten?
Deelt u de mening dat stagemisbruik aangepakt dient te worden en hoe gaat u er voor
zorgdragen dat stagiaires niet als reguliere werknemer worden ingezet en een fatsoenlijke
stagevergoeding en begeleiding krijgen?
Antwoord 2 en 3
Deze mening deel ik. Ik vind het onaanvaardbaar wanneer studenten oneigenlijk worden
ingezet. Tijdens de stage hoort er voldoende ruimte te zijn om te leren en moet een
student goede begeleiding krijgen. Bedrijven mogen studenten niet inzetten als reguliere
werknemer. Bij oneigenlijke inzet van stagiairs heeft de Nederlandse Arbeidsinspectie
een belangrijke rol. Zij kunnen onderzoek doen en zo nodig een boete opleggen voor
onderbetaling. Dit heeft de Arbeidsinspectie onlangs bijvoorbeeld gedaan bij een luchtvaartmaatschappij
die stagiairs als volwaardige werknemers heeft ingezet. Daarnaast is belangrijk dat
onderwijsinstellingen signalen van stagemisbruik herkennen en daarop handelen.
In het Stagepact MBO zijn afspraken gemaakt met onder andere werkgevers en onderwijsinstellingen
over het tegengaan van oneigenlijke inzet van stagiairs als werknemer, het verbeteren
van de stagebegeleiding en het stimuleren van een passende stagevergoeding. Deze thema’s
hangen immers met elkaar samen. Zo is het belangrijk dat er voldoende contact is tussen
de school, de student en het leerbedrijf, om de stagebegeleiding te verbeteren en
zodat signalen van stagemisbruik eerder worden opgepakt. In het Stagepact is op dit
vlak bijvoorbeeld afgesproken dat er per stage in principe ten minste drie contactmomenten
tussen school, student en leerbedrijf zijn. Met de partijen van het Stagepact blijven
we samenwerken om de doelen en afspraken uit het Stagepact te bereiken. De afspraken
worden nauwgezet gemonitord om inzicht te geven in waar we staan en of bijsturing
nodig is, zoals ook beschreven in mijn brief over de voortgang en de monitoring.2
Vraag 4
Deelt u de mening dat een minimum stagevergoeding voor mbo-studenten nodig is, vooral
nu deze studenten worden opgezadeld met steeds hogere kosten?
Antwoord 4
Ik vind het belangrijk dat alle studenten een passende stagevergoeding ontvangen.
Conform het Stagepact ligt het maken van afspraken over stagevergoedingen nu bij de
sociale partners op de cao-tafels. Dat is de plek om afspraken te maken over stagevergoedingen.
Ik verwacht dat de Stichting van de Arbeid dit najaar met een aanbeveling komt om
in cao’s afspraken op te nemen over een passende stagevergoeding. De voortgang in
afspraken in cao’s wordt nauw gevolgd in de monitoring van het Stagepact, conform
de motie Van Baarle en Westerveld.3
Vraag 5
Staat u nog achter de uitspraak «Het is onacceptabel en niet uit te leggen als er
geen goede vergoeding is. Geen vergoeding kan gewoon niet.»?4
Antwoord 5
Ik sta achter deze uitspraak. Ik vind het belangrijk dat iedere student een passende
stagevergoeding ontvangt.
Vraag 6
Wanneer gaat u harde afspraken maken over stagevergoedingen met mbo-studenten, mbo-instellingen
en leerwerkbedrijven?
Antwoord 6
In het Stagepact hebben we afspraken gemaakt over passende stagevergoedingen met vertegenwoordigers
van studenten, mbo-scholen en bedrijfsleven. Het is nu aan de sociale partners om
te zorgen dat deze afspraken in de cao’s landen. Mocht uit de monitoring komende jaren
onvoldoende voortgang blijken, dan zal ik hardere afspraken overwegen.
Vraag 7
Bent u bereid om de stagevergoeding voor alle stagiaires aan te laten sluiten bij
die van de rijksstagiairs en een voorziening te treffen voor ondernemers voor wie
dit financieel niet haalbaar is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Wat een passende stagevergoeding is, kan verschillen tussen sectoren. Het is aan sociale
partners om hier per sector afspraken over te maken. Zoals afgesproken in het Stagepact
is het de verantwoordelijkheid van werkgevers om te zorgen voor een passende vergoeding.
Die verantwoordelijkheid ga ik niet overnemen. Bovendien is het niet passend gezien
de demissionaire status van het kabinet op dit moment om een financiële voorziening
te treffen voor ondernemers voor wie een stagevergoeding financieel niet haalbaar
is.
Vraag 8
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het tweeminutendebat mbo (basisvaardigheden/positie
en medezeggenschap van studenten)?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.