Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het nieuws dat Sociaal Raadslieden moeten stoppen met hun werk waardoor een belangrijke toegang tot het recht voor mensen wegvalt
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het nieuws dat Sociaal Raadslieden moeten stoppen met hun werk waardoor een belangrijke toegang tot het recht voor mensen wegvalt (ingezonden 8 september 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 2 oktober 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het nieuws dat het Sociaal Raadsliedenwerk (SRW) in Breda gaat stoppen
per 1 januari 2024 vanwege bezuinigingen?1
Antwoord 1
Ja, dat is mij bekend. Ik heb inmiddels vernomen dat dit voorstel is teruggedraaid
en er van stoppen van het sociaal raadsliedenwerk geen sprake meer is.
Vraag 2
Bent u hierover geïnformeerd door de gemeente Breda?
Antwoord 2
Nee. Het sociaal raadsliedenwerk is een verantwoordelijkheid van de gemeente. De gemeente
is hierin autonoom en wordt daarin aangestuurd door de gemeenteraad.
Vraag 3
Is u bekend of meer gemeenten overwegen te stoppen met het bekostigen van het SRW?
Antwoord 3
Dat is mij niet bekend. Desgevraagd laat Sociaal Werk Nederland, die het Landelijk
Overleg Sociaal Raadslieden (LOSR) ondersteunt, weten dat zij geen informatie heeft
dat andere gemeenten zouden overwegen te stoppen met (de bekostiging van) het sociaal
raadsliedenwerk.
Vraag 4
Deelt u de verwachting dat de problematiek en de kosten voor de samenleving enkel
zullen toenemen als het Sociaal Raadsliedenwerk wordt gedwongen te sluiten?
Antwoord 4
Ik onderschrijf het belang en de meerwaarde van het sociaal raadsliedenwerk. Het is
een belangrijke gemeentelijke voorziening waar inwoners terecht kunnen wanneer zij
vastlopen in de toegang tot voorzieningen, bijvoorbeeld door ingewikkelde brieven
of formulieren of bij juridische procedures.
Vraag 5
Bent u het eens met de stelling dat het stoppen van de Sociaal Raadslieden lijnrecht
tegen de aanbevelingen van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum
(WODC)- rapport over zelfredzaamheid ingaat, waarin wordt aangegeven dat wij juist
meer van dit soort laagdrempelige voorzieningen nodig hebben?2
Antwoord 5
Het WODC beveelt aan dat de eerstelijns rechtshulp versterkt wordt, zodat rechtzoekenden
al in een vroeg stadium toegang hebben tot laagdrempelige vormen van sociaaljuridische
hulpverlening. Sociaal raadslieden kunnen hier deel van uit maken.
Om beter zicht te krijgen op (de spreiding van) het totale aanbod van eerstelijnsvoorzieningen
in Nederland heb ik Divosa gevraagd om een inventariserend onderzoek te laten doen
naar het aanbod van onafhankelijke eerstelijnsvoorzieningen in alle gemeenten in Nederland.
Ik wil hiermee ook eventuele «witte vlekken» in kaart brengen, de plekken waar de
nabijheid van eerstelijnsvoorzieningen nog onvoldoende gewaarborgd lijkt. Ook de sociaal
raadslieden worden in dit overzicht meegenomen. Naar verwachting is dit overzicht
in oktober 2023 gereed. In de tiende voortgangsrapportage van het programma stelselvernieuwing
rechtsbijstand die naar verwachting eind 2023 naar uw Kamer wordt verstuurd, informeer
ik u hierover.
Vraag 6
Erkent u ook het belang van deze laagdrempelige voorziening nu zoals ook wordt onderschreven
door het WODC?
Antwoord 6
Ik onderschrijf het belang van sociaal raadsliedenwerk en andere laagdrempelige voorzieningen.
Sociaal raadslieden ondersteunen burgers snel en laagdrempelig met sociaaljuridische
hulp en het oplossen van problemen op uiteenlopende leefgebieden. Zij beperken zich
niet alleen tot het oppakken van juridische geschillen maar kijken met een brede blik
ook naar (stapeling van) aanverwante problematiek in het sociaal en zorgdomein. Sociaal
raadslieden bieden concrete hulp aan de burgers in een kwetsbare positie zoals mensen
met een laag inkomen of een (tijdelijk) beperkte zelfredzaamheid.
Vraag 7
Wat gaat u eraan doen om ervoor te zorgen dat het SRW in Breda, maar eigenlijk ook
overal in het land, juist open blijft?
Antwoord 7
Sociaal raadslieden zijn een lokale voorziening die onder verantwoordelijkheid vallen
van en betaald worden door de gemeente. Daarnaast beschikt niet elke gemeente over
sociaal raadslieden en ook de taken en bevoegdheden kunnen verschillen. Het is niet
aan mij om ervoor te zorgen dat het sociaal raadsliedenwerk in Breda of elders in
Nederland blijft voortbestaan.
In de voortgangsrapportages van het programma stelselvernieuwing rechtsbijstand informeer
ik u over (de voortgang van) alle (andere) initiatieven in het kader van de versterking
van de eerstelijns rechtshulp. De volgende voortgangsrapportage wordt naar verwachting
eind 2023 naar uw Kamer verstuurd.
Vraag 8
Bent u bereid te inventariseren wat de positie is van de verschillende SRW’s en hun
financiële situatie?
Antwoord 8
De verantwoordelijkheid voor de bekostiging en/of landelijke spreiding van het sociaal
raadsliedenwerk ligt bij gemeenten.
Wel hecht ik aan een beter inzicht op het aanbod aan eerstelijns voorzieningen. Zoals
ik in het antwoord bij vraag 5 reeds aangaf zal het inventariserend onderzoek dat
Divosa binnenkort oplevert ook een eerste overzicht bieden van de aanwezigheid en
spreiding van het sociaal raadsliedenwerk in Nederland.
Vraag 9
Wat gaat u eraan doen om ervoor te zorgen dat Sociaal Raadslieden gefinancierd blijven
worden?
Antwoord 9
Gemeenten gaan over de financiering van het sociaal raadsliedenwerk. Iedere gemeente
bepaalt dat zelf. Ik onderschrijf de meerwaarde van het raadsliedenwerk en juich toe
dat gemeenten door middel van de zogenaamde POK-middelen ervoor kiezen om de lokale
sociaaljuridische dienstverlening te versterken, bijvoorbeeld door de inzet van extra
sociaal raadslieden.3
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.