Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
36 435 V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)
Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 4 oktober 2023
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst
van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 25 september 2023 voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken.
Bij brief van 29 september 2023 zijn ze door de Minister van Buitenlandse Zaken beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Rudmer Heerema
De adjunct-griffier van de commissie, Dekker
1
Hoeveel fte en hoeveel geld is er extra bijgekomen in 2022 en 2023 en hoeveel is er
begroot voor 2024? Indien u de realisatiecijfers over de afgelopen twee jaar niet
paraat heeft, kunt u de begrote cijfers voor 2023 toesturen?
Antwoord:
Fte’s
P-budget
Realisatie 2021
3.209
EUR 314,304 miljoen
Realisatie 2022
3.348
EUR 340,072 miljoen
Begroting 2023
3.440
EUR 363,728 miljoen
Begroting 2024
3.539
EUR 382,789 miljoen
2023 en 2024 zijn schattingen i.v.m. CAO Rijk 2022 -2024 loonkostenstijgingen. De
cijfers zijn exclusief lokale medewerkers.
2
Hoeveel externe inhuur is er geweest in 2022 en 2023 en hoeveel is er begroot in 2024?
Indien u de realisatiecijfers over de afgelopen twee jaar niet paraat heeft, kunt
u de begrote cijfers voor 2023 toesturen?
Antwoord:
Uitgaven externe inhuur
Realisatie 2022
EUR 49,837 miljoen
Begroting 2023
EUR 51,3 miljoen
Begroting 2024
EUR 52 miljoen
2023 en 2024 zijn schattingen i.v.m. CAO Rijk 2022 -2024 loonkostenstijgingen. De
cijfers zijn exclusief lokale medewerkers.
3
Wat betaalde Nederland jaarlijks tussen 2010 tot heden aan boetes aan de Europese
Commissie? Kunt u, voor zover mogelijk, een overzicht sturen per jaar?
Antwoord:
Op basis van artikel 12 van de verordening betreffende de regels en procedures voor
de terbeschikkingstelling van de eigen middelen zijn lidstaten verplicht tot het betalen
van vertragingsrente indien de lidstaat de afdracht niet op tijd voldoet. De term
«boete» impliceert een straf voor (opzettelijk) fout handelen van een lidstaat, dat
is hier niet van toepassing. Een te late betaling of naheffing kan ontstaan doordat
de EU de vaststelling van de afdracht door een lidstaat betwist. Totdat deze discussie
is beslecht rekent de EU vertragingsrente over het deel dat in haar ogen nog moet
worden nabetaald.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de vertragingsrente die is betaald sinds
2012.1 Cijfers van 2010–2011 zijn niet beschikbaar, vanwege de bewaartermijnen van onderliggende
boekingen.
Tabel nabetaalde vertragingsrente x EUR miljoen
Jaar
Bedrag
2012
0,01
2013
6,6
2014
0,6
2015
3,2
2016
2,5
2017
2,9
2018
0,1
2019
7,6
2020
7,3
2021
5,5
2022
4,1
4
Wat betekent een stijging of daling van de afdrachten aan de Europese Unie (EU) voor
het lopende Meerjarig financieel kader (MFK) 2021–2027?
Antwoord:
Een stijging of daling van de raming van de afdrachten aan de Europese Unie heeft
op zich geen gevolgen voor (de omvang van) het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021–2027.
Het MFK betreft de uitgavenkant van de EU-begroting en de omvang van het MFK en de
verdeling per begrotingscategorie is vastgelegd in de MFK-verordening. Het uitgangspunt
voor de vaststelling van de raming van de Nederlandse afdrachten is de omvang van
het jaarlijkse uitgavenplafond uit het Meerjarig Financieel Kader 2021–2027 (MFK)
plus de speciale instrumenten die boven dit plafond worden gefinancierd en die bedoeld
zijn om snel te kunnen reageren op onvoorziene omstandigheden.
De afspraken over de inkomstenkant van de EU-begroting zijn vastgelegd in het Eigenmiddelenbesluit
(EMB). De EU-begroting wordt grotendeels gefinancierd door eigen middelen in de vorm
van afdrachten van lidstaten (op basis van bni, btw en een grondslag op basis van
niet-gerecycled plasticafval) en de traditionele eigen middelen (invoerrechten). In
het EMB zijn ook een aantal kortingen op de afdrachten opgenomen en de zogenoemde
perceptiekostenvergoeding – dit is de vergoeding voor de kosten aan de lidstaten voor
het innen van de invoerrechten. Naast de financiering via de eigen middelen ontvangt
de EU overige inkomsten, zoals bijdragen van derden, en boete-inkomsten.
Aangezien Nederland de EU-afdrachten raamt op het MFK-plafond plus de maximale inzet
van de speciale instrumenten wijzigt de raming als er een wijziging plaats vindt van
het MFK-plafond of de maximale hoogte van de speciale instrumenten en als er wijzigingen
plaatsvinden aan de inkomstenkant. Dit laatste kan bijvoorbeeld te maken hebben met
hoger dan verwachte invoerrechten of overige ontvangsten, zoals boetes. In het geval
van de suppletoire begroting Prinsjesdag 2023 is de derde aanvullende Europese begroting
voor 2023 verwerkt, waarin de Commissie de grondslagen van de Eigen Middelen heeft
geactualiseerd. De wijzigingen in de raming van de afdrachten die hieruit volgen worden
met name veroorzaakt door hoger dan verwachte invoerrechten, waardoor de bni-afdracht
(de sluitpost van de EU-begroting) daalt. De wijziging in de raming heeft dus verder
geen invloed op het MFK.
5
Welke projecten zijn in 2023 gefinancierd uit het Mensenrechtenfonds?
Antwoord:
In verband met de veiligheid van de betrokken personen en organisaties die vanuit
het mensenrechtenfonds gefinancierd worden, kan er alleen in algemene bewoordingen
ingegaan worden op deze financiering. Dit zal gebeuren middels de Mensenrechtenrapportage
2023 die jaarlijks voor de zomer aan de Kamer verzonden wordt.
6
Hoe kan de stijging van de plastic-grondslag, onder ««afdrachten aan de EU»«, worden
verklaard bij de stand Prinsjesdag (3)?
Antwoord:
De grondslagen van de eigen middelen worden ieder jaar vastgesteld in het Advisory Committee on Own Resources (ACOR). In dit comité dragen de lidstaten en de Commissie hun ramingen aan voor de
grondslagen. De cijfers die Nederland aanlevert voor de raming van de plastic-grondslag
zijn afkomstig van Rijkswaterstaat, dat cijfers bijhoudt over niet-gerecycled plastic
verpakkingsafval (de grondslag van het «plastic eigen middel»). De methode die gebruikt
wordt voor het ramen van de plastic-grondslag is sinds dit jaar gewijzigd (alle lidstaten
gebruiken dezelfde methode). Dit is een van de redenen van de stijging van de grondslag.
Daarnaast waren voor de raming van de plastic-grondslag dit jaar voor het eerst realisatiecijfers
beschikbaar (over 2021) en zijn ook de economische groeicijfers die onderdeel zijn
van de raming van invloed op de hoogte van de grondslag.
Indien er verschillen zijn tussen de ramingen van de lidstaten en die van de Commissie
wordt in het ACOR-comité doorgaans gekozen voor een 50/50-compromis. In het geval
van de plastic-afdracht is dit jaar echter op het verzoek van Nederland gekozen om
de Nederlandse raming volledig over te nemen. De raming van de Commissie lag hoger
dan de Nederlandse raming en ging uit van achterhaalde realisatiecijfers.
De plastic-afdracht wordt – net als voor de bni- en btw-afdrachten – op basis van
realisatiecijfers achteraf bijgesteld, zodat lidstaten niet teveel of te weinig afdragen
als de realisatie afwijkt van de raming.
7
Op artikel 1.2 is er een negatieve mutatie van 500.000 euro, voornamelijk bestaande
uit ombuigingen op het Mensenrechtenfonds ODA, kunt u toelichten wat het effect is
van de voorgestelde ombuigingen op de prioritaire thema’s van het mensenrechtenbeleid,
specifiek de bescherming van mensenrechtenverdedigers en civic space?
Antwoord:
De bezuinigingen op het gebied van mensenrechten worden gecompenseerd door middel
van de inzet van een meevaller elders op de BZ-begroting. Hierdoor is er geen effect
op de prioritaire thema’s van het mensenrechtenbeleid. Uw Kamer wordt hier in de Tweede
Suppletoire Begroting verder over geïnformeerd.
8
Welk effect heeft de negatieve mutatie van 500.000 euro in 2023 op de lopende projecten
die worden gefinancierd uit het Mensenrechtenfonds?
Antwoord:
De bezuinigingen op het gebied van mensenrechten worden gecompenseerd door middel
van de inzet van een meevaller elders op de BZ-begroting. Hierdoor is er geen effect
op lopende projecten vanuit het Mensenrechtenfonds ODA. Uw Kamer wordt hier in de
Tweede Suppletoire Begroting verder over geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.B. Hagen, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.L. Dekker, adjunct-griffier