Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuiken en Nijboer over mogelijke spionage via Chinese röntgencamera’s voor de douane
Vragen van de leden Kuiken en Nijboer (beiden PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën over mogelijke spionage via Chinese röntgencamera’s voor de douane (ingezonden 21 juni 2023).
Antwoord van Staatssecretaris De Vries (Financiën – Toeslagen en Douane), mede namens
            de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Justitie en Veiligheid
            en van Buitenlandse Zaken (ontvangen 28 september 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
            vergaderjaar 2022–2023, nr. 3069.
         
Vraag 1
            
Kent u het bericht «België verbiedt aankoop van Chinese röntgencamera’s voor de douane,
               Nederland (nog) niet»1 en herinnert u zich de antwoorden op de eerdere vragen over dit onderwerp van het
               lid Kuiken (PvdA)?2
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2 en 3
            
Bent u bekend met het arrest van 31 mei jongstleden, waarin de Belgische Raad van
               State bepaalde dat de Belgische overheid het Chinese bedrijf Nuctech mag uitsluiten
               van deelname aan een aanbestedingsprocedure voor de levering van scanners, omdat die
               een «veiligheidsrisico» zouden vormen? Heeft u enige reden om te denken dat deze uitspraak
               ook van toepassing zou kunnen zijn in Nederland om dit bedrijf uit te sluiten van
               een aanbestedingsprocedure?
            
Vindt u het van belang om in dit soort kwesties gelijk op te trekken met Europese
               partners? Zo ja, hoe rijmt u dan het gevoerde beleid met de uitspraak van de Raad
               van State in België?
            
Antwoord 2 en 3
            
Ik ben bekend met het arrest van de Belgische Raad van State en met het besluit van
               de Belgische autoriteiten. België heeft besloten om bij de aanschaf van nieuwe scanners
               twee leveranciers uit te nodigen, waartegen een leverancier in beroep is gegaan. De
               rechterlijke uitspraak stelt dat België dit heeft mogen doen, waarbij meegewogen is
               dat de scanners niet meer in een stand alone situatie zullen worden gebruikt maar
               zullen worden opgenomen in een meer omvattend netwerk. De aanschaf van nieuwe scanners
               ziet op de toekomst en tot die tijd blijft België de huidige scanners gebruiken.
            
De relevantie van deze uitspraak voor de Nederlandse Douane ziet op twee elementen,
               namelijk het proces rondom de aanschaf van scanners en de (technische) inrichting
               van de scanprocessen.
            
Op basis van de Aanbestedingswet 2012 is het niet mogelijk om een (in de Europese
               Unie gevestigde) leverancier, die wel aan de gestelde eisen en voorwaarden voldoet,
               uit te sluiten. Indien er sprake is van een gevaar voor de nationale veiligheid, dan
               kan een gedeelte van de Aanbestedingswet 2012 niet van toepassing zijn en mogen leveranciers
               rechtstreeks uitgenodigd worden. In het gedane onderzoek van TNO is gekeken naar de
               vraag welke risico’s er bestaan rond scan- en detectiesystemen. In het eerste deel
               van het onderzoek is aangegeven is dat de nationale veiligheid op dit moment niet
               in gevaar komt als de vertrouwelijkheid, integriteit of beschikbaarheid van scan-
               en detectieprocessen van de Douane worden aangetast.
            
Bij de aanschaf en implementatie van gevoelige apparatuur dient rekening gehouden
               te worden met zowel eventuele risico’s in relatie tot de leverancier, als met het
               concrete gebruik van de systemen, bijvoorbeeld waar het gaat om toegang tot systemen
               door derden. Ter ondersteuning hiervan is eind 2018 instrumentarium ontwikkeld (quick
               scan nationale veiligheid) dat organisaties bij inkoop en aanbesteding van diensten
               en producten handvatten biedt bij het maken van een risicoanalyse en het nemen van
               mitigerende maatregelen. De Douane past dit instrumentarium in het kader van alle
               aanbestedingen sinds 2021 toe. Bij de aanbesteding van scanapparatuur wordt, naar
               aanleiding van het gedane (vertrouwelijke) onderzoek naar de informatiebeveiliging,
               door de Douane meer gedetailleerde en minder vrijblijvende eisen geformuleerd ten
               aanzien van de (informatie)beveiliging van de scanapparatuur dan voorheen.
            
Om scanleveranciers te interesseren tot het doen van een deelname aan onze aanbestedingen
               wil de Douane samen met andere Europese Douane-organisaties optrekken, waaronder bijvoorbeeld
               de Belgische Douane.
            
Vraag 4
            
Bent u bereid de leveranciersrelatie tussen Nederland en Nuctech te heroverwegen,
               mede in het licht van de waarschuwing in het Jaarverslag 2022 van de AIVD omtrent
               de belangen van China bij economische spionageactiviteiten en de oproep van de VS
               en Canada om in dit verband geen Nuctech apparatuur te gebruiken? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 4
            
Allereerst verwijs ik naar het antwoord op de 2 en 3. Met uw Kamer zie ik de risico’s
               en dreigingen die uit kunnen gaan van landen met een offensief cyberprogramma en onderschrijf
               ik het belang om scanprocessen veilig in te richten. Tevens is het gebruik van kwalitatief
               goede scanapparatuur door de Douane van essentieel belang voor de aanpak van ondermijnende
               criminaliteit. Vanwege deze redenen zijn de eerdere onderzoeken gedaan. Het vraagstuk
               van economische (on)afhankelijkheid staat kabinetsbreed hoog op de agenda. Om hieraan
               invulling te geven treed ik met de Minister van Economische Zaken in overleg om mogelijkheden
               te verkennen de afhankelijkheid van een enkele leverancier verder te verminderen.
            
Ten tweede treedt de Douane met in achtneming van de kaders van de Aanbestedingswet
               2012, nog gerichter in overleg met scanleveranciers om hen te interesseren tot het
               doen van een deelname aan onze aanbestedingen.
            
Ten derde wil de Douane hierin optrekken met andere Europese Douane-organisaties,
               waaronder bijvoorbeeld de Belgische Douane. Dit moet ertoe leiden dat de scanleveranciers
               een kwalitatief hoger aanbod doen, zodat op kwaliteitsaspecten een groter aanbod (van
               inschrijvingen) wordt ingediend.
            
Vraag 5
            
In hoeverre speelt de veiligheidscomponent een rol bij een aanbestedingsprocedure
               voor apparatuur die mogelijke andere gevoelige gegevens kan registreren? Bent u van
               mening dat dit voldoende gebeurt?
            
Antwoord 5
            
Nationale veiligheidsoverwegingen worden meegewogen bij de inkoop en aanbesteding
               van producten en diensten. Bij de aanschaf en implementatie van apparatuur wordt rekening
               gehouden met zowel eventuele risico’s in relatie tot de leverancier, als met het concrete
               gebruik van de systemen, bijvoorbeeld waar het gaat om toegang tot systemen door derden.
            
Een belangrijk middel ter ondersteuning hiervan is het in 2018 ontwikkelde instrumentarium
               om nationale veiligheidsrisico’s bij inkoopopdrachten en aanbestedingen te identificeren
               en mitigeren. Dit instrumentarium biedt organisaties onder andere handvatten om per
               casus een risicoanalyse te maken en mitigerende maatregelen te bepalen. De Douane
               past dit instrumentarium sinds 2021 toe in het kader van alle aanbestedingen.
            
Daarnaast besteedt de Douane structureel aandacht, onafhankelijk van welke leverancier
               apparatuur levert, aan de bescherming en beveiliging van gegevens.
            
Vraag 6
            
Deelt u de mening dat het beleid rondom strategisch kwetsbare processen/infrastructuur
               meer ad hoc lijkt te gebeuren in plaats van dat dit getoetst wordt op basis van een
               duidelijk strategisch autonomiekader? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 6
            
Nee, ik deel die mening niet. De bescherming van de vitale infrastructuur is al langere
               tijd onderdeel van het kabinetsbeleid. Het dreigingslandschap verandert als gevolg
               van actuele ontwikkelingen en wordt veelzijdiger. In de Kamerbrief over de Aanpak
               vitaal heeft het kabinet u geschetst op welke manier er structureel wordt gewerkt
               aan een aanpak ter bescherming van de vitale infrastructuur.3 Onder andere door versterking van de wet- en regelgeving en het actualiseren en toekomstbestendiger
               maken van, het huidige beleidsinstrumentarium. Veilig inkopen van producten en aandacht
               voor risicovolle strategische afhankelijkheden, sector-overstijgende risico’s en cascade-effecten
               is hier nadrukkelijk onderdeel van. Daarnaast vormt het verminderen van risicovolle
               strategische afhankelijkheden binnen de vitale infrastructuur ook onderdeel van de
               Kabinetsaanpak Strategische Afhankelijkheden4. Het bredere nationale beleid ten aanzien van economische veiligheid is uiteengezet
               in de Kamerbrief Aanpak Statelijke Dreigingen5.
            
Daarnaast werkt het kabinet actief mee aan Europese trajecten over het vormgeven van
               Europese open strategische autonomie en economische veiligheid. Dit eerste begrip
               voorziet in een EU die niet met economische middelen onder druk kan worden gezet (zie
               kamerbrief van 8 november 2022), het tweede aspect wordt uitgewerkt in de recent uitgekomen
               EU mededeling over Economische Veiligheid. Deze mededeling wordt nog nader geapprecieerd
               in het kader van het reguliere BNC traject.
            
Aanvullend hierop werkt het kabinet tevens aan het ontwikkelen van beveiligingseisen
               ten aanzien van haar leveranciers. Hiertoe wordt een regeling opgezet voor aanbestedingen
               van de rijksoverheid en de Nationale Politie die de nationale veiligheid raken: de
               ABRO (Algemene beveiligingseisen rijksoverheid Opdrachten). Voor een toelichting over
               de opzet van de ABRO verwijs ik naar een eerdere brief aan uw Kamer.6
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 A. de Vries, staatssecretaris van Financiën
- 
              
                  Mede namens
 H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
- 
              
                  Mede namens
 D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
- 
              
                  Mede namens
 H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
