Schriftelijke vragen : De waterkwaliteit in Nederland en de gevolgen van schadelijke stoffen in oppervlakte – en drinkwater voor de volksgezondheid
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Infrastructuur en Waterstaat en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de waterkwaliteit in Nederland en de gevolgen van schadelijke stoffen in oppervlakte – en drinkwater voor de volksgezondheid (ingezonden 27 september 2023).
Vraag 1
            
Bent u bekend met het onderzoek van de European Environment Agency (EEA) waaruit blijkt
               dat Europeanen teveel Bisfenol A in hun lichaam hebben en de berichtgeving hierover
               van journalist Wim De Maeseneer van VRT Nieuws?1 2
            
Vraag 2
            
Bent u ervan op de hoogte dat Bisfenol A (BPA) en andere potentieel schadelijke stoffen,
               zoals medicijnresten, hormoonverstorende stoffen en micro- en nanoplastics op grote
               schaal in de samenleving en ons oppervlaktewater en drinkwater aanwezig zijn, bijvoorbeeld
               in waterflesjes en plastic bakjes, maar ook in leidingen en windturbines en dat de
               bevolking deze stoffen stelselmatig binnenkrijgt?
            
Vraag 3
            
Bent u zich ervan bewust dat BPA in verband wordt gebracht met tientallen aandoeningen,
               zoals obesitas, diabetes en verschillende soorten kanker, en dat vooral jonge kinderen
               en dieren hiervoor kwetsbaar zijn, omdat hun hormoonstelsel nog in ontwikkeling is?
            
Vraag 4
            
Weet u wat de gevolgen op de langere termijn (kunnen) zijn wanneer mensen deze stof
               stelselmatig en gedurende lange tijd binnenkrijgen, zowel individueel als voor de
               algehele volksgezondheid?
            
Vraag 5
            
Weet u in welke mate dergelijke stoffen in het Nederlandse oppervlakte- en drinkwater
               aanwezig zijn en hoeveel de Nederlandse bevolking daarvan binnenkrijgt?
            
Vraag 6
            
Op welke manier wordt in Nederland het oppervlakte- en drinkwater getoetst op de aanwezigheid
               van schadelijke stoffen en welke richtlijnen en kwaliteitseisen worden hiervoor gehanteerd?
            
Vraag 7
            
Klopt het dat er bij gemeenten en waterkwaliteitsbeheerders niet voldoende inzicht
               is in overstortfrequenties en de vervuiling van lozingen in het oppervlaktewater?
               Zo ja, waarom is hier geen volledig inzicht in en bent u bereid ervoor te zorgen dat
               dit wel inzichtelijk wordt? Kan er op gemeentelijk niveau een rapportageverplichting
               komen over de hoeveelheid schadelijke stoffen in het water?
            
Vraag 8
            
Weet u wat de gevolgen zijn van medicijnresten en hormoonhoudende stoffen in het oppervlaktewater
               voor de flora en fauna in dat water? Bent u zich er bijvoorbeeld van bewust dat deze
               stoffen kunnen zorgen voor weefsel-, geslachts- en gedragsverandering bij dieren,
               waaronder vissen? Welke gevolgen heeft dit voor de biodiversiteit?
            
Vraag 9
            
Klopt het dat wordt verwacht dat in 2035 het medicijngebruik met 37 procent zal zijn
               toegenomen, waardoor ook een grotere hoeveelheid medicijnresten in het oppervlaktewater
               terecht zal komen? Wat zullen hiervan de gevolgen zijn wanneer hieraan niets wordt
               gedaan? Gaat u stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat de vervuiling door medicijnresten
               wordt tegengegaan en zo ja, hoe gaat u dat doen?
            
Vraag 10
            
Kunt u uitleggen waarom de Nederlandse overheid blijft inzetten op en blijft investeren
               in het bouwen en plaatsen van windturbines voor de energietransitie, terwijl deze
               turbines schadelijke stoffen bevatten voor mens en dier die in toenemende mate en
               op verschillende manieren in de leefomgeving van mens en dier terechtkomen? Vormt
               dit geen gevaar voor de volksgezondheid?
            
Vraag 11
            
Op welke manier gaat de overheid de hoeveelheid BPA in producten en gemeenschappelijke
               voorzieningen verminderen? Is hiervoor een plan van aanpak en welke concrete doelen
               voor het verminderen van schadelijke stoffen in de leefomgeving heeft de Rijksoverheid
               zich gesteld?
            
Vraag 12
            
Is het niet verstandiger om de toepassing van de Europese kaderrichtlijn water (KRW)
               op stikstof (N) en fosfor (P) af te schaffen en te kijken naar de verhouding van toxische
               stoffen en half-medicamenten in ons oppervlakte en drinkwater? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 13
            
Is het niet verstandiger om de toepassing van de KRW op N en fosfor P af te schaffen
               en te kijken naar de verhouding van toxische stoffen en half-medicamenten in ons oppervlakte-
               en drinkwater? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 14
            
Bent u bereid om jaarlijks te rapporteren over de waardes BPA gemeten bij kinderen
               en volwassenen, in combinatie met gezondheidsklachten, zoals in diverse onderzoeken
               vermeld bij BPA?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat - 
              
                  Gericht aan
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - 
              
                  Gericht aan
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport - 
              
                  Indiener
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.