Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Staaij en Stoffer over de vernieling van kerken in Pakistan
Vragen van de leden Van der Staaij en Stoffer (beiden SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de vernieling van kerken in Pakistan (ingezonden 18 augustus 2023).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 25 september 2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de verdrietige berichten uit Pakistan over de vernieling
van meer dan twintig christelijke kerken in Jaranwala en het geweld richting christenen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de grote verontrusting over de gang van zaken, zoals het gebrek aan bescherming
door de lokale politie?
Antwoord 2
Het kabinet deelt de ernstige zorgen over de gang van zaken tijdens de gebeurtenissen
op 16 augustus jl. in Jaranwala. De Pakistaanse ordetroepen waren niet meteen ter
plaatse en de lokale politie had de situatie niet onder controle. In die tussenliggende
periode konden de geweldplegers meer dan 20 christelijke kerken, bijna 100 huizen
en bezittingen van christenen vernielen en in brand steken.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de oorzaken van het opvlammen van het genoemde geweld?
Antwoord 3
Pakistan heeft te maken met diverse grote uitdagingen op economisch, politiek, klimaat-
alsook veiligheidsgebied die leiden tot interne problemen en onrust in het land. Naar
verluidt heeft de gewelddadige menigte, voornamelijk bestaande uit aanhangers van
een extremistische religieuze organisatie, de beschuldiging van blasfemie door twee
christelijke mannen aangegrepen om de vernielingen aan te brengen.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de tegenstelling tussen het toekijken van de lokale autoriteiten
en het ingrijpen van de landelijke autoriteiten?
Antwoord 4
Dit is lastig te beoordelen; mediaberichten melden dat de lokale politie niet ingreep
om het geweld niet verder te laten escaleren, wat mogelijk tot dodelijke slachtoffers
zou kunnen hebben geleid. Door uiteindelijk ingrijpen van de ordetroepen zijn verdere
gewelddadigheden voorkomen.
Het geweld is sterk veroordeeld door vertegenwoordigers van de Pakistaanse regering,
legerleiding, justitie en geestelijken (moslims en christenen). Ook heeft de Pakistaanse
regering toegezegd een schadevergoeding uit te keren aan de getroffen families en
hulp te verlenen bij de wederopbouw van huizen en kerken.
Vraag 5
Gaat u evenals de Verenigde Staten opheldering vragen aan de Pakistaanse autoriteiten?
Antwoord 5
De Pakistaanse Ulema-raad en de Pakistaanse kerk hebben gezamenlijk een commissie
van 24 leden opgericht om het incident verder te onderzoeken, de interreligieuze eenheid
te bevorderen en extremistische verhalen te weerleggen.
De Pakistaanse autoriteiten hebben meer dan 130 personen gearresteerd na de gewelddadigheden
en hebben aangegeven verder onderzoek te doen.
Het kabinet ziet daarom vooralsnog geen noodzaak om ook opheldering te vragen aan
de Pakistaanse autoriteiten maar zal de uitkomsten en de opvolging van het onderzoek
nauw volgen.
Vraag 6
Welke actie wordt vanuit de Europese Unie en in het bijzonder de speciale EU-gezant
voor godsdienstvrijheid ondernomen richting Pakistan? Dringt u aan op Europese actie?
Antwoord 6
De EU heeft met Pakistan een regulier overleg onder andere in de Sub-Group on Democracy, Governance, Rule of Law and Human Rights. Vrijheid van religie en levensovertuiging en de rechten van minderheden zijn hiervan
belangrijke onderdelen.
De EU-ambassadeur in Islamabad heeft haar zorgen geuit over de gebeurtenissen op 16 augustus,
ook richting de Pakistaanse autoriteiten, onder meer in gesprekken met de Pakistaanse
Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Mensenrechten. Contacten met autoriteiten
ligt in de regel bij de EU-ambassadeur in het betreffende land en niet bij de EU-gezant
voor godsdienstvrijheid.
Naar aanleiding van de gebeurtenissen in Jaranwala heeft het Directorate-General for European Civil Protection and Humanitarian Aid Operations (DG ECHO) geld vrijgemaakt om gezinnen in de getroffen wijk te helpen, zie ook het
antwoord bij vraag 7. Gezien de reeds ondernomen actie door de EU dringt het kabinet
voorlopig niet aan op verdere stappen in EU-verband.
Vraag 7
Wat kunt u doen om de getroffen christenen, die het al moeilijk hadden, te ondersteunen?
Antwoord 7
Vrijheid van religie en levensovertuiging is een belangrijke prioriteit in het Nederlandse
mensenrechtenbeleid. Ook de Nederlandse ambassade in Islamabad werkt aan de bevordering
hiervan. Zo steunt de ambassade diverse projecten in Pakistan die zich richten op
religieuze minderheden.
Via DG ECHO is geld beschikbaar gesteld om 260 huishoudens in de getroffen wijk te
helpen met warme maaltijden en WASH (water, sanitatie en hygiëne) non-food middelen.
Vraag 8
Welke mogelijkheden ziet u om de rechtsbescherming van christenen in Pakistan te verbeteren?
Wat is uw inzet daarvoor?
Antwoord 8
Nederland blijft zich zowel bilateraal als via diverse multilaterale fora inzetten
voor de vrijheid van religie en levensovertuiging. Tijdens de Universal Periodic Review (UPR) – het peer review mechanisme over mensenrechten waar alle VN-landen aan kunnen deelnemen – heeft Nederland
Pakistan aanbevolen om juridische en praktische maatregelen te nemen om te waarborgen
dat misbruik van blasfemiewetten wordt voorkomen en religieuze intolerantie wordt
geadresseerd.
Ook spreekt Nederland regelmatig met Pakistaanse gesprekspartners over vrijheid van
religie en levensovertuiging en bescherming van religieuze minderheden zoals tijdens
de hoogambtelijke politieke consultaties in februari jl.
Vraag 9
Deelt u de analyse dat de genoemde situatie naast vele andere verontrustende berichten
en cijfers over christenvervolging onderstreept dat de inzet voor vrijheid van religie
en de bescherming van vervolgde christenen eerder meer dan minder prioriteit verdient
in het mensenrechtenbeleid en bij de inzet van middelen vanuit het Mensenrechtenfonds?
Antwoord 9
Mensenrechten gelden altijd en overal voor iedereen, ongeacht geslacht, etnische afkomst,
nationaliteit, godsdienst of politieke overtuiging. Vrijheid van religie en levensovertuiging
is een van de prioriteiten in het buitenlandse mensenrechtenbeleid van Nederland.
In Pakistan heeft Nederland vanuit het gedelegeerde mensenrechtenfonds in 2022 voor
een bedrag van EUR 1 mln. activiteiten ondersteund ten behoeve van de mensenrechtenprioriteiten,
waarvan 40% ten behoeve van de prioriteit vrijheid van religie en levensovertuiging.
Daarnaast zet Nederland zich via het Safety for Voices programma sinds 2023 wereldwijd in voor de veiligheid van mensenrechtenverdedigers,
ook op de prioriteit vrijheid van religie en levensovertuiging.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.