Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Minhas en Peter de Groot over het bericht 'Zaltbommel zet alle nieuwe bouwplannen een jaar lang in de ijskast'
Vragen van de leden Minhas en Peter de Groot (beiden VVD) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «Zaltbommel zet alle nieuwe bouwplannen een jaar lang in de ijskast» (ingezonden 11 augustus 2023).
Antwoord van Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
25 september 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Zaltbommel zet alle nieuwe bouwplannen een jaar lang
in de ijskast»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat de gemeente Zaltbommel nieuwe aanvragen en initiatieven voor
woningbouw en maatschappelijke voorzieningen niet in behandeling gaat nemen vanwege
de inwerkingtreding van de Omgevingswet, mede gelet op de krapte op de woningmarkt?
Antwoord 2
De huidige situatie is – na overleg met Zaltbommel en anderen – toch wat anders dan
in het artikel werd voorgesteld. Uit de gesprekken met Zaltbommel blijkt dat ten onrechte
de indruk is gewekt dat aanvragen om vergunning niet zouden worden behandeld. Zaltbommel
behandelt vergunningaanvragen conform de geldende (overgangs)regels.
Wel heeft de gemeente aangegeven dat als het gaat om de zogenaamde planvorming nieuwe verzoeken tot vaststelling van een bestemmingsplan niet meer worden behandeld, omdat
deze niet meer tijdig, vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in procedure
gebracht kunnen worden. Dat is begrijpelijk en past bij de overgangsregels nu de Omgevingswet
andere instrumenten en procedures kent. De gemeente Zaltbommel heeft 25 prioritaire
projecten aangewezen waarvoor het ontwerp-bestemmingsplan tijdig in procedure wordt
gebracht. Deze projecten lopen dus door. Voor overige initiatieven wordt overleg gevoerd
met initiatiefnemers. In de meeste gevallen zal dit er toe leiden dat er gewerkt gaat
worden met de nieuwe procedures, te weten een aanvraag om een omgevingsvergunning
om (buitenplans) van het bestemmingsplan af te wijken.
Vraag 3
Klopt het dat gemeenten slechts een aanvraag buiten behandeling kunnen stellen als
(1.) niet wordt voldaan aan een wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen
van een aanvraag, óf (2.) als de verstrekte gegevens onvoldoende zijn voor de beoordeling
van een aanvraag?
Antwoord 3
Dat klopt.
Vraag 4
Van welk legitiem wettelijk instrumentarium wordt gebruik gemaakt om nieuwe initiatieven
buiten behandeling te stellen?
Antwoord 4
Er bestaat hiervoor geen legitiem wettelijk instrumentarium. Aanvragen voor nieuwe
initiatieven kunnen niet om deze reden buiten behandeling worden gesteld. Aanvragen
voor een vergunning kunnen gewoon worden ingediend. De wet bepaalt dat hier binnen
voorgeschreven termijnen op moet worden beslist. Een «tijdelijke stop» door dergelijke
aanvragen niet te behandelen is juridisch niet mogelijk. Voor gemeenteraden bestaat
er wel ruimte om tijdelijk af te zien van het vaststellen van nieuwe bestemmingsplannen.
Dit is waar de gemeente Zaltbommel gebruik van maakt. Een verzoek tot het vaststellen
van een bestemmingsplan kan niet zonder deugdelijke inhoudelijke motivering worden
afgewezen.
Vraag 5
Bent u bereid in gesprek te gaan met de gemeente Zaltbommel om deze naderende vergunningstop
te voorkomen?
Antwoord 5
Ja, het gesprek heeft inmiddels plaatsgevonden. Zoals is aangegeven bij vraag 2 is
er geen sprake van een vergunningenstop.
Vraag 6
Weet u of en welke andere gemeenten tot een zelfde afweging zijn gekomen en wat daarvan
de redenen zijn? Zo ja, gaat u met deze gemeenten in gesprek om deze vergunningenstop
te voorkomen?
Antwoord 6
Zoals hierboven beschreven is van een vergunningenstop geen sprake. De wet biedt hier
ook geen mogelijkheid toe. Wel is het signaal dat bij meer gemeenten geen nieuwe initiatieven
meer worden verwerkt met het in procedure brengen van een bestemmingsplan. Dit is
in lijn met de overgang naar nieuwe procedures en de (overgangs)regels. Hoe dit werkt
is aangegeven in het antwoord op vraag 2. Het is wel belangrijk dat er geen verwarring
ontstaat. De signalen zijn voor mij aanleiding geweest om te zorgen dat met de VNG
gekeken is naar wat er nodig is. Als uitkomst daarvan is een keuzehulp gemaakt met
de mogelijkheden om mee te werken aan ruimtelijke initiatieven in de overgangsfase
naar het nieuwe stelsel. Daarin wordt onder meer toegelicht dat medewerking kan worden
verleend aan nieuwe initiatieven door gebruik te maken van een omgevingsvergunning.
En wordt ook op het bestaan gewezen van de tijdelijke alternatieve maatregel om met
bestaande (IMRO) software voor bestemmingsplannen voor een locatie een deel van een
omgevingsplan vast te stellen.
Vraag 7
Deelt u de mening dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 geen
legitieme reden is om aanvragen voor bouwplannen niet in behandeling te nemen, vooral
omdat de invoering van de Omgevingswet al langer bekend was bij gemeenten?
Antwoord 7
Ja. Met die kanttekening dat – zoals hierboven aangegeven – er bij de gemeente Zaltbommel
geen sprake van het niet behandelen van aanvragen.
Vraag 8
Weet u welke gevolgen het uitstel van Zaltbommel en mogelijk meer gemeenten heeft
op lokale woningmarktafspraken, regionale woondeals en op de ambitie om jaarlijks
100.000 nieuwe woningen te bouwen?
Antwoord 8
In de 35 regionale woondeals heb ik bestuurlijk per regio afgesproken hoeveel woningen
er gebouwd moeten worden om uiteindelijk nationaal in 2030 minimaal 900.000 woningen
te realiseren om aan het grote woningtekort te voldoen. Deze opgave is in jaarschijven
verdeeld. Als er een jaar minder wordt gebouwd dan bestuurlijk is afgesproken, zal
er in volgende jaren meer moeten worden gebouwd. Net zoals dat geldt voor de gemeente
Zaltbommel, ga ik er onverminderd van uit dat alle gemeenten die betrokken zijn bij
een woondeal, de gemaakte afspraken zullen nakomen. Op de bestuurlijke woondealtafels
in Gelderland wordt met de regionale overheden de voortgang van de regionale woningbouwprogrammering
besproken. Wanneer deze stokt bepalen we als overheden gezamenlijk wie welke rol hierin
neemt om tijdig misverstanden voor te zijn of deze snel op te kunnen lossen.
Vraag 9
Wat gaat u doen om te voorkomen dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet leidt
tot het niet behandelen van nieuwe aanvragen voor woningbouw en andere voorzieningen?
Antwoord 9
Hierboven heb ik uiteengezet dat de wet het niet behandelen van aanvragen om vergunning
niet toelaat. Tegen een dergelijk besluit zal een aanvrager – naar verwachting – met
succes bezwaar en beroep in kunnen stellen. Bij het antwoord op de volgende vraag
zal ik aangeven wat daarnaast wordt ondernomen om te voorkomen dat gemeenten hiertoe
toch zouden besluiten.
Vraag 10
Bent u bereid om met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in gesprek te treden,
teneinde te voorkomen dat bouwplannen onnodige vertraging oplopen doordat gemeenten
nieuwe bouwaanvragen niet in behandeling nemen? Zo ja, hoe gaat u de Kamer hierover
informeren?
Antwoord 10
De VNG is via het interbestuurlijke programma en de eigen ondersteuning betrokken
(zie ook het antwoord op vraag 2). Contact is er daarmee doorlopend, ook met de gemeente
Zaltbommel. Met de VNG zijn naar aanleiding van dit signaal afspraken gemaakt om gemeenten
extra te informeren over de relevante juridische kaders en de verschillende mogelijkheden
om tijdens de overgangsperiode rond inwerkingtreding van de Omgevingswet nieuwe initiatieven
te blijven faciliteren. Ook worden gemeenten geïnformeerd over de wijze van communiceren
over de overgangsperiode, zodat zo min mogelijk onduidelijkheden of verschillende
interpretaties ontstaan. Hier spelen de regionale implementatie ondersteuners (RIO’s)
een actieve rol in. Ook de woondealtafels worden, waar nodig, benut om gemeenten te
informeren over de verschillende mogelijkheden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.