Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tielen over het bericht ‘Deze goedkope jichtpil bleek goed voor hartpatiënten, maar werd gekaapt door een sluwe farmaceut’
Vragen van het Lid Tielen (VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Deze goedkope jichtpil bleek goed voor hartpatiënten, maar werd gekaapt door een sluwe farmaceut» (ingezonden 7 augustus 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 25 september
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3441.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Deze goedkope jichtpil bleek goed voor hartpatiënten,
maar werd gekaapt door een sluwe farmaceut» uit de Volkskrant van 31 juli jl.?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
In hoeverre was uw departement bekend met de publicatie in het New England Journal of Medicine in 2020 van de (Nederlandse) onderzoeksresultaten naar het gebruik van het aloude
middel colchicine ter preventie van een nieuw hartinfarct of beroerte? Voorzag uw
departement dat er een registratie-aanvraag zou komen voor het gebruik van colchicine
met een andere indicatie dan jicht? Zo nee, waarom wordt er niet op zulke ontwikkelingen
geanticipeerd?
Antwoord 2
Ik ben bekend met de genoemde onderzoeksresultaten van colchicine ter preventie van
een nieuw hartinfarct of beroerte. Het LoDoCo II onderzoek is deels gefinancierd door
ZonMw binnen het subsidieprogramma Goed Gebruik Geneesmiddelen. Deze financiering
bedroeg € 1,15 miljoen, ongeveer 30% van de totale studiekosten. De overige kosten
bedroegen een cofinanciering van andere (private) externe partijen. Er zijn op dit
moment één of meer aanvragen bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG)
in behandeling voor een handelsvergunning met als werkzaam bestanddeel colchicine.
De aangevraagde indicatie kan ik niet delen gezien dit bedrijfsvertrouwelijke informatie
is. In het artikel van de Volkskrant geven de firma’s Teva en Tiofarma aan dat zij
een registratiedossier laten maken voor de nieuwe indicatie van colchicine. Ik blijf
dit met interesse volgen.
Vraag 3
Bent u bekend met de in het artikel genoemde reactie van uw departement en de zorgverzekeraars
op de vraag om tijdelijke exclusiviteit ter bescherming tegen kapende farmaceutische
bedrijven? Kunt u deze reactie delen? Heeft uw departement serieus overwogen om wel
een positieve reactie te geven op de vraag om tijdelijke exclusiviteit? Op welke gronden
is dat destijds verworpen?
Antwoord 3
Colchicine 0,5 mg is als generiek geneesmiddel geregistreerd en er rust geen regulatoire
bescherming meer op colchicine. Extra tijdelijke regulatoire exclusiviteit binnen
het huidige systeem kan hierom niet worden toegekend.
Regulatoire exclusiviteit voor innovatieve geneesmiddelen bestaat uit data-exclusiviteit
en marktbescherming. In Nederland kan regulatoire exclusiviteit worden verkregen na
registratie en goedkeuring van een geneesmiddel voor een specifieke indicatie bij
het CBG of het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA). Data-exclusiviteit gaat in bij
markttoelating van een innovatief geneesmiddel.
Voor een duur van acht jaar mogen concurrenten geen gebruik maken van de (non-)klinische
data van de oorspronkelijke medicijnfabrikant om een generieke versie van een geneesmiddel
te registreren, en gedurende een verdere twee jaar mogen deze generieke geneesmiddelen
niet op de markt worden gebracht (marktbescherming). Wanneer binnen de acht jaar geldende
exclusiviteitsperiode van de originele indicatie, een nieuwe indicatie wordt toegevoegd
met een significante meerwaarde ten opzichte van huidige therapieën, kan er binnen
het huidige systeem één jaar extra marktbescherming worden toegekend.
Op dit moment loopt de herziening van de Europese basiswetgeving. In de herziening
wordt voorgesteld om 4 jaar data-exclusiviteit toe te kennen aan repurposed geneesmiddelen. Ik steun dit voorstel. Daarnaast beschrijft het voorstel een route
om (klinische) data aangaande drug repurposing voor een onvervulde medische behoefte voor te leggen aan het EMA. Het daaropvolgende
advies wordt openbaar gemaakt, op basis waarvan firma’s de nieuwe toepassing kunnen
includeren in de productinformatie voor hun product. Dit voorstel legt een sterk fundament
voor snelle toepassing en brede toegang voor patiënten. Echter, het is nog onbekend
hoe snel de onderhandelingen over het wetsvoorstel zullen verlopen, en het is daarom
onbekend wanneer deze voorstellen daadwerkelijk worden geïmplementeerd.
Ik zet mij hierom ook nationaal in om op andere manieren drug
repurposing te stimuleren. Via het programma Goed Gebruik Geneesmiddelen vanuit ZonMw stimuleer
ik drug repurposing door middel van subsidies. Uit een eerdere ronde tafel met veldpartijen is mij gebleken
dat het inbouwen van een dergelijke prikkel in het systeem niet voldoende is om drug repurposingte stimuleren. Zoals in het verslag van het schriftelijk overleg over afstel GVS-modernisering2 gedeeld, ben ik hierom reeds bezig om een juridische analyse uit te voeren naar de
haalbaarheid van ketenafspraken om de afzet – en hiermee omzet – te garanderen voor
repurposed middelen. Hieruit komt naar voren dat het stimuleren van ketenafspraken waarbij afnamegaranties
met voorschrijfverplichtingen van geneesmiddelen de minst waarschijnlijke route is
om verder uit te werken. Deze optie is namelijk snel in strijd met het verbod op gunstbetoon
uit de Geneesmiddelenwet en met de voorschrijfbevoegdheden van artsen en andere voorschrijvers.
Ketenafspraken waarbij afname wordt gegarandeerd zonder voorschrijfverplichtingen
lijken meer haalbaar. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan ketenafspraken tussen
zorgverzekeraars om een specifiek middel in te kopen of een ketenafspraak tussen aantal
ziekenhuizen of apothekers zonder significant marktaandeel. Ook ben ik nagegaan of
het mogelijk is om een registratiebonus in te richten om het registreren van dit type
middelen te belonen. Uit de juridische analyse komt naar voren dat registratiebonus
op het eerste gezicht mogelijk lijkt, in de vorm van een compensatie in registratiekosten
voor het aanvragen van een handelsvergunning en/of een gedeeltelijke compensatie van
klinisch onderzoek ten behoeve van een registratiedossier. Voor een definitief (juridisch)
oordeel moeten de precieze invulling nader worden uitgewerkt. Daarnaast werkt het
expertisecentrum FAST (Future Affordable & Sustainable Therapy development) aan een
advies met oplossingsrichtingen voor het stimuleren van drug repurposing. Ik zal deze resultaten meenemen in mijn verdere beleidsvorming op drug repurposing voor zover mijn demissionaire status toelaat. Ik probeer hierin de balans te vinden
tussen betaalbaarheid en beschikbaarheid van geneesmiddelen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het gedrag van deze Amerikaanse farmaceut om met kleine veranderingen
aan een bestaand medicijn te komen tot exorbitante prijsverhogingen (woekerprijzen),
schunnig is en moet worden tegengegaan? Welke regels zijn nodig of moeten aangescherpt
worden om dergelijk woekergedrag voortaan te voorkomen?
Antwoord 4
De voorliggende situatie speelt vooralsnog bij het registreren van colchicine voor
hart- en vaatziektes in de Verenigde Staten. Het artikel stelt dat deze registratie
is gebaseerd op onderzoeksresultaten van derden waaraan de registratiehouder geen
financiële bijdrage heeft geleverd. Het bedrijf heeft nog geen prijs bekend gemaakt
voor het door de FDA-goedgekeurde colchicine. In algemene zin vind ik dat bedrijven
hun verantwoordelijkheid moeten nemen om met maatschappelijk verantwoorde prijzen
te komen voor hun geneesmiddelen. Dat in deze casus een Amerikaanse farmaceut een
enorm financieel voordeel pakt op basis van onderzoek dat deels door de Nederlandse
overheid is gefinancierd, zónder hier zelf aan te hebben bijgedragen, vind ik schrijnend.
Ik ga hierom in gesprek met de betrokken partijen uit dit onderzoek zodat ik de lessons learnedmee kan nemen.
In het verleden is het voorgekomen dat voor repurposed geneesmiddelen exorbitante prijzen gevraagd worden. Ik zet mij in om dit op Europees
niveau aan te pakken. Zoals in het BNC-fiche Herziening EU farmaceutische wetgeving
gedeeld3, steun ik hierom ook de betere koppeling van inspanning aan de mate van beloning
in geval van weesgeneesmiddelen. Zo wordt op meer kosteneffectieve wijze een well-established therapeutische toepassing voor zeldzame aandoeningen, waarvoor geen uitgebreide klinische
studies zijn gedaan, breder beschikbaar gemaakt, omdat er niet langer 10, maar 5 jaar
marktexclusiviteit tegenover staat.
Vraag 5
Op welke manier werken kennisinstellingen en fabrikanten samen om de ontwikkeling
van bestaande medicijnen voor andere aandoeningen of indicaties te onderzoeken en
beschikbaar te maken tegen aanvaardbare prijzen? Hoe groot is het risico dat lopende
ontwikkelingen opnieuw gekaapt worden door farmaceutische bedrijven? Wat wordt er
nu gedaan om deze risico’s te minimaliseren?
Antwoord 5
Via het ZonMw programma Goed Gebruik Geneesmiddelen wordt ingezet om drug repurposing te stimuleren met behulp van subsidies. Onlangs is subsidieronde 6 ingegaan; hierin
wordt een totaal aan € 2,5 miljoen euro aan subsidies verstrekt aan drug repurposing. Dit subsidieprogramma stimuleert hierbij ook privaat-publieke samenwerking, zoals
samenwerking tussen kennisinstellingen en fabrikanten.
Het risico dat een fabrikant ervandoor gaat met onderzoeksresultaten van derden, kan
worden verkleind door de nieuwe indicatie te registreren. Ik ben mij ervan bewust
dat het registreren van geneesmiddelen een complex proces is en dat niet alle partijen
de kennis in huis hebben om dit proces in te gaan. Om partijen hierbij te helpen zijn
er verschillende initiatieven opgezet. Zo steun ik het Nationaal Farmaceutisch Kenniscentrum
(NFKC) financieel om de kennis om dossiers te maken te verbeteren in Nederland. Daarnaast
kan er advies op maat bij het CBG worden gevraagd, bedoeld voor academische groepen,
startups en kleine ondernemingen. Het CBG adviseert bij de opzet van het geneesmiddelenonderzoek
ten behoeve van registratie. Verder kunnen partijen terecht bij het wegwijsloket van
het expertisecentrum FAST voor hulp op het gebied van drug repurposing. Ook wordt in de herziening van de Europese basiswetgeving een voorstel gedaan waardoor
het risico op het door u genoemde kapen door fabrikanten verder kan worden verminderd
bij drug repurposing voor onvervulde medische behoeften. Zoals in antwoord 3 geschetst, wordt er in de
herziening een voorstel gedaan voor een route om (klinische) data aangaande drug repurposing voor onvervulde medische behoeften voor te leggen aan het EMA door een non-profit
organisatie. Het daaropvolgende advies wordt openbaar gemaakt, op basis waarvan firma’s
de nieuwe toepassing kunnen includeren in de productinformatie voor hun product. De
rol voor onder andere kennisinstellingen om bij te dragen aan drug repurposing wordt hiermee vergemakkelijkt en mogelijk vergroot.
Vraag 6
Wat bent u bereid te doen om tot een oplossing te komen die leidt tot de beschikbaarheid
van colchicine bij hartaandoeningen tegen een aanvaardbare prijs in Nederland?
Antwoord 6
Zoals ik al in mijn antwoord op vraag 5 heb aangegeven, gaat mijn voorkeur uit naar
geneesmiddelen die geregistreerd zijn voor een specifieke aandoening. Op dit moment
kunnen resultaten van onderzoeken ook via behandelrichtlijnen en off-label gebruik ten goede komen aan de patiënt. Hierin ligt een rol voor de beroepsgroepen
om behandelrichtlijnen aan te passen. Registratie van geneesmiddelen brengt ook andere
voordelen met zich mee; de werking en eventuele bijwerkingen worden beter onderzocht.
Ook is er een uitgebreide farmacovigilantie verplichting (geneesmiddelenbewaking)
nadat het geregistreerde geneesmiddel op de markt is. Verder beschikt de patiënt over
de juiste informatie bij geregistreerde indicaties doordat de indicatie, dosering
en bijwerkingen worden geïncludeerd in de bijsluiter. Bij off-label gebruik is dit niet het geval.
Vraag 7
Wat gaat u nog meer doen om dergelijk woekergedrag van farmaceuten stevig aan te pakken?
Antwoord 7
Mijn inzet om de prijsstelling van repurposed geneesmiddelen in verhouding te laten staan met de gemaakte investeringen heb ik
in vraag 4 en 5 geschetst. Ik zet mij in om op Europees niveau een betere koppeling
te maken van inspanning aan de mate van beloning in geval van weesgeneesmiddelen,
een grotere rol voor academische instellingen in geneesmiddelenontwikkeling en ondersteuning
voor kleine bedrijven door onder andere het NFKC en expertisecentrum FAST.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.