Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over de gemeten oversterfte in juni door het CBS
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Langdurige Zorg en Sport over de gemeten oversterfte in juni door het CBS (ingezonden 17 juli 2023).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 25 september 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Oversterfte in juni» en «CBS telt honderden doden
meer in recordmaand juni, hitteplan werd niet in werking gesteld» van 14 juni 2023?1,
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Zal er naar aanleiding van deze gemeten oversterfte onderzoek gedaan worden naar de
oorzaken hiervan? Zo nee, kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Sinds 2009 houdt het RIVM wekelijks het aantal overleden mensen in de gaten met gegevens
van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek), zo ook de genoemde oversterfte.
Het doel van het monitoren van sterftecijfers is om de impact van een epidemie of
een incident in beeld brengen. In het verleden zijn er pieken in de totale sterfte
te zien bij koude- en hittegolven en bij uitbraken van infectieziekten, zoals griep
en COVID-19.
Vraag 3
Wat waren de redenen dat het Nationaal Hitteplan ondanks de voorspelde hitte niet
uit voorzorg geactiveerd werd?
Antwoord 3
In het tweede kwartaal van dit jaar (3 april tot en met 2 juli) overleden vijf procent
meer mensen dan verwacht. In juni was sprake van oversterfte onder 65-plussers en
inwoners van verpleeghuizen en gehandicaptenzorginstellingen. Dat betekent dat het
aantal overleden mensen hoger is dan verklaarbaar door gebruikelijke schommelingen
in de cijfers. Het CBS legt zelf een verband met de hitte: afgelopen juni was de warmste
juni ooit gemeten, zo’n 3°C warmer dan normaal.
Het Nationaal Hitteplan was niet actief. Dit gebeurt pas zodra er een periode van
aanhoudende hitte of extreem hoge temperaturen wordt verwacht. Niet alleen de temperatuur
overdag speelt een rol bij deze beslissing. Ook de nachttemperatuur, gevoelstemperatuur
en luchtvochtigheid spelen een belangrijke rol. Activatie van het hitteplan vindt
plaats op basis van weersverwachtingen van het KNMI. Ondanks dat juni veel warme dagen
had, ging de temperatuur ook snel weer omlaag. De korte temperatuurpiek was, binnen
de definitie van het Nationaal Hitteplan, onvoldoende om het Nationaal Hitteplan te
activeren. Ook rond 10 juni was het warm (tegen de 30 °C in het midden van het land),
maar de piek was te kort en er stond een verkoelende wind.
Dat er niet aan de voorwaarden van het Nationaal Hitteplan voldaan werd, betekent
niet dat er geen actie werd ondernomen. Het RIVM heeft voorafgaand aan de hitte als
voorzorgsmaatregel een voorwaarschuwing uitgezet naar alle partners van het Nationaal
Hitteplan. Hierin stond dat partners waakzaam moeten zijn voor de aankomende hitte.
Dat betekent dat alle organisaties die dit bericht ontvangen er rekening mee moeten
houden dat er op korte termijn een periode van aanhoudende hitte kan aanbreken. De
organisaties kunnen intern nagaan of ze voldoende in staat zijn om hun afgesproken
taken te vervullen. Welke taken dat zijn, verschilt per (type) organisatie. Het is
de eigen verantwoordelijkheid van iedere organisatie om op basis van de voorwaarschuwing
de juiste acties in gang te zetten. Het is in deze periode uiteindelijk niet gekomen
tot de waarschuwing die leidt tot activatie van het Nationaal Hitteplan.
Vraag 4
Welke kosten gaan er gepaard met de activering van het Nationaal Hitteplan? Zijn deze
kosten één van de overwegingen om het Nationaal Hitteplan niet uit voorzorg te activeren?
Antwoord 4
Het RIVM beheert en geeft uitvoering aan het Nationaal Hitteplan. Het Nationaal Hitteplan
is belegd in een opdracht van het Ministerie van VWS aan het RIVM. De kosten die gepaard
gaan met de activering van het Nationaal Hitteplan vormen geen overweging om wel of
niet uit voorzorg te activeren.
Vraag 5
Wordt voor het wel of niet activeren van het Nationaal Hitteplan voldoende rekening
gehouden met de staat van de gebouwen waarin mensen verblijven? In hoeverre wordt
bijvoorbeeld de mate van opwarming en de snelheid van afkoeling van gebouwen meegewogen
in het besluit?
Antwoord 5
Als Minister ben ik opdrachtgever voor het Nationaal Hitteplan, dat zich richt op
de publieke gezondheid. Het RIVM onderhoudt daarvoor een waarschuwingssysteem, waarmee
een netwerk van organisaties rond kwetsbare groepen wordt gealarmeerd en daarnaast
publieksinformatie wordt opgezet. Er wordt bij de activering geen rekening gehouden
met de staat van gebouwen.
Vraag 6
Op welke manier worden Wet langdurige zorg (Wlz)-zorggebruikers en ouderen ondersteund
om gezondheidsproblemen die ontstaan door pollen en smog zoveel mogelijk tegen te
gaan?
Antwoord 6
Het RIVM heeft de taak om de kwaliteit van de lucht te meten en publiceert dat op:
Luchtmeetnet.nl. Voorts geeft het RIVM een smogwaarschuwing af als er kans is op matige smog en een
smogalarm als er kans is op ernstige smog. Als daartoe aanleiding is heeft het RIVM
op grond van de smogregeling (wetten.nl – Regeling – Smogregeling 2010 – BWBR0027705 (overheid.nl)) de taak via landelijke media de inwoners te informeren. Hierbij kan RIVM verwijzen
naar het Astma Fonds, de GGD en het RIVM als bronnen van nadere informatie over smog.
Bij ernstige smog in één of meer agglomeraties of zones treedt een bijzonder proces
in werking. Het publiek wordt dan gericht geïnformeerd door middel van radio en televisie
en dergelijke. Volgens de GGD richtlijn medische milieukunde, Smog en gezondheid kunnen
«klachten bij smog het beste worden voorkomen door de blootstelling aan smog te verminderen.
Dit kan door zware inspanning te vermijden. Bij smog door ozon, wat zich alleen in
de zomermaanden voordoet, kan de blootstelling ook worden verminderd door ’s middags
en in de vroege avond binnen te blijven». Overigens kennen zorginstellingen hun cliënten goed en zullen zij deze ondersteunen.
Voor mensen die last hebben van pollen is medicatie beschikbaar.
Vraag 7
Bent u bereid om na dit bericht het RIVM de opdracht te geven om de voorwaarden voor
het wel of niet activeren van het Nationaal Hitteplan te herzien? Zo nee, kunt u uw
antwoord toelichten?
Antwoord 7
Ik heb naar aanleiding van een mondelinge vraag van mevrouw Van den Berg (CDA) van
6 juni 2023 een toezegging gedaan. Ik zal een evaluatie laten uitvoeren van het Nationaal
Hitteplan waarin beoordeeld wordt of het plan nog voldoet gezien de klimaatverandering.
Dat wordt gedaan op basis van nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI die in oktober
2023 worden gepubliceerd. In deze evaluatie zullen de voorwaarden voor het wel of
niet activeren van het Nationaal Hitteplan ook worden meegenomen. Zo nodig zullen
deze voorwaarden herzien worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.