Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Akerboom over het bericht dat de export van biggen naar Spanje en dus het aantal langeafstandstransporten met biggen naar Spanje opnieuw extreem is gestegen
Vragen van het lid Akerboom (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht dat de export van biggen naar Spanje en dus het aantal langeafstandstransporten met biggen naar Spanje opnieuw extreem is gestegen (ingezonden 20 juli 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 22 september
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3299.
Vraag 1
Wat ging er door u heen toen u hoorde dat de Nederlandse export van biggen naar Spanje
opnieuw extreem is gestegen in de eerste 22 weken van dit jaar, nadat deze vorig jaar
ook al was toegenomen?1
Antwoord 1
De toename van het transport van Nederlandse biggen naar Spanje in de eerste 22 weken
van 2023 past niet bij mijn inzet om in EU-verband – onder andere bij de herziening
van Europese Verordening (EG) nr. 1/2005 (de Transportverordening) – te komen tot
een beperking van langeafstandstransporten van levende dieren. Ondanks dat deze transporten
onder de huidige wet- en regelgeving zijn toegestaan, ben ik van mening dat dieren
vanuit het oogpunt van dierenwelzijn zo kort mogelijk getransporteerd moeten worden.
Deze stijging laat zien dat een herziening en aanpassing van de Europese dierenwelzijnsregelgeving
echt nodig zijn, want zonder aanpassing zullen dit soort transporten het principe
van vraag en aanbod blijven volgen en niet vanzelf afnemen of stoppen. Dit moet EU-breed
worden aangepakt.
Vraag 2
Herinnert u zich dat u vorig jaar zei «ongenoegen» te voelen bij de stijging van het
aantal langeafstandstransporten met biggen?2
Antwoord 2
Ik herinner mij dat mijn voorganger dit heeft aangegeven.
Vraag 3
Hoe vaak en op welke manier heeft u dit ongenoegen kenbaar gemaakt aan de varkenssector?
Antwoord 3
De varkenssector kent mijn inzet en ambities in Europa en hier is ook op ambtelijk
niveau meermaals over gesproken.
Vraag 4
Heeft dit effect gehad volgens u? Waaruit blijkt dat?
Antwoord 4
De varkenssector heeft het recht om binnen de Europese markt en het principe van vraag
en aanbod tot een goed verdienmodel te komen. Vanwege een ziekte (Porcine Reproductive and Respiratory Syndrome, ook wel PRRS) in de Spaanse zeugenpopulatie is de vraag naar biggen van Spanje op
dit moment hoog en de handelsstromen reflecteren deze vraag. Deze transporten mogen
plaatsvinden wanneer ze onder andere voldoen aan de voorwaarden van de Transportverordening.
De Competente Autoriteiten van de desbetreffende lidstaten houden toezicht op de naleving
van de Transportverordening op hun grondgebied, in Nederland is dat de NVWA.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat de gemiddelde duur van transporten met biggen naar Spanje rond
de 24 uur bedraagt? Wat is de maximale transporttijd die in het afgelopen jaar is
gezien?
Antwoord 5
De te verwachten transporttijd – die voorafgaande aan het transport wordt berekend
en gecontroleerd – wordt vermeld op de planning in het reisjournaal. Daaruit blijkt
dat veruit de meeste transporten van biggen naar Spanje kunnen worden uitgevoerd binnen
de maximale transporttijd van 24 uur, waardoor geen controlepost nodig is. De gemiddelde
verwachtte transporttijd van deze transporten is 23 uur. Voor de transporten die niet
binnen de maximale transporttijd van 24 uur afgelegd kunnen worden en waarbij een
controlepost aangedaan moet worden is de gemiddelde verwachtte transportduur 52 uur.
Dat is inclusief de 24 uur die de biggen moeten rusten op de controlepost.
De langste transporttijd komt veelal voor bij transporten naar het noordwesten van
Spanje: de provincies Lugo, Orense, Pontevedra en La Coruña. De transporttijd naar
die regio in Spanje bedraagt zo’n 50–56 uur. Dit is inclusief 24 uur rust op een controlepost.
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat, wanneer het totale transport van plaats van vertrek naar de
plaats van bestemming langer dan 24 uur duurt, de varkens uiterlijk 24 uur na het
moment dat het eerste dier werd geladen moeten worden ondergebracht in een erkende
controlepost? Hoe vaak gebeurt dit bij de export van biggen?
Antwoord 6
Ja, dit kan ik bevestigen. De maximale reistijd van varkens bedraagt volgens de Transportverordening
24 uur. De transporttijd start als het eerste varken het veevervoermiddel op loopt
en eindigt als het laatste varken van het veevervoermiddel is afgeladen. Na deze 24
uur dienen de varkens op een controlepost uitgeladen te worden, waar zij eten, drinken
en 24 uur rust krijgen alvorens ze weer verder getransporteerd mogen worden voor maximaal
24 uur.
Van de in totaal ruim 2.000 zendingen van biggen naar Spanje in 2022 was bij 10% (210)
de verwachtte transportduur langer 24 uur en diende er een controlepost te worden
ingepland. Een zending is een groep dieren die gezamenlijk gecertificeerd is. Eén
transport kan daarbij uit meerdere zendingen bestaan.
Vraag 7
Hoe houdt u zicht op de naleving van regelgeving en de behandeling van de biggen tijdens
lange afstandstransporten en op deze controleplaatsen?
Antwoord 7
De NVWA controleert voorafgaande aan elk transport – aan de hand van de planning –
of de maximale reistijden niet worden overschreden. Worden deze wel overschreden,
dan moet er een reservering voor een controlepost aanwezig zijn en moet de rusttijd
op de controlepost ook worden opgenomen in de planning van het transport. De NVWA
controleert daarbij of de desbetreffende controlepost erkend is voor de desbetreffende
diersoort en of deze voldoende capaciteit heeft voor het aantal dieren op het transport.
Sinds medio mei van dit jaar verifieert de NVWA daarnaast – wanneer hier aanleiding
toe is – of de aangeleverde reservering voor een controlepost ook daadwerkelijk bekend
is bij de desbetreffende controlepost. Hiervoor wordt direct contact opgenomen met
de desbetreffende controleposten.
Na afloop van het transport dient de transporteur het op de plek van bestemming ondertekende
journaal van de reis naar de NVWA te retourneren. De NVWA controleert of het journaal
volledig is, of er conform de regels van de Transportverordening gereden is, en of
mogelijk overtredingen begaan zijn. Het toezicht op de controlepost zelf is de verantwoordelijkheid
van de Competente Autoriteit van het land waar deze controlepost gevestigd is. Zie
hiervoor ook het antwoord op vraag 8.
Vraag 8
Heeft u naar aanleiding van de voortdurende berichten over ernstige mishandeling van
kalfjes bij controleplaatsen in Frankrijk iets ondernomen om beter zicht te krijgen
op controleplaatsen in andere landen? Zo ja, wat? Zo nee, waarom niet?3
Antwoord 8
Het is aan de Competente Autoriteit van de desbetreffende lidstaat om toezicht te
houden op de controleposten op het eigen grondgebied en maatregelen te treffen indien
nodig. Lidstaten worden hierop geaudit door de Europese Commissie. Rapporten over
deze audits worden door de Europese Commissie openbaar gemaakt. Het is niet de taak
van Nederland en Nederland heeft niet de bevoegdheid om te controleren wat er op de
controleposten van andere lidstaten gebeurt. Mijn departement en de NVWA hebben uiteraard
wel regelmatig contact met collega’s uit andere lidstaten over dierenwelzijn en transportzaken
(waar controleposten ook onder vallen), onder andere via het National Contact Point
(NCP) netwerk. Hierbij worden onder andere best practices besproken, maar bijvoorbeeld
ook eventuele incidenten en de daarbij genomen maatregelen. Zo zijn ook de misstanden
met Ierse kalveren op de Franse controlepost met het Franse NCP besproken. Daarbij
werd snel duidelijk dat Frankrijk maatregelen had genomen waardoor de desbetreffende
controlepost tijdelijk gesloten is geweest. Het NCP heeft zich de afgelopen jaren
bewezen als een actief netwerk dat het mogelijk maakt om inzicht te verkrijgen in
wat er in andere lidstaten speelt op het gebied van dierenwelzijn en transport.
Vraag 9
Hoeveel biggen zijn er gestorven tijdens deze langeafstandstransporten of kwamen dood
aan op de plaats van bestemming in de afgelopen vijf jaar?
Antwoord 9
De NVWA houdt geen cijfers bij van biggen die dood aankomen op de plaats van bestemming
in Spanje of die onderweg overlijden tijdens langeafstandstransporten naar Spanje.
De Competente Autoriteit van Spanje legt bij steekproefsgewijs ingeplande controles
van transporten die vanuit andere lidstaten aankomen in Spanje wel het aantal overleden
varkens vast in het Europese certificeringssysteem TRACES. Er wordt daarbij geen onderscheidt
gemaakt tussen biggen en volwassen varkens. Aangezien het aantal te ontvangen dieren
staat vermeld op het certificaat worden onderweg overleden biggen daar ook in meegeteld.
Uit de TRACES gegevens blijkt dat de Spaanse autoriteiten in de periode 2018 tot en
met 2022 in totaal 599 zendingen hebben gecontroleerd. Het gemiddeld aantal geconstateerde
dode varkens bij deze uitgevoerde controles / dierenwelzijn-checks over de jaren 2018–2022
bedraagt 81,6 (0,08%).
Vraag 10
Kunt u bevestigen dat er in EU-verband al minstens twintig jaar wordt gesproken over
het inperken van de duur van diertransporten?4
Antwoord 10
Ja, dit kan ik bevestigen. Het vervoer van levende dieren is een complex onderwerp
binnen Europa, aangezien niet alle lidstaten dezelfde visie delen. Dat maakt het lastig
om tot breed gedragen Europees beleid te komen omtrent het transport van levende dieren
en de daarbij behorende maximale reistijden. Desalniettemin is de inzet van Nederland
altijd ambitieus geweest. Die inzet wordt ook steeds meer ondersteund door wetenschappelijk
onderzoek. Daarom heb ik er actief in Europa voor gepleit dat de Nederlandse ambities
en wetenschappelijke onderzoeksresultaten duidelijk terug te zien zijn in de voorstellen
van de Europese Commissie voor de herziening van de Europese dierenwelzijnswetgeving.
Nederland heeft de Europese Commissie daarom ook opgeroepen niet langer te wachten
en deze voorstellen dit najaar nog uit te brengen.
Vraag 11
Kunt u bevestigen dat u en uw voorgangers zich ook al minstens twintig jaar inzetten
voor een Europees verbod op lange afstandstransporten met dieren?5
Antwoord 11
Ik kan bevestigen dat mijn voorgangers en ik ons al meer dan twintig jaar inzetten
voor het inperken van lange afstandstransporten van dieren. Zie ook mijn antwoord
op vraag 10.
Vraag 12
Kunt u bevestigen dat Spanje één van de acht lidstaten is die zich hier nog altijd
tegen verzetten in het traject van herziening van de Europese transportverordening
dat op dit moment loopt?6
Antwoord 12
Spanje is één van de lidstaten die van mening is dat de herziening van de Transportverordening
primair gericht moet zijn op de continuering van facilitering van de intracommunautaire
handel en export van levende dieren (met een hoog niveau van dierenwelzijn) en niet
op het verbieden of beperken van bepaalde vormen van transport.
Vraag 13
Vindt u het ook niet buitengewoon cynisch dat, terwijl uw inzet in Europa wordt tegengewerkt
door Spanje, juist de Nederlandse varkenssector voor Spanje het belangrijkst is wat
betreft de import van biggen? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 13
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 4, reflecteren deze handelsstromen het
principe van vraag en aanbod binnen de interne markt van Europa. Spanje heeft daarbij
– net als sommige andere lidstaten – een andere visie dan Nederland op de herziening
van de Transportverordening. Dit wil niet zeggen dat Spanje Nederland tegenwerkt,
Spanje maakt een andere afweging. Gelukkig zijn er ook een aantal lidstaten die de
Nederlandse visie delen en vanzelfsprekend werk ik waar dat kan met die lidstaten
samen bij het verdere proces van de herziening.
Vraag 14
Wanneer is het voor u genoeg en zet u uw ongenoegen om in actie om een einde te maken
aan dit dierenleed?
Antwoord 14
Vooropgesteld wil ik opnieuw uitdragen dat ik bovenal vind dat de sector zelf hier
verantwoordelijkheid in dient te nemen. De aan- en afvoerende- bedrijven zouden hier
zelf op geen enkele wijze aan bij moeten willen dragen.
Zo lang deze transporten van dieren voldoen aan de geldende (EU) wet- en regelgeving,
mogen deze blijven plaatsvinden. Vanwege de Europese regels voor vrij verkeer van
goederen, kan de Nederlandse overheid niet eenzijdig maatregelen treffen om deze transporten
te stoppen. Dit moet in Europees verband geregeld worden. Daarom neem ik actie door
me in Brussel samen met gelijkgestemde lidstaten in te zetten om tot een herziene
Transportverordening te komen die mijn inzet reflecteert. Daarbij draag ik duidelijk
uit wat mijn inzet is: onder andere een Europees verbod op langeafstandstransporten
van slachtdieren en ongespeende dieren, het inperken van de reistijden van andere
diercategorieën (zoals fokdieren en productiedieren) en daar waar mogelijk lokaal
slachten en een verschuiving naar vervoer van dierlijke producten en genetisch materiaal.
Dit blijf ik ook uitdragen in mijn gesprekken met de sector.
Vraag 15
Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?
Antwoord 15
Ik heb de vragen afzonderlijk beantwoord, maar helaas niet binnen de daarvoor gestelde
termijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.