Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over de verwachte grenseffecten van de stijgingen van de accijnzen
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Staatssecretaris en de Minister van Financiën over de verwachte grenseffecten van de stijgingen van de accijnzen (ingezonden 24 augustus 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 20 september 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023,
nr. 3577.
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden waaruit blijkt dat bij ongewijzigd beleid een liter
benzine 20,95 cent per liter duurder wordt op 1 januari vanwege hogere accijnzen?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel liter diesel en benzine naar verwachting verkocht wordt in
Nederland in 2024, als er geen grenseffecten zouden zijn en hoeveel accijns dat oplevert?
Antwoord 2
Hoewel het niet mogelijk is om aan te geven hoeveel liter diesel en benzine er in
2024 zal worden verkocht of hoe groot de grenseffecten komend jaar zullen zijn, kan
er op basis van een recent uitgevoerde studie2 wel een inschatting gemaakt worden van de effecten van de Nederlandse accijnsverlaging
in het afgelopen jaar. Deze effecten zijn complex om te analyseren doordat ook in
België en Duitsland de accijnzen verlaagd zijn. Ook waren alleen de liters verkochte
brandstof per grenstankstation beschikbaar en niet de bijbehorende prijzen.
Het laatste deel van de studie betreft de periode vanaf september 2022 waarin brandstofprijzen
van Nederland en buurlanden ongeveer gelijk waren. De studie laat zien dat de verlaagde
accijns in de periode vanaf september 2022 op jaarbasis heeft geleid tot naar schatting
tussen de 128 miljoen en 215 miljoen liter extra liter benzine en tussen de 50 en
160 liter diesel. Dit betreft tussen de 1 en 4% van de totale verkopen in Nederland.
De verwachting is dat de in het afgelopen jaar extra verkochte liters weer verschuiven
naar het buitenland als de accijnzen omhoog gaan per 1 januari 2024 (voor een deel
zal dit al gebeurd zijn bij de verhoging per 1 juli). Per 1 januari zal het prijsverschil
naar verwachting groter worden dan in de meetperiode door indexering van de tarieven.
De studie geeft geen informatie wat het extra effect daarvan zal zijn.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoeveel liter er met deze prijsverschillen naar verwachting in België
en in Duitsland getankt zal worden?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Hoeveel accijnzen (inclusief btw) loopt de Nederlandse schatkist mis doordat mensen
gaat tanken over de grens? Kunt u dat onderbouwen?
Antwoord 4
Als het aantal extra geleverde liters uit vraag 2 wordt vermenigvuldigd met het accijnstarief
per 1 januari 2024 kan een grove inschatting gegeven worden van het effect op de accijnsopbrengsten
doordat mensen gaan tanken over de grens. Dit komt neer op tussen € 122 miljoen en
€ 207 miljoen aan lagere accijnsopbrengsten per jaar voor benzine en tussen de € 32 miljoen
en € 136 miljoen aan lagere accijnsopbrengsten per jaar voor diesel. Hierbij is geen
rekening gehouden met een groter effect doordat de prijsverschillen groter worden.
Vraag 5
Kunt u de vragen hierboven herhalen voor de situatie dat de benzineprijs en de dieselprijs
met de helft minder stijgt?
Antwoord 5
Op basis van het huidige grenseffectenonderzoek is dat niet mogelijk. Het onderzoek
gaat in op de vraag wat er gebeurt bij prijsverschillen die zijn ontstaan door beleidswijzigingen
die al zijn geweest. Naar verwachting zal begin 2024 gerapporteerd worden over de
meetperiode tot en met augustus 2023. In deze meetperiode zit de verhoging van de
Nederlandse accijnstarieven per 1 juli 2023. Deze informatie helpt om een verdere
inschatting van de effecten te maken. In de zomer van 2024 verschijnt de laatste update
van de studie. Hierin zullen gegevens tot en met maart 2024 meegenomen worden.
Vraag 6
Wat acht u een redelijk maximaal accijnsverschil met buurlanden?
Antwoord 6
Op Europees niveau zijn er minimumbelastingniveaus voor de brandstofaccijns. Lidstaten
zijn vrij om hogere accijns te heffen. De brandstofaccijns in omringende landen zijn
niet bepalend voor onze accijnstarieven, maar wegen we wel mee bij het vormen van
beleid. De hoogte van accijnstarieven op brandstof zijn primair budgettair ingegeven.
Daarnaast is de brandstofaccijns een belangrijk instrument om de externe kosten van
het gebruik van brandstof te beprijzen. Tenslotte wordt het effect op de lasten voor
burgers en bedrijven gewogen. In het buitenland kan men bij het wegen van deze belangen
een andere keuze maken dan Nederland waardoor de accijnstarieven op brandstof per
land kunnen verschillen. Het is daarom niet mogelijk om een redelijk maximaal accijnsverschil
met buurlanden te geven.
In dit kader verwijs ik de heer Omtzigt naar de vervolgresultaten van het onderzoek
grenseffecten brandstofaccijns waaruit blijkt dat er door verhoging van de brandstofaccijns
weliswaar grotere grenseffecten optreden, maar dat die grenseffecten binnen het gedragseffect
blijven waarmee de budgettaire opbrengst voor de brandstofaccijns wordt geraamd. Voor
de grenseffecten zijn eventuele wijzigingen in de hoogte van de accijnstarieven op
brandstof in buurlanden ook van belang. Dat is afhankelijk van de besluitvorming in
die landen.
Vraag 7
Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 7
De beantwoording gaat ook in op andere stukken die met Prinsjesdag met uw Kamer zullen
worden gedeeld zoals het Belastingplan 2024 zelf en de vervolgresultaten van het onderzoek
grenseffecten. De beantwoording van deze vragen zal daarom op Prinsjesdag met uw Kamer
worden gedeeld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.