Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Grinwis en Romke de Jong (D66) over het bericht 'Afschaffing btw op groente en fruit dreigt te sneuvelen'
Vragen van de leden Grinwis (ChristenUnie) en Romke de Jong (D66) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister-President over het bericht «Afschaffing btw op groente en fruit dreigt te sneuvelen» (ingezonden 30 maart 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
en van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens
de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 19 september 2023).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2331.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Afschaffing btw op groente en fruit dreigt te sneuvelen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met de uitspraak van de Minister-President in de Eerste Kamer dat «het
niet zo is dat de Belastingdienst een nultarief niet zou kunnen uitvoeren door ICT-problemen»,
maar dat het probleem zit in het «vormgeven en afbakenen van wat groente en fruit
is»?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Waarom twijfelt u dan over het introduceren van een nultarief voor groente en fruit,
terwijl er blijkens de afspraak in het coalitieakkoord en uitspraken van de Kamer
breed politiek draagvlak is voor de introductie van een nultarief in de btw op groente
en fruit, én de Belastingdienst – zoals blijkt uit de uitspraken van de Minister-President –
het nultarief kan uitvoeren?
Antwoord 3
Er heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden over het al dan niet invoeren van
een btw-nultarief op groente en fruit en/of alternatieve gezondheidsmaatregelen. Besluitvorming
hierover is aan een volgend kabinet. Hierop kan niet vooruit worden gelopen. Dat geldt
ook voor wat betreft de reden(en) waarom eventueel van de maatregel zal worden afgezien.
Vraag 4
Klopt het dat de oorzaak van deze twijfel ligt in de gedachte dat dit voor de Belastingdienst
«leidt tot veel juridisch getouwtrek van producenten die vinden dat ze ook onder het
nultarief moeten vallen»?
Antwoord 4
Verwezen wordt naar het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Waarom zijn dergelijke juridische procedures een probleem voor de Belastingdienst?
Is de Belastingdienst inmiddels niet buitengewoon bedreven in het voeren van dit soort
procedures? Is het niet zo dat in het verleden, bijvoorbeeld bij de differentiatie
tussen het hoge en het lage btw-tarief, ook sprake was van «juridisch getouwtrek»?
Zo ja, waarom was dit destijds geen bezwaar om tot invoering over te gaan, maar nu
bij het nultarief op de btw op groente en fruit wel?
Antwoord 5
In tegenstelling tot de andere producten waarvoor het verlaagde btw-tarief geldt,
zoals geneesmiddelen, is voor groente en fruit geen afbakening op basis van bestaande
wetgeving mogelijk. Het verlaagde btw-tarief op geneesmiddelen is bijvoorbeeld slechts
van toepassing op geneesmiddelen waarvoor een handelsvergunning is verleend op grond
van de Geneesmiddelenwet. Desondanks worden op dit moment nog altijd tientallen procedures
gevoerd waarbij ook deze scherpe afbakening wordt aangevochten op basis van het neutraliteitsbeginsel.
Bij een btw-nultarief op groente en fruit is een dergelijke wettelijke verankering
niet mogelijk waardoor ondergraving door toepassing van het neutraliteitsbeginsel
nog eerder aan de orde is.
Indien sprake is van een niet juridisch-houdbare definitie levert dit niet alleen
problemen op voor de Belastingdienst. Een btw-nultarief voor groente en fruit vraagt
om een wettelijk onderscheid tussen groente en fruit enerzijds en andere voedingsmiddelen
anderzijds. Voor andere voedingsmiddelen dan groente en fruit geldt het verlaagde
btw-tarief van 9%. Het Unierechtelijke neutraliteitsbeginsel in de btw brengt mee
dat op goederen en diensten die in de ogen van de «modale consument» met elkaar concurreren
hetzelfde btw-tarief moet worden toegepast. Verschillen in btw-tarieven mogen, met
andere woorden, geen concurrentieverstoring teweegbrengen. Als niet onder het nultarief
vallende producten door de modale consument potentieel als vergelijkbaar worden gezien
met producten die als groente en fruit zijn aangemerkt, kunnen verkopers van die producten
ervoor kiezen om een juridische procedure te starten. Als de rechter ze gelijk geeft,
zal dan op de door hen verkochte producten ook het nultarief kunnen worden toegepast.
Deze producten concurreren op hun beurt weer met andere producten, die dan ook weer
onder het nultarief zouden kunnen gaan vallen. Deze procedures zijn niet eenmalig,
maar zullen zich blijven voortzetten omdat door elke procedure de afbakening van «groente
en fruit» verandert. Dit levert rechtsonzekerheid op voor ondernemers. Er ontstaat
dan bovendien olievlekwerking, waardoor er steeds meer ongezonde producten onder het
btw-nultarief gaan vallen, waardoor het doel van het nultarief steeds meer verloren
gaat, de maatregel ondoelmatiger wordt en de kosten van de maatregel steeds verder
oplopen.
Verder verwacht de Belastingdienst juridische procedures over de toepassing van de
zogeheten «eenheid-van-prestatie-leer». Deze leer bepaalt welk btw-tarief van toepassing
is wanneer groente en fruit worden gecombineerd met andere prestaties (zoals toevoegingen
aan groenten en fruit en samenstellingen van groente en fruit met andere voedingsmiddelen).
De bereidheid bij belastingplichtigen om te procederen wordt versterkt door het directe
financiële voordeel dat zij bij een gewonnen procedure behalen. De door de consument
betaalde btw hoeven zij dan niet af te dragen (of krijgen zij terug van de Belastingdienst)
en is direct winst, omdat er geen plicht is om dit voordeel aan de consument door
te geven. Dit voordeel is met name aanzienlijk bij grootwinkelbedrijven en loopt op
met het verstrijken van de tijd. Procederen is in feite een loterij zonder nieten,
omdat bij verlies geen extra heffing plaatsvindt en de consument de btw al heeft betaald.
Vraag 6
Klopt het dat het afschaffen van de btw op groenten en fruit, afhankelijk van de vormgeving
en afbakening waar de Minister-President aan refereerde, tussen de 550 en 950 miljoen euro
kost? Welke dekkingsopties hebt u hierbij in gedachten?
Antwoord 6
Ja, dat klopt. Besluitvorming over eventuele invoering van deze maatregel en/of alternatieve
gezondheidsmaatregelen, alsmede de dekking daarvoor, is aan een volgend kabinet.
Vraag 7
Is het nog steeds mogelijk om de btw op groenten en fruit per 1 januari 2024 af te
schaffen?
Antwoord 7
De Belastingdienst is ICT-technisch in staat om het btw-nultarief in te voeren, maar
gelet op het feit dat afbakeningen juridisch onhoudbaar zijn is invoering per 1 januari
2024 niet verstandig voor zowel de handhaving als het bedrijfsleven. Besluitvorming
door het demissionaire kabinet lijkt bovendien niet realistisch, gezien de datum van
de verkiezingen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.