Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Drost over de toegankelijkheid van het funderend onderwijs voor kinderen met long COVID
Vragen van het lid Drost (ChistenUnie) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over de toegankelijkheid van het funderend onderwijs voor kinderen met long covid (ingezonden 28 augustus 2023).
Antwoord van Minister Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 18 september
2023).
Vraag 1
Ontvangt u ook signalen dat kinderen met long covid obstakels ervaren waardoor ze
niet of minder goed onderwijs kunnen volgen? Zo ja, hoeveel kinderen ervaren deze
obstakels?
Antwoord 1
Het is heel vervelend dat leerlingen kampen met post-COVID. Zeker als zij niet de
erkenning krijgen die zij verdienen. Daarom ben ik sinds de uitbraak van COVID-19
in gesprek met diverse partijen1 die betrokken zijn bij COVID en post-COVID (waarmee ook bedoeld wordt long COVID)
bij kinderen. Deze partijen zijn ook betrokken geweest bij de totstandkoming van het
advies schooldeelname na vervallen corona maatregelen
2, wat is opgesteld om scholen, leerlingen en ouders te ondersteunen om over dit onderwerp
het goede gesprek te voeren.
Daarnaast is gesproken met diverse belangenpartijen, waaronder het Longfonds, PostCovid
NL, Long Covid Nederland, Kinderen met Long Covid, C-support en Belangenvereniging
Intensieve Kindzorg (BVIKZ). In de diverse gesprekken die er gevoerd zijn, komen deze
signalen naar voren.
Er zijn echter geen harde cijfers bekend over het aantal leerlingen in Nederland dat
hiermee te maken heeft. Maar duidelijk is dat het voor kinderen die te maken hebben
met post-COVID van belang is dat zij zo goed mogelijk verbonden blijven met hun klas
en zich kunnen blijven ontwikkelen.
Vraag 2
Indien kennis over het bovenstaande ontbreekt, bent u bereid om dat in kaart te brengen?
Antwoord 2
Patiënten met post-COVID zijn geholpen met erkenning en een effectieve behandeling,
meer dan met individuele registratie. Om dit te bewerkstelligen heeft de Minister
van VWS op 1 juni jl. Uw Kamer geïnformeerd over het programma onderzoek en kennisdeling
post-COVID, dat is opgericht om expertise en kennis rondom post-COVID te vergroten
en te delen3. Het meerjarenprogramma bestaat uit een nationaal expertisenetwerk en een meerjarig
onderzoeksprogramma. Het onderzoeksprogramma wordt mede gebaseerd op een kennisagenda
waar onder andere de Nederlandse Federatie van Universitaire Medische Centra (NFU),
het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) en het Nederlands Huisartsengenootschap
(NHG) een bijdrage aan leveren. Hierbij is gevraagd ook specifiek aandacht te besteden
aan kinderen met post-COVID.
Vraag 3
Ontvangt u signalen dat long covid een belemmering vormt bij kinderen in de keuze
voor een middelbare school vanwege het gebrek aan kennis en expertise bij deze scholen
over hun verantwoordelijkheden en mogelijkheden bij het geven van onderwijs aan leerlingen
met long covid?
Antwoord 3
Deze specifieke signalen hebben mij nog niet bereikt, ik zal dit toetsen in mijn gesprekken
met vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen. Voor ernstig zieke leerlingen in
zijn algemeenheid krijg ik wel signalen binnen dat het zoeken van een geschikte school
lastig kan zijn.
Vraag 4
Zo nee, bent u bereid om te onderzoeken of long covid een belemmering vormt?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 2 en 3.
Vraag 5
Indien long covid een belemmering vormt, welke oorzaken liggen daaraan ten grondslag?
Heeft het bijvoorbeeld te maken met de onbekendheid of het gebrek aan erkenning van
long covid of omdat scholen geen passend onderwijs kunnen bieden?
Antwoord 5
Ik heb op dit moment onvoldoende zicht op de mate en oorzaken van belemmeringen die
post-COVID vormt om iets te kunnen zeggen over de mogelijke oorzaken hiervan. Wat
in zijn algemeenheid gezegd kan worden is dat wanneer een jeugdige vanwege een medische
reden langdurig niet naar school kan er gekeken moet worden – samen met de jeugdige,
ouders, school en zo nodig in overleg met jeugdarts, behandelaren en de leerplichtambtenaar
– hoe deze weer passend deel kan nemen aan onderwijs.
Om scholen te informeren is het advies schooldeelname na vervallen corona maatregelen opgesteld. Daarin wordt ook ingegaan op de situatie van kinderen met long-COVID en staan links
naar meer informatie.
Vraag 6
Deelt u de observatie dat de bereidheid van scholen om hun wijze van lesgeven aan
te passen op leerlingen met long covid (door bijvoorbeeld deels online onderwijs mogelijk
te maken) zeer wisselend is?
Antwoord 6
In zijn algemeenheid zijn er verschillen tussen scholen als het gaat om het vermogen
om aangepast onderwijs te organiseren voor leerlingen die door ziekte tijdelijk niet
(volledig) naar school kunnen. Maar kinderen zouden daar niet de dupe van mogen zijn.
Zo lang een leerling staat ingeschreven is de school (ook bij ziekte) wettelijk verplicht
om het onderwijs te organiseren, tenzij deze leerling op geen enkele wijze in staat
is onderwijs te volgen. Er is voor scholen ondersteuning beschikbaar die hen helpt
dit goed te doen. Zoals u weet werk ik daarnaast aan het tegengaan van verzuim en
daarbinnen aan het organiseren van digitaal afstandsonderwijs. Over dat laatste informeer
ik uw Kamer voor het einde van dit jaar.
Vraag 7
Welke verplichtingen hebben scholen om leerlingen met long covid goed onderwijs te
bieden?
Antwoord 7
Ieder kind heeft recht op onderwijs en scholen hebben een zorgplicht, wat betekent
dat zij de juiste ondersteuning en hulp moeten bieden indien nodig. Ook als een kind
niet of niet volledig naar school kan door ziekte. De school is verantwoordelijk om
in overleg met de ouders en eventueel betrokken deskundigen tot passend maatwerk te
komen. Digitaal afstandsonderwijs kan daar onderdeel van zijn. Indien een reguliere
school niet in staat is om de ondersteuning te bieden die nodig is, kan ook gekeken
worden of een gespecialiseerde school voor langdurig zieke leerlingen dit wel kan.
Vraag 8
Welke mogelijkheden hebben scholen om leerlingen met long covid de juiste aanpassingen
en begeleiding te bieden om goed onderwijs te kunnen geven?
Antwoord 8
Voor alle leerlingen die door een ziekte niet naar school kunnen, dus ook voor leerlingen
met post-COVID, is het van belang dat zij zo min mogelijk leervertraging oplopen en
niet het contact verliezen met klasgenoten. Voor scholen is er ondersteuning om hen
te helpen met het organiseren daarvan en ook een jeugdarts kan hierin ondersteunen
door scholen en ouders te adviseren.
Om het onderwijs aan een zieke leerling goed te organiseren kunnen scholen een consulent
onderwijsondersteuning zieke leerlingen inschakelen. Deze consulent heeft veel kennis over ziek zijn en de consequenties
van een ziekte voor het volgen van onderwijs en mogelijke oplossingen. Bijvoorbeeld
om een leerling digitaal aan te sluiten op de eigen klas. Aan de ondersteuning zijn
voor de school of ouders geen kosten verbonden.
Ik verken op dit moment ook digitaal afstandsonderwijs als een mogelijkheid om kinderen
die niet (volledig) naar school kunnen toch onderwijs te laten volgen. Ook in het
advies van het Maatschappelijk Impact Team wat voor de zomer is uitgekomen4, staat het advies over het bespoedigen van het digitaal afstandsonderwijs vermeld.
Op dit moment wordt gewerkt aan de beleidsreactie op dit advies welke later dit jaar
naar de Kamer verstuurd zal worden.
Vraag 9
Hoe wilt u voorkomen dat leerlingen met long covid onnodige leerachterstanden oplopen
en contact verliezen met klasgenoten?
Antwoord 9
Zie het antwoord op vraag 8.
Vraag 10
Deelt u de observatie dat als scholen long covid bij kinderen (die vaak noodgedwongen
niet mee kunnen doen) niet herkennen of erkennen, kinderen zich vaak extra buitengesloten
voelen en bent u bereid extra inzet te plegen zodat ook op scholen long covid beter
wordt herkend en erkend?
Antwoord 10
Zeker, ik begrijp goed dat kinderen met een ziekte, zoals post-COVID, zich buitengesloten
kunnen voelen wanneer zij lange tijd niet mee kunnen doen met school en wanneer hun
ziekte niet erkend wordt. Dat kan eenzaam zijn en dat wil ik vanuit mijn positie zoveel
mogelijk voorkomen. Daarom zet ik mij in voor zaken als het eerder genoemde «advies
schooldeelname na vervallen coronamaatregelen», het onderwijs aan zieke leerlingen,
digitaal afstandsonderwijs en blijf ik in gesprek met betrokken partijen bij post-COVID
om te horen wat er nodig is.
Vraag 11
Op welke manieren communiceert u richting scholen het belang van preventieve maatregelen
zoals thuisblijven bij klachten en ventilatie in klaslokalen en moet deze communicatie
worden verduidelijkt? Zo ja, op welke manier?
Antwoord 11
Momenteel zitten we qua ontwikkeling van de pandemie in een dermate gunstig scenario
dat de specifieke maatregelen en adviezen wat betreft corona zijn komen te vervallen.
Het beleid is er nu dus níet op gericht een corona-besmetting of verdere verspreiding
van het virus te voorkomen. Er geldt ook geen (zelf-)test of isolatieadvies meer.
De specifieke corona-adviezen zijn vervangen door nieuwe, generieke adviezen die helpen
om verspreiding van luchtwegvirussen te beperken. Zo wordt aangegeven dat het altijd
verstandig is om thuis te blijven als je ziek bent, in je elleboog te hoesten of te
niezen, regelmatig handen te wassen en voor voldoende frisse lucht te zorgen.
Maar met gewone lichte verkoudheidsverschijnselen, zoals een hoestje of een snotneus,
hoeven kinderen zeker niet thuis te blijven. Ik begrijp goed dat dit voor ouders van
kinderen met post-COVID spanningen kan oproepen, omdat zij hierdoor het risico op
besmetting niet goed kunnen inschatten. Informatie hierover kunnen scholen nog steeds
vinden op www.lesopafstand.nl. Mocht de situatie wijzigen, dan zullen we op deze website en ook via andere kanalen
scholen hier goed over informeren.
Via de Kamerbrief van 17 april jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd5 over de verdere maatregelen die in het kader van ventilatie op scholen zijn genomen.
Het kabinet heeft eerder in totaal € 360 miljoen vrijgemaakt voor de aanpak van ventilatie
op scholen. De Specifieke Uitkering Ventilatie In Scholen (SUVIS-regeling) is volledig
uitgeput. De aanvraagperiode voor de Maatwerkregeling ventilatie is gesloten en ook
deze regeling is nagenoeg volledig uitgeput.
Daarnaast zijn er in 2022 middelen beschikbaar gesteld voor het aanschaffen van CO2-meters. Momenteel wordt gewerkt aan een verplichtstelling van CO2-meters in alle klaslokalen. Ter ondersteuning is er vanuit expertisecentrum Ruimte-OK
gezorgd voor voldoende experts die scholen van informatie en advies voorzien.
Aanvullend zet ik via onderzoek in op het verstevigen van kennis over het effect van
luchtreinigers in het tegengaan van COVID-19 en andere virussen via de lucht. Tot
slot is gezond binnenklimaat een aandachtspunt in de programmatische aanpak onderwijshuisvesting
die ik momenteel aan het uitwerken ben. Middels een programmatische aanpak kan sneller,
beter, duurzamer en adaptiever worden gebouwd, door projecten te bundelen en professionaliteit
te vergroten. Naar verwachting ontvangt uw Kamer in oktober een volgende periodieke
Kamerbrief onderwijshuisvesting, waarin ik uw Kamer wederom over de laatste stand
van zaken rondom de programmatische aanpak zal informeren.
Vraag 12
Hebben kinderen met andere ziekten als ME/CVS ook te maken met soortgelijke belemmeringen
en wat is uw inzet zodat deze kinderen zo goed mogelijk onderwijs kunnen volgen?
Antwoord 12
Mijn inzet is er op gericht om voor alle kinderen die ziek zijn er voor te zorgen
dat zij zich kunnen blijven ontwikkelen, ondanks hun ziekte. Kinderen met andere ziekten
als ME/CVS vallen dan ook, net zoals kinderen met post-COVID, onder de doelgroep voor
onderwijs aan zieke leerlingen. Het proces voor alle langdurig zieke leerlingen is
hierbij gelijk, ongeacht de aard van de ziekte van de leerling.
Vraag 13
Bent u bereid om over deze zaken in gesprek te gaan met Kinderen met Long Covid en
andere patiëntengroepen of belangenorganisaties?
Antwoord 13
Ja, zoals aangegeven ben ik in gesprek met deze organisaties en ik zal dit ook blijven
doen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.