Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koekkoek over het bericht ‘Ukrainian refugees in the Netherlands face uncertain future: report’ en het bericht Tijdelijke karakter opvang Oekraïners blijft knellen
Vragen van het lid Koekkoek (Volt) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Ukrainian refugees in the Netherlands face uncertain future: report» en het bericht Tijdelijke karakter opvang Oekraïners blijft knellen (ingezonden 7 juli 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) mede namens de
Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Primair en Voortgezet Onderwijs
(ontvangen 12 september 2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023,
nr. 3303.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het rapport van de Adviesraad Migratie over de tijdelijke
bescherming van Oekraïners «De prijs van tijdelijkheid. Perspectief voor Oekraïense
ontheemden in Nederland»?1, 2, 3
Antwoord 1
Ja, ik heb kennis genomen van dit rapport.
Vraag 2
Kunt u reageren op de inzichten uit het rapport?
Antwoord 2
Voor een reactie op het rapport van speciaal adviseur voor Oekraïne de heer Asscher,
getiteld Integration of people fleeing Ukraine in the EU verwijs ik u naar mijn brief d.d. 7 juli 2023.4
Vraag 3
Klopt het dat gemeenten wachten met vastgoedcontracten omdat de financiering van de
rijksoverheid voor huisvesting gekoppeld is aan de duur van de tijdelijke bescherming?
En zo ja, welke effecten heeft dit voor de opvangkwaliteit van Oekraïners die vallen
onder de tijdelijke beschermingsrichtlijn?
Antwoord 3
Een aantal gemeenten heeft aangegeven moeite te hebben om de business case rond te
krijgen voor de transitiekosten die nodig zijn voor het gereed maken van een pand
of het bouw- en woonrijp maken van grond voor opvang van ontheemden. Dit komt omdat
de investeringsduur is gekoppeld aan de looptijd van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming
(hierna: RTB) plus een jaar, dus tot maart 2025.
Daarom heb ik, vooruitlopend op de verwachte verlenging van de RTB tot maart 2025,
besloten de investeringsduur te verruimen en daarmee de mogelijkheid voor gemeenten
om te investeren in locaties tot en met maart 2026 te vergroten. De tijdelijke wet
opvang ontheemden uit Oekraïne die onlangs bij uw Kamer is ingediend loopt ook tot
uiterlijk dat moment onder de voorwaarde dat de RTB met 1 jaar wordt verlengd. Met
deze verruimde mogelijkheden beoog ik investeringen in locaties die ook voor langere
tijd geschikt zijn voor opvang te stimuleren. Hierover heb ik u geïnformeerd in mijn
brief van 4 september jl.5
Effecten op de opvangkwaliteit van het eventueel uitstellen van investeringen in panden
om deze geschikt te maken voor opvang, zijn mij niet bekend. Alle bestaande opvanglocaties
dienen te voldoen aan de normen zoals gesteld in de RTB en de Regeling opvang ontheemden
uit Oekraïne (hierna: RooO). Sinds enkele weken wordt zichtbaar dat veel opvanglocaties
vol zijn of dreigen te raken terwijl er tegelijkertijd sprake is van een licht toegenomen
instroom van ontheemden. Dit zorgt voor druk op de beschikbare opvangplekken. Het
is daarom van belang dat belemmeringen bij het openen van nieuwe opvanglocaties zoveel
mogelijk worden weggenomen zodat voldoende opvangplekken beschikbaar blijven.
Vraag 4
Wat zijn de kosten van de opvang van Oekraïners in crisisopvang en de administratieve
kosten voor de verlening van de ontheemdenstatus in vergelijking met het structureel
investeren in flexibele opvang?
Antwoord 4
De eerste opvang (crisisnoodopvang, hierna; CNO) van ontheemden uit Oekraïne betreft
een voorziening waar ontheemden zich kunnen melden, een zogenaamde «hub». De veiligheidsregio’s
vervullen momenteel een coördinerende rol bij de eerste opvang. Ontheemden worden
van daaruit zo snel mogelijk geplaatst bij een gemeentelijke of particuliere opvangvoorziening,
die een toereikend huisvestingsniveau biedt (noodopvang).
De geraamde kosten voor de bijdrage aan gemeenten en veiligheidsregio’s voor het Nationaal
Programma Oekraïense Vluchtelingen in 2023 betreffen na de eerste suppletoire begroting
2.590 mln. Dit zijn de gecombineerde kosten voor de eerste opvang, de gemeentelijke
en particuliere opvang en de bijbehorende administratieve kosten voor gemeenten en
veiligheidsregio’s.
In het kader van de uitvoering van de RTB voert de IND sinds 5 maart 2022 de aanvragen
van ontheemden uit Oekraïne op, voert de Openbare Orde Toets uit en stelt ontheemden
in het bezit van een document waarmee het recht op tijdelijke bescherming kan worden
aangetoond. De administratieve kosten van het verlenen van de ontheemdenstatus bedroegen
in 2022 circa 6 miljoen euro.
De 17,5 miljoen euro budget voor de IND voor 2023 verwachten we niet geheel nodig
te hebben. Op dit moment vallen de schattingen van deze kosten voor de IND voor geheel
2023 tussen de 6 en 12 miljoen euro.
Een vergelijking met het structureel investeren in flexibele opvang is lastig te maken.
De gemeentelijke opvanglocaties waar ontheemden uit Oekraïne worden opgevangen door
gemeenten kennen vele verschijningsvormen. Van omgebouwde kantoorpanden met kamers
en gedeelde faciliteiten tot zelfstandige appartementen of flexwoningen. De kosten
van iedere verschijningsvorm lopen dan ook sterk uiteen.
Op basis van een kostenonderzoek in de zomer van 20226 zijn de gemiddelde kosten geraamd op 83 euro per gerealiseerde gemeentelijke opvangplek
per dag. Ter vergelijking: tijdens de vorige crisis (2015–2016) kostte een CNO-plaats
100 euro per dag. Voor 2022 komt dit neer op € 150 per dag. Dit bedrag is hoger en
gebaseerd op de werkelijke kosten CNO over 2022 die bij het COA gedeclareerd zijn.
Daarbij is geen onderverdeling naar kostensoorten gemaakt, waardoor vergelijken met
de gemiddelde kosten per gerealiseerde gemeentelijke opvangplek per dag van € 83 euro
lastig is. Een reguliere opvangplek bij het COA kost op basis van de afgelopen 10 jaar
gemiddeld € 75 per dag.
In de brief aan uw Kamer van 7 juli jl.7 bent u geïnformeerd over een nieuw onderzoek naar de samenstelling van de kosten
die gemeenten maken voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne. Dit onderzoek loopt
nu. In het najaar zal ik u over de uitkomsten informeren.
Vanuit het Ministerie van JenV is recent het initiatief genomen om de gezamenlijkheid
in de opgaven Oekraïne, asiel en (flex)woningbouw voor de (middel)lange termijn te
verkennen. In dit verband wordt ook bezien of er mogelijkheden zijn om de beleidsuitgangspunten
en bekostiging beter op elkaar te laten aansluiten. De verkenning wordt dit najaar
afgerond. Ik zal u over de opbrengst informeren.
Vraag 5
Kunt u een inschatting maken van het reële risico op uitbuiting van Oekraïners als gevolg van de tijdelijke bescherming? Heeft u er zicht op hoeveel Oekraïners
hierdoor geraakt worden?
Antwoord 5
Het kabinet heeft geen precieze inzichten in het risico op uitbuiting als gevolg van
de tijdelijke bescherming noch van het aantal eventuele betrokken Oekraïners. Het
beeld van de Nederlandse Arbeidsinspectie, gebaseerd op het eerste jaar van de oorlog,
is dat Oekraïense ontheemden relatief niet vaker met overtredingen van de Wet minimumloon,
Arbeidstijdenwet of andere arbeidswetten te maken hebben dan andere groepen, zoals
arbeidsmigranten, op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Net als iedereen in Nederland hebben ontheemden uit Oekraïne recht op eerlijk, gezond
en veilig werk. Werkgevers zijn daarvoor primair verantwoordelijk. Mede om hier zicht
op te houden geldt de meldplicht: ten minste twee dagen voor aanvang van de werkzaamheden
moet de werkgever bij UWV melden dat zij een vreemdeling op grond van de vrijstelling
tewerkstellen. Daarnaast is de vrijstelling van de tewerkstellingsvergunning beperkt
tot arbeid in loondienst. Ook worden Oekraïense ontheemden op de hoogte gebracht van
hun rechten en plichten omtrent werken in Nederland. Tot slot is het belangrijk dat
organisaties en personen signalen van vermoedens van arbeidsuitbuiting én overtredingen
van arbeidswetten melden bij de Arbeidsinspectie.8
Vraag 6
Welke maatregelen worden er genomen om medische zorg en onderwijs te kunnen garanderen
voor Oekraïners? Hoe worden gemeenten hierbij ondersteund?
Antwoord 6
De bekostiging van medische zorg is voor alle ontheemden georganiseerd via de Regeling
Medische zorg voor ontheemden uit Oekraïne (hierna: RMO). Het zorgpakket van de RMO
is nagenoeg gelijk aan de Regeling Medische zorg Asielzoekers (hierna RMA). Onder
de RMO wordt zorg voor ontheemden vergoed overeenkomstig het basispakket. Daarnaast
wordt bepaalde zorg buiten het basispakket vergoed, zoals mondzorg bij acute pijnklachten
(tot € 250), anticonceptie en abortuszorg. Medische zorg aan ontheemden die nog niet
zijn geregistreerd in de BRP, wordt vergoed onder de subsidieregeling medische zorg
aan onverzekerden (SOV). De bekostiging van medische zorg verloopt goed, is relatief
eenvoudig voor de Oekraïners en kent weinig administratieve lasten voor zorgverleners.
Om de toegankelijkheid tot het Nederlandse zorgsysteem te vergroten wordt extra ingezet
op het informeren van ontheemden. Via verschillende communicatiekanalen worden zij
(ook in het Oekraïens) geïnformeerd over de vergoeding en organisatie van medische
zorg en ondersteuning, bijvoorbeeld via Zorgverzekeringslijn.nl9, rijksoverheid.nl, refugeehelp.nl, Government.nl, rmoekraine.nl, via filmpjes, webinars,
factsheets en de zorgverzekeringslijn.nl. Er worden gesprekken gevoerd met verschillende
organisaties over hoe de communicatie richting ontheemden kan worden verbeterd. Ook
zijn door het Ministerie van Justitie en Veiligheid contracten afgesloten met verschillende
tolkendiensten, waardoor zorgverleners beter kunnen communiceren met Oekraïense patiënten.
Met betrekking tot onderwijs voor kinderen en jongeren uit Oekraïne wordt waar mogelijk
de reguliere instroomroute gevolgd. Als het past bij het niveau van de leerling, kan
hij of zij instromen op een reguliere school voor primair of voortgezet onderwijs.
Veel leerlingen gaan eerst naar gespecialiseerd nieuwkomersonderwijs, zoals bijvoorbeeld
een internationale schakelklas (isk) of taalschool. Om extra ruimte te bieden vanwege
de grote toestroom, is op 13 juli 2022 de Wet tijdelijke onderwijsvoorzieningen bij
massale toestroom van ontheemden in werking getreden. Op grond van deze wet kunnen
schoolbesturen een tijdelijke onderwijsvoorziening inrichten om primair of voortgezet
onderwijs te verzorgen voor Oekraïense leerlingen. Daarbij is ook aandacht voor inzet
van Oekraïense leraren. Op onderwijsvooroekraine.nl is een handreiking voor scholen
en gemeenten beschikbaar gesteld.
Deze wet vervalt aan het einde van schooljaar 2023–2024. Om ook in de komende jaren
te borgen dat (alle) leerplichtige nieuwkomers tijdig van onderwijs worden voorzien,
ligt er momenteel een wetsvoorstel voor in de Eerste Kamer dat beoogt schoolbesturen
en gemeenten te ondersteunen door onder voorwaarden tijdelijke nieuwkomersvoorzieningen
mogelijk te maken.
Daarnaast heeft de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs de inzet van regiocoördinatoren
mogelijk gemaakt. Deze coördinatoren ondersteunen actief schoolbesturen en gemeenten
die te maken krijgen met een grote toestroom van leerlingen in de regio. Ook zijn
er extra middelen toegekend aan scholen en gemeenten om de invulling van het onderwijs,
leerlingenvervoer en huisvesting mogelijk te maken.
Vraag 7
Hoe wordt de kwaliteit van het onderwijs gemonitord? Welke stappen worden genomen
om de kwaliteit van onderwijs voor Oekraïners te verbeteren?
Antwoord 7
Leerplichtige Oekraïense leerlingen kunnen onderwijs volgen op een reguliere school,
een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs, een nieuwkomersvoorziening of een
tijdelijke onderwijsvoorziening. Ongeacht de schoolsoort of onderwijsvorm, moet aan
de wettelijke kwaliteitseisen worden voldaan. Voor de tijdelijke onderwijsvoorzieningen
geldt specifieke wet- en regelgeving. De Inspectie van het Onderwijs (hierna: onderwijsinspectie)
ziet toe op het naleven van de kwaliteit in de vorm van zowel oordelend (bij de bestaande
nieuwkomersvoorzieningen) als stimulerend / bevorderend toezicht.
Specifiek voor het onderwijs in tijdelijke onderwijsvoorzieningen voert de onderwijsinspectie
oriënterende, stimulerende gesprekken met de betreffende voorziening, waarbij onder
andere gekeken wordt naar de veiligheid, de specifieke wettelijke voorschriften geldend
voor een tijdelijke onderwijsvoorziening en het inrichtingsplan10.
Het aanbieden van onderwijs in een tijdelijke onderwijsvoorziening is mogelijk tot
en met schooljaar 2023–2024. In de regelgeving voor tijdelijke onderwijsvoorzieningen
is een evaluatiebepaling opgenomen om binnen één jaar na het vervallen van de wet
(dus vóór 1 augustus 2025) aan het parlement een verslag te zenden over de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk. Aan SEO en Sardes is opdracht gegeven om hiertoe monitorings- en evaluatieonderzoek
te verrichten. Onder andere wordt in kaart gebracht in hoeverre ontheemde Oekraïense
kinderen een plek hebben gekregen in het Nederlandse onderwijsstelsel en wat de kwaliteit
van het onderwijsaanbod was. Het onderzoek kan waardevolle inzichten opleveren om
het onderwijs ten behoeve van Oekraïense leerlingen in Nederland, en mogelijk ook
nieuwkomers uit andere landen, verder te verbeteren.
Vraag 8
Hoe verhouden de huidige omstandigheden in de opvang van Oekraïners zich tot de standaarden
zoals geschetst in de Opvangrichtlijn?
Antwoord 8
Allereerst wordt opgemerkt dat artikel 3, derde lid, van de Opvangrichtlijn bepaalt
dat de Opvangrichtlijn niet van toepassing is wanneer de bepalingen van de RTB worden
toegepast. Het kabinet streeft er echter naar om begunstigde personen onder beide
richtlijnen gelijkwaardige opvang te bieden. Zo is bij de totstandkoming van de RooO
aansluiting gezocht bij de Regeling verstrekkingen asielzoekers (Rva). De verstrekkingen
(waaronder onderdak in een opvanglocatie met een toereikend huisvestingsniveau) zijn
gelijkwaardig aan elkaar, hoewel de wijze waarop de opvang van reguliere asielzoekers
is georganiseerd anders is dan die van de opvang van ontheemden uit Oekraïne.
Vraag 9
Bent u net als Lodewijck Asscher van mening dat de tijdelijke bescherming van Oekraïners
Europees-breed moet worden verlengd? Welke gevolgen heeft dit voor de status van Oekraïners
in de samenleving? Op welke manier krijgen zij toegang tot stabiel verblijf?
Antwoord 9
In mijn brief van 9 juni jl.11 heb ik u geïnformeerd over de voortgang van de verkenning van strategische beleidskeuzes
voor de langere termijn rondom verblijf en terugkeer. Voorts heb ik u in mijn brief
van 7 juli jl.12 geïnformeerd dat ik de concrete suggestie van heer Asscher over het verlengen van
de tijdelijke bescherming onder de RTB, zal betrekken bij de verdere verkenning. Zoals
ik hierbij heb aangegeven zet Nederland ten eerste in op het op EU-niveau breed verlengen
van de RTB tot 4 maart 2025. Daarnaast zet Nederland zoveel mogelijk in op een gecoördineerde
aanpak vanuit de EU ten aanzien van besluitvorming over verblijf na afloop van de
RTB om verschillen in beleid met mogelijk secundaire migratiestromen tegen te gaan.
Vraag 10
Kunt u een overzicht geven van het verschil in rechten en plichten die verbonden zijn
aan de tijdelijke beschermingsstatus en de reguliere status? Hoe zal u garanderen
dat de rechten van Oekraïners onder de tijdelijke beschermingsrichtlijnen gelijk behandeld
worden als asielzoekers die de reguliere procedure doorlopen en vice versa?
Antwoord 10
Bij de implementatie van de RTB is gekozen voor een werkwijze waarbij de ontheemde
een asielaanvraag indient waarna wordt beoordeeld of de ontheemde recht heeft op tijdelijke
bescherming. Indien dat het geval is, heeft de ontheemde recht op voorzieningen en
verstrekkingen die gelijkwaardig zijn aan waar asielzoekers recht op hebben. Er zijn
echter ook verschillen tussen beide groepen. Verschillen ten opzichte van reguliere
asielzoekers zijn bijvoorbeeld de voorwaarden waaronder in Nederland gewerkt kan worden
en het feit dat opvang wordt verzorgd door de gemeenten in plaats van het COA. De
IND hoeft pas op de asielaanvraag te beslissen wanneer de tijdelijke bescherming eindigt.
Een uitgebreidere toelichting over deze werkwijze is eerder aan de Tweede Kamer gezonden.13
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.