Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Vedder, Valstar, Bisschop en Grinwis ten aanzien van de garnalenvissers die per 1 oktober een nieuwe vergunning op grond van de Wet natuurbescherming nodig hebben
Vragen van de leden Vedder (CDA), Grinwis (ChristenUnie), Bisschop (SGP) en Valstar (VVD) aan de Ministers voor Natuur en Stikstof en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de garnalenvissers die per 1 oktober een nieuwe vergunning op grond van de Wet natuurbescherming nodig hebben (ingezonden 28 juli 2023).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof), mede namens de Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 7 september 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3428.
Vraag 1
Kunt u een update geven van de ombouw van de garnalenkotters casu quo van het verloop
van de daarvoor in het leven geroepen subsidieregeling? Leidt het installeren, conform
de voorwaarden, van de in de subsidieregeling genoemde SCR-katalysator daadwerkelijk
tot het verstrekken van nieuwe garnalenvergunningen in het kader van de Wet natuurbescherming
(Wnb)? Kunnen de garnalenvissers daarmee op dezelfde visserijgebieden een vergelijkbare
visserij-inspanning (visuren) leveren als in het nabije verleden?1
Antwoord 1
De subsidieregeling voor de katalysatoren is op 31 juli gesloten. In totaal zijn er
volgens de cijfers van RVO 144 aanvragen ingediend voor de subsidie. RVO heeft op
120 aanvragen is inmiddels een besluit genomen. Tot slot heeft RVO 8 aanvragen ontvangen
tot subsidievaststelling (na installatie van de katalysator).
Een aanvraag indienen staat vrij, de aanvrager is niet verplicht om een katalysator
te installeren en aan te schaffen bij een verleende subsidiebeschikking. Na installatie
is het ook aan de aanvrager om een definitieve subsidievaststelling aan te vragen.
Voor RVO is daarom op dit moment niet duidelijk hoeveel katalysatoren er daadwerkelijk
worden geïnstalleerd.
Het laten installeren en opvolgend in gebruik nemen van een SCR-katalysator danwel
een schonere motor leidt tot fors minder emissies en daarmee tot minder depositie
op de hiervoor gevoelige beschermde natuurwaarden.
Dit betekent dat met de inzet van dergelijke verduurzamende voorzieningen, er voor
een individuele garnalenvissers meer beschikbare gebruiksruimte in de Wnb-vergunning
mogelijk is ten opzichte van een bedrijfsvoering zonder een dergelijke verduurzaming.
Ook zonder verduurzamende voorziening is voor alle vergunningaanvragers gebruiksruimte
beschikbaar, maar uiteindelijk wel beperkter dan met inzet van de verduurzamende voorzieningen.
Of een individuele visser, ook met inzet van die voorzieningen, vanuit de Wnb-vergunning
straks een vergelijkbare rendabele visserij kan realiseren als in het nabije verleden
kan, is voor mij niet aan te geven. Dat is namelijk afhankelijk van meerdere factoren.
De mate van de uiteindelijk te realiseren visserij-inspanning hangt af van zeer veel
andere factoren, zoals de brandstofprijzen, de vergunde maximale «ecologische visuren»
per Natura 2000-gebied (ter bescherming van o.a. de zeebodem) en het in goed bevisbare
dichtheden voorkomen van garnalen in de diverse gebieden. Door o.a. de natuurlijke
omstandigheden en de juridische beperkingen in visgebied zal het niet altijd mogelijk
zijn om de beschikbare uren ook daadwerkelijk te kunnen benutten. Deze visserij heeft
nu eenmaal een zeer mobiel en fluctuerend karakter en het rendement van vissen is
vaak zeer wisselend.
Vraag 2
Hoeveel nieuwe schone scheepsmotoren en/of SCR-katalysatoren zijn sinds het instellen
van de subsidieregeling reeds verstrekt? Kunt u de al dan niet gebrekkige voortgang
in de verbouwing van garnalenschepen, op gebied van schone motoren, toelichten, mede
in het licht van de binnenkort aflopende gedoogbeschikking en de door u en ons gedeelde
wens om de garnalenvissers langjarig toekomstperspectief te bieden?
Antwoord 2
Allereerst ter verduidelijking: er is geen subsidie vanuit EMFAF beschikbaar gesteld
voor schonere scheepsmotoren voor garnalenvissers: de subsidieregeling heeft uitsluitend
betrekking op de aanschaf en installatie van SCR-katalysatoren. Zoals bij de beantwoording
van vraag 1 aangegeven is op basis van de RVO cijfers niet aan te geven hoeveel katalysatoren
geinstalleerd zijn. Echter, volgens de cijfers van de Vissersbond zijn er het moment
van schrijven op 40 schepen katalysatoren geinstalleerd.
De beperkte voortgang in de verbouw van de betrokken vaartuigen vloeit voort uit de
hiertoe vereiste, momenteel beperkte, beschikbare ruimte en capaciteit bij de hiertoe
geëquipeerde installatiebedrijven. Volgens de cijfers van de Vissersbond is stand
van zaken met betrekking tot de katalysatoren als volgt:
Totale groep van vergunning aanvragende schepen
183 vaartuigen
Katalysator/schonere motor reeds geïnstalleerd
40 vaartuigen
Installatie katalysator/schonere motor voor 1 oktober a.s. voorzien
16 vaartuigen
Installatie katalysator/schonere motor na 1 oktober a.s. voorzien
62 vaartuigen
Reeds besloten tot geen aanschaf katalysator/schonere motor
25 vaartuigen
Onbekend of tot aanschaf wordt overgegaan
24 vaartuigen
Onbekend wanneer aanschaf + installatie katalysator/schonere motor zal plaatsvinden
16 vaartuigen
Ik erken dat de beperkte capaciteit bij de installatiebedrijven omstandigheden zijn
waarop de vissers geen tot zeer weinig invloed hebben, ondanks de wil van meerdere
vissers om zo snel mogelijk tot installatie over te gaan en dus te verduurzamen.
Ik ben dan ook, vanuit de redelijkheid, voornemens de bestaande gedoogperiode te verlengen.
Voor de af te geven vergunning ben ik voornemens de vissers met een bestelde katalysator
in de periode daarna de ruimte te bieden om te vissen alsof de katalysator al is geplaatst.
Ik ga hier in mijn antwoord op vraag 11 wat specifieker in.
Vraag 3
Kunt u een update geven over de voortgang voor wat betreft het maken van een koppeling
tussen de vergunningverlening en de ondertekening van een gedragscode, zoals voorgesteld
in de handreiking vanuit het Ketenbreed Garnalen Beraad?2
Antwoord 3
Om te kunnen vissen in de Nederlandse Natura 2000-gebieden is een Wnb-vergunning nodig.
De eerdere natuurvergunningen van de garnalenvissers liepen eind 2022 af. Er is onder
diverse stringente voorschriften tot 1 oktober 2023 een gedoogbeschikking afgegeven
vanuit een concreet zicht op legalisatie en de aanwezige overgangssituatie naar een
meer duurzame sector (minder stikstof via een katalysator). Om die verduurzaming te
kunnen inzetten, is overwogen dat de vissers daartoe ook de financiële ruimte voor
moeten krijgen door, onder voorwaarden, tot 1 oktober te blijven doorvissen.
Momenteel wordt gewerkt, samen met de natuur en visserijorganisaties, aan een toekomstvisie
voor de garnalensector. Op initiatief van de garnalensector wordt een gedragscode
opgesteld die geldt voor de gehele keten van garnalen. Dus ook voor afslagen, verwerking
en handel die binnen de gedragscode met de aanvoer van garnalenvissers werken. Uiteraard
binnen de wettelijke bepalingen voor eerlijke concurrentie. En naast de publieke handhaving
op de vergunning. Ik waardeer het dat de sector zelf initiatief heeft genomen om te
komen tot deze gedragscode. De gedragscode zal ook onderdeel vormen van de toekomstvisie
voor de garnalenvisserij. Een dergelijke gedragscode staat los van de te verkrijgen
Wnb-vergunning.
Vraag 4
Kunt u uitleggen waarom aan de kustvissers wel en aan andere scheepvaart geen stikstoftoets
wordt gevraagd, terwijl deze andere scheepvaart zich (deels) wel in dezelfde gebieden
als de kustvisserij afspeelt?
Antwoord 4
De garnalenvisserij wordt vanuit de Wet natuurbescherming in juridische zin aangemerkt
als een nieuw project (dus geen bestaand gebruik) waarvoor op regelmatige basis bezien
moet worden of zij een significant effect heeft op de relevante beschermde natuurwaarden.
Juist ook omdat zij in omvang, intensiteit en locaties aan verandering onderhevig
is.
Wanneer scheepvaart verbonden is aan een specifiek project en zich qua enkel de activiteit
van het varen in de hoofdvaarwegen beweegt als onderdeel van het heersend verkeersbeeld
in die vaarwegen, wordt aangenomen dat zij onderdeel uitmaakt van dat heersend verkeersbeeld
zodra zij niet meer te onderscheiden is van het overige vaarverkeer in die vaarweg.
De vaarbewegingen van bijvoorbeeld de containerschepen die van en naar Nederlandse
havens varen, zijn opgenomen in de (natuur)vergunning van de bijbehorende terminal/bedrijfslocatie,
tot het moment dat deze schepen zijn opgegaan in het heersende vaarbeeld van de bulk
aan vaartuigen die zich in die hoofdvaarwegen bevinden en zich niet meer van die grotere
groep onderscheiden.
Zowel het varen buiten de hoofdvaarwegen als het vissen in deze hoofdvaarwegen zijn
wèl onderdeel van het te toetsen project «garnalenvisserij» en beide activiteiten
worden dus ook meegenomen in (o.a.) de stikstoftoets binnen de besluitvorming over
een vergunningaanvraag.
Ik begrijp echter dat dit een lastige situatie is voor de sector en ga in overleg
met de sector om te bezien of hiervoor een oplossing gevonden kan worden en kom hier
zo spoedig mogelijk op terug.
Vraag 5
Kunt u uitleggen waarom aan de kustvisserij een stikstoftoets wordt gevraagd, terwijl
daar geen geschikt rekenmodel voor is?
Antwoord 5
Om de effecten van stikstofdepositie op omliggende Natura 2000-gebieden te kunnen
beoordelen, moet dit eerst worden berekend met de AERIUS-Calculator. AERIUS Calculator
bevat de best beschikbare methodiek om de stikstofdepositie als gevolg van een project
te berekenen en wordt daarom toegepast bij toestemmingverlening. Deze methodiek kan
ook gebruikt worden om om de effecten van scheepvaart, waaronder dus ook de diverse
visserijen, te berekenen.
Ik erken echter dat de toepassing op specifiek het mobiele karakter van de garnalenvisserij
lastig is en uitkomsten geeft die zich niet overal goed verhouden tot de bestaande
visserijpraktijk. Ik zal hierover op korte termijn in overleg treden met de sector
en deskundigen om te bezien of een oplossing mogelijk is en ik zal hier zo spoedig
mogelijk op terug komen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het gebruikte rekenmodel voor deze toepassing zodanig grofmazig
is aangepast, leidend tot willekeurige uitkomsten die haaks kunnen staan op duurzaamheidsdoelen,
dat het verstandig zou zijn om zowel een wetenschappelijk toets te laten uitvoeren
op de geschiktheid van het rekenmodel voor deze toepassing, als een juridische toets
op de wetgeving of het gebruik van dit rekenmodel werkelijk de enige manier is om
aan wetgeving te voldoen?
Antwoord 6
Wanneer sprake is van een project dat leidt tot stikstofemissies, moet vastgesteld
worden of sprake kan zijn van significante gevolgen voor een Natura 2000-gebied door
stikstofdepositie in dat gebied. Daartoe moet een berekening worden gemaakt met AERIUS
Calculator. Dat betekent niet dat AERIUS Calculator op zichzelf de enige relevante
informatie is binnen de vergunningverlening. Gezien het mobiele karakter van de garnalenvisserij
ben ik daarom met de sector en deskundigen in gesprek om te bezien of een oplossing
mogelijk is en ik zal hier zo spoedig mogelijk op terug komen.
Vraag 7
Klopt het dat het model dat moet worden gebruikt in deze stikstoftoets zodanig afwijkt
van het gebruikelijke model voor landgebonden puntbronnen dat het tot willekeurige
uitkomsten leidt, die zijn vertaald naar een maximaal aantal visuren in grote hexagoon
gebieden? Bent u het met het Ketenbreed Garnalen Beraad eens dat hiermee geen ecologisch
en economisch efficiënte visserij mogelijk is?3 Kunt u dit antwoord onderbouwen? Wilt u hierbij tevens ingaan op de specifieke zorgen
inzake het verdwijnen van de kleinschalige visserij?
Antwoord 7
Ik deel uw zorg over de problemen van de garnalenvisserij, daarom ben ik samen met
de Minister van LNV, in overleg met de sector om gezamenlijk tot een oplossing te
komen en na te denken over de toekomst van de sector. Ik zal dit de komende periode
ook blijven doen en ik zal u hierover op korte termijn informeren.
Vraag 8
Deelt u de zorgen over het risico dat hierdoor ontstaat op concentratie in hexagonen
met rekenkundig, maar willekeurig, de meeste stikstofruimte, wat niet tot duurzame
visserij leidt, maar tot intensivering in plaats van de in de gedragscode beoogde
extensivering?
Antwoord 8
Ja, ik herken deze zorgen. Zoals aangegeven treed ik daarom in overleg met de sector
en deskundigen om te bezien of een oplossing mogelijk is en zal ik uw Kamer daarna
zo spoedig mogelijk informeren.
Vraag 9
Bent u op de hoogte van het feit dat de bijdrage van de garnalenvisserij aan de depositie
op de relevante Natura 2000-gebieden minder dan 1 promille (<0,1 procent) is van de
totale depositie? Hoe weegt u dit feit in relatie tot alle onzekerheden in de berekeningen
van Aerius, waar reeds de vinger op is gelegd door de Commissie Hordijk in 2020? Biedt,
naast de aloude adviezen van de Commissies Remkes en Hordijk, het recente advies «Normeren
en beprijzen van stikstofemissies; sturen op stikstof» van ABD Topconsult geen betere
handvatten voor de omgang met de garnalenvisserij dan de huidige stikstoftoets inclusief
gemankeerde berekeningswijze?4
Antwoord 9
Bij toestemmingverlening moet voor ieder plan of project worden aangetoond dat het
geen significante negatieve effecten op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden veroorzaakt.
Deze toetsing staat los van het aandeel van een activiteit op het totaal aan stikstofdepositie
op de natuur. Hierdoor zijn de genoemde onderzoeken ook niet direct toepasbaar.
Vraag 10
Hoe verhoudt uw omgang met de garnalenvisserij tot op heden zich volgens u tot het
vorig jaar ingezette stikstofbeleid van het inmiddels demissionaire kabinet, waarbij
in lijn met de adviezen van de Commissie Remkes meer en meer op emissiereductie wordt
gestuurd, wat heeft geleid tot reductiedoelstellingen voor stikstofoxide (NOx) van 25 procent in de sector mobiliteit en 38 procent in de sector industrie en voor
ammoniak (NH3) van 41 procent in de landbouw de komende jaren? Hoe taxeert u in dat licht de inspanningen
en de reductie in de garnalenvisserij van meer dan 90 procent door te investeren in
SCR-katalysatoren of N-emissiearme motoren? Kunt u in dit licht nog eens goed naar
uw antwoord op vraag drie kijken?
Antwoord 10
Het terugdringen van de stikstofemissies is nodig om de natuur te beschermen en de
instandhoudingsdoelstellingen te halen. De inspanning van de garnalenvisserij is daarbij
zeer groot en daarmee waardevol voor het herstellen van de balans tussen natuur en
economie. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 9 staat de toets die noodzakelijk
is bij toestemmingverlening, helaas los van het landelijke beleid voor het reduceren
van de stikstofemissies. Het is daarom ook noodzakelijk om toe te werken naar houdbare
vergunningen en daarover zal ik u op korte termijn nader informeren.
Vraag 11
Hoe wordt voorkomen dat de hele garnalenvloot per 1 oktober 2023 aan de kant komt
te liggen, omdat er niet op tijd Wnb-vergunningen zijn verstrekt? Hoe borgt u dat
deze Wnb-vergunningen ook betekenen dat er voldoende visuren mee kunnen worden gemaakt
en u daarmee het perspectief geeft om de investering van de SCR-katalysatoren of nieuwe,
schone motoren mee terug te kunnen verdienen?
Antwoord 11
Ik ben voornemens de bestaande gedoogperiode te verlengen tot de vergunning is afgegeven
en binnen die vergunningen alle vergunningaanvragers tot een specifiek vast te leggen
datum de stikstofruimte te bieden behorende bij de toekomstige situatie van een operationele
katalysator. Deze verlenging zal ik aan stringente voorwaarden koppelen, waaronder
een formeel bewijs dat de katalysator voor een bepaalde datum daadwerkelijk geïnstalleerd
zal zijn. Ik stem de beoogde deadline af op de verwachte leverings- en installatietermijn
van de katalysatoren.
De voorliggende vergunningaanvragen gaan uit van een specifieke omvang van het vissen
en varen die door de aanvragers qua gebruiksruimte zodanig is ingeperkt dat zij tot
een vergunbare situatie van deposities op de beschermde natuurwaarden leidt.
Vraag 12
Bent u bereid om de gedoogbeschikking te verlengen met 15 maanden, conform de eerdere
vraag van de sector, tot 1 januari 2025, onder voorwaarde dat:
– Alle schepen binnen deze periode worden voorzien van stikstofreducerende motoren,
of katalysatoren zodat de emissie wordt begrensd tot maximaal één à twee gram stikstof
(N) per KwH gebruik van motorvermogen;
– De gedragscode van het Ketenbreed Garnalen Beraad operationeel wordt geïmplementeerd
in afstemming met overheid en maatschappelijke organisaties;
– Er een alternatief voor de huidige stikstoftoets komt, die, in tegenstelling tot de
huidige systematiek, niet risicoverhogend uitpakt voor ecologische doelen op gebied
van extensivering, verduurzaming, en zeebodem leven? Zo nee, waarom niet? Tot welke
verlenging bent u dan wel bereid? En tot welke vergunningsduur?
Antwoord 12
Nee, daartoe ben ik niet bereid. Ik zet mij ertoe in om zo spoedig mogelijk tot vergunningverlening
te komen en zal uw Kamer hierover nader informeren: op dat moment daarmee eindigt
ook het gedogen. Ik verwijs in deze ook terug naar het antwoord op vraag 11 voor de
ruimte die vissers krijgen totdat de katalysatoren geïnstalleerd zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Mede namens
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.