Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Raan over de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen door luchtvaart
Vragen van het lid Van Raan (PvdD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de uitstoot van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) door de luchtvaart (ingezonden 16 augustus 2023).
Mededeling van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 6 september
2023).
Vraag 1
Herkent u de passage «Emissies van zeer zorgwekkende stoffen naar de lucht worden
zoveel mogelijk voorkomen dan wel, indien dat niet mogelijk is, tot een minimum beperkt.»?1
Vraag 2
Herkent u dat deze zogenaamde minimalisatieverplichting in artikel 2.4, lid 2 van
het Activiteitenbesluit ook geldt wanneer het bedrijf de beste beschikbare technieken
(verder: BBT) toepast (zoals vermeld op de website van het Kenniscentrum Infomil,
vallend onder uw ministerie)?2 Zo nee, hoe zit het dan?
Vraag 3
Herkent u dat deze zogenaamde minimalisatieverplichting in artikel 2.4, lid 2 van
het Activiteitenbesluit ook geldt wanneer de immissieconcentratie voor een stof onder
het maximaal toelaatbaar risiconiveau (MTR) uitkomt? Zo nee, hoe zit het dan?
Vraag 4
Herinnert u zich dat u in antwoord op mijn eerdere vragen heeft gesteld «De ZZS-emissies
van het vliegverkeer (landen, starten, taxiën) vallen echter niet onder de minimalisatieplicht»?3
Vraag 5
Herkent u dat in de Wet milieubeheer artikel 1.1, lid 1 staat: «inrichting: elke door
de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid
die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht»?
Vraag 6
Herkent u dat in het door u aan de Kamer aangeboden TNO-onderzoek «Notitie Emissieberekening
ZZS Luchthavens» van februari 2023 blijkt dat het allergrootste deel van de emissie
van ZZS'en plaatsheeft tijdens de zogenaamde Idle-fase?4
Vraag 7
Is het correct dat voor de onderzochte jaren 2018–2021 dit tussen de 94% en 95% ligt,
zoals blijkt uit de vertaling van de tabel op pagina 16 van dat rapport naar relatieve
percentages?5
Vraag 8
Klopt het dat de Idle-fase als volgt gedefinieerd is: «de fase na het landen en voorafgaand
aan het starten, met de motoren op laag vermogen (7% van maximaal vermogen). Dit zijn
alle handelingen op de grond: het taxiën naar de gate, stand-by staan bij de gate,
en taxiën naar de startbaan. Deze fase duurt 26 minuten volgens de ICAO-definitie.»?
Zo nee, hoe zit het dan?
Vraag 9
Is het correct dat de uitstoot tijdens de Idle-fase daarmee (dus) plaatsheeft, terwijl
het vliegtuig aan de grond gebonden is? Zo nee, waar in de ruimte vindt volgens u
de Idle-fase dan plaats?
Vraag 10
Vindt de uitstoot tijdens de Idle-fase plaats grotendeels buiten de inrichting die
Schiphol heet? Zo nee, waar in de ruimte vindt volgens u de uitstoot tijdens de Idle-fase
dan plaats?
Vraag 11
Kan het zijn dat de uitstoot tijdens de Idle-fase grotendeels plaatsvindt binnen de
inrichting die Schiphol heet? Zo nee, waar vindt volgens u dan de uitstoot tijdens
Idle-fase plaats?
Vraag 12
Kunt u instemmen met de conclusie dat 94% tot 95% van de Idle-uitstoot plaatsheeft
binnen de begrenzing van de luchthaven? Zo nee, hoe zit het dan precies wel?
Vraag 13
Kunt u instemmen met de conclusie dat dit feitelijk nog ietsje hoger ligt, wanneer
ook de emissies uit de auxiliary power unit(s) (APU(s)) meegeteld worden? Zo nee,
hoe zit het dan wel precies?
Vraag 14
Om welke reden (praktisch, juridisch houdbaar, logisch) zou de bedrijvigheid die deze
emissies veroorzaakt (gedurende de Idle-fase) en derhalve plaatsheeft binnen een zekere
begrenzing, daarmee niet tot de inrichting Schiphol behoren (waarbij inrichting is
bedoeld als in de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit)?
Vraag 15
Is het u bekend dat Schiphol zelf in zijn eerste – door het bevoegd gezag overigens
nog als onvolledig bestempelde – inventarisatie van (p)ZZS van 14 december 2021 met
als referentie BI2346IBRP2112141208, de emissies van parkerende auto’s opgenomen heeft
voor zover die binnen de omheining c.q. begrenzing van Schiphol plaatshebben?
Vraag 16
Kunt u duiden waarom – vanuit het perspectief van de wet- en regelgeving – de emissies
die vrijkomen bij een vliegtuig zodra c.q. zolang dat zich aan de grond binnen de
(zekere) begrenzing van het luchthaventerrein bevindt anders zouden zijn dan emissies
van een auto die zich binnen de (zekere) begrenzing van het luchthaventerrein bevindt?
Vraag 17
Herinnert u zich dat u in het commissiedebat Verduurzaming luchtvaart van 11 april
2023 het volgende zei: «De enige normstelling die we op dit moment hebben, is de uitstoot
van ZZS via vaste, stationaire installaties, bijvoorbeeld een schoorsteen van een
fabriek die op één plek staat. Maar we weten in ieder geval dat de verspreiding van
zeer zorgwekkende stoffen een andere is op het moment dat die uit mobiele apparaten
komt, in dit geval vliegtuigen of voertuigen op het platform»?
Vraag 18
Kunt u uitleggen, aangezien vliegtuigen die taxiën of aan de gate hun motor laten
draaien net zomin op schoorstenen lijken als auto’s, waarom auto’s dan wel onder Wet
Milieubeheer vallen en vliegtuigen die taxiën of aan de gate hun motor laten draaien
niet?
Vraag 19
Is het u bekend dat in het «Advies over de reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport
Luchthavenbesluit Rotterdam The Hague Airport» van 24 april 2023 de Commissie m.e.r.
adviseert aan te geven «hoe in relatie tot (p (potentieel))ZZS-emissies met de monitoring
en de emissieminimalisatie (vanwege gezondheidsrisico’s) wordt omgegaan»?6
Vraag 20
Bent u bereid aan de Commissie m.e.r. te vragen, nu u weet dat 95% van de ZZS-emissies
van het vliegverkeer binnen de zekere begrenzing van de luchthaven Schiphol valt,
of de Commissie m.e.r. van mening is dat die 95% onder de minimalisatie- en rapportageverplichting
valt? Zo nee, waarom niet?
Vraag 21
Zijn in uw ogen uw eerdere antwoorden (met name vraag 5, 25 januari)7 in lijn met dit advies van de Commissie m.e.r.? Zo nee, hoe zit het dan precies?
Vraag 22
Klopt het dus dat in uw redenering er juist geen rapportage- en minimalisatieverplichting is voor (p)ZZS-emissies voor vliegverkeer
(zoals door u gedefinieerd, zie vraag 4) binnen de inrichting van een luchthaven krachtens
de Wet Milieubeheer, maar wel via de landelijke emissieregistratie (zie www.emissieregistratie.nl)?
Vraag 23
Dient er volgens u wel een minimalisatieverplichting te komen voor (p)ZZS-emissies
voor het vliegverkeer (zoals gedefinieerd door u in vraag 4) binnen de inrichting
van een luchthaven krachtens de Wet luchtvaart? Zo nee, zou het er dan in ieder geval
moeten komen voor de Idle-fase?
Vraag 24
Indien vraag 23 ontkennend geantwoord is, kunt u aangeven of en op welke manier er
volgens u dan een rapportage- en een minimalisatieverplichting moet komen voor (p)ZZS-emissies
voor het vliegverkeer (zoals gedefinieerd door u in vraag 4) binnen de inrichting
van een luchthaven?
Vraag 25
Zijn naar uw mening een dergelijke rapportageverplichting en minimalisatieverplichting
dan inclusief of exclusief de emissies uit het vliegverkeer (zoals gedefinieerd door
u in vraag 4) in de Idle-fase of anderszins binnen een zekere begrenzing van de luchthaven?
Vraag 26
Is het u bekend dat uw voorganger in 2008 het volgende stelde: «Wat betreft de luchtkwaliteit
in Nederland is de zogenoemde Wet luchtkwaliteitseisen (Hoofdstuk 5, titel 5.2, uit
de Wet milieubeheer) van toepassing. De gebieden rondom luchthavens zullen, net als
rondom alle andere bedrijven in Nederland, aan de daarin vastgelegde eisen moeten
voldoen»; alsmede: «Het kabinet acht het daarom niet noodzakelijk dat door het Rijk
extra regels (aanvullend op de Wet luchtkwaliteitseisen) worden voorgeschreven voor
luchtkwaliteit of de emissies van luchtverontreinigende stoffen door het luchthavenluchtverkeer.»?8
Vraag 27
Klopt het dat uw voorganger daarmee zegt dat de wet Milieubeheer van toepassing is
voor de luchtkwaliteit rondom de Nederlandse luchthavens? Zo nee, wat zegt hij dan
volgens u wel? Zo ja, wanneer is het beleid veranderd dat emissies uit het vliegverkeer
(zoals gedefinieerd door u in vraag 4) in de Wet luchtvaart zijn geregeld?
Vraag 28
Indien u stelt dat de emissies uit het vliegverkeer (zoals gedefinieerd door u in
vraag 4) geheel zijn uitgezonderd van de rapportage- en minimalisatieverplichting,
bent u dan bereid een bevestiging hiervan mee te sturen van de Commissie m.e.r. aan
Kamer dat dit een juiste interpretatie is?
Vraag 29
Bent u bereid de Commissie m.e.r. daarbij uit te nodigen enige toelichting in haar
antwoord op te nemen, daarmee rechtdoend aan de grote gezondheidsbelangen die spelen?
Vraag 30
Bent u het ermee eens dat, indien er wel een minimalisatieplicht zou gelden voor de
emissies tijdens de Idle-fase, de uitkomsten van het To70-onderzoek naar de concentratiemetingen
in principe niet afgewacht hoeven te worden, omdat deze verplichting niet afhangt
van de concentratie, de grensmassastromen of de hoogte van het maximaal toelaatbaar
risico? Zo nee, waarom niet?
Vraag 31
Wat vindt u ervan dat de directeur van To70 naar aanleiding van de Hoofdlijnenbrief
in juni 2022 – met daarin zoals bekend de aankondiging van de reductie van het aantal
vliegbewegingen – op sociale media schreef: «Not only is it «crazy», this decision
will also mean less innovation and an end to many projects and initiatives aiming
for a sustainable future for aviation in the Netherlands and elsewhere. If our goverment
was serious about sustainable aviation they would have proposed more flights, not
fewer flights»; en daarbij een artikel meestuurt met de titel «Limiting Schiphol flights
is «crazy» and cuts the hub «off at it knees»?9
Vraag 32
Acht u To70, gezien de beladenheid van deze uitspraken, nog wel de meest geschikte
partij om onderzoek te doen voor uw ministerie op luchtvaartgebied? Zo ja, waarom
denkt u dat?
Vraag 33
Denkt u hierbij dat de uitkomsten van hun onderzoeken door alle belanghebbenden –
en de omwonenden in het bijzonder – als betrouwbaar en onafhankelijk zullen worden
gezien? Zo ja, waarom denkt u dat?
Vraag 34
In hoeverre is het verstandig om – waar vaak wordt gesproken over een herstel van
vertrouwen – juist To70 het ZZS-onderzoek te laten doen? Zo ja, waarom denkt u dat?
Vraag 35
Herinnert u zich het advies van de Gezondheidsraad over ultrafijnstof uit september
2021 en klopt het dat deze daarin stelt dat «In de luchtvaart kan de UltraFine Particle
(verder UFP)-uitstoot worden teruggedrongen door bijvoorbeeld minder vliegbewegingen
en het gebruik van kerosine met een lager zwavelgehalte»?10
Vraag 36
Klopt het dat dit advies afsloot met de kop «Niet afwachten» vergezeld van de tekst:
«Hoewel nadere inzichten en preciezere bepalingen gewenst zijn, is het volgens de
commissie niet nodig om te wachten met het treffen van maatregelen. Er zijn namelijk
steeds sterkere aanwijzingen dat UFP de gezondheid kan schaden. Bovendien dringen
veel maatregelen ook de uitstoot van andere componenten van luchtverontreiniging terug»
Zo ja, kunt aangeven welke concrete maatregelen er inmiddels genomen zijn of op korte
termijn genomen zullen worden met betrekking tot de minimalisatieplicht van ZZS in
zwavelarme kerosine? Kunt u ook aangeven tot welke concrete resultaten dat geleid
heeft? Zo nee, wat is er dan precies gedaan met het advies?
Vraag 37
Kent u het artikel van de Gezondheidsraad waarin prof. dr. ir. Brunekreef, emeritus
hoogleraar milieuepidemiologie van Universiteit Utrecht en erelid van de Gezondheidsraad
stelt dat: «Om de blootstelling aan ultrafijnstof te verminderen, is het nodig de
uitstoot van verbrandingsmotoren sterk te verminderen. Bij wegverkeer is elektrificatie
mogelijk, bij vliegverkeer is dat vooralsnog een schone droom. Wel kan de luchtvaart
de uitstoot van ultrafijnstof verminderen door te kiezen voor kerosine met een lager
zwavelgehalte. Technisch gezien is dat zeer goed mogelijk»?11
Vraag 38
Bent u het met prof. dr. ir. Brunekreef eens dat de uitstoot door de luchtvaart van
ultrafijnstof verminderd kan worden door het gebruik van zwavelarme kerosine? Zo ja,
wat zou dat betekenen voor de emissie van andere (p)ZZS'en? Zo nee, waarom niet?
Vraag 39
Alhoewel u voorganger aangeeft «niet voornemens (te zijn) om verdere maatregelen te
treffen om zwavelarme(re) fossiele kerosine in Nederland de norm te maken.»12, wat zijn de wettelijke mogelijkheden van de overheid om een dergelijke maatregelen
wel op te leggen?
Vraag 40
Deelt u de mening van uw voorganger? Zo nee, bent u bereid om in het licht van het
door de Verenigde Naties in 2022 erkende mensenrecht, het recht op een schone, gezonde
en duurzame leefomgeving13 uw mening omtrent het terugdringen van zwavelarme kerosine te herzien? Zo ja, op
welke manier is dat niet in strijd met het hierboven genoemde mensenrecht?
Vraag 41
Zou Schiphol zelf kunnen opleggen dat er alleen nog maar vluchten op basis van zwavelarme
kerosine mogen aankomen en vertrekken op zijn terreinen om daarmee tegemoet te komen
aan het door de Verenigde Naties in 2022 erkende mensenrecht, het recht op een schone,
gezonde en duurzame leefomgeving?14
Vraag 42
Zou Schiphol zelf de luchthavengelden mogen differentiëren voor vluchten die enkel
gebruik maken van zwavelarme kerosine en zij die dat niet doen?
Vraag 43
Voldoen alle actoren in de keten, waarbij in ieder geval inbegrepen de luchthavenexploitant,
het Rijk, de gemeente Haarlemmermeer, de luchtvaartmaatschappijen en de brandstofleveranciers
op dit moment naar uw opinie aan hun zorgplicht, mede in het licht van het eerdergenoemde
erkende mensenrecht, het recht op een schone, gezonde en duurzame leefomgeving?
Vraag 44
Hoe zit het naar uw mening met de maatschappelijke plicht van bovengenoemde ketenactoren,
hierbij meewegend de wetenschappelijke inzichten van dit moment en in het bijzonder
het dringende advies van de Gezondheidsraad in 2021?
Vraag 45
Kunt u uitsluiten dat staatsdeelnemingen Schiphol, Air France-KLM en KLM of het Rijk
daarbij een (reëel) juridisch risico lopen?
Vraag 46
Is de huidige situatie naar uw inschatting compliant aan artikel 1.6 van de aanstaande
Omgevingswet?15
Vraag 47
Gaan in uw ogen de afspraken vastgelegd om de luchtvaart te stimuleren, zoals bijvoorbeeld
de vrijstelling van belasting op kerosine boven mensenrechten, zoals bijvoorbeeld
het recht op een schone, gezonde en duurzame leefomgeving of maakt dat deel uit van
de door u gezochte balans zoals verwoord in de Luchtvaartnota?16 Zo ja, komt er naar uw mening een moment dat IenW kiest voor het belang van burgers
boven die van de luchtvaartsector, waarbij een nieuwe balans ontstaat? Zo ja, wanneer
verwacht u – bij benadering – dat moment?
Mededeling
Op 16 augustus 2023 heeft het lid Van Raan (PvdD) schriftelijke vragen gesteld aan
de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de uitstoot van zeer zorgwekkende
stoffen door luchtvaart. De vragen kunnen helaas niet binnen de gebruikelijke termijn
worden beantwoord. In de vragen worden meerdere onderwerpen aangesneden waardoor er
voor de beantwoording van de vragen interne afstemming nodig is. Deze afstemming verliep
wegens de vakantieperiode niet zo vlot als gebruikelijk. De beantwoording is bijna
gereed en de Kamer ontvangt deze zo spoedig mogelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.