Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Akerboom over een stikstofpiekbelaster; een slingerende weg door de Veluwe
Vragen van het lid Akerboom (PvdD) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over een stikstofpiekbelaster; een slingerende weg door de Veluwe (ingezonden 7 augustus 2023).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 5 september
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3387.
Vraag 1
Kent u het bericht «Dit is een piekbelaster: niet een boerenbedrijf, maar een slingerende
weg door de Veluwe»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat de stikstofuitstoot van het verkeer op bovengenoemde weg,
de enige weg door het grootste Nederlandse stiltegebied op het vasteland, meer dan
genoeg is om onder de definitie van een piekbelaster te vallen en daarmee in aanmerking
te komen voor de riante uitkoopregeling (de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties
met piekbelasting (Lbv-plus)? Zo ja, wat vindt u ervan dat een weggetje door een natuurgebied
dat al onder grote stikstofdruk staat zoveel stikstofneerslag veroorzaakt)?
Antwoord 2
Wanneer de depositiebijdrage van de emissie van het wegverkeer op de gehele Gortelseweg
tussen Vierhouten en Gortel wordt berekend, is de totale depositievracht inderdaad
meer dan de drempelwaarde die geldt voor de aanpak piekbelasting.
Deze drempelwaarde is door het RIVM afgeleid van de stikstofdepositie van alle veehouderijen
en industriële bedrijven in Nederland. Het RIVM is gevraagd de stikstofdepositie van
alle veehouderijen en industriële bedrijven in Nederland van hoog naar laag te sorteren.
De depositie van het 3001ste bedrijf bepaalde de drempelwaarde van 2500 mol stikstofdepositie
per jaar. Elk bedrijf dat voor een hogere depositievracht zorgt, wordt als piekbelaster
aangemerkt. Wegverkeer is niet betrokken in het onderzoek van RIVM en de aanpak piekbelasting
richt zich ook niet op wegverkeer.
Dat neemt niet weg dat wordt gewerkt aan de reductie van stikstofemissies door wegverkeer.
De stikstofemissies van wegverkeer zijn de afgelopen decennia sterk gedaald, ondanks
de groei in het goederen- en personenvervoer. Met een breed pakket aan (inter)nationale
en lokale maatregelen zet het kabinet in op de verduurzaming van wegverkeer en een
verdere daling van de stikstofemissies. Drijvende kracht achter deze verduurzaming
is de voortdurende aanscherping van de Europese emissienormen NOX voor nieuwe voertuigen. Ook Europese CO2-normen voor wegvoertuigen dragen bij aan de verdere daling.
Het is aan de provincie om de depositiebijdrage van het wegverkeer op de Gortelseweg
en andere wegen in beeld te brengen en te betrekken bij het opstellen van de provinciale
gebiedsprogramma’s. Indien lokale maatregelen gewenst zijn die aangrijpen op het verkeer
over de Gortelseweg, dan zal de provincie hiervoor in overleg moeten treden met de
gemeente Nunspeet. Maatregelen voor verkeer komen niet in aanmerking voor de Landelijke
beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus). Deze subsidieregeling
staat alleen open voor veehouders die vrijwillig willen stoppen met hun bedrijf of
een locatie van hun bedrijf.
Vraag 3
Klopt het dat deze bewuste weg in zijn geheel een Natura2000 gebied, met drie bijzondere
habitattypes die hier geclusterd voorkomen, te weten beuken-eikenbossen met hulst
(H9120), oude eikenbossen (H9190) en droge heiden (H4030), welke uitzonderlijk stikstofgevoelig
zijn, doorkruist? Zo ja, is het u ook bekend dat het verkeer dat gebruik maakt van
deze weg in hoge mate te karakteriseren is als sluipverkeer (zonder relatie met het
gebied en waarvoor er een veiliger en duurzamer alternatief is), overig toeristisch
verkeer en in zeer beperkte mate lokaal verkeer tussen twee kleine kernen? Zo ja,
wat vindt u daarvan gezien de gevoeligheid van de gebieden?
Antwoord 3
Het klopt dat de weg in het Natura 2000-gebied Veluwe ligt. De weg loopt door en/of
langs een deel van het gebied met habitattypen droge heiden (H4030), beuken-eikenbossen
met hulst (H9120) en oude eikenbossen (H9190). Deze habitattypen hebben een kritische
depositiewaarde van respectievelijk 1.071, 1.429 en 1.071 mol/ha/jaar en zijn dus
stikstofgevoelig.2
Wat betreft het gebruik van de weg en de stikstofdepositie als gevolg daarvan, verwijs
ik naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Klopt het dat bovengenoemde weg volgens de CROW-richtlijnen voor wat betreft de fysieke
eigenschappen, zoals onder andere beperkte breedte, afwezige obstakelvrije ruimte,
niet voldoet aan het meest eenvoudige wegtype (erftoegangsweg type 2), aldus geen
deel uitmaakt van het Regionaal Hoofdwegen volgens het Functioneel Kader Wegennet
en dat het daarom mogelijk geen noemenswaardige verkeersfunctie meer zou moeten hebben?
Zo ja, wat vindt u daarvan, met name in het licht van de hoge stikstofuitstoot van
deze weg? Zo nee, waarom niet?3
Antwoord 4
Het is niet aan het Rijk om te beoordelen in hoeverre een weg die in beheer is bij
een medeoverheid wel of niet voldoet aan de richtlijnen. Voor het ontwerp, de inrichting
en het toekennen van functies aan wegen is de lokale wegbeheerder verantwoordelijk.
Om wegbeheerders hierbij te ondersteunen, heeft het CROW landelijke richtlijnen opgesteld.
De CROW-richtlijnen hebben geen wettelijke status. Er bestaat jurisprudentie waarbij
in de uitspraak wordt verwezen naar CROW-publicaties. Kern van deze uitspraken is
dat wegbeheerders op basis van een goede motivering en na afweging van belangen mogen
afwijken van de richtlijnen.
Vraag 5
Bent u bekend met het Provinciale Programma Landelijk Gebied dat de Provincie Gelderland
u onlangs heeft doen toekomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is het u bekend dat in
dit beleidsstuk geen aandacht is voor niet-noodzakelijke mobiliteit dwars door natuurkernen
als lokale significante bron van stikstofdepositie/piekbelaster? Zo ja, wat vindt
u daarvan en bent u van plan provincies, indien van toepassing, aan te spreken op
deze mogelijke lacune en aan te moedigen dit aspect in kaart te brengen en aan te
pakken?
Antwoord 5
Ja, ik ben bekend met het Gebiedsplan stikstofreductie en natuurherstel van de provincie
Gelderland. Het kabinet én de provincie Gelderland hechten een enorm belang aan een
evenwichtige bijdrage van alle sectoren aan de oplossing van het stikstofvraagstuk.
Het NPLG, en daarmee ook de gebiedsprogramma’s, richt zich op het landelijk gebied
en primair op de landbouw als belangrijkste gebruiker van het landelijk gebied. In
de gebiedsprogramma’s kunnen andere – lokaal relevante – emissiebronnen worden meegenomen
als daarmee de depositie op effectieve wijze gereduceerd kan worden.
Zoals ik heb aangegeven in het antwoord op vraag 2 is het dan ook aan de provincie
om de depositiebijdrage van mogelijke relevante bronnen, zoals het wegverkeer op de
Gortelseweg, in beeld te brengen en te overwegen dit te betrekken bij het opstellen
van het provinciale gebiedsprogramma of een ander programma of plan waar dit passend
is. Indien lokale maatregelen gewenst zijn die aangrijpen op het verkeer over de Gortelseweg,
dan zal de provincie hiervoor in overleg moeten treden met de gemeente Nunspeet.
Vraag 6
Klopt het dat u op basis van Artikel 2.10 lid 1 van de Wet natuurbescherming een bijzondere
verantwoordelijkheid heeft, als terreinbeheerder van het Kroondomein Het Loo, inzake
het instandhouden van Natura2000 doelen? Zo ja, hoe geeft u invulling aan deze verantwoordelijkheid
en bent u bereid om in het kader van Natura2000 doelen kritisch te kijken naar de
stikstofdepositie afkomstig van gemotoriseerd verkeer in dit gebied? Zo nee, waarom
niet?4,
5
Antwoord 6
Hoewel ik geen terreinbeheerder ben, heb ik een bijzondere verantwoordelijkheid als
bevoegd gezag aangaande Kroondomein Het Loo, o.a. inzake het instandhouden van Natura2000
doelen aldaar. Ik geef invulling aan deze verantwoordelijkheid door, samen met de
Minister van Defensie en gedeputeerde staten van Gelderland, het Natura 2000-beheerplan
Veluwe vast te stellen. Ik ben hierbij betrokken vanwege de ligging van Kroondomein
Het Loo binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebied Veluwe. Het Natura 2000-beheerplan
Veluwe beschrijft de noodzakelijke maatregelen die genomen moeten worden om de instandhoudingsdoelen
voor de Veluwe te realiseren. Belangrijke herstelmaatregelen die voortkomen uit dit
beheerplan zijn het opstellen en uitvoeren van vijf herstelprogramma’s voor de Veluwse
natuur, te weten: 1) Recreatiezonering, 2) Beken, 3) Bossen, 4) Heiden en stuifzanden
en 5) Vennen en venen. Provincie Gelderland is verantwoordelijk voor de uitvoering
van deze herstelmaatregelen uit het Natura 2000-beheerplan Veluwe.
Voor wat betreft de manieren waarop er wordt gewerkt aan stikstofreductie op het gebied
van mobiliteit verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
Bent u, als eindverantwoordelijke voor natuurbescherming en stikstofreductie, bereid
om in gesprek te gaan met de betreffende beheerders, buurgemeentes, Staatsbosbeheer,
het Kroondomein Het Loo en andere belanghebbenden, zoals betrokken natuurorganisaties
om een plan te maken hoe de stikstofdepositie afkomstig van verkeer op deze weg significant
kan worden gereduceerd? Zo ja, per wanneer? Zo nee, waarom niet? En welke maatregelen
gaat u dan nemen om ervoor te zorgen dat de stikstofuitstoot in dit deel van de Veluwe
drastisch en met zekerheid naar beneden gaat?
Antwoord 7
Het is aan de provincie om de depositiebijdrage van het wegverkeer op de Gortelseweg
en andere wegen in beeld te brengen en te overwegen dit te betrekken bij het opstellen
van het provinciale gebiedsprogramma of een ander programma of plan waar dit passend
is. Indien lokale maatregelen gewenst zijn die aangrijpen op het verkeer over de Gortelseweg,
dan zal de provincie hiervoor in overleg moeten treden met de gemeente Nunspeet. Het
is aan de provincie om te bepalen welke partijen betrokken moeten worden bij het eventueel
op te stellen plan ten aanzien van deze weg (en/of andere wegen).
Samen met de provincie Gelderland maakt het kabinet zich hard voor een goede en gedegen
aanpak voor de Veluwe om de instandhoudingsdoelstellingen te realiseren. Het kabinet
én de provincie Gelderland vinden dat alle sectoren een evenredige en evenwichtige
bijdrage moeten leveren aan de oplossing van het stikstofvraagstuk. Het Rijk werkt
aan het Nationaal Programma Landelijk Gebied om via Rijksmaatregelen te komen tot
stikstofdepositiereductie. Daarnaast werkt de provincie Gelderland aan haar programma
Vitaal Landelijk Gebied Gelderland waarin de provincie onder andere maatregelen treft
op het gebied van stikstof en natuur. En samen werken we aan de aanpak piekbelasting
waaraan veel veehouderijen op en rond de Veluwe kunnen deelnemen. Met deze gecombineerde
aanpak van Rijk én provincie wordt er maximaal ingezet op het verlagen van de stikstofuitstoot.
Vraag 8
Bent u bekend met de opties om de stikstofuitstoot van de weg te beperken door middel
van een nachtafsluiting of het alleen openstellen van de weg voor lokaal bestemmingsverkeer?
Zo ja, hoe beoordeelt u deze opties enen bent u bereid in gesprek te gaan met de wegbeheerder(s)
over een dergelijke oplossing? Zo nee, waarom niet en heeft u mogelijke andere alternatieve
voor ogen om stikstof te reduceren?
Antwoord 8
Ik ben bekend met deze opties. Deze en andere opties voor lokale verkeersmaatregelen
zijn genoemd in het aangehaalde bericht in het NRC. Zoals aangegeven in mijn antwoord
op vraag 2, is het aan de provincie om de depositiebijdrage van het wegverkeer op
de Gortelseweg en andere wegen in beeld te brengen en te betrekken bij het opstellen
van de provinciale gebiedsprogramma’s. Als lokale maatregelen gewenst zijn die aangrijpen
op het verkeer over de Gortelseweg, dan zal de provincie hiervoor in overleg moeten
treden met de gemeente Nunspeet. Daarbij kunnen deze opties worden betrokken.
Generieke bronmaatregelen die de stikstofemissies van wegverkeer verminderen dragen
ook bij aan vermindering van de stikstofemissies door het wegverkeer op de Gortelseweg,
zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 9 en 10
Is er een overzicht van welke wegen, gelegen nabij en in Natura 2000-gebieden, voldoen
aan de definitie van piekbelaster op de omliggende natuur? Zo ja, welke maatregelen
neemt u om deze uitstoot te verlagen of benadert u de provincies en/of gemeenten om
hier zorg voor te dragen?
Indien een overzicht van zulke wegen niet bestaat, bent u bereid om dit te maken?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer?
Antwoord 9 en 10
De drempelwaarde voor de aanpak piekbelasting is door het RIVM afgeleid van de stikstofdepositie
van alle veehouderijen en industriële bedrijven in Nederland (zie ook het antwoord
op vraag 2). Deze drempelwaarde is niet van toepassing op wegverkeer.
Voor wegverkeer is het niet opportuun om te komen tot een vergelijkbare drempelwaarde
– uitgedrukt in depositievracht – om te bepalen of een weg kan worden beschouwd als
een piekbelaster. De lengte van de weg die meegenomen wordt in de berekening is bijvoorbeeld
erg bepalend voor de totale depositievracht als gevolg van verkeer op een weg, omdat
de depositiebijdrage op alle natuur binnen 25km van de weg bij elkaar wordt opgeteld.
Om deze reden bestaat het gevraagde overzicht niet en zal ik deze ook niet opstellen.
De maatregelen die worden getroffen om de stikstofuitstoot van wegverkeer te verminderen
zijn uitgewerkt in het antwoord op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.