Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen gesteld door de leden Omtzigt, Piri, Boswijk, Sjoerdsma, Van der Staaij, Christine Teunissen, Jasper van Dijk, Eppink, Van der Lee, Ephraim, Van Haga, Baudet, Ceder, Dassen, Gündogan, Den Haan, Simons en Van der Plas over de expert opinie van dhr. Ocampo dat er sprake is van genocide tegen 120.000 Armeniërs in Nagorno-Karabach
Vragen van de leden Omtzigt, Piri (PvdA), Boswijk (CDA), Sjoerdsma (D66), Van der Staaij (SGP), Christine Teunissen (Partij voor de dieren), Jasper van Dijk (SP), Eppink (Ja21), Van der Lee (GroenLinks), Ephraim (Ephraim), Van Haga (Groep Van Haga), Baudet (FvD), Ceder (CU), Dassen (Volt), Gündogan (Gundogan), Den Haan (Fractie Den Haan), Sylvana Simons (Bij1) en Van der Plas (BBB) aan de Minister van buitenlandse zaken en de Minister-President over de expert opinie van dhr. Ocampo dat er sprake is van genocide tegen 120.000 Armeniërs in Nagorno-Karabach (ingezonden 16 augustus 2023).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 4 september 2023).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3510.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de expert opinie van 7 augustus van dhr. Moreno Luis Ocampo,
voormalig hoofdaanklager bij het internationaal strafhof in Den Haag, die schrijft:
«There is an ongoing Genocide against 120,000 Armenians living in Nagorno- Karabakh,
also known as Artsakh.The blockade of the Lachin Corridor by the Azerbaijani security
forces impeding access to any food, medical supplies, and other essentials should
be considered a Genocide under Article II, (c) of the Genocide Convention: «Deliberately
inflicting on the group conditions of life calculated to bring about its physical
destruction.»»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van het feit dat the International Association of Genocide Scholars
Executive and Advisory Boards op 1 februari 2023 verklaarde dat er significante risicofactoren
zijn voor genocide in de Nagorno-Karabach situatie met betrekking tot de Armeense
bevolking?1
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Heeft u kennisgenomen van het Red Flag Alert for Genocide op 22 juni 2023 van het
Lemkin Instituut?2
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Deelt u de mening dat er ten minste een groot risico is op genocide in de regio Nagorno
Karabakh en kunt u aangeven hoe u tot die conclusie gekomen bent?
Antwoord 4
Nederland is zeer bezorgd over de ontwikkelingen in de voormalige autonome oblast
Nagorno-Karabach en de ernstige humanitaire situatie van de plaatselijke bevolking.
Het ICRC gaf op 25 juli jl. aan dat het niet mogelijk is om humanitaire hulp naar
de burgerbevolking van de voormalige autonome oblast Nagorno-Karabach kan brengen
door de Lachin-doorgang of andere mogelijke routes. Medische evacuaties door het ICRC
vinden in beperkte mate plaats.
Samen met andere EU lidstaten volgt Nederland de situatie nauwlettend, hoofdzakelijk
door informatie verkregen door de EU Monitoring Mission in Armenia (EUMA).
De publicaties van dhr. Luis Moreno Ocampo, the International Association of Genocide
Scholars Executive and Advisory Boards, het Lemkin Instituut en andere relevante publicaties
zijn eveneens onderdeel van deze informatievoorziening.
Vraag 5
Op welke wijze geeft de Nederlandse regering, al dan niet samen met Europese Unie
(EU) landen, invulling aan de positieve verplichting om genocide te voorkomen, zoals
die voortvloeit uit de door Nederland geratificeerde Genocide Conventie en zoals die
door het Internationaal Hof van Justitie beschreven is in de zaak Bosnia and Herzegovina
v. Serbia and Montenegro?
Antwoord 5
Het Genocideverdrag verplicht verdragspartijen tot het voorkomen en bestraffen van
genocide. De verplichting om genocide te voorkomen richt zich primair op de staat
waar de misdrijven worden gepleegd, maar is niet territoriaal begrensd. De reikwijdte
van de verplichting voor andere staten om genocide te voorkomen hangt af van hun mogelijkheden
om invloed uit te oefenen op mogelijke plegers van genocide. Uit jurisprudentie van
het Internationaal Gerechtshof, waaronder de uitspraak van 26 februari 2007 in de
bovengenoemde zaak, blijkt dat de verplichting om genocide te voorkomen een inspanningsverplichting
is: een staat moet alle maatregelen nemen die redelijkerwijs beschikbaar zijn om genocide
te voorkomen.
In lijn met deze inspanningsverplichting heeft het kabinet speciale aandacht voor
situaties waar mogelijk sprake is van genocide en worden per situatie de verschillende
mogelijkheden om dit te voorkomen bilateraal, in EU-verband en multilateraal besproken.
Het gaat in dat kader bijvoorbeeld om de ondersteuning van de Speciaal Adviseur inzake
de Preventie van Genocide van de VN, maar ook om de preventieve werking die uitgaat
van de internationale strijd tegen straffeloosheid, waar Nederland onder meer aan
bijdraagt door het steunen van internationale hoven en tribunalen en door het steunen
van bewijsvergaringsmechanismen. Het kabinet wijst in dit verband ook op de gezamenlijke
verklaring over het 75-jarig bestaan van het Genocideverdrag die op 4 juli jl. door
Armenië is uitgesproken tijdens de 53ste zitting van de VN-Mensenrechtenraad. In deze gezamenlijke verklaring wordt onder
meer gewezen op de rol van het VN-mensenrechtensysteem en de VN-Mensenrechtenraad
bij het verzamelen van informatie over mensenrechtenschendingen en schendingen van
het humanitair oorlogsrecht die tot genocide kunnen leiden. Het Koninkrijk heeft,
net zoals een meerderheid van de EU-lidstaten, deze verklaring gesteund.
Vraag 6
Heeft Azerbeidzjan uitvoering gegeven aan de interim-measure van het Internationaal
Strafhof van 22 februari, namelijk: «The Republic of Azerbaijan shall, pending the
final decision in the case and in accordance with its obligations under the International
Convention on the Elimination of All Forms of Racial Discrimination, take all measures
at its disposal to ensure unimpeded movement of persons, vehicles and cargo along
the Lachin Corridor in both directions»?3
Antwoord 6
Het is van groot belang dat alle betrokken partijen aan het vredesproces toegewijd
blijven en verdere escalatie wordt voorkomen. Dit betekent onder meer het naleven
van de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van 22 februari 2023 door Azerbeidzjan.
Nederland en de EU blijven Azerbeidzjan hiertoe oproepen. Ook de andere uitspraken
van het Gerechtshof aan de partijen moeten opgevolgd worden.
Vraag 7
Kunt u uitgebreid motiveren welke stappen Nederland en de EU genomen hebben om ervoor
te zorgen dat deze interim-measure uitgevoerd wordt?
Antwoord 7
Namens de EU spelen de Voorzitter van de Europese Raad, de Hoge Vertegenwoordiger
en de Speciaal Vertegenwoordiger voor de Zuidelijke Kaukasus een actieve bemiddelende
rol tussen Armenië en Azerbeidzjan, o.a. door het leiden van verschillende ontmoetingen
tussen de leiders van Azerbeidzjan en Armenië. Nederland steunt hen daarin en zet
zich in om dit onderwerp in multilateraal, Europees, en bilateraal verband te blijven
agenderen. Mede op Nederlands aandringen sprak de Hoge Vertegenwoordiger, Josep Borrell,
onlangs zijn zorgen uit over de situatie.4 Op 16 augustus jl. kwam de VN Veiligheidsraad bijeen om de situatie te bespreken.
Ook de VS spelen een rol in de bemiddeling tussen Armenië en Azerbeidzjan. Nederland
spoort de EU aan de inspanningen zo goed mogelijk af te stemmen met de VS.
Azerbeidzjan heeft aangeboden dat de route via Aghdam (Azerbeidzjan) gebruikt kan
worden om de regio te bevoorraden. De EU heeft hier van nota genomen, maar aangegeven
dat dit niet een alternatief kan vormen voor de opening van de Lachin route.
De situatie in de voormalige autonome oblast Nagorno-Karabach is op 16 augustus besproken
door de VN-Veiligheidsraad. Ook in dit verband heeft de EU Azerbeidzjan opgeroepen
tot vrije doorgang in de Lachin corridor.
Bilateraal spreekt Nederland alle betrokken partijen aan op hun betrokkenheid bij
het vredesproces. Naar aanleiding van de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof
van 22 februari 2023 heeft Nederland de Azerbeidzjaanse autoriteiten opgeroepen om
de uitspraak na te leven en zal dit gezamenlijk met de EU blijven doen.
Vraag 8
Kunt u deze vragen een voor een en binnen twee weken beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.