Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over ‘de snel stijgende dierenartskosten, waardoor essentiële dierkundige zorg voor velen onbetaalbaar wordt’
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en van Financiën over de snel stijgende dierenartskosten, waardoor essentiële dierkundige zorg voor velen onbetaalbaar wordt (ingezonden 26 mei 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) mede namens de
Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en de Staatssecretaris van
Financiën (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen 30 augustus 2023). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2893.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «De dierenarts wordt voor velen onbetaalbaar»?1
Antwoord 1
De afgelopen tijd is er regelmatig media-aandacht voor de tarieven van dierenartsen
waaruit blijkt dat de maatschappij zorgen heeft hierover. Ik neem deze zorgen zeer
serieus, we zijn het tenslotte aan de dieren en hun baasjes verplicht om nauwgezet
naar dit onderwerp te kijken.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat de prijzen voor diergeneeskundige zorg enorm zijn gestegen?
Antwoord 2
Ieder dier verdient goede zorg. Er zijn signalen dat dierenartsprijzen stijgen. Ik
kan me goed voorstellen dat mensen in deze tijd, waarin ook prijzen van andere diensten
en producten, zoals boodschappen, stijgen, dit in hun portemonnee voelen. Het is de
rol van de overheid om de publieke belangen zoals dierenwelzijn en diergezondheid
te borgen. Het zou daarom voor de dieren een onwenselijke situatie zijn als kosten
voor reguliere diergeneeskundige zorg onredelijk en onbetaalbaar zijn, of worden,
waardoor hun eigenaren gedwongen worden zorg voor de aan hun vertrouwde huisdieren
uit te stellen, te vermijden of zelfs noodgedwongen te moeten ontgaan.
Vraag 3
Deelt u de zorgen dat door de gestegen prijzen mensen met een hulpbehoevend dier minder
snel naar een dierenarts zullen gaan en minder snel een behandelingstraject voor hun
dier zullen starten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ik neem deze zorgen serieus. In december 2022 heeft de Tweede Kamer de motie van lid
Beckerman (Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 36 200 XIV, nr. 28) aangenomen om een onderzoek in te stellen naar deze prijsstijgingen en de mogelijkheden
te bezien deze prijsstijgingen te beperken. Ik wil dit onderzoek gedegen opzetten
waarbij de medewerking van vele partijen nodig is, wat tijd kost. Ik zal de Kamer
eind dit jaar informeren over de voortgang hiervan.
De verantwoordelijkheid van de zorg voor een dier ligt bij de diereigenaar. Indien
kosten voor een diereigenaar niet te dragen zijn is het aan het baasje en de dierenarts
samen om te zoeken naar de meest passende oplossing.
Het is bij wet verplicht om voorafgaand aan de koop van producten of diensten informatie
te geven betreffende de prijs en eventuele bijkomende kosten van het product of de
dienst. Ook dierenartsenpraktijken zullen daarom voordat een behandeling wordt verricht
duidelijk moeten zijn over de prijs ervan en de eventuele bijkomende kosten. Ik vertrouw
op de expertise van dierenartsen dat zij in goed overleg en met afweging van de verschillende
belangen samen met de eigenaar van het dier tot een verantwoorde oplossing komen.
Vraag 4
Bent u van mening dat hierdoor de wettelijke zorgplicht, op grond van artikel 2.1.6
en artikel 2.2.8 van de Wet dieren, onder druk komt te staan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
In de Wet Dieren is in artikel 2.1.6. opgenomen dat eenieder zorg moet verlenen aan
een dier wat hulp nodig heeft. Tevens verbiedt deze wet in art 2.2.8 diereigenaren
deze zorg voor hun dieren te onthouden of uit te stellen Zowel de diereigenaar als
de dierenarts hebben hiermee een zorgplicht in het belang van het dier waarbij dierenwelzijn
voorop staat. Mijn beeld is dat dierenartsen dit belang hoog hebben staan. Dit belang
bestaat echter binnen het marktsysteem, waarin marktwerking plaatsvindt. Het belang
van het dier kan echter niet gediend worden zonder dat de kosten van de veterinaire
zorg betaald worden door de diereigenaar. Het is bekend dat in deze tijd waarin ook
prijzen van andere diensten en producten, zoals boodschappen, stijgen, mensen dit
in hun portemonnee voelen. Dit zal niet anders zijn voor de kosten welke een diereigenaar
moet betalen voor de diergeneeskundige zorg van hun dier.
Vraag 5
Hoe verhoudt het hoge btw-tarief van 21 procent op diergeneeskundige zorg zich tot
deze wettelijke verplichting om een hulpbehoevend dier de nodige zorg te bieden?
Antwoord 5
Zowel de dierhouder als de dierenarts hebben op grond van de Wet dieren de wettelijke
plicht om hulpbehoevende dieren te voorzien van de nodige zorg. In spoedgevallen kan
veterinaire zorg nodig zijn. Indien deze tegen vergoeding wordt verricht dan is daarop
het algemene tarief van 21% toepassing, gelet op de Europese btw-richtlijn. Op diergeneesmiddelen
als bedoeld in de Wet dieren (m.u.v. diergeneesmiddelen voor toepassing buiten het
lichaaam) is het verlaagd btw-tarief van 9% van toepassing.
Vraag 6
Bent u bereid om binnen Europa actief te pleiten voor het mogelijk maken van het verlagen
van het btw-tarief op diergeneeskunde? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het uitgangspunt van de Europese btw-richtlijn is dat alle goederenleveringen en diensten
belast zijn tegen het algemene tarief van 21%. Toepassing van een verlaagd btw-tarief
voor diergeneeskundige zorg als zodanig staat de Btw-richtlijn niet toe. Actief pleiten
voor het mogelijk maken van een verlaagd btw-tarief op diergeneeskunde acht het kabinet
niet opportuun. In de eerste plaats gelet op de ambitie van het kabinet om het belastingsysteem
te vereenvoudigen en daarom terughoudend te zijn met de introductie of uitbreiding
van fiscale regelingen zoals een verlaagd btw-tarief (Kamerstuk 2023–0000111799).
Ten tweede gelet op de evaluatie van het verlaagde btw-tarief waarop met Prinsjesdag
een kabinetsreactie komt.2
Vraag 7
Kunt u aangeven hoeveel dierenartsklinieken de afgelopen vijf jaar zijn opgekocht
door buitenlandse ketens, zoals IVC Evidensia, AniCura en VetPartners?
Antwoord 7
Er zijn geen acquisitiedata van overnamen van dierenklinieken bekend en het is niet
mogelijk hiervan een overzicht te geven van de laatste vijf jaar. Wel is bekend dat
er momenteel meer dan 300 dierenartsenklinieken (-locaties) en 8 dierenziekenhuizen
onderdeel zijn van IVC Evidensia, 118 klinieken zijn onderdeel van AniCura, 26 klinieken
zijn onderdeel van CVS en sinds dit jaar zijn 45 klinieken onderdeel van Vetpartners.
Totaal zijn 489 dierenartsklinieken in handen van private acquity zoals deze ketens.
Vraag 8
Welk deel van de markt van dierenartsklinieken is in handen van dergelijke buitenlandse
ketens?
Antwoord 8
Volgens het CBS waren begin 2023 in Nederland in totaal 2865 bedrijven actief binnen
de veterinaire dienstverlening. Hieronder vallen bedrijven met betrekking tot gezondheidzorg
voor vee en huisdieren, dierenambulances en bedrijven ter advisering over welzijn
en voeding van huisdieren. Dierenartsenpraktijken worden niet gespecificeerd.
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat het voorheen gebruikelijk was dat dierenartsen een dubbel tarief
vroegen voor spoedzorg in de avond of in het weekend, maar dat nu onder eigenaarschap
van buitenlandse ketens vaak het viervoudige tarief wordt gevraagd? Zo ja, wat vindt
u hiervan?
Antwoord 9
Dit kan niet worden bevestigd. De markt voor diergeneeskundige zorg is een vrije markt.
De tariefbepaling is zodoende aan de individuele dierenartsenpraktijk. In de tariefbepaling
wegen factoren mee zoals het type behandeling, de diersoort, de graad van specialisatie
en de dag en het tijdstip waarop de zorg voor het dier wordt geleverd. Daarnaast zijn
er kosten voor salariëring, huisvesting, laboratoriumonderzoek en het gebruik van
apparatuur. Dit maakt het stellen van een eenvoudige conclusie niet mogelijk. In opdracht
van mijn ministerie laat ik een onderzoek uitvoeren zoals beschreven in het antwoord
op vraag 3, waarbij ik nog niet vooruit wil lopen op de resultaten.
Vraag 10
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat buitenlandse ketens Nederlandse dierenartspraktijken
opkopen, met als doel om rendement te maken, wat in de praktijk leidt tot forse stijgingen
van de dierenartskosten en daarmee voor veel mensen een drempel opwerpen om de dierenarts
te bezoeken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
De manier waarop de veterinaire markt ingevuld wordt is aan dierenartsen en ondernemers
op dit gebied, zowel nationaal als Europees. De tariefbepaling is zodoende aan de
dierenartsenpraktijken, samenwerkingsverbanden of ketens van dierenartspraktijken.
Het eerder toegelichte onderzoek moet uitwijzen of de bedragen die baasjes voor hun
dieren voor de zorg van de dierenarts moeten betalen, mede in het licht van de huidige
algemene prijsstijgingen, fors zijn gestegen. Hierbij is het niet bekend hoe groot
het probleem is dat eigenaren zorg mijden voor de aan hun zorg toevertrouwde dieren
en of dit probleem op dit moment groter aan het worden is. Dierenartsen geven aan
dat dit probleem van alle tijden is, mogelijk door het ontbreken van vergelijkingen
met de verzekerde humane zorg.
Vraag 11
Heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) onderzocht wat de gevolgen van de overname
van steeds meer dierenartspraktijken door grote buitenlandse ketens betekent voor
de prijsontwikkeling in de avonduren en de weekenden waarin deze grote ketens in grote
delen van het land, met name in de minder dicht bevolkte gebieden, feitelijk een monopoliepositie
hebben? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om de ACM om zo’n onderzoek te vragen?
Antwoord 11
Specifiek voor het mededingingstoezicht houdt de ACM-toezicht op kartelvorming en
misbruik van marktmacht en toetst zij fusies en overnames om het ontstaan van marktmacht
te voorkomen.
De ACM heeft geen onderzoek gedaan naar overnames van dierenartsenklinieken en naar
de prijsontwikkeling bij dierenartsenklinieken. Wanneer bedrijven fuseren of overnames
doen moet dat boven bepaalde drempelwaarden gemeld worden bij de ACM, die onderzoekt
of voor de fusie of overname een vergunning nodig is als de concurrentie belemmerd
zou kunnen worden. Hierbij speelt het geen rol of de overnemende partij in Nederland
of elders gevestigd is. De ACM heeft geen fusiemeldingen ontvangen over dierenartspraktijken.
In sommige situaties kunnen prijsstijgingen het gevolg zijn van afspraken of gedragingen
waarop de ACM toezicht houdt, in het bijzonder als er sprake zou zijn van kartelafspraken
of misbruik van een economische machtspositie. Als er klachten of signalen komen over
prijsafspraken of misbruik kan ACM een onderzoek starten.
Tot slot zal ik, zoals in antwoord 3 aangegeven, op korte termijn een onderzoek laten
uitvoeren naar prijsstijgingen in de diergezondheidszorg en de mogelijkheden om deze
prijsstijgingen te beperken.
Vraag 12
Bent u bereid een halt toe te roepen aan de opkoop van dierenartspraktijken door buitenlandse
ketens? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Het is niet aan mij en ik heb geen instrumenten om buitenlandse partijen te verbieden
Nederlandse dierenartsenpraktijken op te kopen. In Nederland en de Europese Unie is
er een vrije markt waarin het een ieder vrij staat om binnen de wet- en regelgeving
te ondernemen naar eigen inzicht.
Vraag 13
Bent u bereid de prijzen van diergeneeskundige zorg te reguleren, net zoals bij andere
medische sectoren het geval is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Zoals aangegeven bij de beantwoording van vraag 3 laat ik een onderzoek uitvoeren.
Het is te voorbarig om regulering te overwegen. Ik wacht eerst de resultaten van dit
onderzoek af.
Vraag 14
Kunt u deze vragen één voor één en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?
Antwoord 14
Er is een uitstelbrief verstuurd aan de Kamer vanwege interdepartementale afstemming.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen -
Mede namens
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.