Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bisschop over de verkoop van rauwe melk
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de verkoop van rauwe melk (ingezonden 23 juni 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 29 augustus
            2023)
         
Vraag 1
            
Wat is de reden dat de rechtstreekse verkoop van rauwe melk aan particulieren is beperkt
               tot het melkveebedrijf waar de melk wordt gewonnen1?
            
Antwoord 1
            
De verkoop van rauwe melk aan particulieren is om redenen van voedselveiligheid beperkt.
               In rauwe melk kunnen ziekmakende bacteriën aanwezig zijn, zoals Staphylococcus aureus, Bacillus cereus, Campylobacter, ziekmakende vormen van Escherichia coli (STEC), Listeria monocytogenes en Salmonella. Die pathogenen kunnen voorkomen op het primaire bedrijf waar ze vervolgens in de
               melk kunnen belanden. Daarnaast konden in het verleden consumenten van rauwe melk
               tuberculose en brucellose oplopen, maar die ziekten komen in Nederland (afgezien van
               een incidentele uitbraak) niet meer voor.
            
Vraag 2
            
Hoeveel uitbraken of ziektegevallen als gevolg van de consumptie van rauwe melk zijn
               bekend?
            
Antwoord 2
            
Bureau Risicobeoordeling en Onderzoek (Buro) van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
               (NVWA) heeft in 2017 een ketenanalyse van de zuivelsector uitgebracht.2 In dit rapport concludeert Buro dat het grootste risico voor de voedselveiligheid
               in de zuivelketen de consumptie van (producten van) rauwe melk is. Bij deze consumptie
               is de kans op voedselinfecties honderden malen hoger dan bij de consumptie van gepasteuriseerde
               melk(producten).
            
In zijn rapport vermeldt Buro de uitbraken waarvan duidelijk is dat ze zijn veroorzaakt
               door zuivel. Deze komen hooguit een tot twee keer per jaar voor. In de afgelopen tien
               jaar betrof het voornamelijk uitbraken veroorzaakt door Campylobacter in rauwe melk
               (vijf keer) of rauwmelkse kaas (twee keer), er was een Salmonella-uitbraak veroorzaakt
               door boerenkaas en een patiënt met listeriose kon worden gelinkt aan rauwe melk. In
               alle gevallen betrof het niet-gepasteuriseerde zuivel. Bureau kon alleen een indicatie
               van het risico geven; in veel gevallen worden voedselinfecties niet gemeld of blijft
               de oorzaak ervan onbekend. Het RIVM schat dat het aantal zieken door voedselinfecties
               meer dan honderd keer hoger is dan blijkt uit de rapportages.3
Vraag 3
            
Is er sprake van serieuze veiligheidsrisico’s bij transport en verkoop van rauwe melk
               die is gewonnen op een ander, nabijgelegen bedrijf dan het melkveebedrijf waar het
               wordt verkocht?
            
Antwoord 3
            
Ja. Rauwe melk is een kwetsbaar product dat met veel zorg moet worden omgeven, zeker
               als deze aan de consument wordt geleverd. Het product is zeer gevoelig voor bacteriologische
               besmetting en is slechts zeer kort houdbaar. Het is gewenst dat de waarborgen op orde
               zijn: de producent (de houder van de melkgevende dieren) moet hygiënemaatregelen in
               acht nemen en de toezichthouder COKZ moet hierop afdoende toezicht houden. Ook moet
               zeer snel worden gehandeld als de melk schadelijke bacteriën blijkt te bevatten. Dit
               is niet goed te borgen als verse/gekoelde rauwe melk ook op andere adressen dan bij
               de veehouder wordt verkocht.
            
Vraag 4
            
Ziet u mogelijkheden om ruimte te bieden voor directe verkoop van rauwe melk op een
               melkveebedrijf, waarbij de rauwe melk ook van bedrijven in de nabije omgeving afkomstig
               is, met handhaving van de overige voorwaarden als genoemd in artikel 8 van het Warenwetbesluit
               hygiëne van levensmiddelen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 4
            
Ja, die mogelijkheden zie ik wel. Op basis van het Buro-rapport en een aanvullende
               advies uit 20224 is een wijziging van de wettelijke bepalingen over rauwe melk in voorbereiding. Op
               30 juni jl. is een concept van deze wijziging van het Warenwetbesluit hygiëne van
               levensmiddelen besproken in het Regulier Overleg Warenwet. De belangrijkste wijziging
               is dat rauwe melk van andere diersoorten dan koeien ook wordt geregeld. Voor alle
               rauwe melk gaat een maximale bewaarduur van 72 uur gelden en de melk moet regelmatig
               op de aanwezigheid van bacteriën worden onderzocht. Gezien deze toenemende borging
               bij de veehouder is een verruiming van de afzetmogelijkheden van diepgevroren rauwe
               melk mogelijk. De verkoop van diepgevroren rauwe melk in plaatselijke winkels en verzending
               ervan aan de consument worden toegestaan. Hieronder vallen ook boerderijwinkels. Deze
               verruimde afzetmogelijkheden gelden – om de in het antwoord op vraag 3 gegeven redenen
               – niet voor gekoelde rauwe melk.
            
Op de website die u aanhaalt gaat het om de distributie van boerenproducten via afhaalpunten
               in Friesland en Groningen. De veehouder in kwestie constateert dat de melk niet gedistribueerd
               mag worden via andere distributiepunten dan die van de melkveehouder zelf. De distributie
               via die andere distributiepunten valt niet onder het begrip van plaatselijke detailhandel
               en blijft onder de nieuwe regels verboden.
            
De nieuwe regels voor de consumentenverkoop van rauwe melk worden naar verwachting
               in het eerste kwartaal van 2024 gepubliceerd.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.