Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eppink over het artikel 'Buitenlandse investeerders krijgen straks geen visum meer: ‘Doodzonde voor het ecosysteem’'
Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het artikel «Buitenlandse investeerders krijgen straks geen visum meer: «Doodzonde voor het ecosysteem»» (ingezonden 27 juli 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 28 augustus
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3369.
Vraag 1
Bent u bekend met bovenstaand artikel?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u van mening dat de komst van vermogende vreemdelingen een positieve bijdrage
kan leveren aan het Nederlandse vestigingsklimaat, en de financiering van startups
aanzienlijk kan ondersteunen?
Antwoord 2
De ervaring van de afgelopen tien jaar is dat de komst van vermogende vreemdelingen
naar Nederland slechts een marginale bijdrage heeft geleverd aan het Nederlandse vestigingsklimaat
en de financiering van startups.
Vraag 3
Zo ja, hoe verhoudt de beslissing om deze regeling af te schaffen zich tot dat uitgangspunt?
Antwoord 3
Het antwoord op vraag 2 is niet bevestigend.
Vraag 4
Bent u van mening dat de uitvoeringskosten die gemoeid gaan met deze regeling niet
als reden kunnen dienen om de regeling af te schaffen aangezien applicanten zelf verantwoordelijk
zijn voor de kosten van hun applicatie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)?
(leges van 2.394 euro per persoon en voor de verlenging na drie jaar nog eens 1.197
euro).
Antwoord 4
Nee, want behalve de kosten van de concrete aanvragen die gedekt worden door de leges,
maakt de IND ook kosten voor informatievoorziening, voor het in stand houden van systemen
en voor het op peil houden van kennis bij medewerkers.
Vraag 5
Hoe vaak is crimineel misbruik voorgekomen als gevolg van de regeling, gezien het
feit dat artikel betoogt dat de regeling wordt afgeschaft omdat het risico op crimineel
geld te groot zou zijn, iets wat u ook beschrijft in de voorpublicatie van 19 januari
2023?
Antwoord 5
Zowel in de brief van 11 januari 20212 als in de voorpublicatie van 19 januari 2023 is het risico op crimineel geld niet
genoemd als reden van afschaffing van de toelatingsregeling. De belangrijkste reden
is het minimale gebruik van de regeling. Bezien is of de toelatingsregeling kon worden
aangepast met behoud van waarborgen tegen misbruik, en dat bleek niet goed mogelijk.
Daarnaast spelen ook de kritische discussies over dit soort regelingen in Nederland
en de EU een rol. Er zijn overigens geen signalen van crimineel misbruik.
Vraag 6
Wil het schrappen van de regeling, en bijbehorende argumentatie rond de komst van
crimineel geld, zeggen dat de Financial Intelligence Unit onvoldoende capaciteit heeft
om voor deze regeling onderzoeken uit te voeren met een gedegen zekerheidspercentage?
Antwoord 6
Nee.
Vraag 7
Bent u van mening dat het lage gebruik van de regeling mogelijk te wijten is aan onbekendheid
van de regeling, gezien het argument in het artikel dat de afschaffing samenhangt
met het lage gebruik van het visum?
Antwoord 7
Nee. Zowel bij de inwerkingtreding in 2013 als bij de wijziging in 2016 is uitgebreid
publiciteit gegeven aan de toelatingsregeling, waarbij ook Nederlandse ambassades
zijn ingeschakeld; desondanks is het aantal aanvragen minimaal gebleven.
Vraag 8
Zou een adequate promotie vanuit het bedrijfsleven of een overheidscampagne kunnen
bijdragen aan een hogere instroom van vermogende vreemdelingen?
Antwoord 8
Gelet op de ervaringen in het verleden acht het kabinet die kans niet groot. Om te
investeren hoeft een derdelander niet in Nederland of de EU te verblijven. De investering
is in de meeste gevallenslechts het middel om verblijf te krijgen. Het grootste «investor-visa»
bureau, waar volgens het artikel in MT/Sprout Orangevisas een partnerschap mee heeft
getekend, draagt dit expliciet uit. Ook Orangevisas stelt in het artikel in MT/Sprout:
«in feite kopen de vermogende immigranten hun visa, ze zullen verder niet heel actief
worden binnen het ecosysteem van startups en scaleups.» EU-lidstaten met soepeler
criteria wat betreft te investeren bedragen of waarborgen tegen witwassen zijn dan
aantrekkelijker dan Nederland.
Vraag 9
Bent u op de hoogte van de activiteiten van het bedrijf Orangevisas dat vermogende
vreemdelingen wijst op deze regeling?
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10
Hoe reflecteert u op de claim van Orangevisas dat het gebruik juist op gang komt nu
de coronapandemie achter ons ligt en er meer voorlichting is omtrent deze regeling?
Antwoord 10
Zoals hierboven aangegeven is het gebruik van de toelatingsregeling voor buitenlandse
investeerders, ondanks voorlichtingscampagnes, beperkt gebleven. De coronapandemie
heeft daar waarschijnlijk nauwelijks invloed op gehad, aangezien de toelatingsregeling
al vanaf 1 oktober 2013 van kracht is.
Vraag 11
Bent u bereid om het intrekken van de regeling te heroverwegen en de regeling langer
de kans te geven?
Antwoord 11
Nee. Zoals in antwoord 5 is aangegeven heeft het kabinet twee keer de Tweede Kamer
geïnformeerd over de afschaffing van de toelatingsregeling voor buitenlandse investeerders.
Aangezien de Tweede Kamer geen bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit tot afschaffing
van de toelatingsregeling, zijn de voorbereidingen tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit
2000 gestart en inmiddels in een vergevorderd stadium. Het kabinet ziet geen reden
om het genomen besluit tot afschaffing alsnog te heroverwegen.
Vraag 12
Bent u zich ervan bewust dat er voor vermogende immigranten, die geen vluchteling
zijn en geen werk zoeken, maar wel willen investeren in Nederland, geen andere mogelijkheden
zijn om een verblijfsvergunning te krijgen?
Antwoord 12
Tenzij de derdelander ook niet voldoet aan de voorwaarden van andere toelatingsregelingen
dan die van vluchteling en arbeid, is er straks inderdaad geen mogelijkheid meer voor
een vermogende immigrant om in Nederland te verblijven. Het hebben van een vermogen
is op zichzelf ook geen reden om verblijf te verschaffen, en investeringen in het
Nederlandse bedrijfsleven kunnen ook worden gedaan zonder dat de investeerder in Nederland
verblijft.
Vraag 13
Wilt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 13
Dat heb ik met genoegen gedaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.